Nederlandse Eetbare Planten en Paddenstoelen Database















Versie: 21-11-2024 7:48:08
Bron: www.permacultuurnederland.org
Email: info@permacultuurnederland.org
Aantal planten: 318


Eetbare planten en paddenstoelen database

De eetbare planten en paddenstoelen database is tot stand gekomen met dank aan de expertise van verschillende mensen die op vrijwillige basis hun kennis hebben gedeeld. De database is gelanceerd op 11 juni 2007. Inmiddels is de database, met dank aan ruim 1200 manuren werk, uitgegroeid tot de grooste verzameling informatie over eetbare planten en paddenstoelen in het Nederlandstalige gebied. Tips voor eetbare planten en paddenstoelen om de database aan te vullen zijn van harte welkom. Meehelpen, constructief commentaar en/of vragen? Neem contact op via info@permacultuurnederland.org

Vanuit de permacultuurgedachte is het belangrijk dat deze informatie openbaar beschikbaar is en onafhankelijk is van commerciële belangen. Om dit te kunnen waarborgen verzoeken we eenieder die de hier aangeboden informatie waardevol acht om een donatie. Een klein bedrag van bijvoorbeeld 1 tot 3 euro draagt al significant bij aan de continuiteit van de eetbare planten en paddenstoelen database. Donaties worden o.a. gebruikt voor de website & serverkosten en de verdere ontwikkeling en uitbreiding van de database. Donaties kunnen worden overgemaakt naar rekening nummer 3719.44.325 ten name van D.P.Beerda te Utrecht. (IBAN: NL70 RABO 0371 9443 25, BIC: RABONL2U) Graag onder vermelding van "Planten en paddenstoelen database".

Index

AardakerAardappelAardbeiAardbeiboom
AardbeimeldeAardkastanjeAardpeerAbrikoos
AmandelAmarantAmerikaanse blauwe besAmerikaanse grondnoot
Amerikaanse vogelkersAmerikaanse wilde hyacintAndijvieAnijs
AppelAppelbesAppelmuntArtisjok
AspergeAubergineAugurkBalsamwortel
Bamboe vivaxBasilicumBergbonenkruidBergrogge
BergtheeBeukBeukenzwamBieslook
BindslaBlauwe bosbesBlauwe lupineBleekselderij
BloemkoolBoekweitBoerenkoolBoomui
BosaardbeiBospindaBoternootBottelroos
BoysenbesBraamBrave HendrikBroccoli
BroodwortelChampignonChinees kaasjeskruidChinese appel
Chinese koolChinese wortelChinese yamChocoladewingerd
CitroenmelisseCitroenverbenaCourgetteCranberry
CrosneDadelpruimDaglelieDaslook
DenDilleDoperwtDragon
DropplantDruifDuindoornDwergkornoelje
DwergkweeEchte kervelEchte tijmEekhoorntjesbrood
Eeuwige moesElsbesErwtenstruikFenegriek
Fijnbladige braamFluweelboomFluweelpootjeFramboos
Franse uiensoep-boomGele AffodilGele kornoeljeGele oesterzwam
Gele paviaGele ribesGerstGewone oesterzwam
Gewone tarweGierstGoji besGouden bamboe
GoudkopjeGoudsbloemGroenlofGrondpruim
Grote brandnetelGrote lisdoddeHarbin peerHartnoot
HaverHaverwortelHazelnootHeemst
Heilige lotusHennepHondsroosHoningbes
HopHortensia IJsbergslaIndianen aardappel
InktzwamJapanse kornoeljeJapanse krentenboomJapanse peterselie
Japanse wijnbesJeneverbesJostabesJudasboom
JudasoorJujubeKamchatka kievitsbloemKapucijner
KardoenKarwijKatakuriKerspruim
KiwiKleine lisdoddeKleine pimpernelKleine veenbes
KliswortelKluwenklokjeKnoflookKnoflookbieslook
KnoflookmosterdKnolcapucienKnolkervelKnolraap
KnolselderijKomijnKomkommerKomkommerwortel
Konings oesterzwamKoolraapKoolrabiKoriander
KornoeljeKraailookKrentenboompjeKropsla
KruisbesKruizemuntKudzuKweepeer
LambertsnootLangstelige olijfwilgLavasLievevrouwebedstro
LindeLoganbesLook-zonder-lookLuzerne
Maarts viooltjeMaisMariadistelMata-Tabi kiwi
MeidoornMeloenMini-kiwiMirabelle
MispelMoerasanemoonMoerbeiMuskuskaasjeskruid
NashipeerOcaOkraOost-Indische kers
OreganoPaardenbloemPaksoiPaprika
PassievruchtPastinaakPawpawPecannoot
PeerPeerlijsterbesPepermuntPerzik
PeterseliePeultjesPijlkruidPluksla
PompoenPoolbraamPopulierenleemhoedPostelein
Prairie leliePrairie mimosaPreiPronkboon
PruikzwamPruimQuinoaRaapstelen
RabarberRadijsRaidcchioRammenas
RankspinazieRiet of echt rietRode besRode biet
Rode koolRoggeRomanescoRoomse kamille
Roomse kervelRozemarijnRucolaSaffraancrocus
SalieSassafrasSavooiekoolSchapenbes
SchijnaugurkSchisandraSchorseneerShallonfruit
ShiitakeSiberische kiwiSieruiSjalot
SlaapbolSlangenradijsSleedoornSmalbladige olijfwilg
SmeerwortelSmilaxSnijbietSnijselderij
SnijslaSorghumSpeltSpinazie
SpitskoolSpruitjesStamsperzieboonStobbezwammetje
StoksnijboonSuikerbietSuikeresdoornSuikermais
SuikerwortelSzechuanpeperTamme kastanjeTaybes
TeffTempelboomTeunisbloemTijgerlelie
TomaatTuinboonTuinhibiscusTuinkers
TuinmeldeTurkse raketUiValse salomonzegel
VeldslaVeldzuringVenkelVijfdelig kaasjeskruid
VijgenboomViltroosVlasVlier
VossebesWalnootWapatoWasnootboom
WaterkersWaternootWesterse persimoenWijnhoed stropharia
Wilde cichoreiWilde komkommerWilde rijstWilde rucola
Wilde sarsaparillaWilde tijmWilde uiWinterpostelein
WitlofWitte koolWorcesterbesWortel
YaconZeekoolZijdeplantZilverbes
Zoete kersZoete wikkeZomereikZonnebloem
Zure kersZuurbesZwarte besZwarte bosbes
Zwarte truffelZwarte walnoot


Planten

 

Aardaker

Lathyrus tuberosus
Plant familie: Leguminosae (Vlinderbloemenfamilie) 
Plantenlaag:Knolgewassen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, inheems, volle zon, halfzon/halfschaduw, groentes, bloemen, groenbemester, vlinderplant, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:juli - augustus 
Oogsttijd:oktober - december 
Beschrijving:

De aardaker is een meerjarig winterhard knolgewas en komt van nature in Nederland en de rest van Europa voor.

De plant kan tot 1,2 meter hoogte groeien, houdt van ietwat vochtige grond en groeit zowel in de halfschaduw als in de volle zon. 

De aardaker behoort tot de vlinderbloemigen familie en gaat een symbiotische relatie aan met de stikstoffixerende Rhizobium bacterie in haar wortels. Hierdoor wordt stikstof uit de lucht gefixeerd en krijgt de plant extra bemesting waar omliggende planten ook hun voordeel mee kunnen doen. 

De plant bloeit met mooie paarse bloemen waar in het verleden wel parfum uit is gewonnen. De bloemen zijn hermafrodiet, ze bevatten zowel de mannelijke als vrouwelijke delen, en worden door insecten zoals hommels en bijen bestoven. 

Vroeger werd deze plant veel als groente gegeten en zelfs uitgevoerd naar Frankrijk. Vandaar dat de plant de naam Hollands muisje kent. De knolletjes worden als aardappels gekookt of net als tamme kastanje’s gepoft. Ze kunnen ook tot plantaardige olie verwerkt worden. De bloemen, jonge scheuten en zaadpeultjes zijn ook eetbaar.

Een oud recept: knolletjes 1uur koken, pureren en met melk en kruiden opdienen. 





Meer informatie:http://nl.wikipedia.org/wiki/Aardaker



 

Aardappel

Solanum tuberosum
Plant familie: Solanaceae (Nachtschadefamilie) 
Plantenlaag:Knolgewassen 
Plantenfuncties:verwerkt eetbaar, volle zon, groentes, éénjarig,  
Bloeitijd:juni 
Oogsttijd:augustus - oktober 
Beschrijving:

De aardappel komt oorspronkelijk uit Zuid-Amerika, maar is in veel Europese landen sinds de 16e eeuw één van de basisvoedingsmiddelen. In vele landen, waaronder Nederland en België, wordt de aardappel gezien als maaltijddrager. In andere landen telt hij mee als groentesoort.

Aardappelen leveren een hoge opbrengst per vierkante meter en omdat ze veel zetmeel opslaan in hun knollen zijn ze zeer voedzaam. Daarnaast kunnen ze relatief gemakkelijk langere tijd bewaard worden. De bladeren, bloemen en vruchten van de aardappelplant zijn giftig. 

Aardappelen houden van diepe voedselrijke ietwat vochtige grond en staan het liefst op een zonnige plek. 

De teelt van aardappelen duurt in totaal altijd ca. 5 maanden en kan op verschillende momenten in de winter en het voorjaar beginnen. De volgende vier hoofdperiodes worden onderscheiden:
Vroeg: februari - juni
Halfvroeg: maart - juli
Halflaat: april - september
Laat: mei - oktober

De aardappel kan in een permacultuursysteem o.a. gebruikt worden om de grond los te maken voor gewassen wat een jaar erna geplant kan worden. Ook wordt de verbouw van aardappelen vaak met sheet mulchen gecombineerd, voor details daarover zie het stuk over permacultuur van Jaap Krater.

Aardappelen zijn er in vele maten, kleuren en smaken. Zo heb je de gewone bruine aardappels zoals we die kennen maar ook mooie roodachtige en zelfs zwarte aardappelen met een dieppaars vruchtvlees.

Door verschillende rassen te kweken verklein je de kans op desastreuze ziektes in je systeem en door een diversiteit aan rassen te nemen die op verschillende tijden rijpen kun je een langere tijd verse aardappelen eten en genoeg bewaren om de winter door te komen.

Wereldwijd zijn er rond de 4000 aardappel rassen. In Nederland worden er rond de 200 verbouwd. Op wikipedia kun je een overzicht vinden van de meest bekende en meest geteelde rassen in Nederland

Aardappelen kunnen niet rauw gegeten worden maar dienen, gekookt, gebakken en/of gefrituurd te worden.  







Meer informatie:https://nl.wikipedia.org/wiki/Aardappel



 

Aardbei

Fragaria
Plant familie: Rosaceae (Rozenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, fruit, bijenplant, tweejarig,  
Bloeitijd:mei - augustus 
Oogsttijd:juni - augustus 
Beschrijving:

De aardbei is een zeer bekende en geliefde vrucht en is van origine inheems in Europa.

De aarbei houdt van voedselrijke ietwat vochtige grond en groeit zowel in de halfschaduw als in de volle zon.

Ze zijn tegenwoordig ook in hangpotten te verkrijgen voor op je balkon. Dit maakt de aarbei zelfs geschikt om midden in de stad te kweken.

Aarbeien vermeerderen zichzelf via uitlopers, de meeste bloemen en aardbeien komen aan de tweejarige aarbeidenplanten. 

De aardbei bloeit met witte bloemetjes en is zelffertiel, waardoor geen kruisbestuiving nodig is. Een goede bestuiving door wind en/of insecten is echter noodzakelijk voor het verkrijgen van goedgevormde, volledig uitgegroeide vruchten. 

De rode vruchten van de aarbei kunnen tot 35mm groot worden en smaken heerlijk. Er zijn vele verschillende aarbeidenrassen te vinden, door een aantal verschillende soorten te planten kun je over een langere tijd aarbeien oogsten. Hier en overzicht van een aantal aarbeienrassen.

Aarbeien kunnen vers worden gegeten, ze kunnen in plakjes worden gesneden voor op brood, op gebak en in toetjes. Aarbeiden kunnen darnaast ook verwerkt worden in taarten en er kan jam van worden gemaakt. 





Meer informatie:http://nl.wikipedia.org/wiki/Aardbei



 

Aardbeiboom

Arbutus unedo
Plant familie: Ericaceae (Heifamilie) 
Plantenlaag:Lage bomen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, fruit, wintergroen, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:oktober - maart 
Oogsttijd:oktober 
Beschrijving:

Deze wintergroene boom komt voor in Ierland en in het Middellandse Zeegebied en groeit daar uit tot een hoogte van 11 - 15 m. In ons klimaat blijft deze aanzienlijk kleiner en kan tot 3 meter hoogte groeien. 

De aardbeiboom groeit zowel op droge als op vochtige grond en houdt van een warme, beschutte plaats in de halfschaduw of volle zon. Winterhardheid tot -15°C. Dek de boom in de beginjaren wat af en ook bij strenge winters. 

De glanzende bladeren zijn smal elliptisch, tot 10 cm lang en hebben een gezaagde rand. 

De aardbeienboom staat in bloei waar andere planten en bomen zich opmaken voor de winter. Het is een decoratieve, exotische struik die bloeit met prachtige witte bloemen laat in het najaar. De bloemen zijn hermafrodiet, ze bevatten zowel de mannelijke als de vrouwelijke delen, en worden bestoven door insecten zoals hommels en bijen. De plant is zelfbestuivend. 

De vruchten lijken van een afstandje op aardbeien, vandaar de naam van de boom, en kunnen 2,5cm groot worden. Ze hebben bijna een jaar nodig om volledig te ontwikkelen. Hierdoor kan de boom bloeien terwijl ze ook de vruchten van het jaar ervoor draagt. Dit ziet er mooi uit. Qua smaak lijken ze niet op aardbeiden. De vruchten zijn eetbaar en ze smaken zoet/zuur, niet iedereen vind de vruchten lekker. 

Men gebruikt deze vruchten ook wel bij de bereiding van wijnen en likeuren. Ook kan er jam gemaakt worden van de vruchten. De Plants for a Future website heeft een uitgebreid artikel gewijd aan de aardbeiboom.





Meer informatie:http://nl.wikipedia.org/wiki/Aardbeiboom



 

Aardbeimelde

Chenopodium capitatum
Plant familie: Amaranthaceae (amarantenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, fruit, groentes, kruiden, éénjarig,  
Bloeitijd:juni - augustus 
Oogsttijd:april - september 
Beschrijving:Aardbeimelde behoort tot het geslacht van de ganzevoetfamilie (Chenopodium). Afkomstig uit het Middellandse-Zeegebied wordt deze groente ook in onze contreien geteeld. (Een zeer gelijkend familielid is de aarbeispinazie - Chenopduium foliosum Blitum virgatum)

Aardbeimelde houdt van vochtige grond en groeit het liefste in de volle zon. 

De tot een halve meter hoge groente heeft enkele decoratieve kenmerken welke deze dan ook speciaal maken. Het blad dat lichtgroen, golvend ingesneden staat en lichtjes getand is zorgt voor een goede opvulling. Zoals de echte aardbei heeft deze groente ook een schijnvrucht aanwezig op de plant.

Zaaien van de aardbeispinazie of melde kan vanaf maart tot juni. Het is een zeer gemakkelijke teelt die het eveneens uitstekend doet in een pot. Verspenen kan in potjes of je kan ze ook onmiddellijk uitplanten in volle grond.

Het blad is na een maand oogstbaar als spinazie. Hierbij plukt men de bladeren gewoon af tot aan de stengel. De bladeren zijn lekker en smaken naar hazelnoot. Je bereidt ze zoals spinazie, of je voegt ze rauw toe aan slaatjes.

Laat men de plant groeien dan verschijnen na 3 maanden de tientallen vruchtjes lijkend op aardbeien. De kleine rode vruchtjes mogen dan wel zeer mooi ogen, toch zijn ze bijna smaakloos maar wel eetbaar. Gebruik de vruchten als decoratie op een bord, ze ogen zeer mooi. De vruchten kunnen ook dienen als garnering bij een nagerecht ofwel bij koude schotels ofwel bij warme gerechten.




Meer informatie:http://nl.wikipedia.org/wiki/Aardbeispinazie



 

Aardkastanje

Bunium bulbocastanum
Plant familie: Apiaceae (schermbloemenfamilie) 
Plantenlaag:Knolgewassen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, kruiden, bloemen, zaden, wortels, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:juni - juli 
Oogsttijd:november - december 
Beschrijving:

De aardkastanje is een meerjarig knolgewas wat inheems is in West-Europa en tot een hoogte kan groeien van 60cm. De Bunium Bulbocastanum staat op de rode lijst en behoort tot de bedreigde en zeer zeldzame planten in Nederland. Alleen in Zuid Limburg komt de Aardkastanje sporadisch voor in kalkgraslanden. 

De plant houdt van diepe, voedselrijke, ietwat vochtige grond en groeit het best in de volle zon. 

De plant is te herkennen aan zijn specifieke bladvorm, namelijk driehoekig, twee tot drievoudig gevederd. De bladeren kunnen worden gebruikt als kruid, ze doen een beetje aan peterselie denken. De knolvorming is heel plotseling en vrijwel geheel rond. In de herfst sterven de bovengrondse delen af en overwintert de winterharde knol.

De knollen smaken zeer goed, ze kunnen zowel rauw als gekookt gegeten worden. De smaak lijkt op die van gepofte tamme kastanjes. 

De plant bloeit met schermen van witte bloemetjes die onder meer insecten zoals hommels en zweefvliegen aantrekken. De larven van zweefvliegen eten bladluizen.  Zowel de bloemen als de zaden kunnen als kruid gebruikt worden.

Vegetatieve vermeerdering is heel goed mogelijk door splitsing van de worteldelen in het vroege voorjaar als de plant begint uit te lopen. 

Vermeerdering uit zaad is mogelijk maar om enigzins acceptabele kiemgetallen te krijgen dient er een koude stratificatie plaats te vinden. 

 





Meer informatie:http://www.pfaf.org/user/Plant.aspx?LatinName=Buni



 

Aardpeer

Helianthus tuberosus
Plant familie: Asteraceae (Composietenfamilie) 
Plantenlaag:Knolgewassen 
Plantenfuncties:verwerkt eetbaar, volle zon, groentes, windkering, omheining, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:juli - augustus 
Oogsttijd:november - december 
Beschrijving:

De aardpeer, topinamboer, knolzonnebloem of jeruzalemartisjok is net als de aardappel een goed eetbaar knolgewas wat een flinke oogst per vierkante meter op kan leveren. Het is een zeer sterke en robuuste meerjarige plant die kan gaan woekeren. Om dat te voorkomen zijn hier 33 recepten te vinden hoe je de aardpeer kunt bereiden. :)

De aardpeer is verwant aan de zonnebloem en kan in een goede zomer prachtig bloeien. De aardpeer gedijt zowel op droge als op ietwat vochtige grond en staat het liefst op een zonnige plek. Oogsten van de knollen kan gebeuren na de eerste nachtvorst en kan vervolgens gedurende de gehele winter. Als je een paar knollen laat zitten dan komen de aardperen het jaar erna weer op. 

Hoewel de aardpeer minder bekend is dan de aardappel, waarschijnlijk omdat de aardpeer niet zo mooi rond is als de aardappel en daarom wat meer schoonmaakwerk vereist, heeft deze plant vele voordelen in een permacultuursysteem. De aardpeer is een sterk groeiende plant die tot 2.5 meter hoog kan groeien en daarnaast behoorlijk dicht groeit. Dit maakt deze plant dan ook geschikt als omheining en windkering voor andere lagere planten. Wel is het zo dat de aardpeer pas laat in het seizoen echt hoogte krijgt waardoor het verstandig is ook andere planten voor deze functie in aanvulling te gebruiken.

De aardpeer is een populaire vergeten groente met inmiddels een eigen fanclub met de titiel: Vrienden van de Aardpeer, waar een boel leuke aanvullende informatie over de aardpeer is te vinden. 





Meer informatie:http://nl.wikipedia.org/wiki/Aardpeer



 

Abrikoos

Prunus armeniaca
Plant familie: Rosaceae (Rozenfamilie) 
Plantenlaag:Lage bomen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, fruit, zaden, houtproductie, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:maart 
Oogsttijd:augustus 
Beschrijving:

De abrikoos is een populaire vrucht die van origine uit Noordoost-China komt. De boom werd door de romeinen over Europa verspreidt en is sindsdien hier ingeburgerd. De boom kan tot 9 meter hoog en tot 6 meter breed groeien.

Het telen van de abrikoos in Nederland is moeilijk. Hoewel de boom winterhard is bloeit deze al in maart waardoor vorst de bloesem gemakkelijk kan vernietigen. Er zijn twee mogelijke strategiën om dit nadeel iets te beperken. Zet de boom op een hele koude plek in de tuin waardoor deze pas later in het jaar in de bloei komt zodat de kans op vorstschade aan de bloemen afneemt. Of zet de boom juist op een warme, zonnige en beschutte plek of in een kas zodat de kans op vorstschade aan de bloemen afneemt.

De abrikozenboom bloeit met witte tot roze bloemen voordat er bladeren aan de boom komen. De bloemen zijn hermafrodiet, ze bevatten zowel de mannelijke als de vrouwelijke delen. Ze worden bestoven door insecten zoals hommels en bijen. De boom is zelfbestuivend waardoor je genoeg hebt aan één abrikozenboom om een oogst te krijgen. 

De geel/oranje vruchten kunnen tot 5cm groot worden en smaken heerlijk zoet. Ze zijn vers uit de hand erg lekker om te eten en kunnen daarnaast gebruikt worden in gebak, taarten en toetjes. Ook kunnen ze gedroogd worden en verwerkt worden tot sap en jam. 

Als je de pit kraakt zit daar een zaadje in wat eventueel vers of geroosterd gegeten kan worden. Dit kan sporen van waterstofcyanide bevatten wat giftig is, eet dus nooit teveel van deze zaden. 

Het hout kan o.a. gebruikt worden voor de productie van stelen van gereedschap.

In deze database staan de best eetbare prunus soorten die van nature in Europa voorkomen of hier al lange tijd ingeburgerd zijn. In de Plants for a Future Database zijn daarnaast ook nog een flink aantal goed eetbare prunus soorten te vinden die in andere delen van de wereld groeien maar die het ook in ons klimaat waarschijnlijk goed zouden doen. Wil je weten welke prunus soorten dit zijn kijk dan in de Plants for a Future Database en zoek daar met de term prunus (www.pfaf.org).  







Meer informatie:http://nl.wikipedia.org/wiki/Abrikoos



 

Amandel

Prunus dulcis
Plant familie: Rosaceae (Rozenfamilie) 
Plantenlaag:Lage bomen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, noten, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:maart - april 
Oogsttijd:augustus - oktober 
Beschrijving:

De amandel komt van origine voor in het Midden-Oosten en Noord-Afrika maar is al lange tijd ingeburgerd in Zuid-Europa. De kleine boom kan tot 6 meter hoog en 6 meter breed groeien.

De amandel groeit in bergachtige gebieden, meestal tussen 700 en 1700 meter hoogte. De boom gedijt het best op zonnige hellingen op rotsachtige bodem in een mediterraan klimaat met warme droge zomers en milde, natte winters. De optimale temperatuur voor hun groei is tussen 15 en 30 °C. 

Mede vanwege de vroege bloei is het verstandig om de amandel net als de perzik en abrikoos op een warme, zonnige en beschutte plaats te zetten. Een zuidmuur of een kas is het meest geschikt in Nederland. 

De boom bloeit vroeg in het voorjaar voordat de bladeren aan de boom zitten met witte tot roze bloemen en staat bekend om de prachtige bloeiwijze. De bloemen zijn hermafrodiet, ze bevatten zowel de mannelijke als de vrouwelijke delen. Ze worden bestoven door insecten zoals hommels en bijen. De amandel is zelfbestuivend waardoor je genoeg hebt aan het planten van één boom om een oogst te krijgen.  

Er zijn zowel zoete als bittere amandelen waarvan de zoete over het algemeenst het lekkerst wordt gevonden. Amandelen kunnen sporen van waterstofcyanide bevatten en het is daarom aan te raden niet te veel amandelen tegelijk te eten. Amandelen kunnen vers of geroosterd worden gegeten en kunnen daarnaast verwerkt worden in gebak, tot o.a. amandel melk en spijs in krentenbrood. 

In deze database staan de best eetbare prunus soorten die van nature in Europa voorkomen of hier al lange tijd ingeburgerd zijn. In de Plants for a Future Database zijn daarnaast ook nog een flink aantal goed eetbare prunus soorten te vinden die in andere delen van de wereld groeien maar die het ook in ons klimaat waarschijnlijk goed zouden doen. Wil je weten welke prunus soorten dit zijn kijk dan in de Plants for a Future Database (www.pfaf.org).









Meer informatie:http://www.stemderbomen.nl/pages/artikelen/art_ama



 

Amarant

Amaranthus blitum
Plant familie: Amaranthaceae 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, groentes, granen, éénjarig,  
Bloeitijd:juli - november 
Oogsttijd:juli - november 
Beschrijving:

Amaranthus blitum wordt ook wel Kleine majer genoemd in het Nederlands. (onderste foto) Het is eenjarige zelfbestuivende plant. De soort heeft voorkeur voor een plek in de zon. 

Amarant houdt van vochtige grond en staat het liefste in de volle zon. 

De plant is eetbaar maar heeft de eigenschap nitraten in de bladeren op te slaan als ze op een plek staat waar veel chemische meststoffen zijn gebruikt. Eet de plant dus alleen als deze biologisch geteeld is op gezonde grond.

De bladeren kunnen rauw of gekookt gegeten worden zoals spinazie. Ze bevatten veel vitamine A & C en B1. De zaden kunnen gekookt gegeten worden en kunnen als graanvervanger worden gebruikt in cakes, pap etc. De zaden zijn erg klein maar gemakkelijk te oogsten en zeer voedselrijk. Van de zaadhulzen kan een eetbare verf worden gemaakt.

Naast de Amaranthus blitum zijn ook de volgende soorten eetbaar volgens de Plants for a Future Database:

Amaranthus caudatus(bovenste foto)

Amaranthus cruentus

Amaranthus hybridus

Amaranthus hypochondriacus





Meer informatie:http://www.pfaf.org/user/Plant.aspx?LatinName=Amar



 

Amerikaanse blauwe bes

Vaccinium corymbosum
Plant familie: Ericaceae (Heidefamilie) 
Plantenlaag:Struiken 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, fruit, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:mei 
Oogsttijd:juli - augustus 
Beschrijving:

De Amerikaanse blauwe bes, ook wel bekend als trosbosbes komt van orignie uit het noordoosten van de Verenigde Staten.

De struik kan tot 1.5 meter hoog groeien. De Amerikaanse blauwe bes heeft vochtige zure grond nodig (PH 4-5) en staat het liefst in de zon maar tolereert ook halfschaduw. 

Deze plant wordt gemakkelijker verwart met de blauwe bosbes die inheems is in Europa, die ook in deze database te vinden is

De Amerikaanse blauwe bes bloeit in trossen met een groot verschil in bloei tussen de eerste en laatste bloem in de tros. De bloem is witcrème tot roze van kleur. Hoewel de Amerikaanse blauwe bes zichzelf bestuift, leidt kruisbestuiving tot meer en grotere vruchten. Het is daarom verstandig om minimaal 2 tot 3 verschillende cultivars aan te planten. Op wikipedia is een lijst te vinden van verschillende cultivars.  Bestuiving wordt gedaan door insecten zoals hommels en bijen. 

