De langstelige olijfwilg, soms ook bekend onder de naam goumi, komt van origine uit het oosten van Azië. De struik kan tot 3 meter hoog en 2 meter groeien. Het vormt een dichte struik en is daarom ook bruikbaar als windkering. Langstelige olijfwilg kan zowel op droge als op vochtige grond groeien. De struik heeft een voorkeur voor een beschutte plaats in de halfschaduw of de volle zon. Deze plant is goed winterharden kan ook tegen zout.
De struik leeft in symbiose met een bacterie van het geslacht Frankia die in wortelknolletjes stikstof bindt. Dit proces vindt vooral plaats in jonge wortels. Door de stikstoffixatie is er lokaal meer stikstof in de grond. De langstelige olijfwilg bloeit met lichtgele bloemen. De kleine bloemen hebben een heerlijke geur. De bloemen zijn hermafrodiet, ze bevatten zowel de mannelijke als de vrouwelijke delen en worden bevrucht door insecten zoals hommels en bijen. De vitaminerijke vruchten zijn aantrekkelijk rood, met zilveren glans en ongeveer 2 cm lang en 1 cm breed. De zuurzoete, wrange vruchten zijn geschikt voor jam, confituur en voor vers gebruik. De bessen moeten heel rijp zijn voordat ze vers lekker zijn.
De eiwit- en vetrijke zaden kunnen na het pellen rauw of gekookt opgegeten worden en hebben een fijne smaak. Een ondersoort die ook goed eetbaar is, is de Elaeagnus multiflora ovata Er zijn nog verschillende andere eetbare Elaeagnus soorten te vinden in de Plants for a Future Database (www.pfaf.org). |