Schisandra chinensis is een inheemse klimplant in Japan en Korea. De plant kan tot een hoogte tot 9 meter hoogte groeien en heeft enigszins hoekige twijgen.
Schisandra houdt van diep losgemaakte, voedselrijke ietwat vochtige grond. De plant groeit zowel in de schaduw als in de halfschaduw. De plant gedijt niet goed in de volle zon.
Het is een fraaie liaan die kan dienen als bekleding van muren, pergola's en prieeltjes. Er moet altijd voor steun worden gezorgd. Het blad is breed ovaal-eirond, 5-10 cm lang en van boven glanzend donkergroen. De jonge bladeren kunnen gekookt als groente worden gebruikt. De plant is tweehuizig, er zijn losstaande planten met vrouwelijke of mannelijke bloemen. Zowel mannelijke als vrouwelijke planten dienen aangeplant te worden als je zaden wilt krijgen. De plant wordt bestoven door insecten.
De witte tot vleeskleurige, ongeveer 1,5 cm grote, geurende bloemen verschijnen in mei en juni. De vrouwelijke planten dragen in de herfst mooie, geelrode, tot 10 cm lange vruchtaren. De volledig rijpe, zongedroogde vrucht wordt zowel als voedsel als therapeutisch gebruikt. Het zou zuur, zoet, zoutig, 'heet' en bitter smaken, vandaar de naam wu-wei-zi, betekenend: "vijf smaken fruit.” Van de gedroogde bessen wordt vaak thee gezet. Op de plants for a future database wordt uitgelegd voor welke geneeskundige eigenschappen de Schisandra chinensis wordt gebruikt. |