Hop is een meerjarige klimplant met rankende stengels tot 6 meter hoog. De hop is inheems in Europa, heeft een voorkeur voor een goed doorlatende of een ietwat doorlatende grond en groeit in de halfschaduw en de volle zon. De bladeren hebben 3-5 lobben en zijn borstelig en stijfbehaard. De zeer jonge scheuten (t/m mei) kunnen gehakt en gestoofd worden of toegevoegd aan soep of omelet. De gesnoeide scheuten kunnen als asperge bereid worden. Jonge bladeren kunnen worden gebruikt in salades. Er kan ook een rustgevende thee worden gezet van de bladeren. De hop is tweehuizig, de mannelijke en vrouwelijke bloemen zitten op verschillende planten. Het is daarom belangrijk dat je zowel mannelijke als vrouwelijke planten aanplant. Mannelijke planten hebben vertakte bloemtrossen, vrouwelijke papierachtige vruchtkegels, de hopbellen. Hop wordt door de wind bestoven. Het bekendst is hop als smaakmaker in bier. Maar hopbellen worden ook gebruikt bij lerver- en spijsverteringsaandoeningen. Een kussen gevuld met hop kan goed werken tegen slapeloosheid. |