De bessen van de Amerikaanse blauwe bes kunnen tot 15mm groot worden. In tegenstelling tot de bosbes geven blauwe bessen niet af. De bessen zijn vers goed te eten en kunnen ook verwerkt worden in gebak en jam. In de VS worden ze bijv. gebruikt in 'blueberry muffins'. 

Het blad van de struiken verkleurt in de herfst naar vuurrood wat een mooie herfstsfeer in de tuin schept. 







Meer informatie:https://nl.wikipedia.org/wiki/Blauwe_bes



 

Amerikaanse grondnoot

Apios americana
Plant familie: Leguminosae (Vlinderbloemenfamilie) 
Plantenlaag:Knolgewassen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, groentes, wortels, groenbemester, omheining, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:september 
Oogsttijd:oktober - november 
Beschrijving:

De Apios America soms ook wel Indianen aardappel of Amerikaanse grondnoot genoemt, is een klimplant die tot 1.2 meter hoogte kan groeien. 

De plant houdt van diepe, voedselrijke, ietwat vochtige grond en groeit zowel in de halfschaduw als in de volle zon. 

Het is een mooie plant die eventueel als afscheiding gebruikt kan worden als je deze goed begeleid.  

De Amerikaanse grondnoot behoort tot de vlinderbloemigen familie en gaat een symbiotische relatie aan met de stikstoffixerende Rhizobium bacterie in haar wortels. Hierdoor wordt stikstof uit de lucht gefixeerd en krijgt de plant extra bemesting waar omliggende planten ook hun voordeel mee kunnen doen. 

De plant produceert prachtige roze tot leverkleurige bloemen. De bloemen zijn hermafrodiet, ze bevatten zowel de mannelijke als vrouwelijke delen en worden bestoven door insecten zoals hommels en bijen. 

De Amerikaanse grondnoot produceert eetbare knollen die vanaf het tweede jaar te oogsten zijn. Het is even wachten, maar eenmaal echt gesettled geeft deze plant tot 2kg opbrengst. Je kunt de knollen op elk moment van het jaar oogsten maar de hersfst is het beste. De knol is daarnaast ook goed te bewaren. 

De knollen kunnen zowel gekookt, gebakken en geroosterd worden gegeten. Ze smaken een beetje naar zoete aardappelen en de smaak wordt hoog gewaardeerd. De knollen kunnen ook gedroogd worden en vervolgens vermalen worden en het meel kan toegevoegd worden aan soepen of aan meel om brood mee te bakken. 

De jonge zaadpeulen en zaden kunnen als erwten of bonen worden gekookt en gegeten. 







Meer informatie:http://pfaf.org/user/Plant.aspx?LatinName=Apios+am



 

Amerikaanse vogelkers

Prunus serotina
Plant familie: Rosaceae (Rozenfamilie) 
Plantenlaag:Hoge bomen 
Plantenfuncties:verwerkt eetbaar, volle zon, fruit, houtproductie, windkering, omheining, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:mei - juni 
Oogsttijd:augustus - september 
Beschrijving:

De Amerikaanse vogelkers, soms ook bekend als bospest, kan tot 18 meter hoogte groeien. De soort is in Nederland en België geïntroduceerd en vanaf de jaren twintig van de twintigste eeuw als vulhout in de bossen aangeplant. De boom kan via vogels snel verspreidt worden en kan zo gaan woekeren, enige voorzichtigheid is dus geboden voordat je deze boom aanplant. 

De Amerikaanse vogelkers houdt van een ietwat vochtige bodem en staat het liefst in de volle zon maar overleeft ook in de halfschaduw.

De boom bloeit met witte bloemen die zowel de mannelijke als vrouwelijke delen bevatten. De bloesem wordt bestoven door insecten zoals hommels en bijen. De plant is zelfbestuivend. 

De kleine bessen kunnen tot 9 mm groot worden en groeien in trossen. Ze zijn enkel smakelijk wanneer ze rijp zijn; dan is de kleur zeer donkerrood, bijna zwart. Ze hebben een enigszins bittere smaak, maar zijn zeer dorstlessend.

Daarnast kan er sap en jam van worden gemaakt. Er wordt wel vermeld dat Amerikaanse vogelkers giftig is. Wat hier bedoeld wordt is dat het blad en de pit inderdaad giftig zijn, wat bij gewone kersen eveneens het geval is. Het is dus sterk af te raden kersenpitten door te slikken.

Ook trekt deze plant, zoals uit de naam al is af te lijden, vogels aan. De plant kan soms zo sterk groeien en uitzaaien door vogels dat de plant als schadelijk wordt gezien voor natuurgebieden. Het wordt als een invasieve soort gezien. 

Het hout kan worden gebruikt voor meubels, planken en brandhout.  

In deze database staan de best eetbare prunus soorten die van nature in Europa voorkomen of hier al lange tijd (al dan niet gewenst) ingeburgerd zijn. In de Plants for a Future Database zijn daarnaast ook nog een flink aantal goed eetbare prunus soorten te vinden die in andere delen van de wereld groeien maar die het ook in ons klimaat waarschijnlijk goed zouden doen. Wil je weten welke prunus soorten dit zijn kijk dan in de Plants for a Future Database (www.pfaf.org).







Meer informatie:http://nl.wikipedia.org/wiki/Amerikaanse_vogelkers



 

Amerikaanse wilde hyacint

Triteleia grandiflora
Plant familie: Alliaceae (Lookfamilie) 
Plantenlaag:Knolgewassen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, groentes, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:mei - juli 
Oogsttijd:september - oktober 
Beschrijving:

De Amerikaanse wilde hyacint komt van nature voor in het westen van Noord-Amerika en kan tot 70 cm hoog worden. Verwar deze niet met de inheemse Wilde Hyacint uit Nederland die giftig is. 

De plant staat het liefst vol in de zon en groeit zowel op droge als op vochtige grond.

De plant bloeit met prachtige lichtblauwe bloemen die door insecten worden bestoven. De jonge zaaddozen die uit de bestoven bloemen ontwikkellen zijn gekookt eetbaar.  

De bol kan rauw of gekookt worden gegeten. Ze hebben een zoete nootachtige smaak en kunnen als aardappel gebruikt worden. Sommige mensen zeggen dat het de lekkerste bollen van Noord-Amerika zijn. Ze kunnen het beste langzaam geroosterd worden gedurende een uur zodat ze relatief zoet worden.  

Een andere eetbare wilde hycint soort die genoemd wordt in de Plants for a Future Databse die in het Nederlandse klimaat zou kunnen groeien is: Dichelostemma pulchellum.





Meer informatie:http://pfaf.org/user/Plant.aspx?LatinName=Tritelei



 

Andijvie

Cichorium endivia
Plant familie: Asteraceae (Composietenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, groentes, éénjarig,  
Bloeitijd:juni 
Oogsttijd:juli - november 
Beschrijving:

Andijvie (Cichorium endivia) is een eenjarig bladgewas dat nauw verwant is aan witlof (Cichorium intybus var. foliosum).

Het is een bladgroente die gekookt of rauw gegeten kan worden, apart of als stamppot. Het gele hart smaakt heerlijk in een frisse salade.

Andijvie kan op verschillende grondsoorten worden geteeld. Andijvie houdt van vochtige grond en staat het liefste in de volle zon. Het gewas heeft veel vocht nodig om regelmatig te kunnen doorgroeien.

Zaaien van andijvie kan vanaf maart onder glas en vanaf april in de volle grond, zaaien kan tot augustus. Oogsten kan vanaf juli tot en met november. 

Er zijn twee variëteiten van de andijvie, namelijk de heelbladige of breedbladige andijvie (Cichorium endivia var. latifolium) en de krulandijvie (Cichorium endivia var. crispum) of frisée. Krul- of frisee-andijvie heeft een vrij open gele krop, omringd door groen, krullerig, ver ingesneden, decoratief blad.

De krul-andijvie smaakt duidelijk bitterder dan de heelbladige andijvie.

Vooral in het voorjaar en de zomer moet je er op tijd bij zijn om te oogsten, zo niet dan kan de plant snel een bloemstengel vormen. Krulandijvie oogst je beter op tijd, want in één dag tijd kan er plots rand opduiken die de krop minder aantrekkelijk maakt.

Als gevolg van droogte kan een groeistilstand optreden met bloemstengelvorming tot gevolg. Ook zal krulandijvie snel rand vertonen bij droogte, vooral in een iets ouder stadium.

Breedbladandijvie oogst je als de krop goed gevuld is. Kroppen met een gewicht van 1 kg zijn geen uitzondering. 







Meer informatie:http://www.groentenfruit.nl/index_product.asp?pg=1



 

Anijs

Pimpinella anisum
Plant familie: Apiaceae (Schermbloemenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, inheems, volle zon, groentes, kruiden, zaden, geneeskrachtig, éénjarig,  
Bloeitijd:juli 
Oogsttijd:juni - september 
Beschrijving:De anijsplant komt van origine uit het zuiden van Europa en wordt tot 50 cm hoog. Er is bewijs dat anijs al in het jaar 1500 voor Christus door de Egyptenaren werd gebruikt. Anijs wordt verbouwd in Zuid-Europa, het Middellandse Zeegebied, Rusland en India, maar de plant komt ook in Nederland verwilderd voor.

De plant groeit zowel op droge als op vochtige grond en staat het liefste in de volle zon. 

De onderste bladeren zijn ongedeeld, maar naar boven toe worden de bladeren fijner gevind. Anijs heeft witte bloemschermen, en grauwgroene, peervormige, tweedelige splitvruchten.  

Anijs wordt als aromatiserend kruid gebruikt in de keuken en in alcoholische dranken. Traditioneel is het trekken van anijs in melk, dat zeer geurige (maar niet zoete) anijsmelk geeft. Anijsblokjes worden bereid van suiker met anijsolie. Anijszaadjes zijn een basisgrondstof voor de 'muisjes' die gebruikt worden voor beschuit met muisjes. Ook worden anijszaadjes gebruikt voor het vervaardigen van de anijskrol.

Anijs wordt gebruikt in verschillende alcoholische dranken zoals de Franse pastis (bv. Ricard), kraamanijs, de Griekse drank ouzo en de Turkse drank raki. Andere anijshoudende alcoholische dranken zijn absint, sambuca, arak, Bénédictine, Brokmöpke, Elixir d'Anvers, tsikoudia, tsipouro, rakia, rakija, mastika/мастика (Bulgarije) en de Baskische drank patxaran.

Medicinaal wordt anijs gebruikt als spijsverteringsmiddel. In Europa, het Midden-Oosten en in Indiase culturen wordt anijszaad gekauwd na maaltijden om de vertering te vergemakkelijken en om de adem te verfrissen. De uit de zaden door destillatie gewonne anijsolie wordt op grond van zijn slijmoplossende werking als hoestmiddel gebruikt. Het zou echter ook een bactericide werking hebben en tegen spierkramp en winderigheid helpen. 






Meer informatie:http://nl.wikipedia.org/wiki/Anijs



 

Appel

Malus domestica
Plant familie: Rosaceae (Rozenfamilie) 
Plantenlaag:Lage bomen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, inheems, volle zon, halfzon/halfschaduw, fruit, houtproductie, bijenplant, meerjarig, overig,  
Bloeitijd:april - mei 
Oogsttijd:augustus - oktober 
Beschrijving:

De appel is wellicht de meest bekende fruitsoort uit ons gebied. Appelbomen zijn in vele formaten te koop, van appelbomen speciaal gekweekt voor grote potten voor op een terras tot laagstam, middenstam en hoogstam appelbomen. Hoogstam appelbomen kunnen tot 9 meter hoog groeien. Appelbomen staan het liefst in de volle zon al tolereren ze ook halfschaduw, ze hebben een voorkeur voor ietwat vochtige grond. 

Ten tijde van de Oude Grieken en Romeinen tussen de achtste eeuw v.Chr. en de vijfde eeuw na Chr. was er een florerende teelt van appels. De Romeinen hebben deze rassen verder verspreid over West-Europa. 

Appels bloeien met wit/rose bloemen, deze bevatten zowel de mannelijke als de vrouwelijke delen. Appelbloesem geeft een lekkere geur af en wordt door insecten zoals o.a. hommels en bijen bestoven. Kruistbestuiving is meestal noodzakelijk. Hiervoor dien je meestal minstens twee appelrassen aan te planten met beide een goede stuifmeelkwaliteit. Sommige bomen zijn zelfbestuivend en zijn geschikt als je maar plaats hebt voor 1 appelboom in de tuin. Vraag altijd even na of de appelboom die je koopt zelfbestuivend is of dat je meerdere appelbomen dient te planten. 

De appel als vrucht behoeft verder weinig introductie, gezien de grote populariteit en bekendheid van de vrucht. In elke supermarkt zijn vele soorten te vinden en in totaal zijn er enkele duizenden appelrassen. Op wikipedia is een lijst met vele geschikte appelrassen voor het Nederlandse klimaat te vinden. Vooral lekkere en ziektevrije appelrassen zijn ideaal.

Door een afwisseling van zomerappels, herfstappels en winter- oftewel bewaarappels kun je bijna 5 maand lang genieten van verschillend soorten en smaken appels vers van de boom. Appels kunnen daarnaast verwerkt worden tot o.a. appelsap, appelmoes en is er appeltaart van te maken. Ook kun je appels in ringen drogen zodat je het hele jaar door gedroogd fruit van de appel kunt eten. 

Het hout van appelbomen kan o.a. worden gebruikt om stokken van te maken en is ook zeer geschikt als haardhout. 







Meer informatie:http://nl.wikipedia.org/wiki/Appel_%28vrucht%29



 

Appelbes

Aronia melanocarpa
Plant familie: Rosaceae (Rozenfamilie) 
Plantenlaag:Struiken 
Plantenfuncties:verwerkt eetbaar, inheems, volle zon, halfzon/halfschaduw, fruit, omheining, meerjarig,  
Bloeitijd:juli - augustus 
Oogsttijd:oktober - december 
Beschrijving:

De appelbes komt van nature in Oost-Europa en het oosten van Noord-Amerika voor. De struik kan tot 2 meter hoog groeien en kan zowel in de halfschaduw en de volle zon groeien.

De appelbes bloeit met witte bloemetjes, en is zelfbestuivend. Bestuiving vind plaats door insecten zoals hommels en bijen. 

De bessen kunnen tot 9mm groot worden, ze zijn vers van de struik niet zo lekker en voelen erg droog aan in de mond, maar als ze goed rijp zijn kun je er heel goed sap en/of jam van maken. 

De appelbes vergt weinig onderhoud en is gemakkelijk te vermeerderen door ze te stekken. De appelbes wordt een boel aangeplant door gemeentes en kan ook goed als plant in een eetbare heg worden gebruikt. In de herfst verkleurt de struik in de prachtigste herfstkleuren. 

Een familielid met dezelfde naam appelbes is Aronia prunifolia. Deze is echter minder goed eetbaar. 





Meer informatie:http://members.lycos.nl/DKG/vakartikels/1999/aroni



 

Appelmunt

Mentha x villosa alopecuroides
Plant familie: Lamiaceae (Lipbloemenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, kruiden, vlinderplant, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:juni - juli 
Oogsttijd:maart - oktober 
Beschrijving:

Appelmunt is een winterharde vaste plant met groene wollige blaadjes soms met witte onregelmatige vlekken. Deze munt kan tussen 0.6 en 1 meter hoog worden en kan goed dienen als bodembedekker. 

Appelmunt houdt van vochtige grond en groeit zowel in de halfschaduw als in de volle zon. 

De plant bloeit met lichtrose tot lilla bloemen. De bloemen zijn hermafrodiet, ze bevatten zowel de mannelijke als de vrouwelijke delen van de bloem en worden bestoven door insecten zoals hommels en bijen. 

De blaadjes geuren en smaken naar appel. Net als vele muntsoorten is de appelmunt zeer geschikt voor de bereiding van thee. De plant kan vers gebruikt worden in de thee maar de bladeren kunnen ook eerst worden gedroogd om later thee van te zetten. 

Appelmunt is wat milder en fruitiger Pepermunt



Meer informatie:http://pfaf.org/user/Plant.aspx?LatinName=Mentha%2



 

Artisjok

Cynara scolymus
Plant familie: Asteraceae (Composietenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:verwerkt eetbaar, volle zon, groentes, vlinderplant, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:augustus 
Oogsttijd:augustus 
Beschrijving:

Artisjok (Cynara cardunculus var. scolymus) is een mooie plant met grijze bladeren en blauwpaarse bloemen en kan tot anderhalve meter hoog worden. 

De artisjok is niet helemaal winterhard, maar vaak gaan artisjokken verloren doordat de planten te lang in natte en koude grond staan dan door de vorst. Denk daar al aan als je de artisjok gaat planten; zorg voor een groot plantgat met daarin een luchtig mengsel van bijvoorbeeld potgrond met wat compost en een handje grof zand. Op zandgrond zul je daar minder last van hebben maar ook dan is het verbeteren van de grond in het plantgat altijd gunstig.

Het kan daarnaast heel handig zijn om de grond rond de wortels in de winter af te dekken met wat stro of bladeren, etc. En plant de artisjok niet op een te natte plaats.

De artisjok staat graag op een beschutte, warme en zonnige plaats. 

Oogst de bloemknoppen als ze zo groot mogelijk zijn maar nog wel gesloten. Als de bloemknop eenmaal open gaat (je ziet dat aan de bloemblaadjes die elke dag wat wijder gaan staan) gaat dat uiteraard ten koste van smaak en zeker van de structuur (in plats van zacht en vlezig wordt het dan taai en stug). Eet artisjokken zo vers mogelijk, het liefst dezelfde dag. 

Van de artisjok worden de bladeren van het bloemhoofd gekookt gegeten. Je pelt de blaadjes af en doopt ze in een vinigraitte-, yoghurt- of mosterdsaus; vervolgens zuig je ze tussen je tanden af. Als de blaadjes eraf gegeten zijn kun je de bodem, ontdaan van de haren, eten.

Als je de bloemknoppen niet eet dan komen er prachtige paarse bloemen tevoorschijn die insecten aantrekken waaronder bijen en vlinders.  

De 'gewone' bladeren van de plant zijn gekookt ook eetbaar, maar zijn behoorlijk bitter. 

Er worden verschillende geneeskrachtige eigenschappen toegedicht aan de artisjok. Kijk voor details hierover in de Plants for a Future database onder Medicinal uses.









Meer informatie:https://www.mooiemoestuin.nl/groenteteelt/overig/a



 

Asperge

Asparagus officinalis
Plant familie: Asparagaceae (Aspergefamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, inheems, volle zon, halfzon/halfschaduw, groentes, bijenplant, geneeskrachtig, meerjarig,  
Bloeitijd:mei - juli 
Oogsttijd:april - juni 
Beschrijving:

Asperges is een meerjarige groente die 120-180 cm hoog kan worden, bloeit met witte bloemen en vervolgens rode bessen krijgt. Asperges kunnen 8 tot 10 jaar op dezelfde plaats worden gegroeid. 

Asperges hebben een voorkeur voor ietwat vochtige grond en groeien zowel in de halfschaduw als in de volle zon.

Van de asperge worden de jonge scheuten geoogst en gekookt gegeten. Als je ze niet aanaardt (bedekt met modder) worden het groene asperges, die gezonder zijn vanwege het bladgroen maar ook sterker van smaak zijn en vaak iets taaier. 

Het aspergeseizoen is betrekkelijk kort; in Nederland ongeveer twee maanden. De eerste asperges steken in de lente de kop op (naargelang de temperaturen in februari of begin maart). Traditioneel wordt er geoogst vanaf de tweede donderdag van april tot 24 juni. Hierna wordt de plant met rust gelaten om deze de tijd te geven om te groeien, zodat er nieuwe energie wordt opgedaan voor het volgende jaar. De (zonne-)energie wordt opgenomen door het bovengrondse groene aspergeloof en opgeslagen in de wortels. 

Bij de bereiding van asperges is het van groot belang om ze voldoende te schillen. Dit kan gedaan worden met een speciaal aspergemesje of met een dunschiller voor groente. Een onvoldoende geschilde asperge is draderig. Ook is het belangrijk dat asperges niet uitdrogen. Bij aanschaf moet hierop gelet worden; thuis kan de asperge enkele dagen bewaard worden door ze in een afgesloten plastic zak en/of overdekt met een natte handdoek in de koelkast te leggen. Wil men asperges langer bewaren, dan kunnen ze geschild en ongekookt ingevroren worden. Als ze uit de vriezer worden gehaald, dienen ze niet ontdooid te worden, maar ingevroren aan de kook te worden gebracht.

Aspergers kunnen rauw in stukjes worden gesneden en worden toegevoegd aan salades. Ook kunnen ze, afhankelijk van de dikte, in 8-10 minuten gaar worden gekookt en worden gegeten. Het beste gaat dit in een speciale aspergepan, waarin de asperges staande gekookt worden zodat de koppen niet onder water komen, maar een gewone kookpan (met voldoende water zodat de asperges net onder water liggen) werkt ook goed. 

Asperges stimuleren de nieren en de darmen en wordt ook gebruikt tegen bijensteken, hartproblemen, duizeligheid en tandpijn.







Meer informatie:https://nl.wikipedia.org/wiki/Asperge



 

Aubergine

Solanum melongena
Plant familie: Solanaceae (Nachtschadefamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, groentes, éénjarig,  
Bloeitijd:juli - augustus 
Oogsttijd:augustus - september 
Beschrijving:

De aubergine komt van oorsprong uit tropisch Azië. Via de Moren kwam hij in de 16e eeuw langs Spanje en Portugal in Europa. Inmiddels wordt de aubergine in grote delen van de wereld geteeld. Vooral in de Zuid-Europese keuken groeide de populariteit van de aubergine en vandaag de dag is hij daaruit niet meer weg te denken.

Aubergine houdt van diepe, voedselrijke, vochtige grond en staat het liefst op een warme en zonnige plaats. Ze groeien ook goed in een kas. 

Ook in Nederland zien we de aubergine steeds vaker op het menu staan. Begrijpelijk, want aubergines zijn heerlijk in allerlei gerechten. De mooie vrucht is slank van vorm en heeft een groene kelk met weinig tot geen stekels. Doorgaans zijn aubergines glanzend en dieppaars van kleur, maar er zijn ook witte, groene en gestreepte variëteiten. Naast de Nederlandse aubergines is er ook de Turkse aubergine. Deze aubergine is dunner en langer dan de Nederlandse aubergine, die korter en aan de onderkant dikker is. Ook zijn er mini- en biologisch geteelde variëteiten verkrijgbaar. Warmte en hoge luchtvochtigheid zijn ideaal voor aubergines.

Teeltschema:
Onder beschutting: zaaien in maart, verspenen in april, planten in mei, oogsten in juli t/m begin oktober.
Openlucht: zaaien in eind maart/begin april, verspenen in eind april/begin mei, planten in eind mei/begin juni, oogsten in eind augustus/september.

De internationale keuken kent vele fascinerende gerechten met aubergines: van gemakkelijk en snel tot bewerkelijk en langzaam. Aubergines passen uitstekend in de trend van exotisch koken en kunnen in een grote verscheidenheid aan gerechten worden verwerkt. Je kunt hierbij denken aan gerechten die je van vakantie in Italië, Spanje of Frankrijk kent zoals lasagna, ratatouille, moussaka, etc. Aubergines zijn vruchten die 'body' geven aan ovenschotels, roerbak- en stoofgerechten en kunnen ook uitstekend worden gevuld (uit de oven) of gegrild (bijvoorbeeld op de barbecue).
Wentel plakken aubergine in gekruide bloem en bak ze goudbruin in olijfolie of doe ze 30 minuten in de oven. Lekker is om ze voor het bakken in een geklutst ei of boter te dompelen.







Meer informatie:https://nl.wikipedia.org/wiki/Aubergine_(plant)



 

Augurk

Cucumis sativus
Plant familie: Cucurbitaceae (Komkommerfamilie) 
Plantenlaag:Bodemkruipers 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, groentes, bloemen,  
Bloeitijd:juli - augustus 
Oogsttijd:augustus - september 
Beschrijving:

Augurk is een vruchtgroente en familie van de komkommer, maar kleiner en frisgroen, en worden meestal in onrijpe toestand geoogst.

Augurkplanten houden van zeer voedselrijke, vochtige grond en de planten staan het liefst zo warm en zonnig mogelijk. Ze groeien ook goed in een kas. 

Verse augurken zijn verkrijgbaar van juli tot en met september.

De teelt van augurken vindt vlakvelds of aan de draad plaats. Was in vroegere tijden kruisbestuiving nodig, tegenwoordig zijn er ook augurk-rassen die zonder bestuiving vruchtzetten.

Teeltschema
Onder glas of plastic: zaaien in eind maart t/m begin mei, planten in eind april t/m begin juni, oogsten in eind juni t/m begin oktober.
Met plantenopkweek: zaaien in mei/begin juni, planten in eind mei/juni, oogsten in eind juli t/m september.
Ter plaatse zaaien: zaaien in eind mei/juni, oogsten in augustus/september.

In het algemeen worden augurken ingelegd in azijn met kruiden; de grote worden dan zure bom genoemd.  Augurken worden vaak als ingrediënt in sauzen en salades verwerkt, maar je kunt ze ook serveren bij hartige hapjes.  





Meer informatie:https://nl.wikipedia.org/wiki/Augurk



 

Balsamwortel

Balsamorhiza sagittata
Plant familie: Asteraceae (Composietenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, groentes, bloemen, zaden, wortels, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:juli 
Oogsttijd:hele jaar door 
Beschrijving:

De Balsamwortel komt van origine in het westen van Noord-Amerika voor. Het is een meerjarige plant die tot 30 cm hoog wordt en in de zon dient te staan. Het liefst heeft de plant een droge of licht vochtige grond.

Verschillende delen van de plant zijn eetbaar. De wortel kan rauw en gekookt gegeten worden en deze hebben een zoete smaak. De beste manier om ze bereiden is lang te bakken. De Indianen bakten ze gedurende 3 dagen. De wortel wordt soms ook als alternatief voor koffie gebruikt. 

Ook de jonge scheuten van de plant kunnen rauw of gekookt worden gegeten. De grote bladeren en bloemen kunnen gekookt worden gegeten.

De zaden kunnen worden geroosterd en tot meel worden vermalen voor koeken. De zaden zijn een goede bron voor plantaardige oliën.

De Plants for a Future geeft aan dat er nog twee Balsamorhiza soorten goed eetbaar zijn, dit zijn: Balsamorhiza hookeri en Balsamorhiza deltoidea.




Meer informatie:https://pfaf.org/User/Plant.aspx?LatinName=Balsamo



 

Bamboe vivax

Phyllostachys Vivax
Plant familie: Poaceae (Grassenfamilie) 
Plantenlaag:Hoge bomen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, halfzon/halfschaduw, groentes, houtproductie, omheining, wintergroen, meerjarig, overig,  
Bloeitijd: 
Oogsttijd:april - juni 
Beschrijving:

De Vivax Bamboe is een sterk woekerende Bamboe die in Nederland 10 m hoog kan worden en stengels heeft met een dikte van 7 cm. In Limburg langs de Maas wordt hij zelfs 12 meter hoog en kunnen de stengels tot 10 cm dik worden.

Deze bamboe is winterhard tot aan -20 graden, en daarmee praktisch winterhard in heel Nederland. De plant heeft een voorkeur voor vochtige grond en groeit het beste in de halfschaduw. 

