De gouden bamboe is afkomstig uit China. De naam aureus betekent goudgeel. Dat slaat op de geel-achtige stengels.
Phyllostachys aurea gedijt zowel goed op drogere als vochtige gronden en staat het liefst in de volle zon maar kan ook in de halfschaduw groeien. Hoe meer je bemest en hoe warmer en zonniger hij staat, hoe beter de bamboe het naar de zin heeft en hoe sterker de groei. Beschermen voor koude winden in de winter is verstandig. Bij -12 °C kan er bladschade optreden en bij -18 °C kunnen de takken invriezen. Deze bamboe kan in de meeste van onze tuinen toegepast worden. Het woekeren valt wel mee. Geschikt voor een groenblijvende solitair, haag of een visueel scherm. Daarnaast ook geschikt als kuipplant. De stengels groeien tot 2,5 cm dikte en 3-8 m hoogte, ze staan in groepjes dicht bijeen en zijn sterk en recht. De jongere stengels, die zo rondom juni verschijnen zijn groen. Na verloop van tijd verkleuren ze naar geelgroen. Staat Phyllostachys aurea op een zonnige plaats, dan verkleuren ze tot bleekgeel. Jonge scheuten zijn rauw en gekookt eetbaar. Ze zijn de zoetste van de soort en zijn haast niet bitter. De scheuten worden in de lente geoogst als ze ongeveer 8cm boven de grond staan, waarbij ze 5 cm onder de grond afgesneden worden. Ze kunnen worden gekookt als groente of worden geroerbakt.
Ook het zaad, rauw of gekookt is eetbaar, al moet je er wel even op wachten, de soort bloeit eens in de zoveel jaar. Je kunt het zaad eten als rijst, of drogen en malen tot meel.
De stokken zijn uitstekend bruikbaar in de tuin als ondersteuning. Ze zijn sterk en flexibel. Ook wordt er van de stengels papier gemaakt. Een eetbaar familielid van de gouden bamboe die ook in Nederland groeit is de Phyllostachys aureosulcata. Daarnaast is ook Phyllostachys nidularia goed eetbaar volgens de Plants for a Future database. |