Brave Hendrik is een zeer oude inheemse groente. De naam is ontstaan door het feit dat het een meerjarige plant is, waarvan je steeds kan plukken.
De Brave Hendrik komt voor op bewerkte, vochtige, stikstofrijke grond rondom boerderijen, mesthopen en plekken waar geürineerd wordt. Voor de teelt van de Brave Hendrik moet er in de lente in goed losgemaakte grond worden gezaaid. De plant wordt 15 tot 60 centimeter hoog en bloeit van mei tot augustus met een vrij korte, sterk vertakte bloeiwijze. Het jonge blad kan in het voorjaar en de voorzomer goed worden gebruikt in salades. De jonge scheuten kunnen worden geoogst en geschilt en worden gekookt zoals asperges. Zowel jonge als oudere bladeren kunnen worden gekookt en gegeten als spinazie. Totdat spinazie met zijn grotere blad populair werd, was Brave Hendrik een veelgezochte, wilde groente.
Soms wordt de brave Hendrik ook geblancheerd, er wordt dan een emmer over de plant beplaatst zodat er geen zonlicht bij komt. De scheuten en bladeren smaken dan zachter maar bevatten ook minder voedingsstofffen. De zaden van de Brave Hendrik worden in Duitsland gebruk om kippen te mesten, en wordt daar 'Fette Henne' genoemd. Ze zijn echter ook eetbaar voor mensen, de zaden kunnen onder andere verwerkt worden tot meel wat meegebakken kan worden in brood.
De thee wordt gebruikt tegen darmstoornissen.
De wortels worden ook wel gebruikt tegen hoest bij schapen. |