Deze bamboe kan zichzelf snel verspreiden en breidt zich gemiddeld 50 cm per jaar uit in alle richtingen.  Een minimale teeltoppervlakte is ongeveer 10 m2. Daaromheen kan er een barriëre worden ingraven (60 cm diep) of een greppel die jaarlijks kan worden gecontroleerd op uitgebroken rizomen, om al te veel woekeren te beperken. 

De jonge scheuten zijn zowel rauw als gekookt eetbaar, ze hebben een goede smaak. De oogsttijd van de scheuten is eind april tot eind mei/begin juni. Oogst als de scheuten ongeveer 8cm hoog zijn en snijd de scheuten dan tot 5 cm onder de grond af. 

De stokken zijn dunwandig, en niet sterk genoeg voor bouwkundige toepassingen maar zeer geschikt als plantensteun. In het verre oosten worden deze gekliefd met een speciaal gereedschap, zodat er allemaal strips van gelijke breedte overblijven, die gebruikt worden voor vlechtwerk.

Bloei  is bij bamboe een zeldzaam fenomeen, dat zich periodiek voordoet met intervallen die meestal variëren van 30 tot 120 jaar. Soms is dat het einde van de plant (met name bij de niet woekerende Fargesiasoorten), maar vaak herstellen bamboes zich na een aantal jaren weer.





Meer informatie:http://www.scottishbamboo.com/Phyllostachys_Vivax.



 

Basilicum

Ocimum basilicum
Plant familie: Lamiaceae (Lipbloemenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, kruiden, geneeskrachtig, éénjarig,  
Bloeitijd:juli - september 
Oogsttijd:april - oktober 
Beschrijving:
De naam basilicum is terug te voeren op het Oudgrieks, waar 'Basileus' koning betekent, wat ook terug te vinden is in de alternatieve benaming koningskruid. De oorsprong van Basilicum ligt waarschijnlijk ergens in Azië.

Basilicum is een vaste plant, en wordt ongeveer 45 cm hoog en 30 cm breed, maar is niet winterhard. Op de vensterbank kan de plant wel overwinteren. De plant houdt van vochtige grond en staat het liefste in de volle zon. Je kan de plant ook buiten elk jaar opnieuw zaaien, en de plant is ook door stekken te vermeerderen. 

De stengels zijn harig, fijn, geribbeld, vierkantig, vertakt en lichtgroen tot rood aan de basis. De bladeren zijn groot, gekarteld, ovaal, puntig en heldergroen, met een warme en toch frisse, sterke geur. Basilicum is een belangrijk keukenkruid. De plant bloeit in de nazomer met kleine, geurige, witachtige bloesems. 

Basilicum is een kruid waarvan de bladeren worden gebruikt in de keuken. Basilicum heeft een sterke geur en aroma en wordt vooral veel in de Italiaanse keuken en bij tomaatgerechten gebruikt en is het hoofdbestanddeel van pesto.





Meer informatie:http://www.natuurlijkerwijs.com



 

Bergbonenkruid

Satureja montana
Plant familie: Lamiaceae (Lipbloemenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, kruiden, vlinderplant, bijenplant, geneeskrachtig, meerjarig,  
Bloeitijd:juli - oktober 
Oogsttijd:april - oktober 
Beschrijving:

Bergbonenkruid is een meerjarig kruid wat van orgine uit Zuid-Europa komt. Het is een struikje wat over de jaren tot 50cm hoogte kan groeien. 

De plant groeit op droge en op vochtige grond en staat het liefst in de volle zon. 

De bladeren kunnen zowel vers als gekookt worden gegeten. Ze hebben een peperachtige smaak. Ze kunnen goed als smaakmaker in een salade.

Het wordt bij warme maaltijden het meest gebruikt gebruikt bij vis- en vleesgerechten, en voornamelijk bij het koken van bonen. Vandaar de naam. 

De bladeren zijn het beste te oogsten voor de bloei. 

Bergbonenkruid bloeit met kleine witte bloemetjes en trekt insecten aan zoals hommels en bijen.  

Als thee of tinctuur werkt het alsals zenuwversterkend middel. De etherische olie is een antisepticum en stimulans.

Familie van het bergbonenkruid is het eenjarig bonenkruid (Satureja hortensis) wat ook regelmatig in Nederland gebruikt wordt.





Meer informatie:http://nl.wikipedia.org/wiki/Bonenkruid



 

Bergrogge

Secale strictum
Plant familie: Poaceae (grassenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:verwerkt eetbaar, volle zon, granen, éénjarig,  
Bloeitijd:juni - augustus 
Oogsttijd:augustus - september 
Beschrijving:
Bergrogge is de mogelijke voorvader van onze geculturiveerde rogge (Secale cereale), het is daarnaast familie van de andere graangewassen gerst (Hordeum vulgare) en tarwe (Triticum).
 
Het is inheems in Europa. Bergrogge kan tot een hoogte groeien van 1.2 meter.  

De planten houden van voedselrijke, ietwat vochtige, goed doorlatende grond en ze staan het liefste in de volle zon. Bergrogge is goed bestand tegen vorst.
 
Bergrogge kan in het voorjaar worden gezaaid (maart/april).
 
De planten bloeien van juni tot augustus met hermafrodiete bloemen, ze bevatten zowel de mannelijke als de vrouwelijke delen. Bergrogge wordt bestoven door de wind.
 
De zaden rijpen af in augustus en september en kunnen vervolgens na de oogst gebruikt worden om meel van te maken. Het gewonnen meel kan worden gebruikt om o.a. koeken en brood van te bakken.   

Secale strictum kuprijanovii is een variant in de plants for a future database met iets kleiner zaad wat ook zeer goed eetbaar is. 




Meer informatie:http://www.pfaf.org/user/Plant.aspx?LatinName=Seca



 

Bergthee

Gaultheria procumbens
Plant familie: Ericaceae (Heifamilie) 
Plantenlaag:Struiken 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, halfzon/halfschaduw, schaduwplant, fruit, kruiden, wintergroen, bijenplant, geneeskrachtig, meerjarig,  
Bloeitijd:juni - juli 
Oogsttijd:augustus - maart 
Beschrijving:

Bergthee is een wintergroen, bodembedekkend, kruipend struikje wat tot 20cm hoogte kan groeien. Het komt van origine uit het oosten van Noord-Amerika. 

De struik groeit zowel in de volle schaduw als in de halfschaduw. Bergthee kan daarnaast zowel op droge als op vochtige grond groeien en is droogtetolerant. De struik heeft een voorkeur voor ietwat zure veenachtige grond.  

Het is een goede bodembedekker die prima in de schaduw kan groeien en daardoor zeer geschikt kan zijn voor in een voedselbos. Het kan nodig zijn de eerste jaren een beetje te wieden maar daarna is het dusdanig dicht dat er weinig onkruid meer doorheen komt. 

De bergthee heeft kleine dikke, leerachtige, glimmende donkergroene bladeren die kunnen verkleuren naar rood. Van het kleine blad kan een lekkere thee worden getrokken waar de plant haar naam aan dankt. 

Bergthee bloeit met kleine, klokvormige witte bloemetjes. De bloemen zijn hermafrodiet, ze bevatten zowel mannelijke als vrouwelijke delen. De bloemen worden bestoven door insecten zoals hommels en bijen. Bergthee is zelfbestuivend. 

De knalrode bessen kunnen 15mm in diameter worden en blijven 's winters aan de struik. De vruchten zijn eetbaar, het kan verstandig zijn te wachten nadat de vorst erover heen is gegaan, dan smaken ze beter. Als de vogels de bessen niet opeten blijven ze hangen tot aan het voorjaar. De vruchten kunnen ook verwerkt worden in taart en er kan jam van worden gemaakt.

Er is ook een essentiele olie uit bergthee te winnen, de zogenaamde ‘wintergroenolie’ die onder meer wordt gebruikt in snoepgoed, parfum, tandpasta en voor medicinale toepassingen.  

Bergthee heeft ook geneeskundig eigenschappen, het werkt onder meer tegen reumatische pijnen. Zie voor meer details over de geneeskundige toepassingen de Plants for a Future database

Overige Gaulteria soorten (naast shallonfruit die in deze database staat) die geschikt zijn voor het Nederlandse klimaat volgens de Plants for a Future Database zijn: Gaultheria hispidula, Gaultheria japonica en Gaultheria mucronata.







Meer informatie:http://www.neerlandstuin.nl/struiken/gaultheria.ht



 

Beuk

Fagus sylvatica
Plant familie: Fagaceae (Napjesdragersfamilie) 
Plantenlaag:Hoge bomen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, inheems, volle zon, halfzon/halfschaduw, schaduwplant, noten, groentes, houtproductie, omheining, meerjarig,  
Bloeitijd:april - mei 
Oogsttijd:oktober - december 
Beschrijving:

De beuk is inheems in Europa, heeft een dunnen, gladde, grijze schors en kan tot 30 meter hoog groeien. De beuk kan zowel op droge als op vochtige grond groeien en gedijt zowel in de schaduw, halfschaduw en in de zon.

De beuk wordt soms wel de koningin van het bos genoemd en beuken kunnen 200 tot 300 jaar oud worden. 

De bladeren zijn ovaal en heldergroen, al zijn er ook beuken in mooie rode kleurvarianten. De jonge bladeren van de beuk zijn eetbaar ze zijn goed rauw toe te voegen in salades. De bladeren worden snel bitter dus gebruik alleen de jongste bladeren hiervoor. De plant heeft twee maal in het jaar een periode van drie weken dat ze nieuwe blaadjes maken, in het voorjaar en in het midden van de zomer. 

De beuk is eenhuizig, de boom heeft zowel losstaande mannelijke en vrouwelijke bloemen maar beiden zijn op dezelfde plant te vinden. De vrouwelijke bloemen zijn kleine weinig opvallende groene bloemen die dicht op de takken staan. De mannelijke bloemen staan iets verder van de takken, hangen en zijn wit met gele stuifmeeldraden maar ook weinig opvallend. De beuk wordt door de wind bestoven.  

De beuk vormt zogenaamde beukennootjes die goed eetbaar zijn. Ze hebben een fijne zoete smaak al is het best wat werk om ze uit de zaadhulzen te krijgen. De nootjes kunnen ook verwerkt worden, ze kunnen worden geroosterd en eventueel worden vermalen tot meel wat te gebruiken is. Ook zijn beukennootjes te verwerken tot beukennotenolie.

Het hout kan voor allerlei producten gebruikt worden zoals speelgoed (omdat het nauwelijks splintert), meubilair en parket. Het is niet geschikt voor gebruik buiten of in natte ruimtes, omdat het hout dan snel zwart verkleurt. 

Ook zijn er verschillende eetbare paddenstoelen die een voorkeur hebben voor beukenhout.  







Meer informatie:http://wilde-planten.nl/beuk.htm



 

Beukenzwam

Hypsizygus tessulatus
Plant familie: Tricholomataceae 
Plantenlaag:Paddenstoelen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, paddenstoelen, éénjarig,  
Bloeitijd:nvt 
Oogsttijd:Herfst-winter 
Beschrijving:

De beukenzwam komt van origine uit Oost-Aziê en is populair in Japan. De paddenstoel  is daar ook wel bekend onder de naam Shimeji.

De plant groeit van nature voornamelijk op beukenbomen, waar het de naam aan te danken heeft. Het vruchtvlees van de beukenzwam is wit, evenals het steeltje. De hoed kan 2 tot 5cm groot worden en heeft een lichtbruine bovenkant.

De paddenstoel dient gekookt te worden omdat deze rauw vrij bitter smaakt en de bitterheid met koken verdwijnt, de beukenzwam heeft dan een notige lekkere smaak.  

De beukenzwam staat in Japan bekend als superieure paddestoel vanwege de textuur en geur, en kan voor veel toepassingen worden gebruikt, bijv in soepen en sauzen.

De beukenzwam wordt kleinschalig in Nederland en België geteeld en is ook thuis te kweken op kant en klare kweekpakketen. 



Meer informatie:http://en.wikipedia.org/wiki/Hypsizygus_tessellatu



 

Bieslook

Allium schoenoprasum
Plant familie: Alliaceae (Lookfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, inheems, volle zon, halfzon/halfschaduw, groentes, kruiden, bloemen, vlinderplant, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:mei - juli 
Oogsttijd:hele jaar door 
Beschrijving:

Bieslook is een inheemse plant in Europa die ook in het wild in Nederland en België voorkomt. Deze meerjarige plant met kleine knolletjes kan tot 20cm hoogte groeien. 

Bieslook houdt van ietwat vochtige grond en groeit zowel in de halfschaduw als in de volle zon. 

De rechtopstaande stengels zijn hol en rolrond. Ze dragen geen bladen. De plant vormt dichte, grasachtige pollen. Bieslook kan het hele jaar door geknipt worden; het groeit vanzelf weer aan. Het heeft lichte ui-smaak. Heerlijk als toevoeging in salades of in sauzen; het liefst rauw.

Bieslook bloeit met lilaroze blomen, de bloemen zijn hermafrodiet, ze bevatten zowel de mannelijke als de vrouwelijke delen. De bloemen staan erom bekend insecten aan te trekken zoals hommels, bijen en vlinders. De plant is zelfbestuivend. De bloemen kunnen ook gegeten worden, deze hebben een pittegere smaak. Het kan een mooie versiering zijn in salades.

Bieslook zaait zichzelf gemakkelijk zelf uit.  

De kleine knolletjes die vaak niet groter worden dan 10mm in diameter kunnen worden gegeten als lente-uitjes. 

In deze database staan de best eetbare allium soorten die van nature in Europa voorkomen of hier al lange tijd ingeburgerd zijn. In de Plants for a Future Database zijn daarnaast ook nog een flink aantal goed eetbare allium soorten te vinden die in andere delen van de wereld groeien maar die het ook in ons klimaat waarschijnlijk goed zouden doen. Wil je weten welke allium soorten dit zijn kijk dan in de Plants for a Future Database (www.pfaf.org). 





Meer informatie:http://wilde-planten.nl/bieslook.htm



 

Bindsla

Lactuca sativa var. longifolia
Plant familie: Asteraceae (Composietenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, groentes, éénjarig,  
Bloeitijd:n.v.t. 
Oogsttijd:juni - september 
Beschrijving:

Bindsla of Romeinse sla (Lactuca sativa var. longifolia, synoniem: Lactuca sativa var. romana) is een bladgroente die vooral in volkstuinen wordt geteeld, maar de beroepsteelt neemt toe ter vervanging van ijsbergsla.

De plant houdt van voedselrijke, vochtige grond en groeit zowel in de volle zon als in de halfschaduw.

Bindsla vormt tot 40 centimeter lange, langwerpige kroppen. Deze slasoort is bijzonder voedzaam. 

Vroege teelt:
Bij deze teelt wordt er vanaf februari tot eind maart onder glas gezaaid en buiten uitgeplant vanaf half maart tot eind april. De oogst vindt dan plaats vanaf eind mei tot begin juli.

Zomerteelt:
Bij deze teelt wordt begin april tot eind juli gezaaid en uitgeplant vanaf begin mei tot half augustus. De oogst vindt dan plaats vanaf half juli tot eind september.

Bindsla was al 4000 jaar gelden bij de Egyptenaren bekend en werd voornamelijk in het Middellandse Zeegebied geteeld, maar nu ook in heel Europa en in Noord-Amerika. Vroeger werden de kroppen ongeveer tien dagen voor de oogst dichtgebonden voor het verkrijgen van geler gekleurde bladeren, vandaar de naam bindsla.

De bekende Caesarsalade (genoemd naar de Romeinse keizer), wat vooral in Amerika zeer populair is, bestaat hoofdzakelijk uit deze bindsla.

Bindsla kan zowel vers als gekookt worden gegeten en kan ook goed worden gebruikt in smoothies.  

De vermoedelijke wilde stamouder van de sla is Kompassla (Lactuca serriola). 







Meer informatie:https://nl.wikipedia.org/wiki/Bindsla



 

Blauwe bosbes

Vaccinium myrtillus
Plant familie: Ericaceae (Heidefamilie) 
Plantenlaag:Struiken 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, inheems, volle zon, halfzon/halfschaduw, schaduwplant, fruit, bijenplant, geneeskrachtig, meerjarig,  
Bloeitijd:april - juni 
Oogsttijd:juli - oktober 
Beschrijving:

De blauwe bosbes komt van nature voor in het noorden en midden van Europa. De Europese soort is een lage struik die 20 tot 50cm hoog wordt en heeft een vochtige goed doorlatende zure grond nodig (PH 4-6). De plant tolereert schaduw maar staat het liefste in de halfschaduw of in de volle zon. 

De blauwe bosbes wordt vaak verward met de Amerikaanse blauwe bes die elders in deze database is te vinden.  

De kalkmijdende plant groeit voornamelijk in open bossen (zowel in loofbossen als naaldbossen), op heide en veen in de gematigde en subarctische gebieden in de wereld (Europa, Noord-Azië, Japan, Noord-Amerika en zelfs lokaal nog in Groenland).

De kruikvormige bloemen zijn roze en hebben een groene waas. De bloemen zijn met hun open einde naar beneden gericht. De bloeitijd is van april tot juni, met soms een tweede bloei in de herfst. De bestuiving gebeurt meestal door hommels, maar ook door andere insecten zoals wespen. Bovendien kan de blauwe bosbes zichzelf bestuiven.

Kort na het uitbloeien van de roze, bolronde bloemen ontstaan er op stengels, ouder dan 3 jaar, zwartblauwe bessen (tot 10mm grootte), bedekt met een waas. Elke bes kan tot veertig zaadjes bevatten. Het sap is purperkleurig. De bessen zijn vers goed eetbaar. Daarnaast kunnen ze worden gebruikt voor jam of voor gebak. De bessen worden als zeer gezond gezien,vooral vanwege het hoge gehalte vitamine C.

Van de bladeren kan thee worden gezet. Zowel de bessen als aan de thee die van de balderen wordt gezet worden bepaalde medicinale eigenschappen toegeschreven

In deze database staan de best eetbare vaccinium soorten die van nature in Europa voorkomen of hier al lange tijd ingeburgerd zijn. In de Plants for a Future Database zijn daarnaast ook nog een flink aantal goed eetbare vaccinium soorten te vinden die in andere delen van de wereld groeien maar die het ook in ons klimaat waarschijnlijk goed zouden doen. Wil je weten welke vaccinium soorten dit zijn kijk dan in de Plants for a Future Database (www.pfaf.org). 







Meer informatie:http://nl.wikipedia.org/wiki/Blauwe_bes



 

Blauwe lupine

Lupinus angustifolius
Plant familie: Leguminosae (Vlinderbloemenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:verwerkt eetbaar, volle zon, groentes, groenbemester, bijenplant, éénjarig,  
Bloeitijd:juni - augustus 
Oogsttijd:september 
Beschrijving:

De blauwe lupine (Lupinus angustifolius) is één van drie soorten lupines die goed eetbare zaden leveren. De andere twee soorten zijn: Lupinus albus en Lupinus mutabilis.

De blauwe lupine is een eenjarige plant en komt van nature voor in Zuid-Europa. De plant wordt 30-60 cm hoog en heeft spaarzaam behaarde stengels. De blauwe lupine heeft een voorkeur voor vochtige grond en groeit het beste in de volle zon.

De blauwe lupine wordt in Nederland sporadisch als groenbemester op zandgrond geteeld en soms in bermen ingezaaid. Het gewas stelt weinig eisen aan de grond en door de bittere smaak heeft het geen last van wildschade. De plant houdt niet van kalkgrond en kan zure gronden met vrij lage pH nog goed verdragen. 

De handvormig samengestelde bladeren hebben vijf tot negen lijnvormige, tot 4 cm lange en 1,5 cm brede blaadjes.

De blauwe lupine bloeit van juni tot september met hemelsblauwe bloemen. De bloemen staan in een spiraal. De bovenlip van de kelk is tweespletig. De plant wordt door bijen bestoven.

De zaden zijn donkergrijs met lichte vlekjes en zijn giftig voor vee. Gekookt zijn de zaden eetbaar voor mensen. Van de lupine wordt lupinemeel gemaakt dat gezien wordt als een goede vervanger van vaak genetisch gemanipuleerde soja. Zo wordt lupine meel in verschillende vleesvervangende producten gebruikt.

Vanaf december 2008 zijn fabrikanten verplicht te melden dat er lupine in hun product aanwezig is. Dat is een noodzakelijke maatregel omdat mensen, net zoals bij pinda’s, een allergische reactie kunnen krijgen als gevolg van het eten van lupinemeel.







Meer informatie:http://nl.wikipedia.org/wiki/Blauwe_lupine



 

Bleekselderij

Apium graveolens dulce
Plant familie: Apiaceae (Schermbloemenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, groentes, éénjarig,  
Bloeitijd:nvt 
Oogsttijd:juli - september 
Beschrijving:

Bleekselderij (Apium graveolens var. dulce) is een bijzondere groente die niet iedereen lekker vindt.

Ze wordt zelden gebruikt als echte groente, gekookt op bord, maar heel veel gebruikt om samen met bijvoorbeeld ui, wortel, knoflook, etc. een heerlijke bouillon te maken, of een basis voor een gerecht. Rauw in dunne plakjes is ze lekker in salades.

De planten houden van vochtige grond en groeien zowel in de volle zon als in de halfschaduw. 

Teeltschema:
Bleekselderij wordt gezaaid van januari tot maart onder verwarmd glas. Er moet verwarmd worden, omdat anders de plant voortijdig in bloei komt.

Uitgeplant wordt in april en mei en geoogst van half juli tot eind september.

Bleekselderij heeft het karakteristieke van selderij maar dan knapperig en fris. Het werkt vochtafdrijvend. Er schijnen ook mensen een allergische reactie op bleekselderij te kunnen krijgen, het sap van bleekselderij kan branderige rode plekken op de huid veroorzaken.





Meer informatie:http://nl.wikipedia.org/wiki/Bleekselderij



 

Bloemkool

Brassica oleracea botrytis
Plant familie: Brassicaceae (Kruisbloemenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, groentes, éénjarig,  
Bloeitijd:nvt 
Oogsttijd:april - november 
Beschrijving:

Bloemkool is een groente die samen met sluitkool, spruiten, koolrabi en broccoli behoort tot de familie van de kruisbloemigen. De botanische naam voor bloemkool is Brassica oleracea convar. botrytis var. botrytis.

De bloemkool bestaat uit nog ongedifferentiëerde bloemknoppen. Bloemkool vraagt een flinke bemesting, omdat anders de kans op te vroege koolvorming, de zogenaamde boorders, bestaat. Zodra de kool te zien is moet de witte bloemkool bedekt worden met blad, omdat anders de kool niet mooi wit blijft maar bruinachtig geel verkleurt. 

Bloemkool houdt van voedselrijke, vochtige grond en groeit zowel in de volle zon als in de halfschaduw. 

Bloemkool is een populaire koolsoort in Nederland en hoort tot de top 10 van de meest gegeten groentesoorten in ons land. Daarbij is bloemkool ook nog erg gezond, want een normale portie bloemkool bevat de dagelijks aanbevolen hoeveelheid vitamine C. Het schijnt dat de Romeinen de prettige, milde smaak van bloemkool al wisten te waarderen. Dankzij de vele en gevarieerde toepassingsmogelijkheden en bereidingswijzen genieten wij nog steeds van deze bijzondere koolsoort.

Bloemkool komt voor in witte, groene of zelfs paarsrode variëteiten. Verder is er nog Romanesco, die een geelgroene piramidevormige krop heeft en milder en zoeter smaakt dan de witte bloemkool. Er zijn eveneens minivariëteiten en biologisch geteelde variëteiten verkrijgbaar.

Teeltschema
Zomer: zaaien in maart t/m mei, planten in mei/juni, oogsten in juli t/m begin september.
Herfst: zaaien in mei t/m begin juli, planten in juni t/m begin augustus, oogsten in september t/m november.
Winter: zaaien in juni, planten in augustus, oogsten in april/mei.

Bloemkool wordt veelal gekookt. De groente is echter ook uitermate geschikt voor in salades, soep of sauzen. Kook schoongemaakte bloemkool ca. 15 minuten in ruim water met een snufje zout. Bij een langere kooktijd gaan kleur, smaak en voedingswaarde achteruit. Met bloemkool kun je oneindig variëren. Je kunt bloemkool koken en serveren met diverse sauzen. Gebruiken voor salades, blancheer de kool dan vijf minuten en laat deze afkoelen. Bloemkoolroosjes doen het perfect in diverse soepen. Maar ook op een gezellige avond kan bloemkool het extra gezellig maken. Serveer eens rauwe bloemkoolroosjes met een aantal heerlijke dipsausjes. 







Meer informatie:https://nl.wikipedia.org/wiki/Bloemkool



 

Boekweit

Fagopyrum esculentum
Plant familie: Polygonaceae (Duizendknoopfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:verwerkt eetbaar, volle zon, groentes, granen, groenbemester, vlinderplant, bijenplant, éénjarig,  
Bloeitijd:july - augustus 
Oogsttijd:september 
Beschrijving:

Boekweit is een eenjarige plant die tot anderhalve meter hoogte kan groeien. De plant groeit zowel op droge en op vochtige grond en staat het liefst in de volle zon.

De plant vormt een holle rechtopgaande, zich meermalen vertakkende, rode stengel. De bladeren zijn driehoekig tot hartvormig en bevinden zich verspreid op de knopen. Het wortelstelsel omvat een zich sterk vertakkende penwortel. 

De bloei begint al in een jong stadium, soms al na zes weken, en gaat dan vijfentwintig tot dertig dagen door. De bloemen zijn in langstelige pluimen gegroepeerd, wit tot roze van kleur, en bevatten veel nectar. Op arme gronden bereikt boekweit een hoogte van 50 cm. Voordat de bloei ten einde is zijn er al rijpe vruchten.

Het eetbare zaad zit aan dunne steeltjes die in rijpe toestand makkelijk loslaten. Het heeft een meel- en eiwitrijke inhoud, overeenkomend met die van klaver. Er waren vroeger twee rassen bekend: op de veengronden de Staphorster bruinzwarte en op de zandgronden de Brabantse grijze boekweit. De huidige rassen produceren minder nectar dan de oude rassen. Bij het bewaren moet het zaad droog zijn want het schimmelt gemakkelijk. Eén kilo zaad bevat ± 45.000 zaden.

De vorm van het boekweitzaad komt sterk overeen met die van beukennootjes, al zijn ze beduidend kleiner, ongeveer 6 mm lang. Het zaad werd tot meel gemalen, hoewel boekweit beslist geen graan is. Boekweit is een 'pseudograan': de zaden, het meel en alle andere afgeleide producten van boekweit bevatten geen gluten.

Boekweitmeel bevat veel magnesium, kalium en fosfor. Het is voedzaam en licht verteerbaar. Tegenwoordig wordt het ook geteeld voor de geneeskunde.

Boekweit lijkt een graanproduct, maar is het dus niet. Het meel ervan kan goed worden gemengd met dat van granen, bijvoorbeeld als basis voorpannenkoeken. Geroosterde boekweitkorrels heten ook wel 'kasha' en zijn bekend uit de Oost-Europese keuken.







Meer informatie:http://nl.wikipedia.org/wiki/Boekweit



 

Boerenkool

Brassica oleracea laciniata
Plant familie: Brassicaceae (Kruisbloemenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, inheems, volle zon, halfzon/halfschaduw, groentes, éénjarig,  
Bloeitijd:nvt 
Oogsttijd:augustus - maart 
Beschrijving:

Boerenkool (Brassica oleracea convar. acephala var. laciniata) is waarschijnlijk een van de eerste brassicasoorten die in de cultuur is gebracht. De wilde voorganger van de boerenkool komt nog steeds voor langs de kust van West-Europa.

