IJsbergsla (Lactuca sativa var. capitata 'Iceberg') komt oorspronkelijk uit Californië en is geintroduceerd onder de naam "Iceberg". Deze naam kreeg de soort vanwege het transporteren van de sla per trein van de west naar de oostkust waarbij voor de houdbaarheid een berg ijs op de sla werd gedaan. De vermoedelijke wilde stamouder van de sla is Kompassla (Lactuca serriola).
IJsbergsla houdt van voedselrijke, vochtige grond en groeit zowel in de volle zon als in de halfschaduw. De ijsbergsla verlangt een rijke luchtige bodem die tijdens de groei voortdurend vochtig moet blijven. Uitdroging heeft tot gevolg dat onvolgroeide kroppen al snel gaan doorschieten en hun energie gaan steken in de productie van bloemen en zaden.
De bladeren zijn lichtgroen van kleur en veelal iets doorzichtig. De bladeren vormen een gesloten krop, de randen kunnen krullend uiteen staan maar kunnen ook strak om de krop 'gevouwen' zijn.
Het is een heerlijke frisse slasoort waarbij de celstructuur van de bladeren veel water bevat, wat ijsbergsla zijn karakteristieke knapperige 'bijt' geeft. IJsbergsla heeft een frisgroene kleur en een stevige gesloten krop. Het is één van de meest veelzijdige slasoorten die verkrijgbaar is. Teeltschema: Lente: zaaien in eind februari t/m begin april, planten in april/mei, oogsten in juni/juli Zomer: zaaien in april/mei, planten in mei t/m begin juli, oogsten in juli/augustus. Herfst: zaaien in juni/juli, planten in juli/begin augustus, oogsten in september/oktober Je kunt ijsbergsla behalve voor salades ook gebruiken om er een verrassende snack mee te maken door de grote bladeren van de krop te vullen met bijvoorbeeld een vlees- of vissalade en dan dicht te vouwen. Verder kun je met ijsbergsla soep maken en het stoven en smoren. Zelfs in roerbakgerechten komt ijsbergsla heerlijk tot z'n recht. Of gebruik eens de grote bladeren ter decoratie om bijvoorbeeld gehakt op te dienen. |