Paksoi of pak-choi (Brassica rapa var. chinensis, synoniem: Brassica campestris var. chinensis) is familie van de Chinese kool en afkomstig uit China. Het is vanuit Oost-Azië en via emigratie van Chinezen over de hele wereld verspreid.
Paksoi houdt van voedselrijke, vochtige grond en groeit zowel in de volle zon alsdehalfschaduw.
Paksoi is een langwerpige, open bladkool met vaak niet meer dan acht tot tien grote groene bladeren en spierwitte nerven. De bladeren vormen geen hart, maar groeien op verschillende hoogten aan de stengel.
Paksoi komt oorspronkelijk uit Azië maar is al geruime tijd in Nederland verkrijgbaar en wordt hier ook geteeld. De smaak van de knapperige licht- tot donker groene bladeren lijkt op die van Chinese kool maar is iets pittiger. Tegenwoordig wordt paksoi het hele jaar door in Nederland geteeld. Paksoi kan vanaf half juli tot half augustus in volle grond worden geteeld. Paksoi wordt vaak in perspot opgekweekt. Doordat paksoi snel groeit en geen zware krop moet vormen kan die al na zes weken geoogst worden. Vanaf september wordt paksoi onder glas geteeld. Chinese koolsoorten, zoals paksoi, zijn in principe niet geschikt om te bewaren zoals rode of witte kool. Teelt: Ter plaatse: zaaien in juli/augustus, oogsten in eind september/oktober De groente heeft qua smaak wat weg van Chinese kool. Paksoi is uitstekend te gebruiken in de Indische en Chinese keuken. De groente wassen en in fijne reepjes snijden. Reken voor 1 persoon 250 gram groente wanneer de groente gekookt wordt gegeven. Paksoi ook goed rauw te eten. Voor een salade is 150 gram per persoon genoeg. |