Boerenkool houdt van voedselrijke, vochtige grond en groeit zowel in de volle zon als in de halfschaduw.

Mooie boerenkool heeft een heldergroene kleur en een brede kroesrand aan de bladeren. De pittige koolsmaak wordt minder na de vorstperiode, de boerenkool is dan wat zoeter. De heldergroene kleur geeft de kwaliteit van de boerenkool aan. Gele of bruine plekken duiden op ouderdom. In de winter genieten we in Nederland hoofdzakelijk van de oer-Hollandse stamppotten met rookworst. 

Boerenkool komt niet voor in tropische gebieden. Zaden ontkiemen binnen 3-6 dagen. De kool groeit het beste bij dagelijkse temperaturen van 15-20 °C. De bodem moet vochtig en vruchtbaar zijn met organische stoffen. Boerenkool zaait u op een zaaibed, in mei voor de herfstboerenkool, in juni voor de winterboerenkool.

Teeltschema:
Herfst: zaaien in mei, planten in juni/juli, oogsten in augustus t/m december.
Winter: zaaien in juni t/m begin juli, planten in juli/augustus, oogsten in december t/m maart.

Boerenkool wordt veelal gekookt geserveerd. Boerenkool kun je echter ook zeer goed stomen. Bereid boerenkool op dezelfde manier als jonge bladgroenten of andere koolsoorten. Boerenkool heeft de sterkste smaak onder de brassica. 





Meer informatie:http://www.groentenfruit.nl/index_product.asp?pg=1



 

Boomui

Allium cepa viviparum
Plant familie: Alliaceae (Lookfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, groentes, wortels, bijenplant, geneeskrachtig, meerjarig,  
Bloeitijd:mei - juni 
Oogsttijd:juli 
Beschrijving:Boomui, Egyptische ui of levendbarende ajuin is een overblijvende (!) uiensoort van 30-120 cm hoog. De plant houdt van diepe voedselrijke vochtige grond en staat het liefste in de volle zon. 

De plant ziet er gelijk uit zoals de ui, met dit verschil dat er in de top van de bloemstengel ook kleine broedbolletjes, naast of in plaats van bloemen, gevormd worden die ook een ui zijn; deze kan je weer uitplanten. Die broedbolletjes maken weer nieuwe scheuten en dan krijg je een soort boomstructuur, vandaar de naam boomui.

De plant vermenigvuldigt zich door de bolletjes af te stoten, die dan spontaan gaan wortelen. Je kan de broedbolletjes natuurlijk zelf ook ergens anders uitplanten.
De broedbolletjes blijven heel tijdens het bakken en stoven en kunnen ook ingelegd worden in azijn.

Het (afgesneden) blad kan rauw gebruikt worden in salades.

Ook zijn de uien zelf te oogsten en als gewone uit te gebruiken om vele maaltijden op smaak te brengen. 

Twee andere Europese uiensoorten die ook aan de bovenkant dit soort knolletjes maken die kunnen worden gebruikt om uit te zaaien zijn: Allium cepa proliferum en Allium cepa aggregatum.

In deze database staan de best eetbare allium soorten die van nature in Europa voorkomen of hier al lange tijd ingeburgerd zijn. In de Plants for a Future Database zijn daarnaast ook nog een flink aantal goed eetbare allium soorten te vinden die in andere delen van de wereld groeien maar die het ook in ons klimaat waarschijnlijk goed zouden doen. Wil je weten welke allium soorten dit zijn kijk dan in de Plants for a Future Database (www.pfaf.org). 





Meer informatie:http://www.vergetengroenten.be/index/artikel/148



 

Bosaardbei

Fragaria vesca
Plant familie: Rosaceae (Rozenfamilie) 
Plantenlaag:Bodemkruipers 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, inheems, volle zon, halfzon/halfschaduw, fruit, kruiden, bijenplant, geneeskrachtig, tweejarig,  
Bloeitijd:mei - september 
Oogsttijd:juni - september 
Beschrijving:

Het bosaardbeitje (Fragaria vesca 'Semperflorens'), soms ook bekend als alpenaarbei, is een inheemse en beschermde plant in Nederland. De bosaardbei groeit zowel in de halfschaduw als in de zon. Het is een ideale bodembedekker voor onder bomen en heesters, als deze op een vochthoudende grond staan. 

De bosaardbei bloeit met vijfbladige witte bloemetjes. De bloemen zijn hermafrodiet, ze bevatten zowel de mannelijke als de vrouwelijke delen en worden bestoven door insecten zoals hommels en bijen. De planten zijn zelfbestuivend. 

De kleine rode vruchtjes kunnen tot 15mm groot worden en hebben, als ze goed rijp zijn, een verrukkelijke geparfumeerde smaak. ze kunnen prima vers worden gegeten. Daarnaast kunnen ze ook goed verwerkt worden. Een handjevol bosaardbeitjes intensiveren bijvoorbeeld de smaak van zelfgemaakte ‘gewone’ aardbeienjam.

De bladeren van de bosaardbei bevatten looizuur en vooral in het voorjaar veel vitamine C. Ze kunnen dan door de voorjaarssoep, de sla en in de kruidenthee. Het hele groeiseizoen echter kunnen de jonge bladeren gebruikt worden voor de kruidenthee. Ze stimuleren de stofwisseling en helpen tegen maag- en darmstoornissen. Ze voegen een aromatische smaak en geur aan de thee toe. Dankzij het looizuur geven ze kruidentheemengsels een wat ‘pittiger’ karakter. 

Naast de bosaardbei wordt ook de Fragaria x ananassa specifiek genoemd als een goed eetbare aardbei soort in de PFAF database





Meer informatie:http://nl.wikipedia.org/wiki/Bosaardbei



 

Bospinda

Amphicarpaea bracteata
Plant familie: Leguminosae (vlinderbloemige) 
Plantenlaag:Bodemkruipers 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, halfzon/halfschaduw, schaduwplant, zaden, groenbemester, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:augustus-september 
Oogsttijd:september-maart 
Beschrijving:

De bospinda komt van origine uit het oosten van Noord-Amerika. De plant kan tot een hoogte van 1.5 meter groeien.

De plant houdt van vochtige grond en groeit zowel in de schaduw als in de halfschaduw. 

De bospinda is een vlinderbloemige die graag in rosse, rulle, humusrijke grond groeit. Als er geen steun is zal de plant over de grond kruipen en onkruid smoren. Daardoor is het een ideale grondbedekking en past goed in een bostuin.

Zodra de grond niet los genoeg is kunnen de bevruchte bloemen niet in de grond boren en zullen er geen ''pinda's'' vormen. Als de plant succesvol pinda's kan vormen dan kunnen deze tot 15mm groot worden. Kan de plant dat niet dan vormen er peultjes met kleine, proteïnerijke zaadjes die aanzienlijk kleiner zijn.

De plant geeft geen bijzonder hoge opbrengst maar door even te graven heb je toch al gauw een hand vol. 

De plant is eenjarig maar doordat de plant zijn zaden zelf in de grond plant kan hij het beste als meerjarig worden beschouwd. De plant geeft geen bijzonder hoge opbrengst maar door even te graven heb je toch al gauw een hand vol. De zaden en 'pindas' kunnen rauw en gekookt gegeten worden. 

Ook kunnen de wortels van de bospinda's geschild en gekookt worden gegeten. 





Meer informatie:http://www.pfaf.org/user/Plant.aspx?LatinName=Amph



 

Boternoot

Juglans cinerea
Plant familie: Juglandaceae (Okkernootfamilie) 
Plantenlaag:Hoge bomen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, noten, houtproductie, meerjarig,  
Bloeitijd:mei - juni 
Oogsttijd:oktober - november 
Beschrijving:

De boternoot, zo nu en dan ook bekend onder de naam witte walnoot, komt van oorsprong uit het oosten van Amerika en zuidoost Canada. De boom kan tot 25 meter hoog en 20 meter breed groeien. 

De boternoot houdt van een diepe ietwat vochtige en licht alkalische grond. De boom staat het liefst in de volle zon en op een plek beschut tegen al te sterke wind. Deze soort is de meest winterharde noot uit de familie, tot -35°c. 

De boternoot wordt vergeleken met andere soorten uit dit geslacht, met gemiddeld een jaar of 75, niet zo oud. De boternoot is door een kankerziekte, veroozaakt door de schimmel Sirococcus clavigigenti-juglandacearum, behoorlijk in aantallen verminderd.

De boom is eenhuizig, ze bevat zowel mannelijke als vrouwelijke bloemen. De mannelijke bloemen vormen lange groene naar beneden hangende slierten (katjes), de vrouwelijke bloemen bloeien roze/rood en staan iets naar buiten. De boternoot wordt door de wind bestoven. De plant is zelfbestuivend.   

De vruchten kunnen 3 tot 6cm groot worden en zitten in clusters van 3 tot 5 aan de boom. In de groene vruchten zitten de noten, het is verstandig om ze nadat ze uit de groene schil zijn verwijderd te laten drogen voordat je de noten kraakt. De noten hebben een goede zoete smaak en kunnen vers prima gegeten worden. Ze kunnen ook worden verwerkt in gebak, taarten en verwerkt worden tot meel om mee te bakken. 

Het hout van deze boom is erg rotbestendig en door de wat zachtere textuur als de zwarte noot goed bewerkbaar en daarom zeer geschikt voor het fabriceren van bijv. meubels, kasten, deuren etc.

Er is ook een kruising van de boternoot (juglans cinerea) en de hartnoot (juglans ailantifolia cordiformis) die bekend staat als de Buartnoot





Meer informatie:http://en.wikipedia.org/wiki/Butternut_(tree)



 

Bottelroos

Rosa rugosa
Plant familie: Rosaceae (Rozenfamilie) 
Plantenlaag:Struiken 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, inheems, volle zon, halfzon/halfschaduw, fruit, bloemen, windkering, omheining, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:juni - juli 
Oogsttijd:augustus - september 
Beschrijving:

De bottelroos of rimpelroos is al heel lang in cultuur. De struik kan tot 2 meter hoog en 2 meter breed groeien.

De bottelroos groeit zowel op droge als op vochtige gronden en kan zowel in de in de halfschaduw als in de volle zon staan. De struik is bestand tegen door de wind meegevoerd zand en zout en is daarmee zeer geschikt voor langs de kust.

Al meer dan zevenentwintighonderd jaar zijn rozen in cultuur. Aanvankelijk voornamelijk als aanvulling op het menu, later meer voor de sier. 

Een bottelroos is een gezonde struikroos en bestand tegen de meeste ziekten, die in rozen voor kunnen komen. De stengels van deze roos zijn dicht bezet met stevige doorns. De groeiwijze is compact en dicht; daardoor is er ook uitstekend een haag mee te maken, die met name honden en katten uit de tuin kan houden. 

De bottelroos is niet bepaald een fraaie roos, die opvalt vanwege de bloemkleur, de opbouw van de bloem en evenmin vanwege fraai blad. Nee, bottelroos is zo geliefd vanwege de geurende bloem en de feloranje of oranjerood gekleurde bottels. De bottels bevatten veel vitamine C.

De gewone soort Rosa rugosa bloeit vanaf juni met lilaroze bloemen, die aan het einde van de middag een heerlijke zoete, kruidige geur verspreiden. Insecten zoals bijen en hommels zijn er dol op. De bloemen zijn eetbaar en kunnen een salade sieren, ook kan er thee van worden gezet.

In augustus verschijnt een overvloed aan rozenbottels. In de bottels bevinden zich de crèmekleurige zaden te midden van het bleek oranjegele vruchtvlees. Met aan de onderzijde van de vrucht het typerende kroontje met lange slierten.

Lekkere rozenbotteljam verkrijg je door honderd gram vruchten in te koken met vijfendertig gram suiker. Voeg daaraan een eetlepel citroensap en een geplette kruidnagel toe. De tot moes gekookte rozenbottels overgieten in een zeef. Plet met een lepel het moes en wrijf het door de zeef. De ingedikte gelei vervolgens filteren door een doek om de haartjes, die rondom de zaden zitten, eruit te halen. Giet de jam vervolgens over in een jampot en sluit het af met het deksel. Koel weggezet kan de jam enkele maanden goed blijven. 









Meer informatie:http://www.neerlandstuin.nl/struiken/rosarugosa.ht



 

Boysenbes

Rubus
Plant familie: Rosaceae (Rozenfamilie) 
Plantenlaag:Klimplanten 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, fruit, kruiden, omheining, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:mei - juli 
Oogsttijd:juli - september 
Beschrijving:

De boysenbes, boysenberry, is een kruising van een framboos (Rubus idaeus)braam (Rubus fruticosus)Amerikaanse dauwbes (Rubus aboriginum), en een loganbes (Rubus × loganobaccus).

Net als de braam en loganberry kan de plant als klimplant worden geleid. De plant kan tot 2.5 meter hoogte groeien.

De boysenbes houdt van voedselrijke, ietwat vochtige grond en groeit zowel in de halfschaduw als in de volle zon. 

De witroze bloemen verschijnen op het eenjarige hout. De bloemen van de boysenbes zijn hermafrodiet, ze bevatten zowel de mannelijke als de vrouwelijke delen. en worden door insecten bestoven. Bijen en andere insecten weten de struik goed te vinden. De plant is zelfbestuivend. 

De vruchten van de boysenberry zijn in tegenstelling tot de rode kleur van de loganberry zwart. De grote zwarte vruchten zijn daarnaast lekker om vers te eten en goed tot jams en gelei te verwerken.

Het blad is te gebruiken om thee van te zetten.





Meer informatie:http://en.wikipedia.org/wiki/Boysenberry



 

Braam

Rubus fruticosus
Plant familie: Rosaceae (Rozenfamilie) 
Plantenlaag:Klimplanten 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, inheems, volle zon, halfzon/halfschaduw, schaduwplant, fruit, kruiden, omheining, vlinderplant, bijenplant, geneeskrachtig, meerjarig,  
Bloeitijd:mei - juli 
Oogsttijd:augustus - oktober 
Beschrijving:

De braam is een meerjarige struik, komt van nature in heel Europa voor, en kan tot 3 meter hoog worden. De braam kan ook als semi klimplant dienen maar dient dan wel goed begeleid te worden. De braam heeft het liefste voedsingsrijke goed doorlatende ietwat vochtige grond en kan goed in de zon, halfschaduw en zelfs volle schaduw overleven. Hoe meer zon hoe meer vruchten je er over het algemeen van kan plukken. De plant kan gaan woekeren als je deze teveel vrije ruimte laat.

Door zijn stekeligheid is de struik o.a. geschikt als omheining voor vee. Mochten de stekels je niet aanspreken dan zijn er tegenwoordig ook gekweekte doornloze varianten te verkrijgen. 

De witroze bloemen verschijnen op het eenjarige hout. De bloemen van de braam zijn hermafrodiet, ze bevatten zowel de mannelijke als de vrouwelijke delen. en worden door insecten bestoven. Bijen en andere insecten weten de braam goed te vinden. Kruisbestuiving is niet nodig dus je hoeft niet per se meerdere planten aan te planten. 

De vruchten zijn opgebouwd uit een aantal steenvruchtjes die van groen tot rood tot diep zwartpaars verkleuren naarmate ze rijper worden. Bramen zijn heerlijk om vers van de plant te eten. Daarnaast kunnen ze ook worden verwerkt tot sap en jam. De jonge bladeren kunnen gebruikt worden in de thee.

In deze database staan de best eetbare rubus soorten die van nature in Europa voorkomen of hier ingeburgerd zijn. In de Plants for a Future Database zijn daarnaast ook nog een flink aantal goed eetbare rubus soorten te vinden die in andere delen van de wereld groeien maar die het ook in ons klimaat waarschijnlijk goed zouden doen. Wil je weten welke rubus soorten dit zijn kijk dan in de Plants for a Future Database (www.pfaf.org).   







Meer informatie:http://nl.wikipedia.org/wiki/Categorie:Braam



 

Brave Hendrik

Chenopodium bonus-henricus
Plant familie: Amaranthaceae (Amarantenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, inheems, volle zon, groentes, zaden, geneeskrachtig, meerjarig,  
Bloeitijd:mei - augustus 
Oogsttijd:hele jaar door 
Beschrijving:

Brave Hendrik is een zeer oude inheemse groente. De naam is ontstaan door het feit dat het een meerjarige plant is, waarvan je steeds kan plukken.

De Brave Hendrik komt voor op bewerkte, vochtige, stikstofrijke grond rondom boerderijen, mesthopen en plekken waar geürineerd wordt. 

Voor de teelt van de Brave Hendrik moet er in de lente in goed losgemaakte grond worden gezaaid. De plant wordt 15 tot 60 centimeter hoog en bloeit van mei tot augustus met een vrij korte, sterk vertakte bloeiwijze.

Het jonge blad kan in het voorjaar en de voorzomer goed worden gebruikt in salades. De jonge scheuten kunnen worden geoogst en geschilt en worden gekookt zoals asperges. Zowel jonge als oudere bladeren kunnen worden gekookt en gegeten als spinazie. Totdat spinazie met zijn grotere blad populair werd, was Brave Hendrik een veelgezochte, wilde groente. 

Soms wordt de brave Hendrik ook geblancheerd, er wordt dan een emmer over de plant beplaatst zodat er geen zonlicht bij komt. De scheuten en bladeren smaken dan zachter maar bevatten ook minder voedingsstofffen. 

De zaden van de Brave Hendrik worden in Duitsland gebruk om kippen te mesten, en wordt daar 'Fette Henne' genoemd. Ze zijn echter ook eetbaar voor mensen, de zaden kunnen onder andere verwerkt worden tot meel wat meegebakken kan worden in brood.  

De thee wordt gebruikt tegen darmstoornissen.

De wortels worden ook wel gebruikt tegen hoest bij schapen. 





Meer informatie:http://wilde-planten.nl/brave%20hendrik.htm



 

Broccoli

Brassica oleracea cymosa
Plant familie: Brassicaceae (Kruisbloemenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, groentes, éénjarig,  
Bloeitijd:nvt 
Oogsttijd:juni - oktober 
Beschrijving:

Broccoli (Brassica oleracea convar. botrytis var. cymosa) heeft een iets krachtigere smaak dan bijvoorbeeld bloemkool. Broccoli bevat zeer veel vitamines en mineralen en is hierdoor één van de gezondste groenten.

Broccoli houdt van voedselrijke, ietwat vochtige grond en groeit zowel in de halfschaduw als in de volle zon. 

Ongeveer 10 weken na het planten kunnen de schermen worden geoogst. In Nederland wordt meestal de stamloze broccoli geteeld, de zogenaamde 'crowns'.

Teeltschema
Vroege teelt: zaaien in februari/maart, planten in april, oogsten in juni
Zomer: zaaien in eind maart t/m mei, planten in mei/juni, oogsten in juli/augustus
Herfst: zaaien in juni/begin juli, planten in juli/begin augustus, oogsten in september/oktober

Broccoli kan goed in smoothies en kan verder rauw en gekookt als groente worden gegeten. 

Varieteit Brassica oleracea nine star perennial is een overblijvende, winterharde groente. Elk voorjaar komen 6-16 minibloemkooltjes (witte broccoli) uit de oksels te voorschijn. De roomwitte knopjes oogsten in het voorjaar, voordat de plant in het zaad schiet, anders sterft de plant af. De minibloemkooltjes zijn zowel rauw als gekookt eetbaar.







Meer informatie:https://www.groei.nl/moestuin/moestuinkalender/bro



 

Broodwortel

Psoralea esculenta
Plant familie: Leguminosae (Vlinderbloemenfamilie) 
Plantenlaag:Knolgewassen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, groentes, wortels, groenbemester, meerjarig,  
Bloeitijd:mei - juli 
Oogsttijd:oktober - november 
Beschrijving:

De broodwortel, soms ook wel prairie radijs genoemd is een gewas waar de wortel/knol van wordt gegeten en bij indianen als lekkernij werdr beschouwd. In de jaren 1800 werde deze plant vanuit Noord-Amerika naar Europa gebracht.

De broodwortel houdt van diepe voedselrijke droge tot vochtige grond en groeit het best in de volle zon.

De plant behoort tot de vlinderbloemigen familie en gaat een symbiotische relatie aan met de stikstoffixerende Rhizobium bacterie in haar wortels. Hierdoor wordt stikstof uit de lucht gefixeerd en krijgt de plant extra bemesting waar omliggende planten ook hun voordeel mee kunnen doen. 

De plant bloeit met blauw paarse bloemen die door insecten bestoven worden. 

De wortel kan zowel rauw als gekookt worden gegeten. Ook kan de wortel gedroogd en gemalen worden en dan gebruikt worden als basisingredient voor o.a. cakes en pap. De wortel kan het beste geoogst worden als de plant aan het afsterven is in de herfst.  

Twee andere eetbare familieleden van de broodwortel zijn: Psoralea castorea en Psoralea hypogaea.





Meer informatie:http://www.pfaf.org/user/Plant.aspx?LatinName=Psor



 

Champignon

Agaricus bisporus
Plant familie: Agaricaceae 
Plantenlaag:Paddenstoelen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, inheems, paddenstoelen, éénjarig,  
Bloeitijd:nvt 
Oogsttijd:6 weken na het zetten 
Beschrijving:

De eetbare paddenstoel Agaricus bisporus is in Nederland en België sinds de jaren 70 volledig ingeburgerd onder de naam champignon, het Franse woord voor paddenstoel. De champignon is waarschijnlijk de meest bekende eetbare paddenstoel in Nederland en wordt veelvuldig in de keuken gebruikt.

Paddestoelen halen hun energie uit het verteren van dood of nog levend organisch materiaal. Paddestoelen zijn de bloeivormen van schimmels en schimmels breken langzaam het organische materiaal af zodat het opnieuw vrijkomt.

Champignons groeien in bos en veld waar ze al sinds mensenheugenis worden geplukt. De eerste gedocumenteerde champignonteelt vond plaats in de omgeving van Parijs, waar in 1651 champignons werden geteeld door afval van de meloenenteelt te begieten met (spore-bevattend) waswater van rijpe champignons. Deze werden in exclusieve Parijse restaurants gegeten. In 1707 werden champignons ook in moestuinen op paardenmest geteeld.

Omstreeks 1780 ontdekten de tuinman Chambry en anderen dat het klimaat in ondergrondse steengroeven zeer geschikt was voor de champignonteelt. Men ging champignons telen in de steengroeven in de omgeving van Parijs. 

Champignons zijn rauw te eten en worden daarnaast o.a. met vleesgerechten gebruikt, bijv. naast de schnitzel maar ze kunnen ook vlees vervangen aangezien ze veel voedingstoffen bevatten die ook in vlees zitten maar niet in planten. 

Vaak worden champignons gegroeid op een mix vooral bestaande uit paardenmest. Het is mogelijk om champignons in je moestuin te kweken, mocht je nog een nuttige bestemming voor je paardenmest zoeken bijvoorbeeld.

Ook zijn er tegenwoordig op verschillende plaatsen kant en klare kweeksetjes te koop om ze in je eigen huis te kweken. Leuk voor zowel kinderen als volwassenen om wat ervaring op te doen met het kweken van je eigen champignons in huis. 





Meer informatie:http://nl.wikipedia.org/wiki/Champignon



 

Chinees kaasjeskruid

Malva verticillata
Plant familie: Malvaceae (Kaasjeskruidfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, groentes, bloemen, zaden, bijenplant, éénjarig,  
Bloeitijd:mei - september 
Oogsttijd:april - oktober 
Beschrijving:De botanische naam Malva is afgeleid van het Oudgriekse malassoo, wat verzachten betekent of van het Hebreeuwse malluah = saladeachtige groente. 

Chinees kaasjeskruid kan tot 1.7 meter hoogte groeien en komt van origine uit het oosten van Azië. De plant groeit het beste op ietwat vochtige grond en heeft een voorkeur voor een plaats in de zon of halfschaduw. 
 
Zowel het blad als de bloemen van het chinese kaasjeskruid zijn eetbaar. De bladeren aan een goed groeiende plant kunnen wel 15 cm groot worden. Het  wordt in de Turkse keuken gebruikt om rijst of gehakt in te rollen voor het stoven. Pluk het jonge blad voor in een lekkere, gezonde salade. Het is daarnaast ook gekookt te eten, bereid het dan als spinazie. Tot slot is het ook toe te voegen aan soepen, het heeft een bindende werking. 

Kaasjeskruid bloeit met witte tot lichtroze bloemen. De bloemen zijn hermafrodiet, ze bevatten zowel de mannelijke als de vrouwelijke delen en worden bestoven door insecten als hommels en bijen. De plant is zelfbestuivend. 

De bloemen zijn een prachtige garnering in salades, daarnaast kunnen ze gedroogd worden en kan er een thee van worden gezet. Pluk de bloemen van groot kaasjeskruid als ze nog niet helemaal open zijn. Droog ze warm, donker en luchtig en bewaar ze in een bruine poreuze zak.
 
De jonge groene zaden kunnen tot slot ook worden gegeten. Ze hebben een lekkere nootachtige smaak. Laat het zaad rijpen en verzamel het om volgend jaar een nieuwe generatie te zaaien.  

Vele familieleden van het geslacht malva zijn ook prima eetbaar. Zie voor details de plants for a future database. 




Meer informatie:http://www.pfaf.org/user/Plant.aspx?LatinName=Malv



 

Chinese appel

Malus prunifolia
Plant familie: Rosaceae (Rozenfamilie) 
Plantenlaag:Lage bomen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, fruit, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:april - mei 
Oogsttijd:oktober 
Beschrijving:De Chinese appel, in het Engels ook wel bekend als crabapple is inheems in Oost-Azië. Het is een kleine boom van 3 tot 8 meter hoogte met kleine rode of gele appeltjes (2cm).

De Chinese appel houdt van ietwat vochtige grond en groeit het beste in de volle zon maar tolereert ook halfschaduw. 

Het boompje bloeit met witroze bloemen. De bloemen zijn hermafrodiet, ze bevatten zowel de mannelijke als de vrouwelijke delen, en worden bestoven door insecten zoals hommels en bijen. 

De kleine vruchten die in de hersfst verschijnen zijn wrang en bitter. De appeltjes kunnen vers gegeten worden maar zijn meer geschikt om te verwerken tot moes.

De bomen worden vaak gekweekt om andere appelrassen op te enten. Ze leveren goede onderstammen.




Meer informatie:http://www.pfaf.org/user/Plant.aspx?LatinName=Malu



 

Chinese kool

Brassica rapa pekinensis
Plant familie: Brassicaceae (Kruisbloemenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, groentes, éénjarig,  
Bloeitijd:nvt 
Oogsttijd:juli - november 
Beschrijving:

Chinese kool, ook wel Pe-tsai, komt van oorsprong uit Noord China en is in de loop van de vorige eeuw in Nederland terechtgekomen.

De Chinese kool houdt van voedselrijke vochtige grond en groeit het liefst in de volle zon maar kan ook in de halfschaduw groeien.

De planten zijn zo groot als een stevige kropsla of bladkool, maar met een knapperige sappige textuur en een mosterdsmaak. Er zijn zowel slanke, langwerpige als brede gedrongen variëteiten met gesloten kroppen en bladerige variëteiten met brede bladstelen verkrijgbaar. Hoe dichter bij het midden van de krop, hoe malser de bladeren zijn. Door zijn knapperige en enigszins zoete smaak is Chinese kool een groente waar kinderen dol op zijn. Bovendien bevat de kool vitamine C, kalk, ijzer en eiwit waardoor hij ook nog eens erg gezond is.

Teeltschema
Zomer: zaaien in eind april t/m begin juli, planten in mei t/m juli, oogsten in juli t/m september.
Herfst: zaaien in juli t/m begin augustus, planten in eind juli t/m augustus, oogsten in september t/m november.

