De beuk is inheems in Europa, heeft een dunnen, gladde, grijze schors en kan tot 30 meter hoog groeien. De beuk kan zowel op droge als op vochtige grond groeien en gedijt zowel in de schaduw, halfschaduw en in de zon.
De beuk wordt soms wel de koningin van het bos genoemd en beuken kunnen 200 tot 300 jaar oud worden. De bladeren zijn ovaal en heldergroen, al zijn er ook beuken in mooie rode kleurvarianten. De jonge bladeren van de beuk zijn eetbaar ze zijn goed rauw toe te voegen in salades. De bladeren worden snel bitter dus gebruik alleen de jongste bladeren hiervoor. De plant heeft twee maal in het jaar een periode van drie weken dat ze nieuwe blaadjes maken, in het voorjaar en in het midden van de zomer. De beuk is eenhuizig, de boom heeft zowel losstaande mannelijke en vrouwelijke bloemen maar beiden zijn op dezelfde plant te vinden. De vrouwelijke bloemen zijn kleine weinig opvallende groene bloemen die dicht op de takken staan. De mannelijke bloemen staan iets verder van de takken, hangen en zijn wit met gele stuifmeeldraden maar ook weinig opvallend. De beuk wordt door de wind bestoven. De beuk vormt zogenaamde beukennootjes die goed eetbaar zijn. Ze hebben een fijne zoete smaak al is het best wat werk om ze uit de zaadhulzen te krijgen. De nootjes kunnen ook verwerkt worden, ze kunnen worden geroosterd en eventueel worden vermalen tot meel wat te gebruiken is. Ook zijn beukennootjes te verwerken tot beukennotenolie.
Het hout kan voor allerlei producten gebruikt worden zoals speelgoed (omdat het nauwelijks splintert), meubilair en parket. Het is niet geschikt voor gebruik buiten of in natte ruimtes, omdat het hout dan snel zwart verkleurt. Ook zijn er verschillende eetbare paddenstoelen die een voorkeur hebben voor beukenhout. |