De dadelpruim ook wel lotusboom genoemd komt van origine uit zuid-oost Europa en west Azië. De boom kan tot 9 meter hoog bij 6 meter breed groeien. De boom houdt van ietwat vochtige grond en kan zowel in de halfschaduw als in de volle zon staan. De boom staat graag op een beschutte plek van de wind. Hoewel de boom grotendeels winterhard is als de boom in rust is, zijn nieuwe scheuten zeer vorstgevoelig. Het kan daarom goed zijn om jonge bomen de eerste twee jaar goed te beschermen tegen de vorst. De dadelpruim bloeit met kleine witroze kelkachtige bloemetjes. De plant is tweehuizig, dit houdt in dat de mannelijke en vrouwelijke bloemen op verschillende bomen groeien. Voor bevruchting is het daarom van belang om zowel mannelijke als vrouwelijke bomen aan te planten. De plant wordt zowel via de wind als via insecten bestoven. De vrouwelijke bomen kunnen ook zonder bevruchting zaadloze vruchten ontwikkelen, maar die zijn waarschijnlijk meer samentrekkend dan bevruchte vruchten. De vruchten worden tot 20mm groot en zijn in het begin oranje geel en rijpen naar een blauw zwarte kleur. De vruchten hebben een goede zomer nodig om goed rijp te worden en smaken dan vers van de boom heerlijk rijk en zoet, een beetje naar dadels en naar pruimen, vandaar de naam. Mochten de vruchten niet helemaal rijp worden dan kan het goed zijn om er een nachtvorst overheen te laten gaan, daar gaan ze ook beter van smaken. De vruchten kunnen daarnaast ook verwerkt worden in gebak, taarten en toetjes.
Het hout kan o.a. gebruikt worden om gereedschappen van te maken. |