Voor de vroege volle grondsteelt wordt begin april gezaaid en worden de planten bij een hoge temperatuur (eerste week 25 en tweede week 20 °C) opgekweekt. De oogst valt dan in juni. Bij te laat oogsten vormt de plant een bloeistengel.
Bij de normale teelt wordt in verband met doorschieten vanaf half juli tot begin augustus gezaaid en half oktober tot begin november geoogst. De kool verdraagt enige vorst. De kool kan 4 tot 8 weken bewaard worden.

Ook vindt er in Nederland voor de vroegste teelt enige teelt onder glas plaats, waarvoor alleen de Japanse hybriden worden gebruikt. Het gewicht van deze kolen bedraagt 800 tot 1200 gram.

Chinese kool is zowel geschikt voor salades als voor stoven, koken en roerbakken.





Meer informatie:https://www.pfaf.org/user/Plant.aspx?LatinName=Bra



 

Chinese wortel

Smilax china
Plant familie: Smilacaceae 
Plantenlaag:Klimplanten 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, groentes, kruiden, omheining, meerjarig,  
Bloeitijd:mei 
Oogsttijd:oktober 
Beschrijving:De chineze wortel is een klimplant die tot 4.5 meter hoog kan worden. De plant komt van origine voor in Oost-Azië. 

De plant houdt van diepe, voedselrijke, vochtige grond en staat het liefst in de volle zon of de halfschaduw. De plant is winterhard tot -15 graden. 

De wortel kan gekookt gegeten worden. Maar kan ook worden vermaald tot bloem waar vervolgens mee gebakkken kan worden.  

De jonge scheuten en bladeren kunnen rauw of gekookt gegeten worden. Van de bladeren kan ook thee worden gezet. 

De plant is tweehuizig wat betekend dat er mannelijke en vrouwelijke planten zijn met elk alleen maar mannelijke of alleen maar vrouwelijke bloemen aan de plant. Om zaden te krijgen dienen mensen dus zowel mannelijke als vrouwelijke planten aan te planten. De planten worden bestoven door insecten.  

Het fruit verschijnt in de vorm van rode bessen die tot 8mm groot kunnen worden. Ze kunnen vers worden gegeten en zijn dorstlessend. Van de bladeren wordt thee gezet.

De wortel wordt naast de eetbaarheid ook gebruikt tegen huidziekten.




Meer informatie:http://pfaf.org/user/Plant.aspx?LatinName=Smilax+c



 

Chinese yam

Dioscorea polystachya
Plant familie: Dioscoreaceae 
Plantenlaag:Knolgewassen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, groentes, wortels, omheining, geneeskrachtig, meerjarig,  
Bloeitijd:september - oktober 
Oogsttijd:oktober - november 
Beschrijving:

De Chinese Yam is een winterharde bataat (tot -20°c) die een spectaculaire ondergrondse knol aanmaakt die qua smakelijkheid en voedzaamheid in de top tien van wereld voedsel gewassen zou kunnen passen.

Deze klimplant die tot 3 meter hoog kan klimmen heeft ondersteuning nodig om de hoogte in te gaan.

De knol verankert zich tot zo´n 1 meter diep en meer onder de grond. Dat maakt het machinaal oogsten lastig en handmatig opgraven kan veel schade opleveren aan de wortels van de plant waar die inklimt. Het is daarom handiger deze klimplant via stokken, net als bepaalde bonensoorten te begeleiden.

Ook kan hij gebruikt worden als klimmer in een hek als afscheiding. Aangezien de wortel verticaal naar beneden groeit kun je er een aantal dicht bij elkaar groeien.

De eetbare wortel kan tot 1 meter lang worden. De knol is het eerste jaar een gram of 500 en dit kan het jaar erna oplopen tot 2 kilo. Deze wortel kan gekookt, gebakken, gefrituurd en toegevoegd worden aan soepen. De wortel is goed en lang te bewaren. 

In het najaar ontstaan in de oksels van de plant kleine knolletjes die ook wel luchtaardappelen worden genoemd. Deze kunnen vlak voordat ze eraf vallen worden geplukt en als ze goed worden bewaard kunnen ze het voorjaar erop geplant worden en groeien dan uit tot nieuwe planten. 

Buiten de eetbare kwaliteiten wordt de wortel in China en Japan ook voor verscheidene medicinale toepassingen gebruikt. Voor details daarover zie PFAF.





Meer informatie:http://pfaf.org/user/Plant.aspx?LatinName=Dioscore



 

Chocoladewingerd

Akebia trifoliata
Plant familie: Lardizabalaceae 
Plantenlaag:Klimplanten 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, schaduwplant, fruit, kruiden, omheining, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:april 
Oogsttijd:september - oktober 
Beschrijving:

Akebia trifoliata is inheems in Japan en West China en is minder bekend en wijkt af van Akebia quinata door zijn drietallig blad wat iets groter is en ondiep gelobd. Ook komen er vijftallige bladeren voor. De onderzijde is iets blauw getint, de bovenzijde matglanzend donkergroen. De bloemen zijn donkerpaars en iets kleiner dan bij A. quinata.

Chocoladewingerd houdt van diepe, voedselrijke, ietwat vochtige grond en kan zowel in de schaduw, halfschaduw als in de volle zon groeien. 

Behoorlijk winterharde klimplant (tot 6 m hoog) met trossen bruinpaarse bloemetjes van verschillende seksen. Daarna kunnen in warme zomers vlezige, blauwe tot paarse tot 15 cm lange worstvormige vruchten worden gevormd, daarvoor moeten dan wel minimaal twee planten aanwezig zijn. Daarom wordt aanbevolen om ze samen te planten met Akebia quinata die dan als bestuiver kan dienen. Erg geschikt voor pergola's.

De vruchten zijn eetbaar maar staan niet bekend om hun delicate smaak. Het toevoegen van citroensap kan de smaak verbeteren.

Van de gedroogde jonge bladeren kan thee worden gezet.

Een andere soort van de Akebia familie die in de plants for a future database wordt genoemd is de Akebia x pentaphylla.





Meer informatie:http://www.neerlandstuin.nl/plantenc/akebia.html



 

Citroenmelisse

Melissa officinalis
Plant familie: Lamiaceae (Lipbloemenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, kruiden, vlinderplant, bijenplant, geneeskrachtig, meerjarig,  
Bloeitijd:juli - september 
Oogsttijd:maart - oktober 
Beschrijving:

Citroenmelisse is een meerjarig kruid van 20-70 cm hoog. Citroenmelisse was 2000 jaar geleden al bekend bij verschillende volkeren. Waarschijnlijk brachten de Arabieren de plant via Spanje naar Europa.

Citroenmelisse groeit in zowel droge als vochtige grond. De plant heeft een voorkeur voor halfschaduw en volle zon.

De plant overleeft via de wortels in de grond en is ook gemakkelijk via zaad te vermeerderen. 

De groene bladeren ruiken bij kneuzing sterk naar citroen. Hier heeft citroenmelisse haar naam aan te danken. De bladeren zijn rauw te gebruiken als smakelijke en geurende toevoeging in salades. Daarnaast kan cittroenmelisse worden toegevoegd aan vleesgerechten, desserts en jams.

Er kan ook een lekker geurende thee van de verse of de gedroogde bladeren worden gezet, voor de smaak kan het goed zijn citroenmelisse te combineren met wat andere kruiden want de geur is sterker dan de smaak. De plant wordt ook gebruikt als smaakmaker in likeuren en dranken. 

Citroenmelisse bloeit met witte, gele of roze/paarse bloemetjes en trekt insecten aan waaronder bijen en vlinders. 

Medicinaal wordt het toegepast als pijnstillend middel, bij nervositeit en virusinfecties.





Meer informatie:https://nl.wikipedia.org/wiki/Citroenmelisse



 

Citroenverbena

Aloysia citriodora
Plant familie: Verbenaceae (IJzerhardfamilie) 
Plantenlaag:Struiken 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, kruiden, geneeskrachtig, meerjarig,  
Bloeitijd:augustus 
Oogsttijd:mei - september 
Beschrijving:

Citroenverbena, Aloysia citriodora (synoniemen o.a. Verbena citriodora, Lippia citriodora en Aloysia triphylla) is een bladverliezende meerjarige struik die het liefst op een zonrijke plaats staat maar ook halfschaduw tolereert. De plant heeft een voorkeur voor goed doorlatende grond.

De plant verdraagt vorst tot -7 graden dus het kan goed zijn om deze in een grote pot te planten en die eventueel bij erg koude nachten binnen te halen. 

Je kunt erg lekkere thee zetten van zowel de verse als de gedroogde bladeren die een citroengeur en smaak afgeven. Ook kunnen de bladeren in de keuken worden gebruikt voor garnering of om toe te voegen in gewone en fruit salades. 

De olie die uit de bladeren kan worden gewonnen wordt gebruikt in de parfum industrie.  





Meer informatie:https://pfaf.org/user/Plant.aspx?LatinName=Aloysia



 

Courgette

Cucurbita pepo
Plant familie: Cucurbitaceae (Komkommerfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, groentes, bloemen, bijenplant, éénjarig,  
Bloeitijd:juni - augustus 
Oogsttijd:september - november 
Beschrijving:De courgette is een groente uit de komkommerfamilie (Cucurbitaceae). De planten vormen in tegenstelling tot veel van de familieleden geen ranken.

Het woord courgette is afgeleid uit de Franse naam voor de groente, met dezelfde spelling. Het is een verkleinwoord van courge, hetgeen merg betekent. De courgette kan geel of groen zijn. Het is één van de gemakkelijkst te telen groentes in een gematigd klimaat. De planten houden van voedselrijke tot zeer voedselrijke, vochtige grond en staan het liefste op de volle zon. 

Zaaien kan onder glas vanaf april, in de volle grond vanaf mei tot en met juli. Oogsten kan vanaf september tot en met november. 

Op de plant verschijnen zowel mannelijke als vrouwelijke bloemen die worden bestoven door insecten zoals hommels en bijen. De bloemen zijn eetbaar, ze kunnen vers worden toegevoegd aan salades of worden gevuld, ze kunnen ook worden gefrituurd. Het is verstandig alleen de mannelijke bloemen te gebruiken voor consumptie omdat de vruchten worden gevormd uit de  bevruchte vrouwelijke bloemen. 

De courgette wordt gewoonlijk gekookt of gebakken gegeten. Toch kan de groente eveneens rauw worden gegeten. Ook kan de courgette in blokjes gesneden als een soort augurk ingelegd worden in azijn met kruiden. De courgette is het lekkerst als die nog klein en maximaal 30 cm (350 gram) lang is. In Nederland wordt vanaf 7 cm (50 gram) lengte geoogst. De kleine vruchten waar de bloem nog aanzit worden verhandeld als 'courgette fleur' en worden in Italië en Griekenland als een delikatesse beschouwd.  Uitgegroeide courgettes zijn eigenlijk oneetbaar en alleen in een gerecht nog te gebruiken als vulstof.






Meer informatie:https://nl.wikipedia.org/wiki/Courgette



 

Cranberry

Vaccinium macrocarpon
Plant familie: Ericaceae (Heidefamilie) 
Plantenlaag:Struiken 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, inheems, volle zon, halfzon/halfschaduw, fruit, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:juli - augustus 
Oogsttijd:oktober - novermber 
Beschrijving:

De cranberry, ook bekend onder de naam grote veenbes, komt van nature in het noordoosten van Amerika voor, maar is ook reeds lange tijd ingeburgerd op Terschelling. De cranberry dankt haar naam aan het gebogen steeltje van de bloem, dat lijkt op de nek van een kraanvogel (crane).

Het is een kruipende of overhangende plant met dunne stengels. De plant wordt tot 20cm hoog maar de stengels kunnen bijna twee meter lang worden. De plant houdt van vochtige en zure grond (PH 4 tot 5). Moerassige heidegrond is prima. 

De cranberry bloeit met witte tot roze bloemetjes en wordt door insecten zoals hommels en bijen bestoven. De cranberry is zelfbestuivend.

De roze tot rode bessen kunnen 10 tot 20mm groot worden. Vers van de plant zijn ze wrang en zuur. Daarom worden ze meestal verwerkt en met de juiste bereiding kunnen ze goed worden toegepast in saucen of jam. Ook wordt er wijn van gemaakt.

In deze database staan de best eetbare vaccinium soorten die van nature in Europa voorkomen of hier al lange tijd ingeburgerd zijn. In de Plants for a Future Database zijn daarnaast ook nog een flink aantal goed eetbare vaccinium soorten te vinden die in andere delen van de wereld groeien maar die het ook in ons klimaat waarschijnlijk goed zouden doen. Wil je weten welke vaccinium soorten dit zijn kijk dan in de Plants for a Future Database (www.pfaf.org).  





Meer informatie:http://nl.wikipedia.org/wiki/Cranberry



 

Crosne

Stachys affinis
Plant familie: Lamiaceae (Lipbloemenfamilie) 
Plantenlaag:Knolgewassen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, groentes, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:juli - september 
Oogsttijd:oktobober - november 
Beschrijving:Crosne, ook wel bekend als Japanse andoorn of Chinese artisjok, zijn een soort michelin achtige knolletjes. De plant kan tot 50 cm hoog worden. 
 
Crosne houdt van vochtige, voedselrijke, diepe grond en groeit zowel in de halfschaduw als in de volle zon. Crosne knollen zijn zeer winterhard.

Crosne kan zowel in het najaar als in het vroege voorjaar gepoot worden. Als de grond warm genoeg wordt, schieten ze de grond uit. De plant bedekt de bodem na anderhalve maand. 

Crosne is te oogsten vanaf oktober. 

De knolletjes kunnen 5 tot 8 cm lang worden en tot 2cm breed, ze zijn in het noorden van Frankrijk een echte delicatesse. Ze hebben een nootachtige tot artisjokachtige smaak. Je kunt er heel veel mee: Bakken, koken, frituren, pureren, rauw knabbelen als snack met een beetje zout en peper. 

De bladeren zijn ook gekookt eetbaar al smaken die niet erg bijzonder.




Meer informatie:http://pfaf.org/user/Plant.aspx?LatinName=Stachys%



 

Dadelpruim

Diospyros lotus
Plant familie: Ebenaceae 
Plantenlaag:Lage bomen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, fruit, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:juni tot juli 
Oogsttijd:oktober tot november 
Beschrijving:

De dadelpruim ook wel lotusboom genoemd komt van origine uit zuid-oost Europa en west Azië. De boom kan tot 9 meter hoog bij 6 meter breed groeien.

De boom houdt van ietwat vochtige grond en kan zowel in de halfschaduw als in de volle zon staan. De boom staat graag op een beschutte plek van de wind. Hoewel de boom grotendeels winterhard is als de boom in rust is, zijn nieuwe scheuten zeer vorstgevoelig. Het kan daarom goed zijn om jonge bomen de eerste twee jaar goed te beschermen tegen de vorst.

De dadelpruim bloeit met kleine witroze kelkachtige bloemetjes. De plant is tweehuizig, dit houdt in dat de mannelijke en vrouwelijke bloemen op verschillende bomen groeien. Voor bevruchting is het daarom van belang om zowel mannelijke als vrouwelijke bomen aan te planten. De plant wordt zowel via de wind als via insecten bestoven. De vrouwelijke bomen kunnen ook zonder bevruchting zaadloze vruchten ontwikkelen, maar die zijn waarschijnlijk meer samentrekkend dan bevruchte vruchten. 

De vruchten worden tot 20mm groot en zijn in het begin oranje geel en rijpen naar een blauw zwarte kleur. De vruchten hebben een goede zomer nodig om goed rijp te worden en smaken dan vers van de boom heerlijk rijk en zoet, een beetje naar dadels en naar pruimen, vandaar de naam. Mochten de vruchten niet helemaal rijp worden dan kan het goed zijn om er een nachtvorst overheen te laten gaan, daar gaan ze ook beter van smaken. De vruchten kunnen daarnaast ook verwerkt worden in gebak, taarten en toetjes.

Het hout kan o.a. gebruikt worden om gereedschappen van te maken. 







Meer informatie:http://en.wikipedia.org/wiki/Persimmon



 

Daglelie

Hemerocallis
Plant familie: Hemerocallidaceae 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, groentes, bloemen, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:juni - augustus 
Oogsttijd:juni - augustus 
Beschrijving:

De daglelie is een familie van bloeiende planten die bijna allemaal goed eetbaar zijn. The Plants for a Future database heeft er een mooi uitgebreid artikel over geschreven.

De plant kan afhankelijk van de varieteit 60 tot 120 cm hoog worden. Daglelies zijn gemakkelijk te groeien en tolereren bijna alle soorten grond en kunnen ook in de halfschaduw groeien. De voorkeur gaat echter uit naar voedselrijke vochtige grond en ze staan het liefste in de volle zon. 

Het is een ideale plant om te groeien vanwege de gemakkelijke groei, ziekten komen eigenlijk niet voor en de plant hoeft niet gesteund te worden. 

De daglelie dankt haar naam aan het feit dat elke bloem slechts één dag bloeit. In de ochtend gaat de bloem open en de volgende dag is zij verwelkt. Gelukkig geeft een plant vele bloemen zodat je toch wekenlang plezier hebt van een daglelie. De plant is voor alle duidelijkheid niet verwant aan de gewone lelies. 

De daglelie bloeit afhankelijk van de varieteit met verschillende kleuren bloemen. Er zijn onder meer witte, gele, oranje of paarse daglelies verkrijgbaar. De bloemen zijn hermafrodiet, ze bevatten zowel de mannelijke als de vrouwelijke delen en ze worden bestoven door insecten zoals hommels en bijen. De plant is zelfbestuivend. 

De bloemen van de daglelie zijn zeer goed eetbaar. Ze zijn fris en knapperig en kunnen licht zoet tot ietwat pittig smaken. Het doet een beetje denken aan frisse ijsbergsla met een ietwat zoetige of juist ietwat pittige smaak. Je kunt ze ook vullen met een mousse, puree of een zachte kaas. De bloemen vormen verder een prachtige versiering in salades.

Er zijn vroege, middelvroege en late bloeiers. De vroege Hemerocallis bloeit in juni, de middelvroege in juli en de late in augustus. Door slim aan te planten, kun je de hele zomer bloeiende daglelies hebben en er van genieten zowel met de ogen als met de maag. 

In Japan en China worden dagelijks de uitgebloeide bloemen verwijdert en gedroogd. Deze kunnen vervolgens vermalen worden gebruikt als bindmiddel in soepen en sauzen.  

Naast de bloemen zijn ook de jonge scheuten van de plant eetbaar. Ze kunnen gekookt worden gegeten als groente. 

Tot slot zijn ook de knollen eetbaar, ze hebben een ietwat nootachtige smaak. Ze kunnen onder meer gekookt en/of gebakken en/of geroosterd worden. De jonge knolletjes smaken het best al zijn de meer centrale en oudere knollen ook prima eetbaar. Ze zijn gemakkelijk te oogsten als je de wortels van de planten scheurt voor vermeerdering. 

Er zijn vele ondersoorten van de daglelie. Kijk op de Plants for a Future Database (www.pfaf.org) om erachter te komen welke soorten het beste eetbaar zijn. 









Meer informatie:http://www.tuinadvies.nl/hemerocallis_daglelie.htm



 

Daslook

Allium ursinum
Plant familie: Alliaceae (Lookfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, inheems, volle zon, halfzon/halfschaduw, schaduwplant, groentes, kruiden, bloemen, bijenplant, geneeskrachtig, meerjarig,  
Bloeitijd:april - juni 
Oogsttijd:maart - juni 
Beschrijving:

Daslook wordt ook wel borslook, uienbloem, woutknooplook of wilde knoflook genoemd. Daslook is inheems in zowel Nederland als België al is het een vrij zeldzame plant in het wild. 

Daslook kan tot 40 cm hoog groeien en is te vinden in vochtige loofbossen en hagen. De plant houdt van vochtige grond en kan zowel in de schaduw, halfschaduw als in zon groeien. Na juli verdwijnt het bovengrondse deel van de plant volledig en blijft enkel de ondergrondse bloembol over. De plant groeit vaak in groepen.

De groene bladeren zijn breed en speervormig.

Daslook bloeit vroeg in het voorjaar met stervormige witte bloemetjes die een rond scherm vormen. De bloemen zijn hermafrodiet, ze bevatten zowel de mannelijke als vrouwelijke delen en worden bestoven door insecten zoals hommels en bijen. De bloemen zijn eetbaar en kunnen prima gebruikt worden als garnering.  

Daslook is een uitstekende vervanger voor knoflook of lente-uitjes; het heeft een mildere smaak dan knoflook. De sterksmakende bladen kunnen rauw fijngehakt gebruikt worden in salades en in soepen. Vooral de bladeren ruiken bij het fijnwrijven naar knoflook, uien, bieslook of prei. In Duitsland geniet daslook sinds enkele jaren een grote populariteit en wordt verwerkt bijvoorbeeld tot pesto en marinades en in onder meer brood ('Bärlauchbrot') en kaas. Net als alle uiensoorten heeft het een reinigende werking.

De bollen/verdikte stelen aan de onderkant van daslook kunnen tot 4cm lang en een diameter tot 1cm krijgen. Ze kunnen als lente-uien worden gebruikt. 

De bladeren van daslook lijken op de bladen van enkele andere, maar dan giftige planten, zoals die van het lelietje-van-dalen, de jonge bladen van de gevlekte aronskelk en eventueel de bladen van de herfsttijloos. Jaarlijks vallen er slachtoffers door verwisseling. Dergelijke verwisseling zal meestal het gevolg zijn van onbekendheid met de geur van daslook, aangezien de afwezigheid hiervan voldoende zou moeten zijn om de verwisseling snel op te merken. 

Wees dus zeer voorzichtig als je deze plant in het wild plukt, en je kunt voor de zekerheid de plant gewoon aanplanten in je eigen tuin dan weet je zeker dat je niet de fout ingaat. 

Daslook kan prima groeien op een schaduwrijke bosvloer en kan daarom goed als bodembedekker worden gebruikt in een meerlagige bostuin

In deze database staan de best eetbare allium soorten die van nature in Europa voorkomen of hier al lange tijd ingeburgerd zijn. In de Plants for a Future Database zijn daarnaast ook nog een flink aantal goed eetbare allium soorten te vinden die in andere delen van de wereld groeien maar die het ook in ons klimaat waarschijnlijk goed zouden doen. Wil je weten welke allium soorten dit zijn kijk dan in de Plants for a Future Database (www.pfaf.org). 









Meer informatie:http://wilde-planten.nl/daslook.htm



 

Den

Pinus
Plant familie: Pinaceae (Dennenfamilie) 
Plantenlaag:Hoge bomen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, inheems, volle zon, zaden, houtproductie, windkering, omheining, wintergroen, geneeskrachtig, meerjarig,  
Bloeitijd:mei 
Oogsttijd:september 
Beschrijving:

Pinus is een geslacht in de Dennenfamilie  van naaldbomen met daarin meer dan honderd soorten. De Nederlandse naam is den. Een vroegere benaming is "pijnboom" of "mastboom". Het hout van dennesoorten heet grenen. Dit moet niet verward worden met dennenhout dat van het geslacht Abies stamt. Naast hout worden ook wel andere producten uit dennensoorten gewonnen.

Het geslacht den heeft een grote verspreiding op het noordelijke halfrond: vooral in Noord Amerika en Azië komen veel soorten voor. Bossen met dennensoorten kunnen dominant zijn in wat koudere regionen zoals in de bergen en in landen dichter bij de noordpool.

In Nederland werd er veel Corsicaanse den (Pinus nigra var. corsicana) en grove den (Pinus sylvestris) aangeplant om het stuifzand vast te leggen. Hierdoor zijn de enorme stuifzandgebieden op de Veluwe in toom gebracht. Hoewel deze beide prima geschikt voor houtproductie zijn ze niet erg eetbaar.

De plants for a future database geeft echter een aantal soorten die naast geschikt hout ook eetbare zaden heeft:

Pinus cembra sibirica
Pinus albicaulis
Pinus koraiensis
Pinus cembra
Pinus edulis
Pinus parviflora




Meer informatie:http://nl.wikipedia.org/wiki/Pinus



 

Dille

Anethum graveolens
Plant familie: Apiaceae (Schermbloemenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, kruiden, zaden, vlinderplant, bijenplant, éénjarig,  
Bloeitijd:juli - augustus 
Oogsttijd:mei - oktober 
Beschrijving:

Dille (Anethum graveolens) is een plant uit de schermbloemenfamilie (Apiaceae). Uit dezelfde plantenfamilie komen venkel en kervel. Dille heeft fijne, naaldachtige bladeren. Het is een kruid met een heel verfijnde smaak. Het is de enige soort in het geslacht Anethum.

Dille houdt van vochtige grond en staat het liefste in de volle zon. De plant moet op een warm en zonnig plekje staan. 

Dille kan het beste ter plaatse worden gezaaid, omdat het kruid zich bijna niet laat verplanten. Dit komt door het pinachtig wortelgestel. De beste zaaiperiode is april–mei, de optimale afstand tussen de zaadjes is 30 cm. De zaden zullen na twee weken ontkiemen. Om ongestoorde groei te bevorderen kunnen de planten het best worden uitgedund op 20 cm. Volgens de biologische zaaitabel die wordt gehanteerd bij de biologische methode van tuinieren kan het zaaien van dille tussen tuinbonen goede afweer geven tegen zwarte luis op de bonen.

Dille  speelt een belangrijke rol in de keukens van de Scandinavische en Baltische landen, Duitsland, Polen en Rusland. Dille wordt niet meegekookt en niet gecombineerd met andere kruiden, omdat het dan zijn smaak verliest. Dille wordt gebruikt in soepen en sauzen. Ook gaat verse dille bijzonder goed samen met zalm en andere vis. Het gedroogde dillezaad wordt gebruikt voor het wecken of inleggen van komkommers en augurken. Ook kan er azijn mee worden gearomatiseerd.





Meer informatie:http://www.groentenfruit.nl/index_product.asp?pg=3



 

Doperwt

Pisum sativum
Plant familie: Leguminosae (Vlinderbloemenfamilie) 
Plantenlaag:Klimplanten 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, groentes, zaden, groenbemester, éénjarig,  
Bloeitijd:nvt 
Oogsttijd:mei - juli 
Beschrijving:De wilde doperwt uit Azië is waarschijnlijk de stamvader van onze hedendaagse doperwt. In het 15e eeuwse Frankrijk won de erwt aan populariteit.

Doperwten houden van vochtige grond en staan het liefste in de volle zon. Het is een klimplant die tot 2 meter hoogte kan groeien en ondersteuning nodig heeft om tot die hoogte te kunnen klimmen. 

De doperwt behoort tot de vlinderbloemigen familie en gaat een symbiotische relatie aan met de stikstoffixerende Rhizobium bacterie in de wortels. Hierdoor wordt stikstof uit de lucht gefixeerd en krijgt de plant extra bemesting waar omliggende planten ook hun voordeel mee kunnen doen. 

Doperwten zijn peulen waarin de erwten zich bevinden. Groene erwten zijn groen van kleur maar er bestaan ook gele varianten, ze zijn bolvormig maar de “schokker” is kantig. Grauwe erwten (rozijnerwten) lijken qua vorm op kapucijners en heeft een rodere kleur.

Erwten zijn vers geoogst een ware lekkernij. Hoe verser, hoe gezonder ook, want ze zijn dan zacht en zoet dus lichter verteerbaar. Doperwten worden voornamelijk in blik of diepvries aangeboden.

