In de natuur zijn een paar ecologische hoofdprincipes te onderscheiden. Deze zijn: de zon die zorgt voor licht en warmte, de regen die zorgt voor zoet water en als laatste de wind. De zon veroorzaakt met haar straling de zoetwatercyclus en is tevens hoofdoorzaak van de wind. De zon is als het ware de batterij waar de gehele natuur op loopt. Vandaar dat we met haar beginnen. |
Een ander voorbeeld: Hier zie je dat je met dezelfde bomencirkel de zon opvangt en daarnaast ook de wind om je systeem kunt leiden. Dit doe je door de halve cirkel met zoveel mogelijk van de "7 lagen planten" vol te planten. Het liefst met planten die voedsel produceren of een andere nuttige functie hebben.
1) Wat is het voor organisme? Het is een struik, het is een dichte struik, het is een struik met stekels en fruit en groene bladeren. Het heeft wortels. 2) Wat doet het, wat heeft het voor eigenschappen? Het houdt grond vast, het zet koolstofdioxide, voedingstoffen en water om in bladeren en eetbare vruchten met behulp van licht. Het stekelt met de doornen. 3) Wat kun je van dit organisme nuttig gebruiken? Het fruit kun je eten, de stekels kunnen voor een levende omheining worden gebruikt tegen dieren. De struik zelf kan wind wegvangen en de wortels geven structuur aan de grond. Deze struik zou dus erg goed in wind of zonnecirkel kunnen staan. |
1) Wat is het voor organisme? Een dier, een grondvogel met veren. 2 poten 2 vleugels een kop en een lichaam. 2) Wat doet het, wat heeft het voor eigenschappen? Wormen en plantenresten opeten en omzetten in kip, eieren leggen, kuikens krijgen, de grond omwoelen, schijten, kakelen en ruien. 3) Wat kun je van dit organisme nuttig gebruiken? De kip om te eten, de eieren, de mest, het omwoelen en misschien de veren. |
|
|