De goudsbloem komt van origine uit Zuid-Europa en kan tot een hoogte van 50cm groeien. De goudsbloem houdt van ietwat vochtige grond en groeit zowel in de halfschaduw als in de volle zon. De groene bladeren zijn ietwat harig en hebben een peddelachtige vorm.
De plant is eenhuizig, er zijn zowel individuele mannelijke en vrouwelijke bloemen en beide zitten aan dezelfde plant. De bloemen worden bestoven door insecten zoals hommels en bijen.
De oranjegele bloemen zijn geschikt om te eten. Zowel rauw als in gekookte en gestoofde gerechten. De bloemblaadjes kunnen onder meer worden toegevoegd aan salades. De bloemen kunnen gedroogd worden en worden toegevoegd aan soepen en aan bakwaren zoals cake. De bladeren kunnen ook gebruikt worden om kleur te geven aan rijst
Ook kan er een thee worden gezet van de bloemblaadjes.
De plant is eenjarig maar de zaden kunnen zichzelf vrij gemakkelijk uitzaaien zodat je het jaar erop weer goudsbloemen krijgt. Het kan verstandig zijn een gedeelte in de herfst te oogsten en in het voorjaar zelf weer uit te zaaien. De goudsbloem wordt ook al lange tijd medicinale eigenschappen toegedicht. Het staat vooral bekend om de wondhelende eigenschappen. Er kan o.a. een zalf van worden gemaakt. Voor details zie de Plants for a Future database.
Langs het huis geplant, houdt goudsbloem mieren tegen. |