Vroege teelt: zaaien in eind januari/februari, planten in eind februari/maart, oogsten in eind mei/juni.
Late teelt: zaaien in maart/april, oogsten in eind juni/juli.

Erwtjes kan men blancheren (in kokend water dompelen, zodat ze halfgaar of gaar worden), stomen of gewoon koken. 

Naast de erwten kunnen ook de jonge scheuten en bladeren gekookt worden gegeten. 




Meer informatie:https://nl.wikipedia.org/wiki/Erwt



 

Dragon

Artemisia dracunculus
Plant familie: Asteraceae (Composietenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, kruiden, geneeskrachtig, meerjarig,  
Bloeitijd:juli - augustus 
Oogsttijd:april - oktober 
Beschrijving:

Dragon is een meerjarig kruid wat tot 60 tot 120cm hoog kan groeien.

De plant groeit zowel op droge als op vochtige grond en staat het liefst in de halfschaduw of de volle zon. 

Dragon heeft smalle bladeren met een bittere, peperachtige anijssmaak. Dragon is een populair keukenkruid dat vooral bekend is uit de klassieke (Franse) keuken. Dragon vormt een bestanddeel van de fines herbes, een kruidenmengsel dat vaak gebruikt wordt om soepen, eieren en boter op smaak te brengen.

Het is ook bekend als ingrediënt in klassieke sausen zoals bearnaise en bechamel, maar het wordt ook vaak gebruikt in vinaigrettes en mosterd (Dijonmosterd). De jonge uitlopers worden in het nabije oosten geserveerd als aperitiefhapje. In Hongarije wordt het gebruikt bij de bereiding van schapenvlees en kaas.

Dragon bloeit met kleine, gele, bolvormige bloemen. De bloemen zijn hermafrodiet, ze bevatten zowel de mannelijke als de vrouwelijke delen. Dragon wordt door de wind bestoven. 

Zowel de levende plant als de gedroogde vorm ervan weert insecten. 

Van de bloemen en de blaadjes kan een thee getrokken worden die de werking van de nieren ondersteunt.





Meer informatie:https://nl.wikipedia.org/wiki/Dragon_(plant)



 

Dropplant

Agastache foeniculum
Plant familie: Lamiaceae (Lipbloemenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, kruiden, bloemen, vlinderplant, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:juli - september 
Oogsttijd:april - oktober 
Beschrijving:

De dropplant kan 70 - 100cm hoog groeien en komt van origine uit het westen van Noord-Amerika. De plant kan zowel op droge als op vochtige grond groeien en staat het liefste in de volle zon.

De plant is een muntachtig kruid waarvan de bladeren naar anijs smaken. De geur doet echter aan de smaak van drop denken waar het haar naam aan te danken heeft.  

De plant wordt door bijen bestoven en trekt een boel insecten aan in de bloeiperiode. Er zijn veel rassen, met verschillende bloemkleuren, soms ook een andere bladkleur. Ieder ras heeft vaak ook een eigen aroma, soms anijzig met iets muntachtigs, soms anijzig met iets droppigs, soms anijzig met iets van chocolade.

De plant is meerjarig maar kan ook gemakkelijk elk jaar opnieuw uit het zaad worden gegroeid. De plant is winterhard tot -8 graden celsiusen kan in een strenge winter doodvriezen dus het kan handig zijn wat zaadjes binnen te overwinteren.

De blaadjes zijn te gebruiken in salades, als garnering bij gerechten en is ook lekker om thee van te zetten. De bloemen zijn ook te eten en staan mooi in een verse salade bijvoorbeeld.  

Een familielid van de dropplant is de Koreaanse munt (Agastache rugosa) die veel van dezelfde eigenschappen heeft en grotendeels voor dezelfde doelen wordt gebruikt. 





Meer informatie:https://www.groei.nl/moestuin/kruiden/hoe-zaai-ik-



 

Druif

Vitis vinifera
Plant familie: Vitaceae (Wijnstokfamilie) 
Plantenlaag:Klimplanten 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, fruit, groentes, omheining, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:mei - juni 
Oogsttijd:augustus - oktober 
Beschrijving:De Druif, ook wel druivelaar of wijnstok genoemd is een winterharde klimplant die kan vertakken en waarvan de verschillende takken vele meters lang kunnen worden. De druif komt oorspronkelijk uit het Middellandse Zeegebied en het Midden-Oosten. Druiven werden reeds in de oudheid gekweekt en verspreid over heel Europa en later over de ganse wereld. De druif staat het liefst zo warm en zonnig mogelijk en heeft een voorkeur voor goed doorlatende ietwat vochtige grond. 

De druif is een klimplant, die zich vasthecht met ranken die tegenover de bladeren staan. De bladeren zijn aan de bovenzijde glanzend donkergroen, onderaan lichtgroen, meestal onbehaard. De bladeren zijn eetbaar en worden onder meer gebruikt om dolma's van te maken.  

De bloemen zijn klein, geel-groenachtig en vallen niet erg op. De wilde wijnstok is een tweehuizige plant, de mannelijke en vrouwelijke bloemen ontstaan op verschillende planten, doch de gekweekte vormen zijn eenhuizig, bevatten zowel mannelijke als vrouwelijke bloemen op dezelfde plant, waardoor zelfbestuiving kan optreden. Voor de vruchtzetting door middel van bestuiving is bezoek van bijen en andere insecten belangrijk.

Druiven kunnen het beste worden geleid voor een optimale oogst. Op muren en schuttingen kunt u het beste horizontale draden spannen. Gegalvaniseerd draad (ca drie mm dik) is uitstekend geschikt. Eventueel kan een constructie met latten ook goed dienst doen. Bedenk wel dat druivenstokken tientallen jaren productief kunnen zijn. Duurzaam materiaal verdient daarom de voorkeur. De onderlinge afstand tussen de draden moet ongeveer veertig tot vijftig cm bedragen. Aan de draden of regels - de leggers - worden de scheuten van de wijnstok gebonden. Je kunt druiven ook overeen pergola laten klimmen die je in de zomer van schaduw kan voorzien.

De vruchten, de druiven zijn vers goed te eten en een waar lekkernij. Ze zijn in vele soorten kleuren te verkrijgen met en zonder pit. Daarnaast kan er sap van worden gemaakt en worden druiven ook gebruikt om  om jam van te maken. Daarnaast worden druiven gebruikt om wijn van te maken, een van meest populaire  alcoholische dranken, en andere sterkere alcoholische dranken van te maken. 





Meer informatie:https://www.neerlandstuin.nl/struiken/druif.html



 

Duindoorn

Hippophae rhamnoides
Plant familie: Elaeagnaceae (Duindoornfamilie) 
Plantenlaag:Struiken 
Plantenfuncties:verwerkt eetbaar, inheems, volle zon, fruit, groenbemester, omheining, vlinderplant, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:april - mei 
Oogsttijd:september - februari 
Beschrijving:

Duindoorn is een stekelige struik die 2 tot 5 meter hoogt kan groeien. Van nature komt de duindoorn voor op schrale gronden, zoals in de duinen. Ze zijn goed bestand tegen blootstelling aan zeeklimaat. Ze staan het liefst in de volle zon. 

De duindoorn leeft in symbiose met een bacterie van het geslacht Frankia die in wortelknolletjes stikstof bindt. Dit proces vindt vooral plaats in jonge wortels. Door de stikstoffixatie is er lokaal meer stikstof in de grond aanwezig waar omliggende planten ook hun voordeel mee kunnen doen. 

De duindoorn is tweehuizig, de mannelijke bloemen en vrouwelijke bloemen zitten op verschillende planten. Het is daarom belangrijk om zowel mannelijke als vrouwelijke planten aan te planten als je bessen met zaden wilt krijgen. De duindoorn wordt door de wind bestoven.  

De vruchten van de duindoorn worden 6 tot 8mm groot, zijn erg zuur en bevatten een boel vitamine c. Het schijnt dat de zure smaak enigszins verminderd wordt door vorst. De bessen worden ook gebruikt om fruitsap van te maken in combinatie met zoetere fruitsoorten. In de winter zijn de bessen in trek bij vogels.

Duindoorn kan onder meer gebruikt worden als omheining omdat ze erg dichte struiken kan vormen en met haar stekels zo een bijna ondoordringbare barriere kan vormen. 

Duindoorn is tot slot een waardplant van verschillende soorten nachtvlinders.

Soms wordt de specifieke ondersoort Hippophae rhamnoides turkestanica genoemd. Deze soort is vooral een varieteit die meer richting het oosten wordt gevonden, wat verder bij de zee vandaan, en daar wellicht beter groeit. 









Meer informatie:http://en.wikipedia.org/wiki/Sea-buckthorn



 

Dwergkornoelje

Cornus canadensis
Plant familie: Cornaceae (Kornoeljefamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, fruit, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:juni - juli 
Oogsttijd:september - oktober 
Beschrijving:

Kornoelje valt vooral op door mooie bloemen of kleurige takken. Van sommige struiken is de vrucht goed eetbaar. Kornoelje-jam is niet alleen bijzonder, maar ook heel lekker. Het geslacht Cornus is rijk aan soorten en variëteiten. Daar zitten bijzondere en gewone soorten tussen.

Een bijzonder laag blijvende kornoelje is de dwergkornoelje. Deze kruipende soort wordt niet veel hoger dan 20 cm. De plant is inheems in Noord-Amerika.

Dwergkornoelje houdt van humusrijke ietwat vochtige grond en staat het liefst in de volle zon of de halfschaduw.  De plant geeft de voorkeur aan licht (zandig), medium (leem) en zware (klei) bodem en kunnen groeien in zware kleigrond. 

De bladeren zijn opvallend mooi van vorm en frisgroen van kleur. Zoals bij bijna alle kornoeljes zijn de licht gebogen nerven in het blad goed zichtbaar.

De bloemen zijn groenwit van kleur en verschijnen in juni - juli. De bloemen zijn hermafrodiet (zowel mannelijke als vrouwelijke organen) en worden bestoven door insecten. Het vruchtbeginsel ligt in het centrum van de omgevende vier bloembladen.

In september - oktober verkleuren de groene bessen naar felrood. De tros bestaat uit 4 - 7 langwerpig ronde bessen die een diameter tot 6mm kunnen krijgen. De vruchten zijn vers van de plant goed eetbaar. Ook zijn ze te verwerken in taarten, en is er sap, jam en vruchtengelei van te maken. In diverse soorten pudding is het vruchtmoes een welkome variatie. 







Meer informatie:http://en.wikipedia.org/wiki/Cornus_canadensis



 

Dwergkwee

Chaenomeles cathayensis
Plant familie: Rosaceae (Rozenfamilie) 
Plantenlaag:Struiken 
Plantenfuncties:verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, fruit, windkering, omheining, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:april 
Oogsttijd:oktober 
Beschrijving:Dwergkwee, kweeappel, Japanse dwergkwee, Japanse sierkwee: het zijn allemaal namen voor een en dezelfde struik die maximaal 2 tot 3 meter hoog worden: Chaenomeles.

Dwergkwee groeit op alle gronden zolang die maar niet blijvend nat zijn. Een zandig humeuze grond, die licht kalkrijk is, biedt de gunstigste uitgangspositie. De struik staat het liefste in de volle zon. 

Dwergkwee heeft geen haast om te groeien. Na vijftig jaar heeft de struik een hoogte van drie meter en is dan drieëneenhalve meter breed. Voor wie de struik te hoog of te breed wordt: knip de uitsteeksels er vanaf. Verjongingssnoei na een aantal jaren kan geen kwaad. Een tak ertussenuit snoeien is onbegonnen werk. De takken zijn dermate met elkaar verstrengeld, dat je ze in kleine mootjes moet knippen om ze eruit te krijgen.

Von Siebold ontdekte in Japan talloze gekweekte variëteiten van dwergkwee. Zo'n veertig jaar daarvoor (1796) haalde Sir Joseph Banks dwergkwee al uit China. Waar hij de in het wild groeiende struik (Chaenomeles speciosa) ontdekte, is onbekend.

In het westen van Hubai (China) groeit de soort Chaenomeles cathayensis, waarmee verder weinig is geëxperimenteerd. Chaenomeles japonica groeit in het wild in de bergbossen van Hunshu en Kyushu in Japan. Hieruit zijn een aantal belangrijke selecties voortgekomen. Verreweg de beste variëteiten zijn voortgekomen uit kruisingen die onder de naam Chaenomeles x superba worden aangeboden. De struik bloeit voor het blad eraan komt. Daarom zijn de bloemen zo opvallend en goed te zien. Er zijn wit bloeiende variëteiten en heel veel van rood afgeleide tinten. Dwergkwee vormt na de bloei vruchten, meestal gele of geelbruine. Ze zijn heel goed te gebruiken om er jam of gelei van te maken of om ze in de linnenkast te leggen. De geur is heerlijk.

Dwergkwee wordt veel gebruikt in openbaar plantsoen. De struik heeft nauwelijks een snoeibeurt nodig, bloeit overdadig rijk en heeft zware takdoorns. Al met al een ideale struik die stuklopen van het plantsoen voorkomt. Dwergkwee kan ook goed in de tuin worden gebruikt als intermezzo tussen vaste planten in de border en is door z'n heel vroege bloei een eyecatcher in de vroege lente (maart - april). Het is een prima heester om naast een zandbak te worden gebruikt. Door de grote souplesse van de stengels breken die zelden af. De takdoorns zijn voor kinderen natuurlijk minder ideaal, maar na één keer met de struik in aanraking te zijn geweest, zal een tweede keer er niet zo gauw meer inzitten.

De variëteiten van Chaenomeles, die een opgaande groeiwijze hebben, zijn goed te gebruiken als bedekking van een muur. In dat geval worden de opgaande scheuten aangebonden aan de muur of aan een klimscherm.

Dwergkwee groeit op alle gronden zolang die maar niet blijvend nat zijn. Een zandig humeuze grond, die licht kalkrijk is, biedt de gunstigste uitgangspositie. Dwergkwee heeft geen haast om te groeien. Na vijftig jaar heeft de struik een hoogte van drie meter en is dan drieëneenhalve meter breed. Voor wie de struik te hoog of te breed wordt: knip de uitsteeksels er vanaf. Verjongingssnoei na een aantal jaren kan geen kwaad. Een tak ertussenuit snoeien is onbegonnen werk. De takken zijn dermate met elkaar verstrengeld, dat je ze in kleine mootjes moet knippen om ze eruit te krijgen.








Meer informatie:http://www.neerlandstuin.nl/struiken/dwergkwee.htm



 

Echte kervel

Anthriscus cerefolium
Plant familie: Apiaceae (Schermbloemenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, inheems, volle zon, halfzon/halfschaduw, schaduwplant, kruiden, zaden, tweejarig,  
Bloeitijd:mei - juni 
Oogsttijd:maart - mei 
Beschrijving:

Echte kervel komt van origine uit het zuidoosten van Europa en kan 50cm hoog worden. De plant wordt algemeen geteeld en is soms verwilderd.

Echte kervel houdt van vochtige grond en groeit in de schaduw, halfschaduw en volle zon. 

De schermen zijn samengesteld uit witte bloempjes die tamelijk vroeg bloeien. De gladde stengels zijn hol en alleen boven de knopen behaard. De schermstralen zijn ook behaard. De bloem is wit en heeft een doorsnede van 3-4 mm. Elk bloempje heeft een omwindseltje en vijf kroonblaadjes. De bloemen vormen samengestelde schermen met acht tot vijftien schermstralen. 

Acht weken na het zaaien zijn de bladeren oogstbaar. De bladeren groeien na oogst goed terug. De bladeren zijn vers en gekookt te eten en vormen o.a. een fijne aanvulling op een salade. Het kan ook als smaakmaker worden gebruikt in sauzen en soepen. In België is kervelsoep een bekende specialiteit.

De bladeren kunnen het beste zo vers mogelijk worden gegeten. Vóór de bloei zijn de bladeren het meest aromatisch.

Er zijn enkele plantensoorten die veel op kervel lijken maar giftig zijn zoals
    * dolle kervel (Chaerophyllum temulum), die zijn naam te danken heeft aan het feit dat koeien als ze er veel van eten zich gedragen als dronkaards.
    * gevlekte scheerling (Conium maculatum), dat door de Oude Grieken voor de voltrekking van een doodvonnis gebruikt werd.





Meer informatie:http://pfaf.org/user/Plant.aspx?LatinName=Anthrisc



 

Echte tijm

Thymus vulgaris
Plant familie: Lamiaceae (Lipbloemenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, kruiden, bloemen, wintergroen, vlinderplant, bijenplant, geneeskrachtig, meerjarig,  
Bloeitijd:mei - juni 
Oogsttijd:hele jaar door 
Beschrijving:

Echte tijm of tijm komt van origine uit Zuid-Europa en is bij ons inmiddels ook een populair keukenkruid. Tijm is een meerjarig wintergroen struikje dat tot 20 cm hoogte kan groeien. 

De plant groeit op droge en vochtige grond en staat het liefst op een warme en zonnige plaats. 

De bladeren zijn donkergroen en langwerpig tot lijnvormend, aan de rand naar onder toe omgerold en aan de onderzijde witviltig behaard. Tijm ondersteunt de vertering van voedsel en past goed bij gevogelte, wild, schaaldieren, lam, vis, paddenstoelen groenten, soep, aardappel en ragout. De bladeren kunnen ook goed worden gedroogd om later te gebruiken. Het kan goed zijn om de te drogen bladeren voor de bloei te plukken. In Provençaalse kruiden zit echte tijm verwerkt.

Echte tijm bloeit met roze tot paarse bloemen in bolvormige trosjes aan het eind van de stengels. De bloemen zijn hermafrodiet, ze bevatten zowel de mannelijke als de vrouwelijke delen en worden bestoven door insecten zoals hommels en bijen. De bloemen staan erom bekend dat ze insecten waaronder vlinders aantrekken. Gedroogde bloemen houden motten weg uit kleding en beddengoed. 

Uit tijm is een essentiële olie te winnen die onder meer gebruikt kan worden in parfums, zeep, tandpasta en medicinale toepassingen. 

Tijm is bekend om zijn krachtige antiseptische en conserverende eigenschappen. Het bevordert de spijsvertering en tijmsiroop is goed voor de keel en luchtwegproblemen.







Meer informatie:https://nl.wikipedia.org/wiki/Echte_tijm



 

Eekhoorntjesbrood

Boletus edulis
Plant familie: Boletaceae 
Plantenlaag:Paddenstoelen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, inheems, paddenstoelen, meerjarig,  
Bloeitijd:nvt 
Oogsttijd:Herfst-winter 
Beschrijving:

Gewoon eekhoorntjesbrood (Boletus edulis) is een algemeen voorkomende eetbare paddenstoel in Nederland.

De hoed van gewoon eekhoorntjesbrood heeft een licht- tot donkerbruine, vaak ook enigszins geel en rood getinte kleur. De paddenstoel kan tot 30cm groot worden en is in vochtige toestand wat plakkerig. Aan de onderzijde is een sponzig aandoend stelsel van fijne buisjes zichtbaar dat eerst wit en later geel is. De witachtige tot bruin aangelopen steel wordt niet langer dan 25 cm en vertoont een licht netwerk aan het bovenste gedeelte. 

De schimmel waarvan de paddenstoelen de vruchten zijn, gaat onder andere een samenwerking aan met boomwortels van de eik, beuk en dennebomen en wisselt voedingstoffen tegen koolhydraten uit met de boom. Deze symbiose (relatie waar organismen wederzijds voordeel bij hebben), vind ook tussen andere planten en schimmels plaats en wordt in meer detail behandeld in de vrij downloadbare cursus over permacultuur.

De naam van deze paddestoel is te danken aan het feit dat eekhoorntjes deze paddestoel ook eten, dat zou mede kunnen komen omdat de paddestoel een notige smaak heeft.

Helaas kan deze paddestoel nog niet gekweekt worden. Pas daarom op dat je de paddenstoel eerst de sporen laat verspreiden voordat je deze verzamelt. Of neem slechts een klein stukje mee om te proeven als je nieuwsgierig bent naar de smaak.





Meer informatie:http://nl.wikipedia.org/wiki/Eekhoorntjesbrood



 

Eeuwige moes

Brassica oleracea var. ramosa
Plant familie: Brassicaceae (Kruisbloemenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, groentes, vlinderplant, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:nvt 
Oogsttijd:maart - november 
Beschrijving:

Eeuwige moes (Brassica oleracea var. ramosa), ook wel eeuwig moes, of oude wijvenkool, duizendkop, splijtkool of armeluisgroente genoemd is een zogenaamde vergeten groente die tot 90cm hoog kan groeien. 

De plant houdt van ietwat vochtige goed doorlatende grond en groeit zowel in de halfschaduw als in de volle zon. Eeuwige moes is winterhard tot -15 °C. 

Het is een doorlevende bladkool die jaarrond vanuit de oksels jonge zachte scheuten vormt. Bij milde winters gaat deze jaren mee, de kool kan tot 40 jaar oud worden. 

De licht, tot donkergroene bladeren staan dicht op elkaar ingeplant maar vormen in tegenstelling tot andere koolgewassen geen kool, maar een krop van losse bladeren. Er is ook een soort beschikbaar met witte randen aan het uiteinde van de bladeren. 

Wie deze kool wil verwerken kan naar behoefte oogsten en de plant zal verder groeien. Ze is eveneens uitstekend geschikt voor alle dieren die regelmatig wat groenvoer nodig hebben zoals kippen, konijnen, schildpadden, hamsters enz. Het koolwitje houdt ook zeer van deze koolsoort, het kan handig zijn om de plant wat te beschermen tegen de rupsen van deze vlinder. 

De jonge bladeren kunnen rauw in salades. De middelgrote bladeren zijn prima voor stampotten, soepen en extra vulling in een quiche. De grote bladeren kunnen worden gebruikt om koolpakketjes te maken. Lekker uit de oven met veel kaas, een echte winterschotel. Vul de pakketjes met wat je wil, zowel rijst is lekker maar een gehaktmengsel kan er ook prima in.

Zelfs de stengels kan je gebruiken, vooral voor soepen, door ze goed gaar te koken en daarna met de staafmixer te pureren krijg je een machtige dikke wintersoep, opdienen met bijv. uitgebakken spekjes.

De plant is gemakkelijk te vermeerderen via stekken. Deze versie bloeit amper en maakt dan ook bijna geen zaad aan.

Er is een familielid (Brassica oleracea acephala var. ramosa) die iets groter wordt en die in tegenstelling tot de hierboven beschreven versie wel jaarlijks bloeit en goed te vermeerderen is via zaad. 






Meer informatie:http://www.tuinadvies.nl/splijtkool_of_eeuwig_moes



 

Elsbes

Sorbus torminalis
Plant familie: Rosaceae (Rozenfamilie) 
Plantenlaag:Hoge bomen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, inheems, volle zon, halfzon/halfschaduw, fruit, houtproductie, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:mei - juni 
Oogsttijd:september 
Beschrijving:

De elsbes kan tot 25 meter hoogte groeien en is een familielid van de lijsterbes. De elsbes is inheems in Europa. 

De boom houdt van ietwat vochtige grond en groeit zowel in de halfschaduw als in de vollezon.

De bladeren zijn om en om diep getand, in paren.

De elsbes bloeit met vertakte trossen van witte bloemen. De bloemen zijn hermafrodiet, ze bevatten zowel de mannelijke als de vrouwelijke delen en worden bestoven door insecten zoals hommels en bijen. De boom is zelfbestuivend.

De vruchten kunnen 12 tot 18mm groot worden met een ronde of peerachtige vorm. Ze zijn aanvankelijk rood van kleur en worden bij rijping bruin. De vruchten zijn aanvankelijk hard en bitter, maar naarmate de herfst vordert worden ze overrijp (eigenlijk halfrot) en zeer zoet. Ook kun je er een keer de vorst overheen laten gaan, daar worden ze ook zoeter van. Het is het beste om ze te verzamelen voordat ze overrijp zijn en dan kunnen ze binnenshuis te drogen worden gehangen tot ze rijp zijn. Daarna kunnen de bessen vers gegeten worden of worden ingemaakt.

Het hout kan o.a. gebruikt voor houtsnijwerk, en als brandhout. 

Twee andere soorten van de sorbus die ook eetbaar zijn volgend de plants for a future database zijn: Sorbus latifolia & Sorbus mougeotii







Meer informatie:http://wilde-planten.nl/elsbes.htm



 

Erwtenstruik

Caragana arborescens
Plant familie: Leguminosae (Vlinderbloemenfamilie) 
Plantenlaag:Struiken 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, groentes, zaden, groenbemester, windkering, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:mei - juni 
Oogsttijd:september - oktober 
Beschrijving:

De erwtenstruik groeit van nature in gebieden van het midden en zuiden van Azië en kan tot 6 meter hoog en 4 meter breed groeien. De struik groeit zowel op droge als op vochtige grond en staat het liefste in de volle zon.

De erwtenstruik (Caragana) behoort tot de familie van de vlinderbloemigen (Leguminosae) en fixeert via een samenwerking met bacterien in haar wortels stikstof in de bodem. Hierdoor bemest de plant zichzelf en eventueel planten die eromheen staan. Mede hierdoor groeit de plant prima op schrale grond. 

De erwtenstruik bloeit op kortloten aan tweejarig hout. De plant bloeit het best als een koude winter wordt gevolgd door een hete zomer. Aangezien de struik nogal langzaam groeit, moet je blij zijn met scheuten waaraan bloei verschijnt. Na de bloei verschijnen in de herfst geelachtige, lange peulen aan de struik.

De zaden uit deze peulen zijn eetbaar zowel vers als gekookt. Ze hebben een lichte erwtensmaak. Het is echter onduidelijk of je veel van de zaden kunt eten van de Caragana arborescens. De jonge peulen kunnen gekookt worden gegeten als groente.

Van Caragana arborescens zijn de bekendste soorten en variëteiten:
- C. arborescens 'Lorbergii', met lange smalle bladen aan overhangende takken.
- C. arborescens 'Pendula', treurvorm met afhangende, groengele takken. Langzame groeier.
- C. aurantiaca, heeft gele bloemen met een oranje vlek. Brede en lage struik, bloeit in mei - juni

Hieronder een kleine opsomming van functies waar de plant voor gebruikt kan worden.

Windsingels - De Caragana wordt aanbevolen voor aanplant in de buitenste rijen van multi-row aanplant. Het kan worden gebruikt om de bodem te neutraliseren voor te bereiden op verdere beplanting. Het is geschikt voor aanplant in single-windsingels rij terrein waar een dichte, korte barrière is gewenst.

Wildlife habitat - De Caragana wordt gebruikt voor nesten door verschillende zangvogels. De zaden worden soms opgegeten door een paar zangvogels. De plant is niet het beste voedsel voor dieren, maar de geurende bloemen trekken veel stuifmeel verzamelende dieren.

Erosiebestrijding - De caragans heeft een uitgebreid wortelstelsel die kunnen worden gebruikt om te helpen met erosie controle.

Decoratieve - De Caragana, met zijn kleine geurende bloemen en mooie samengestelde folders, wordt gebruikt naast seringen om een 'vergelijken en uiterlijk contrast'.

Gekweekte voedingsbron - De Caragana erwt heeft een licht bittere smaak ', meestal 3-4 in een peul, die eetbaar is. Zij moeten worden gekookt alvorens gegeten.  Bovendien, de gele bloemen die een smaak zoals erwten hebben, kan worden gebruikt in salades toe te voegen kleur en enkele smaak.

Een eetbaar familielid die in de Plants for a Future Database genoemd staat is: Caragana brevispina.











Meer informatie:http://www.neerlandstuin.nl/struiken/caragana.html



 

Fenegriek

Trigonella foenum-graecum
Plant familie: Leguminosae (Vlinderbloemenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, groentes, kruiden, groenbemester, bijenplant, geneeskrachtig, éénjarig,  
Bloeitijd:juni - augustus 
Oogsttijd:april - oktober 
Beschrijving:Fenegriek wordt ook wel foenegriek of Grieks hooi' genoemd en wordt tot 60 cm hoog. De plant wordt toegepast als keukenkruid. Het komt oorspronkelijk uit Mesopotamië maar was reeds in de oudheid bekend in het Middellandse Zeegebied. Het is ook prima te telen in het Nederlandse klimaat. 

Fenegriek groeit zowel op droge als op vochtige grond en staat het liefste in de volle zon. Fenegriek bindt stikstof in de bodem waardoor deze zichzelf en omringende planten bemest en kan daarom prima op armere gronden groeien. 

Van fenegriek worden de zaden en de bladeren gebruikt in de keuken. Deze worden zowel gedroogd als vers gebruikt. Ze hebben een kruidige, bittere smaak en ruiken licht naar vers hooi. Fenegriek wordt vooral gebruikt in de Indische (curry), de Arabische (gebak en brood) en de Noord-Afrikaanse (vlees en vis) keuken.

Ook als toevoeging aan kaas vindt het zijn toepassing, net als komijn.

Fenegriekzaadpoeder is door de Europese Commissie toegelaten als gewasbeschermingsmiddel voor de bescherming van planten tegen bladschimmels, meer bepaald echte meeldauw (Uncinula necator) bij druif. Het wordt in water opgelost en versproeid over de bladeren. Het poeder van fenegriekzaden is zelf geen fungicide, maar het activeert het eigen zelfverdedigingsmechanisme van de plant.




Meer informatie:http://nl.wikipedia.org/wiki/Fenegriek



 

Fijnbladige braam

Rubus laciniatus
Plant familie: Rosaceae (Rozenfamilie) 
Plantenlaag:Klimplanten 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, fruit, kruiden, omheining, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:mei - juli 
Oogsttijd:augustus - september 
Beschrijving:

De Rubus laciniatus is familie van de gewone braam (Rubus fruticosus) maar heeft een groot zichtbaar verschil. De bladeren van deze braam zijn veel smaller en verder ingesneden waardoor deze een sierlijk uiterlijk heeft. Verder is er weinig verschil. De plant produceert heerlijke vruchten die vers te eten zijn maar ook te gebruiken zijn voor jam, sap en wijn.

In deze database staan de best eetbare rubus soorten die van nature in Europa voorkomen of hier ingeburgerd zijn. In de Plants for a Future Database zijn daarnaast ook nog een flink aantal goed eetbare rubus soorten te vinden die in andere delen van de wereld groeien maar die het ook in ons klimaat waarschijnlijk goed zouden doen. Wil je weten welke rubus soorten dit zijn kijk dan in de Plants for a Future Database (www.pfaf.org).   



Meer informatie:http://www.pfaf.org/user/Plant.aspx?LatinName=Rubu



 

Fluweelboom

Rhus glabra
Plant familie: Anacardiaceae (pruikenboomfamilie) 
Plantenlaag:Lage bomen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, fruit, geneeskrachtig, meerjarig,  
Bloeitijd:juli - augustus 
Oogsttijd:september - november 
Beschrijving:

Azijnboom, fluweelboom en sumak zijn synoniemen voor het geslacht Rhus. In ons land wordt Rhus een flinke struik tot kleine boom. Rhus glabra en Rhus typhina en hun variëteiten worden in ons land het meeste gebruikt. Beide soorten zijn afkomstig uit Noord-Amerika. Daar groeien ze in rotsachtige, zanderige gebieden en op opengevallen plaatsen in het bos.
 
Een hoogte van 4½ meter bij een breedte van 3½ meter is geen uitzondering. Een azijnboom groeit op vrijwel alle grondsoorten, maar een licht humeuze grond heeft de voorkeur. De boom staat het liefste in de volle zon. 

Rhus is een groot geslacht met struiken, bomen en klimplanten. De groep bestaat uit wel meer dan tweehonderd soorten. Enkele soorten veroorzaken allergische reacties op de huid. Deze groep is inmiddels in een eigen familie ondergebracht (Toxicodendron). De soorten Rhus die hier worden beschreven veroorzaken geen allergie, tenzij iemand gevoelig is voor hooikoorts, dan is het beter geen Rhus aan te planten. Desondanks is het aan te bevelen bij snoeiwerkzaamheden de handen te beschermen met handschoenen.

Rhus kan op den duur problemen geven door de vele worteluitlopers. De uitlopers kunnen tot op een afstand van vijf tot zes meter plotseling in de eigen of buurtuin opduiken. Aan verhardingen of muren veroorzaakt Rhus geen schade. Laat Rhus zich zoveel mogelijk spontaan of op natuurlijke wijze ontwikkelen. Zo wordt de struik/boom echt op z'n best.

Het fruit van de Rhus glabra kan rauw of gekookt worden gegeten. Het heeft een zure smaak en wordt gebruikt als alternatief voor citroensap. Het fruit is klein met weinig vlees maar groeit in grote pluimen waardoor het makkelijk te oogsten is. Wanneer deze pluim voor 10 tot 30 minuten in warm of koud water wordt gehouden krijg je een fris limonade achtig drankje. Verder zouden ook de wortelstokken, nieuwe scheuten en de bast eetbaar zijn en medicinale werkingen hebben. Kijk voor de details hierover op de Plants for a Future database.

Daar staan naast de Rhus glabra ook de volgende soorten die goed eetbare delen hebben:

Rhus aromatica

Rhus copallina

Rhus trilobata

Rhus typhina

Rhus x pulvinata

 







Meer informatie:http://www.neerlandstuin.nl/struiken/rhus.html



 

Fluweelpootje

Flammulina velutipes
Plant familie: Physalacriaceae 
Plantenlaag:Paddenstoelen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, inheems, paddenstoelen,  
Bloeitijd:nvt 
Oogsttijd:Herfst-winter 
Beschrijving:

Het fluweelpootje of gewoon fluweelpootje, Flammulina velutipes, synoniem: Collybia velupites, is een paddenstoel die algemeen in Nederland en België voorkomt.

Het is een typische winterpaddenstoel die aangetroffen wordt van november tot en met maart. De paddenstoelen verschijnen bij temperaturen net boven het vriespunt. 

De zwam is saprotroof, dat betekent dat het recyclers zijn van dood organisch materiaal. Ze ruimen als het ware rommel op en zijn dus niet schadelijk voor de boom. Ze leven voornamelijk op stammen en stronken van loofbomen zoals es, iep, kastanje, els, beuk en wilg.

Het fluweelpootje groeit meestal in groepen van meerdere paddenstoelen. De vaak gladde en slijmerige hoed is 2–10 cm breed en heeft een honinggele tot roodbruine kleur. De fluweelzachte steel is 3–8 cm lang, vanaf de basis vaak donkerbruin tot olijfzwart, maar onder de hoed lichter gekleurd. De lamellen zijn wit tot bleekgeel, de sporen wit.

Er is een groot verschil tussen wilde versies van het fluweelpootje en de gekweekte versie die enokitake of jin zhen gu wordt genoemd. Gekweekte fluweelpootjes worden niet blootgesteld aan licht en zijn daardoor wit van kleur, bovendien zijn ze langer en dunner dan de wilde variant.

Het fluweelpootje is een eetbare paddenstoelsoort. De smaak is fruitig en knapperig en is geschikt rauw in salades. De paddenstoel is daarnaast ook populair als ingrediënt voor soepen en salades. De lange, dunne gekweekte vorm is een vast ingrediënt in onder andere de Chinese, Japanse en Koreaanse keuken. In Japan wordt het fluweelpootje al 300 jaar gekweekt voor consumptie. De paddenstoelen zijn zowel vers als ingeblikt te koop. 

Onderzoek door de Nationale Universiteit van Singapore heeft aangetoond dat de steel van het fluweelpootje een grote hoeveelheid van een proteïne bevat die het immuunsysteem kan ondersteunen. Eten van fluweelpootje zou cholesterol- (en bloeddruk)verlagend werken en een afweer- en weerstandsverhogend effect hebben.

Het fluweelpootje is ook zelf thuis te kweken onder meer op voorgeënte stammetjes die te bestellen zijn. 







Meer informatie:http://en.wikipedia.org/wiki/Enokitake



 

Framboos

Rubus idaeus
Plant familie: Rosaceae (Rozenfamilie) 
Plantenlaag:Struiken 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, inheems, volle zon, halfzon/halfschaduw, fruit, kruiden, omheining, bijenplant, geneeskrachtig, meerjarig,  
Bloeitijd:mei - juni & augustus - september 
Oogsttijd:juni - juli & augustus - oktober. 
Beschrijving:

Frambozen behoren tot de rozenfamlie en zijn heel nauw verwant aan bramen. Ze staan graag in de volle zon maar kunnen ook tegen halfschaduw. Ze houden van voedselrijke ietwat vochtige grond.

De framboos is een meerjarig houthachtig gewas waarvan de tweejarige stengels na de vruchtdracht afsterven. De bloemen van de framboos zijn hermafrodiet, ze bevatten zowel de mannelijke als de vrouwelijke delen, en worden door insecten zoals hommels en bijen bestoven. Kruistbestuiving is niet nodig.

De framboos stekelt over het algemeen flink en wordt een dichte struik en kan daarom goed dienen als omheining. De roze framboos is over het algemeen bekender dan de gele herfstframboos. De laatste smaakt echter heerlijk zoet en is een echt lekkernij, een afwisseling van de soorten zorgt voor leuk kleurverschil en een spreiding van de bloei en de oogst in het jaar. Op wikipedia kun je een lijst met frambozenrassen vinden met zowel zomer- als herfstframbozen

De vruchten kunne  rauw gegeten worden of verwerkt worden tot sap, jam, azijn en wijn. Van de bladeren is thee te zetten. De bladeren worden medicinaal gebruikt bij kinderziekten, koorts en als spierontspanning in de laatste fase van de  zwangerschap. De vruchten worden gebruikt bij nierkwalen en bloedarmoede.

In deze database staan de best eetbare rubus soorten die van nature in Europa voorkomen of hier ingeburgerd zijn. In de Plants for a Future Database zijn daarnaast ook nog een flink aantal goed eetbare rubus soorten te vinden die in andere delen van de wereld groeien maar die het ook in ons klimaat waarschijnlijk goed zouden doen. Wil je weten welke rubus soorten dit zijn kijk dan in de Plants for a Future Database (www.pfaf.org).   





Meer informatie:http://nl.wikipedia.org/wiki/Framboos



 

Franse uiensoep-boom

Toona sinensis
Plant familie: Meliaceae 
Plantenlaag:Hoge bomen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, groentes, kruiden, houtproductie, meerjarig,  
Bloeitijd:juni - juli 
Oogsttijd:april - oktober 
Beschrijving:

De Franse uiensoep-boom ook wel Chinese mahonieboom of maggiboom genoemd kan tot 15 meter hoog worden en tot 8 meter breed en is goed winterhard in ons klimaat. De boom is door flink te snoeien ook als struikvorm te handhaven. 

De Franse uiensoep-boom staat het liefst in de volle zon en heeft graag een ietwat vochtige humusrijke bodem om in te groeien.

De jonge bladeren en scheuten van de boom hebben een pittige en lekkere smaak, ze smaken een beetje zoals Franse uiensoep, vandaar de naam. In China wordt het jonge blad al eeuwen gegeten als groente en is het een lekkernij.

Door de boom gedurende het jaar bij te snoeien kunnen er het hele jaar lang nieuwe bladeren groeien en kun je ervan blijven oogsten. De jonge bladeren en scheuten zijn rauw te eten en kunnen ook gestoomd of gekookt worden gegeten. 

Het hout van deze boom is van goede kwaliteit en kan o.a. worden gebruikt voor het maken van meubels. Het verse hout ruikt ook naar uien, is vers heel geel en verkleurt naar olijfgroen bij het drogen. Vanwege de geur wordt het hout in sommige tempels verbrandt als een type wierook. 





Meer informatie:https://pfaf.org/user/Plant.aspx?LatinName=Toona+s



 

Gele Affodil

Asphodeline lutea
Plant familie: Xanthorrhoeaceae (grasboomfamilie) 
Plantenlaag:Knolgewassen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, bloemen, wortels, wintergroen, vlinderplant, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:mei - juni 
Oogsttijd:augustus - september 
Beschrijving:
Gele affodil is een geurende, winterharde plant uit het Mediterrane gebieden ten oosten van Italië. Verdraagt een temperatuur tot -20 gr. C. en kan  tot 1 meter hoog worden. De plant blijft de gehele winter groen, heeft grijze bladeren en heeft volle zon nodig. Zorg dat de planten voorafgaand aan de bloei in het voorjaar niet uitdrogen. 
 
Deze plant is zeer geschikt voor 'de tuin op het zuiden'. Verlangt een zonnige, warme plek op niet te arme grond en buiten de schaduwzone van bomen en heesters. Je kunt de gele affodilook gebruiken in de rotstuin en de stapelmuur. Deze plant heeft in de winter bescherming nodig tegen overvloedige regen en sneeuw. Woekert niet of nauwelijks en laat zich goed combineren met andere planten.

De wortels van de plant kunnen geroosterd worden en zijn goed te eten. De oude grieken roosterden de wortels zoals aardappels en aten ze met zout en olie. De wortels zijn niet dik maar groeien uitbundig, ze hebben een nootachtige smaak.  Ze kunnen gedurende het hele jaar geoogst worden maar het is het beste om ze te oogsten wanneer de plant in de rust is. Dit is aan het einde van de zomer, en het begin van de herfst. De wortels zijn niet goed te bewaren en dienen binnen enkele weken gegeten te worden na de oogst. De gele bloemen kunnen rauw gegeten worden. Ook deze bederven snel dus het is verstandig de bloemen vlak voor consumptie te plukken. 




Meer informatie:https://pfaf.org/user/Plant.aspx?LatinName=Asphode



 

Gele kornoelje

Cornus mas
Plant familie: Cornaceae (Kornoeljefamilie) 
Plantenlaag:Lage bomen 
Plantenfuncties:verwerkt eetbaar, inheems, volle zon, halfzon/halfschaduw, fruit, houtproductie, windkering, omheining, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:februari 
Oogsttijd:september - oktober 
Beschrijving:

De gele kornoelje komt van origine in heel Europa voor en groeit als een grote struik of een kleine boom die tot 8 meter hoog kan groeien.

De gele kornoelje houdt van ietwat vochtige grond en kan zowel in de halfschaduw als in de volle zon groeien. 

De gele kornoelje bloeit vroeg in het jaar (februari) voordat de bladeren aan de struik zitten prachtig geel. De bloemen zijn hermafrodiet, ze bevatten zowel de mannelijke als de vrouwelijke delen. De struik wordt door insecten zoals hommels en bijen bestoven. De plant is zelfbestuivend waardoor je aan één plant genoeg hebt om vruchten te krijgen.

De rode bessen kunnen tot 15mm groot worden en zijn eivormig tot peervormig. Vers van de plant smaken ze een beetje zoals een pruim als ze goed rijp zijn, als ze niet goed rijp zijn, zijn ze wat samentrekkend. Daarnaast kunnen de vitamine-C rijke bessen verwerkt worden tot sap, jam, gelei, compote en wijn welke vaak vermengd wordt met meloenen, peren en appels.

Het hout kan worden gebruikt om hamerstelen en wanderlstokken van te maken.





Meer informatie:http://www.tuinadvies.be/cornus_mas.htm



 

Gele oesterzwam

Pleurotus citrinopileatus
Plant familie: Pleurotaceae 
Plantenlaag:Paddenstoelen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, paddenstoelen, éénjarig,  
Bloeitijd:nvt 
Oogsttijd:september - december 
Beschrijving:

De gele oesterzwam (Pleurotus cornucopiae var. Citrinopileatus) is zoals de naam al doet vermoeden nauw verwant aan de gewone oesterzwam. De paddenstoelen worden echter niet zo groot (tot 5 cm) als de gewone oesterzwam. De vorm lijkt op de schelp van een oester.

In het wild komt de paddenstoel vooral voor op levende en dode stammen, stronken en takken van loofbomen van oa. de populier, beuk, wilg en berk. Vooral op de beuk zitten ze vaak. Op naaldbomen kom je zelden tot nooit tegen. 

De gele oesterzwam smaakt erg goed en dient snel en kort te worden verhit. Vandaar dat het in Japan en China veel in wokgerechten wordt gebruikt. Het kan naast vlees, maar ook als vleesvervanger.   

Voor de eigen verbouw kunnen de sporen van de paddestoel geënt worden op koolstofrijke materialen zoals boomstammetjes, stro of zelfs oude kranten. Sinds enige jaren gebruikt men ook koffiedik als substraat om oesterzwammen op te kweken. 

Het zelf kweken van deze paddenstoel in de buitenlucht is goed te doen. Dit kan door de sporen of broed te kopen en dat zelf aan te brengen op ontsmette koolstofrijke materialen. Daarnaast kun je tegenwoordig ook kant en klare kweeksetjes kopen en zo je eigen oesterzwammen gecontroleerd in huis kweken. 

 





Meer informatie:http://www.oesterzwam.nl/ps_gele_oesterzwam/list?p



 

Gele pavia

Aesculus flava
Plant familie: Sapindaceae 
Plantenlaag:Hoge bomen 
Plantenfuncties:verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, noten, zaden, houtproductie, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:mei - juni 
Oogsttijd:september - oktober 
Beschrijving:
Gele pavia, ook wel bekend als Amerikaanse kastanje, behoort tot de kastanjebomen en wordt circa 12 tot 15 meter hoog in Nederland.
 
Aesculus flava 'Vestita' komt van orginie uit het oosten van de VS. De boom kan verharding goed verdragen, maar heeft last van strooizout.

De boom heeft een voorkeur voor vochtige grond en groeit zowel in de halfschaduw als in de volle zon. 
 
De handvormige bladeren zijn meestal uit 5, soms uit 7 blaadjes opgebouwd. Deze hebben een doorsnede tot 15 cm. Het donkergroene blad is aanvankelijk aan de onderkant dicht behaard. De kroon is vrij open van structuur en heeft een brede kegelvorm. Het heldergroene kastanjeblad loopt geelroze uit en valt relatief vroeg af in de hersfst. 

De lichtgele bloemen met roze gloed bloeien in korte pluimen in mei en juni, de nectar die hieruit is te drinken is zoet. De bloemen zijn hermafrodiet (ze hebben zowel mannelijke als vrouwelijke organen) en worden bestoven door bijen en andere insecten.  
 
De vruchten/kastanjes van de Gele pavia kunnen 45mm in diameter worden en zijn, na deze te koken, goed eetbaar en smaken zoet net als de tamme kastanje.
 
De oorspronkelijke bewoners in de VS roosterden de vruchten langzaam, sneden het vervolgens in dunne plakjes en lieten het dan een tijdje in de rivier uitspoelen. Er is vervolgens ook meel van te maken wat gebruikt kan worden in brood etc.
 
Het hout kan onder meer worden gebruikt voor houtsnijwerk en als brandhout.  






Meer informatie:https://pfaf.org/user/Plant.aspx?LatinName=Aesculu



 

Gele ribes

Ribes aureum
Plant familie: Grossulariaceae (Ribesfamilie) 
Plantenlaag:Struiken 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, fruit, meerjarig,  
Bloeitijd:april -mei 
Oogsttijd:juli - augustus 
Beschrijving:

De gele ribes (Ribes aureum, synoniem: Ribes odoratum), soms ook wel gouden ribes genoemd, is een struik die van nature voorkomt in Noord-Amerika.

De struik wordt 1-2,5 m hoog en groeit zowel op droge als op vochtige gronden. De struiken kunnen zowel in de halfschaduw als in de volle zon staan.

De jonge twijgen zijn geelbruin. De rondachtige bladeren zijn driespletig met twee lobbige zijspleten en grof getand. De bladeren zijn kaal of van onderen kort behaard en geven bij het stuk wrijven geen speciale geur af.

De gele ribes bloeit in april en mei met goudgele, geurende bloemen in rechtop-afstaande trossen. De bloemen zijn hermafrodiet, ze bevatten zowel de mannelijke als de vrouwelijke delen, en worden bestoven door insecten zoals hommels en bijen. De schutbladen zijn langer dan de bloemstelen.

De 0,8-1 cm grote vrucht is een donkerpaarse, sterk naar zwarte bessen (Ribes nigrum) smakende bes. Deze zijn vers eetbaar maar kunnen ook tot sap of jam worden verwerkt.

Voor een overzicht van de best eetbare niet Europese ribes soorten (de Europese soorten staan allemaal in deze database) kun je eens zoeken in de Plants for a Future Database (www.pfaf.org)





Meer informatie:http://nl.wikipedia.org/wiki/Gele_ribes



 

Gerst

Hordeum vulgare
Plant familie: Poaceae (Grassenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:verwerkt eetbaar, volle zon, granen, éénjarig, tweejarig,  
Bloeitijd:mei - juni 
Oogsttijd:juli -augustus 
Beschrijving:

Gerst (Hordeum vulgare) is een graansoort. Ze stamt af van de wilde gerst (Hordeum spontaneum), die nog steeds in het Midden-Oosten voorkomt. Beide soorten zijn diploïd (2n = 14 chromosomen). Gerst behoort tot de grassenfamilie en is een eenjarige (zomergerst) of een tweejarige (wintergerst) plant. De wintergerst moet voldoende koude gehad hebben om te kunnen bloeien. Wintergerst bloeit in de tweede helft van mei. Zomergerst bloeit wat later.

Gerst houdt van vochtige grond en groeit het beste in de volle zon. 

Gerst is een uitstoelende plant met 50-130 cm lange stengels waaraan zich een aarvormige bloeiwijze vormt. Aan weerszijden van de getande aarspil staan steeds drie éénbloemige aartjes ingeplant. De buitenste van de drie aartjes zijn soms mannelijk of rudimentair. De kelkkafjes zijn smal, lancet- tot naaldvormig en de onderste kroonkafjes van de fertiele bloempjes zijn gewoonlijk lang genaald. Soms is de kafnaald vervangen door een kort, drietandig vorkje (gevorkte gerst). De cultivars zijn zeer overwegend zelfbevruchtend.

De graanvrucht is meestal bedekt en min of meer strokleurig, maar er bestaat ook "naaktzadige" gerst en ook gerst met zwarte kroonkafjes (zwarte gerst). Bij gewone gerst is de korrel vergroeid met de omhullende kafjes, waardoor deze gepeld moet worden in een pelmolen om de kafjes van het zaad te scheiden.

Gerst groeit zowel in subtropische gebieden als in streken met een gematigd klimaat. In het noorden strekt dat gebied zich tot aan de poolcirkel uit, met als uiterste grens 68° noorderbreedte in Finland. Ook wordt gerst op de berghellingen van de Himalaya, waar het groeiseizoen heel beperkt is, verbouwd.

De grotendeels nomadisch levende volken in de prehistorie verzamelden al graankorrels van wilde grassen. Lang voor het begin van de jaartelling werden de planten in cultuur gebracht. De oorspronkelijke groeigebieden van gerst bevonden zich waarschijnlijk in de hooglanden van Ethiopië en het zuidoostelijk deel van Azië (Tibet, Nepal en China). Aangenomen wordt dat er meer dan 7000 jaar geleden al gerst werd gekweekt in het gebied tussen Syrië en Afghanistan. In Europa was gerst de eerst gekweekte graansoort. Archeologische vondsten bij de resten van Zwitserse paalwoningen tonen aan dat de cultuur van gerst van 2000-3000 v Chr. stamt. Als voedsel was gerst tot in de Middeleeuwen van groot belang. De gerstekorrels werden tot brij gekookt, maar er werden ook koeken en platte broden van bereid. Later werd gerst als voedselgewas bijna overal overvleugeld door tarwe. Gerst wordt echter nog altijd op grote schaal verbouwd als veevoedergewas en als grondstof voor bier.

De rassen worden onderverdeeld in wintergerst en zomergerst. Wintergerst wordt in oktober gezaaid en moet dus winterhard zijn. Zomergerst wordt vanaf half februari gezaaid. De rassen van zomergerst worden ingedeeld in brouwgerstrassen en voergerstrassen.

Daarnaast zijn er tweerijige en meerrijige rassen. Er is ook een vorm waarvan de aar bestaat uit vier rijen vruchtjes. Bij de vierrijige gerst (Hordeum tetrastichum) staat het middelste aartje minder ver van de aarspil af dan de beide buitenste aartjes. Daardoor is de aar min of meer vierkant en lijkt het, als men van boven op de aar kijkt, net of er slechts vier rijen korrels zijn. Bij de zesrijige gerst, ook wel Hordeum polystichum genoemd, zijn alle bloemetjes vruchtbaar. De bloei wordt gevolgd door de vorming van drie graanvruchtjes aan elke kant van de spil, zodat er een zeskantige aar ontstaat, doordat alle drie de aartjes onder dezelfde hoek van de aarspil afstaan.

Bij tweerijige gerst (Hordeum distichum) genoemd, zijn de zijdelingse bloemetjes onvruchtbaar en wordt er een platte, tweekantige aar gevormd met slechts twee rijen vruchtjes. De onvruchtbare bloemetjes blijven nog wel te zien. Voor de bierbereiding worden overwegend tweerijige zomergerstrassen (brouwgerstrassen) gebruikt, omdat de korrels groter zijn en het eiwitgehalte lager is en de variatie in korrelgrootte bij deze rassen kleiner is. Bij de rassenkeuze moet niet alleen rekening gehouden worden met de korrelopbrengst, maar ook met het volgerstaandeel en het eiwitgehalte. In verband met het voorkomen van legering zijn strostevigheid en veerkracht van het stro belangrijke raseigenschappen. Brouwgerst wordt in het zuidwesten van Nederland en in Flevoland geteeld.

 * Wintergerst wordt in de eerste helft van oktober gezaaid. De zaaizaadhoeveelheid varieert van 100 kg per ha bij vroeg zaaien op kleigrond met een goede structuur tot 180 kg per ha bij zeer laat zaaien op zware stugge kleigrond. De oogst vindt eind juli/begin augustus plaats.

 * Zomergerst moet zo vroeg mogelijk gezaaid worden, vanaf half februari, mits de structuur het toelaat. Hierdoor wordt een hogere opbrengst en een betere kwaliteit verkregen. Ook blijkt vroeg gezaaide zomergerst door de meer intense en minder oppervlakkige beworteling minder gevoelig voor droogte te zijn. Zomergerst kan tot begin april gezaaid worden. Op zomergerst hoeft niet veel bemest te worden omdat de brouwkwaliteit dan achteruit gaat. De zaaizaadhoeveelheid varieert van 90 kg per ha op kleigrond met een goede structuur tot 160 kg per ha op zware stugge kleigrond. Voor een hoge korrelopbrengst bij brouwgerst moet gestreefd worden naar circa 200 planten per m², waarbij een plantaantal van 225 planten per m² het maximum is. Een hogere zaaidichtheid heeft een negatief effect op de stevigheid, doordat er dan dunnere en slappere halmen gevormd worden. Ook neemt de ziektegevoeligheid van het gewas dan toe. De oogst is later dan van de wintergerst en valt meestal half augustus. Van zomergerst kan een opbrengst gehaald worden van tussen de 6000-8000 kg/hectare.

Bij gerst is de vrucht vergroeid met de omhullende kafjes. Vanwege de onverteerbare kafjes moet gerst voor menselijke consumptie altijd gepeld worden. Gepelde gerst wordt gort genoemd. Vroeger werd de gerst gepeld op een pelmolen.

Ontkiemende gerstkorrels (gerstemout) vormen de belangrijkste grondstof voor de productie van bier en whisky. Gemiddeld genomen kan met 1 kilo gerst ongeveer 6 liter bier worden geproduceerd.

 * De kiemkracht moet groot zijn, en het kiemingsproces moet snel en regelmatig verlopen (minstens 95% van de zaden gekiemd na drie dagen). Verlies aan kiemkracht kan voorkomen worden door bij de oogst de maaidorser goed af te stellen en de gerst op de juiste wijze te drogen en te bewaren.

 * Het eiwitgehalte mag bij brouwgerst niet hoger zijn dan 11,5% en liefst niet lager dan 9,5%. De optimale waarde bedraagt 10-11%. Een te hoog eiwitgehalte gaat ten koste van het zetmeelgehalte en drukt het rendement. Bovendien kan een te veel aan eiwit problemen geven bij de filtratie. Ook een te laag eiwitgehalte geeft problemen bij de vermouting. Het eiwitgehalte wordt naast rasverschillen sterk beïnvloed door het groeiseizoen en door de teeltomstandigheden. In een goed jaar, met een gemiddeld eiwitgehalte van 10,5%, zijn de rasverschillen niet zo belangrijk. In een ongunstig jaar, met een gemiddeld hoog eiwitgehalte van 11,5%, kan dit wel van belang zijn. De rasverschillen zijn ook belangrijker in het noordoosten van het land (waar gemiddeld over verscheidene jaren het eiwitgehalte hoger is) dan in het zuidwesten.

 * Volgerstaandeel: voor het verkrijgen van een gelijkmatige kieming tijdens het eesten, worden hoge eisen aan de homogeniteit en sortering van de brouwgerst gesteld. Het aandeel volgerst (korrels groter dan 2,5 mm) moet minimaal 90% zijn, en het aandeel doorval (korrels kleiner dan 2,2 mm) mag niet groter zijn dan 2%. De hoogte van het volgerstaandeel is mede bepalend voor de premie die er voor brouwgerst wordt betaald. De korrelgrootte is voor een belangrijk deel een raseigenschap waardoor overwegend tweerijige rassen worden gebruikt. Verder wordt de korrelgrootte beïnvloed door het groeiseizoen en de teeltomstandigheden.

 * De duizendkorrel-massa moet liggen tussen 35 en 45 g, het vochtgehalte mag niet hoger dan 14% (bij 65% luchtvochtigheid), doch maximaal 16% zijn. Daarboven verademt de gerst te veel, waardoor de temperatuur stijgt en niet meer in silo's opgeslagen kan worden. Is het vochtgehalte te hoog dan moet de gerst teruggedroogd worden door er lucht die kouder of warmer, maar in ieder geval relatief droger is, doorheen te blazen.

Gerst bevat weinig gluten (in water zwellende kleefstoffen) en is daarom niet geschikt voor het bakken van brood. Door bij het gerstemeel 20-30% tarwemeel te mengen is het wel mogelijk hier brood van te bakken, maar deze broden zijn tamelijk plat.







Meer informatie:http://nl.wikipedia.org/wiki/Gerst



 

Gewone oesterzwam

Pleurotus ostreatus
Plant familie: Pleurotaceae 
Plantenlaag:Paddenstoelen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, inheems, paddenstoelen, éénjarig,  
Bloeitijd:nvt 
Oogsttijd:september - december 
Beschrijving:

De gewone oesterzwam is een redelijk bekende paddestoel. De vorm lijkt op de schelp van een oester en de kleur kan varieren tussen lichtgrijs lichtpaars en lichtgeel. In het wild komt de paddenstoel vooral voor op levende en dode stammen, stronken en takken van loofbomen van oa. de populier, beuk, wilg en berk. Vooral op de beuk zitten ze vaak. Op naaldbomen kom je zelden tot nooit tegen. 

Voor de eigen verbouw kunnen de sporen van de paddestoel geënt worden op koolstofrijke materialen zoals boomstammetjes, stro of zelfs oude kranten. Sinds enige jaren gebruikt men ook koffiedik als substraat om oesterzwammen op te kweken. 

Het zelf kweken van deze paddenstoel in de buitenlucht is goed te doen. Dit kan door de sporen of broed te kopen en dat zelf aan te brengen op ontsmette koolstofrijke materialen.

Daarnaast kun je tegenwoordig ook kant en klare kweeksetjes kopen en zo je eigen oesterzwammen gecontroleerd in huis kweken. 

De oesterzwam wordt in verschillende gerechten gegeten. Het kan naast vlees, maar ook als vleesvervanger. Er is ook lekkere paddenstoelensoep van te maken. Hier kun je verschillende gerechten vinden





Meer informatie:http://paddestoelen.net/html/project/kweken.html



 

Gewone tarwe

Triticum aestivum
Plant familie: Poaceae (Grassenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:verwerkt eetbaar, volle zon, granen, éénjarig,  
Bloeitijd:mei - juni 
Oogsttijd:juli - augustus 
Beschrijving:

Gewone Tarwe (Triticum aestivum) is één van de voornaamste granen waar de mensheid zich mee voedt, naast rijst en maïs. Het staat met maïs op een gedeelde eerste plaats.

Tarwe is ook een van de oudste gedomesticeerde planten. De domesticatie vond waarschijnlijk ongeveer 10.000 jaar geleden plaats in het Midden-Oosten en Afrika van Syrië tot Kasjmir en naar het zuiden tot in Ethiopië.

De plant houdt van vochtige grond en groeit het beste in de volle zon. De planten bestuiven elkaar via de wind.

Door kruising en selectie zijn er van gewone tarwe duizenden rassen gekweekt met verschillende eigenschappen en een steeds hogere opbrengst per ha. Tarwe kan aan het eind van de hefst (wintertarwe) of begin in het voorjaar (zomertarwe) worden gezaaid.

Meel van gewone tarwe is afhankelijk van het ras geschikt voor het maken van brood, biscuit en gebak. Pasta's worden meestal van durumtarwe gemaakt.

De wilde en primitieve tarwesoorten hebben een brosse aarspil, waardoor de korrels zich makkelijk kunnen verspreiden. Ook zijn de korrels stevig omsloten door de kafjes en zitten er weinig korrels op een aar. Deze ongewenste eigenschappen zijn door de mens door de eeuwen heen weggeselecteerd.

Eenkoorn en emmertarwe werden 4000 jaar v.Chr. veel verbouwd in Noord-Afrika en het Middellandse Zeegebied. Waarschijnlijk kwam eenkoorn veel voor als een ongewenste vermenging met emmertarwe. Na 300 v.Chr. werd durumtarwe met naakte korrels meer en meer verbouwd en na enkele eeuwen had deze soort de emmertarwe verdrongen. Gewone tarwe kwam in 200 v.Chr. voor het eerst voor in het Middellandse Zeegebied. Tegelijkertijd werd ten noorden van de alpen emmertarwe verdrongen door spelt. In de Middeleeuwen werd gewone tarwe en spelt in Europa veel verbouwd. Uiteindelijk is spelt bijna geheel verdrongen door de gewone tarwe.





Meer informatie:https://nl.wikipedia.org/wiki/Gewone_tarwe



 

Gierst

Panicum miliaceum
Plant familie: Poaceae (Grassenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:verwerkt eetbaar, inheems, volle zon, granen, éénjarig,  
Bloeitijd:mei - juni 
Oogsttijd:juli - augustus 
Beschrijving:Gierst is een groep van graangewassen met kleine korrels, die tot de grassenfamilie behoren. De korrelopbrengst per ha is ongeveer 700 kg. De planten groeien zowel op droge als op vochtige grond en groeien het beste in de volle zon. 

Verschillende gierstsoorten werden al in het vroege neolithicum in China verbouwd; er zijn sporen gevonden van gierstteelt uit 8300-6700 v.Chr. In die tijd kwam gierstteelt vaker voor dan rijst. Gierst werd vroeger ook in Europa als voedsel gebruikt. In vele gebieden van Afrika en Azië zijn de verschillende gierstsoorten het belangrijkste voedingsmiddel. Pluimgierst behoort tot de vroegste in Nederland aangetroffen cultuurgewassen; op de raatakkers (ook wel bekend als 'celtic fields') werd deze gierstsoort al vóór het begin van de jaartelling verbouwd.

De korrels zijn glutenvrij en bestaan bij de meeste gierstsoorten voor 60 tot 80 % uit koolhydraten, 6 tot 20 % eiwit met belangrijke aminozuren en 1 tot 6 % vet.

Gierst en sorghum bevatten meer onverteerbare stoffen (phytinezuur, oxaalzuur, kiezelzuur) dan andere graansoorten die gebruikt worden voor volkorenbrood. Omdat ongepelde gierst bitter smaakt is het beter deze graansoort niet in volkoren te verwerken.

De gepelde gierstkorrel kan net zoals rijst gegeten worden. Parelgierst wordt het meeste gegeten als couscous. Gierst wordt ook verwerkt tot meel, griesmeel, vlokken en popcorn. Ook wordt het, evenals vogelzaad, gebruikt als vulling voor jongleerballetjes.

Van gierst wordt naast de zaden ook de stengel voor het winnen van vezel gebruikt.

De belangrijkste soorten zijn:

    * Pluimgierst
    * Parelgierst
    * Vingergierst
    * Trosgierst

Nieuw in Nederland in het wild is Zuid-Afrikaanse gierst (Panicum schinzii). Daarnaast komen in Nederland pluimgierst (Panicum miliaceum) (verwilderd), kale gierst (Panicum dichotomiflorum), draadgierst (Panicum capillare) en bloedgierst in het wild voor.




Meer informatie:http://nl.wikipedia.org/wiki/Gierst



 

Goji bes

Lycium barbarum
Plant familie: Solanaceae (Nachtschadefamilie) 
Plantenlaag:Struiken 
Plantenfuncties:verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, fruit, omheining, bijenplant, geneeskrachtig, meerjarig,  
Bloeitijd:juni - augustus 
Oogsttijd:augustus - oktober 
Beschrijving:

De goji bes of boksdoorn (Lycium barbarum) is een plant uit de nachtschadefamilie. Het is een struik die oorspronkelijk afkomstig is uit Azië maar is goed winterhard in ons klimaat. 

De goji bes houdt van ietwat vochtige grond en groeit zowel in de halfschaduw als in de volle zon. De plant is tevreden met arme grond.

De lange, gebogen takken kunnen 3 meter lang worden en hebben lange doornentot ruim 3 cm. De takken verhouten en slingeren zich tussen andere planten door tot over de laagste takken van een dichtbijstaande boom. Het kan eventueel verstandig zijn de plant te ondersteunen met bijvoorbeeld een pergola en/of op te binden. De donkergroene 2-5 cm lange, grijsgroene bladeren zijn langwerpig.

De bloemen bestaan uit vijf kroon- en vijf kelkbladen zoals gebruikelijk bij de nachtschadefamilie en zijn violet tot paars van kleur. Ze zijn alleenstaand of staan in kleine groepjes bijeen. De meeldraden steken uit. De bloemen worden bestoven door insecten zoals hommels en bijen. 

De plant en vooral de vrucht ervan, bevat verschillende vitaminen en andere organische stoffen als aminozuren, caroteen, polysachariden en rutine. De 1,5-2 cm grote bessen zijn oranje-rood van kleur. Voor het drogen zijn ze zeer saprijk en barsten gemakkelijk. Zaadverspreiding vindt over grote afstanden plaats doordat ze vastkleven in de vacht van passerende dieren. De bessen worden onder de naam 'goji bes' commercieel geteeld voor consumptie onder ander in gedroogde vorm. De bessen worden verder onder meer in vruchtensappen verwerkt. Het is belangrijk dat de bessen wel volledig rijp zijn voordat ze worden gegeten.

Vanwege de doorns wordt de plant gebruikt als heg en als afscheiding. 

De Plants for a Future Database meldt dat ook de Lycium chinense eetbaar is en goed is te groeien in ons klimaat. 





Meer informatie:http://pfaf.org/user/Plant.aspx?LatinName=Lycium%2



 

Gouden bamboe

Phyllostachys aurea
Plant familie: Poaceae (Grassenfamilie) 
Plantenlaag:Lage bomen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, groentes, zaden, houtproductie, windkering, omheining, wintergroen, meerjarig, overig,  
Bloeitijd:nvt 
Oogsttijd:maart - juni 
Beschrijving:

De gouden bamboe is afkomstig uit China. De naam aureus betekent goudgeel. Dat slaat op de geel-achtige stengels. 

Phyllostachys aurea gedijt zowel goed op drogere als vochtige gronden en staat het liefst in de volle zon maar kan ook in de halfschaduw groeien. Hoe meer je bemest en hoe warmer en zonniger hij staat, hoe beter de bamboe het naar de zin heeft en hoe sterker de groei.  Beschermen voor koude winden in de winter is verstandig. Bij -12 °C kan er bladschade optreden en bij -18 °C kunnen de takken invriezen.

Deze bamboe kan in de meeste van onze tuinen toegepast worden. Het woekeren valt wel mee. Geschikt voor een groenblijvende solitair, haag of een visueel scherm. Daarnaast ook geschikt als kuipplant.

De stengels groeien tot 2,5 cm dikte en 3-8 m hoogte, ze staan in groepjes dicht bijeen en zijn sterk en recht. De jongere stengels, die zo rondom juni verschijnen zijn groen. Na verloop van tijd verkleuren ze naar geelgroen. Staat Phyllostachys aurea op een zonnige plaats, dan verkleuren ze tot bleekgeel. 

Jonge scheuten zijn rauw en gekookt eetbaar. Ze zijn de zoetste van de soort en zijn haast niet bitter. De scheuten worden in de lente geoogst als ze ongeveer 8cm boven de grond staan, waarbij ze 5 cm onder de grond afgesneden worden. Ze kunnen worden gekookt als groente of worden geroerbakt. 

Ook het zaad, rauw of gekookt is eetbaar, al moet je er wel even op wachten, de soort bloeit eens in de zoveel jaar. Je kunt het zaad eten als rijst, of drogen en malen tot meel.

De stokken zijn uitstekend bruikbaar in de tuin als ondersteuning. Ze zijn sterk en flexibel. Ook wordt er van de stengels papier gemaakt.

Een eetbaar familielid van de gouden bamboe die ook in Nederland groeit is de Phyllostachys aureosulcata. Daarnaast is ook Phyllostachys nidularia goed eetbaar volgens de Plants for a Future database. 







Meer informatie:http://www.tuinkrant.com/plantengids/bamboe/10690.



 

Goudkopje

Pholiota microspora
Plant familie: Strophariaceae 
Plantenlaag:Paddenstoelen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, paddenstoelen, éénjarig,  
Bloeitijd:nvt 
Oogsttijd:september - december 
Beschrijving:

Het goudkopje is in Japanse vakliteratuur ook wel bekend onder de latijnse naam Pholiota nameko. Het ontleent haar volksnaam hieraan en deze paddenstoel staat in Japan bekend onder de naam nameko. 

Het goudkopje is een kleine, barnsteenkleurig goudbruine, paddenstoel met een ietwat slijmerige hoed. De vruchtlichamen groeien in bundeltjes, die worden geoogst als de steeltjes 5-8 cm zijn en de hoedjes nog net naar beneden gekruld zijn. De slijmlaag op de hoed verdwijnt na bereiden.

De paddenstoel kan goed tegen lage temperaturen en heeft veel vocht nodig. 

Het is één van de populairste kweekpaddenstoelen van Japan. De paddenstoel smaakt licht nootachtig en wordt ook wel in wokgerechten verwerkt. De paddenstoel is ook in gedroogde toestand in de handel. 

Hij wordt gebruikt in de Japanse keuken onder andere als ingrediënt in miso soep en nabemono.

In Nederland kan men ook kweekpakketten kopen, waarin sporen van de paddenstoel zijn verwerkt, en waaruit men de nameko zelf kan kweken en oogsten. 





Meer informatie:http://www.shroomery.org/9403/Pholiota-nameko



 

Goudsbloem

Calendula officinalis
Plant familie: Asteraceae (Composietenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, kruiden, bloemen, bijenplant, geneeskrachtig, éénjarig,  
Bloeitijd:juni - oktober 
Oogsttijd:juni - oktober 
Beschrijving:

De goudsbloem komt van origine uit Zuid-Europa en kan tot een hoogte van 50cm groeien. De goudsbloem houdt van ietwat vochtige grond en groeit zowel in de halfschaduw als in de volle zon.

De groene bladeren zijn ietwat harig en hebben een peddelachtige vorm. 

De plant is eenhuizig, er zijn zowel individuele mannelijke en vrouwelijke bloemen en beide zitten aan dezelfde plant. De bloemen worden bestoven door insecten zoals hommels en bijen. 

De oranjegele bloemen zijn geschikt om te eten. Zowel rauw als in gekookte en gestoofde gerechten. De bloemblaadjes kunnen onder meer worden toegevoegd aan salades. De bloemen kunnen gedroogd worden en worden toegevoegd aan soepen en aan bakwaren zoals cake. De bladeren kunnen ook gebruikt worden om kleur te geven aan rijst 

Ook kan er een thee worden gezet van de bloemblaadjes. 

De plant is eenjarig maar de zaden kunnen zichzelf vrij gemakkelijk uitzaaien zodat je het jaar erop weer goudsbloemen krijgt. Het kan verstandig zijn een gedeelte in de herfst te oogsten en in het voorjaar zelf weer uit te zaaien. 

De goudsbloem wordt ook al lange tijd medicinale eigenschappen toegedicht. Het staat vooral bekend om de wondhelende eigenschappen. Er kan o.a. een zalf van worden gemaakt. Voor details zie de Plants for a Future database.

Langs het huis geplant, houdt goudsbloem mieren tegen.





Meer informatie:http://www.natuurlijkerwijs.com/goudsbloem.htm



 

Groenlof

Cichorium intybus var. foliosum
Plant familie: Asteraceae (Composietenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, groentes, éénjarig,  
Bloeitijd:nvt 
Oogsttijd:augustus - november 
Beschrijving:

Groenlof (Cichorium intybus var. foliosum) is een beetje een buitenbeentje / vergeten groente dat alleen nog gratie lijkt te krijgen bij de ‘alternatieve’ consument. Er zijn 2 types in de Cichorium intybus familie: het loftype (zoals witlof, wordt ook wel het Verona-type genoemd), en het slatype (zoals groenlof, wordt ook wel Chioggia-type genoemd).  

Groenlof is een bladgroente met spitse, langwerpige kroppen en groeit op elke grond zolang deze vochtig is (een lichte bemesting is voldoende), de plant groeit het beste in de volle zon. De plant is familie van witlof en andijvie en kan een klein beetje vorst verdragen, vandaar zeer geschikt voor najaarteelt.

Zaaien in juni/juli, oogsten in augustus t/m begin november.

De meeste kookboeken zijn het bestaan van deze groente vergeten of negeren het doelbewust. Onterecht, want wat bleek uit onze populariteitsmeting: groenlof valt redelijk goed in de smaak.

Groenlof wordt meestal gestoofd. Verwijder de groene toppen en zo nodig de buitenbladeren. Hou je van een beetje bitter, laat ze er dan aan. Even stoven en daarna met een kaassausje gratineren of mengen in een aardappelpuree of hesprolletjes mee maken of gewoon puur... Rauw kan ook (in reepjes)!

De groente kan lang bewaard worden in de koelkast, afgedekt om uitdroging te voorkomen.





Meer informatie:http://www.groentenfruit.nl/index_product.asp?pg=1



 

Grondpruim

Astragalus crassicarpus
Plant familie: Leguminosae (Vlinderbloemenfamilie) 
Plantenlaag:Bodemkruipers 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, groentes, groenbemester, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:april - juni 
Oogsttijd:juli - augustus 
Beschrijving:

Grondpruim is een meerjarige plant die tot een halve meter hoog kan worden. De plant komt van orignie voor in het midden en het oosten van de VS.

De plant groeit het beste op droge grond en staat graag in de volle zon. 

De groundpruim komt uit de bonenfamilie en gaat een samenwerking aan met bacterien in de wortels om zo stikstof uit de lucht te binden in de grond tot een bruikbare meststof voor de plant. 

De bloemen bloeien van april tot juni, zijn hermafrodiet, bevatten zowel mannelijke als vrouwelijke delen en worden door bijen bestoven.

De zaadhulzen kunnen 25mm groot worden en lijken op pruimen waar de plant haar naam aan te danken heeft. Deze zaadhulzen met zaden kunnen als ze jong zijn zowel vers als gekookt worden gegeten.

 





Meer informatie:https://pfaf.org/user/Plant.aspx?LatinName=Astraga



 

Grote brandnetel

Urtica dioica
Plant familie: Urticaceae (Brandnetelfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:verwerkt eetbaar, inheems, volle zon, halfzon/halfschaduw, groentes, kruiden, omheining, vlinderplant, geneeskrachtig, meerjarig,  
Bloeitijd:juni - oktober 
Oogsttijd:maart - november 
Beschrijving:

De grote brandnetel is inheems in West-Europa en kan tot 1.2 meter hoog groeien. De plant heeft brandharen op de bladeren die als ze in contact komen met de huid een brandende jeuk kunnen veroorzaken. Mede hierdoor is het een bekende, wellicht beruchte plant bij veel mensen.

De grote brandnetel houdt van voedselrijke, ietwat vochtige bodems en groeit zowel goed in de halfschaduw als in de zon. De plant groeit gemakkelijk op plaatsen waar verstoring is geweest komt daarom vaak als onkruid/bijkruid voor in Nederland om tuinen. 

De brandnetel is tweehuizig, er zijn planten met mannelijke bloemen en planten met vrouwelijke bloemen. De brandnetel wordt door de wind bestoven. 

De jonge scheuten (15 tot 20cm hoogte) van de brandnetel zijn eetbaar. Trek wel goede stevige handschoenen aan bij het plukken om te voorkomen dat je je 'brand' aan de planten. Gezien het brandende karakter van deze plant is het belangrijk de planten eerst te koken of te drogen voor consumptie. 

De jonge scheuten kunnen worden gekookt en worden gegeten als groente of om soep van te maken. Ook kan van de jonge scheuten thee worden gemaakt. De jonge scheuten kunnen ook gedroogd worden om later in het jaar, onder meer de winter, gebruikt te worden voor consumptie. 

Brandnetel reinigt het lichaam en versterkt de spijsvertering. Het bevat hoge gehaltes aan vitamine A en C, ijzer, kalk en eiwit. Het heeft een hoge voedingswaarde en er worden ook geneeskrachtige werkingen aan de brandnetel toegeschreven. 

Het zaad van brandnetels kan als het groen is ook worden geoogst, in Nederland zal dat rond juli tot enkele maanden erna zijn. Na de oogst kan het zaad worden gedroogd en is het als voedingssupplement te gebruiken. Voor uitgebreide informatie over het hoe en wat rond brandnetelzaad zie het artikel: De geneeskracht van brandnetelzaad

De volwassen planten kunnen worden gebruikt voor hun vezels, er kan draad, kleren en papier uit gewonnen worden. Ook kan er brandnetelgier van worden gemaakt. Dit kun je doen door brandnetels af te knippen bij de grond en de gehele planten een paar dagen in een emmer water te laten staan. Brandnetelgier kan worden gebruikt als natuurlijke middel tegen bladluizen en kan ook worden gebruikt als bemesting voor andere planten. 

Door de branderigheid bij aanraking is de brandnetel onder meer geschikt als natuurlijke afscheiding of barrièrre. 

Tot slot is de grote brandnetel ook een waardplant voor meer dan 50 soorten vlinders waaronder een aantal bekende dagvlinders zoals de Kleine Vos, de Dagpauwoog en de Atalanta.









Meer informatie:http://nl.wikipedia.org/wiki/Brandnetel



 

Grote lisdodde

Typha latifolia
Plant familie: Typhaceae (Lisdoddefamilie) 
Plantenlaag:Waterplanten 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, inheems, volle zon, groentes, bloemen, wortels, windkering, omheining, meerjarig, overig,  
Bloeitijd:juni - juli 
Oogsttijd:april - november 
Beschrijving:

De grote lisdodde (Typha latifolia) is een plant uit de lisdoddenfamilie (Typhaceae). Het is een tot ruim 2 m hoge plant van voedselrijke oevers met lange grote bladeren, en een karakteristieke bruine 'sigaar' aan het uiteinde van zijn stengels.

De plant bloeit in juni en juli met de mannelijke aar meestal direct boven de vrouwelijke lichtbruine aar, waaraan de bloemen zitten. Bij rijpheid zijn de vrouwelijke aren zwartachtig bruin; de sigaren. Bij de kleine lisdodde (Typha angustifolia) zijn de rijpe sigaren geelachtig tot groenachtig van kleur.

Verspreiding:
De grote lisdodde is een zeer algemene plant en komt voor aan waterkanten in zeer voedselrijke omstandigheden en in zure, voedselrijk wordende vennen en plassen. De plant komt niet voor aan grote open wateren.De plant kan zich onder gunstige omstandigheden vrij snel door middel van wortelstokken verspreiden.

Vermeerdering:
Lisdodde plant zich in de vrije natuur voort via wortelstokken of via pollen. Zelf kan je lisdodde vermeerderen uit zaad of via deling:
    * Scheuren - Scheur de planten in april of mei en poot de delen op in een grondmengsel dat bestaat uit gelijke delen zand, klein en laagveen.
    *  Zaaien -  Je kan zelf de zaden van lisdodde oogsten en deze uitzaaien. Die ontwikkelen zich uit de bloemen aan de sigaren. De zaadpluizen worden normaal gezien meegevoerd door de wind. In gunstige omstandigheden zal het zaad goed kiemen. Kies een ondiepe oeverrand uit rijk aan slik voor een goede voedingsbodem.

Gebruik:
A) De pluis uit de rijpe bloeiwijze is heel handig bij het aanmaken van vuur.

B) Lisdodde is een nuttige oeverplant. De plant biedt de volgende voordelen:
    * Lisdodde zuivert het water.
    * Hij vervoert zuurstof naar de wortels. In het aeroob of zuurstofrijk water rond de wortels, nemen heel wat bacteriën een vaste plaats in. Ze breken fosfaten, nitraten en nitrieten af in het water.
    * Veel slootdieren zoeken een veilige schuilplaats tussen de wortels van lisdodde.
    * Heel wat insecten en spinnen overwinteren in de holle stengels van lisdodde.

C) Eetbare delen van de grote lisdodde:
    * De witte binnenkant van de jonge scheuten is eetbaar, zelfs rauw.
    * Het stuifmeel van de lisdodde bloem is bruikbaar als meel (bloem) voor het bakken van een koek. Per bloem levert dat ongeveer een eetlepel meel op.
    * In het voorjaar kunnen de jonge knoppen gegeten worden als een soort asperges.
    * De wortelstokken zijn zeer zetmeelrijk en een bron van voedsel. De wortels kunnen geschild worden. Vervolgens kan men de vezels koken, bakken, drogen, vermalen tot meel of men kan er siroop van maken door ze langzaam droog te koken. Men kan de wortels na het schillen onder water scheuren en breken om het zetmeel eruit te halen. De wortels kan men eenvoudig bakken in een open vuur, waarbij de wortelbast als een soort bescherming dient tegen het vuur. Na tien tot twintig minuten kan men de wortels openscheuren en de zetmeelrijke vezels eruit halen; deze vezels zijn direct eetbaar. Per persoon heeft men vijftien tot twintig wortels nodig.
    * De zaden van de vrucht zijn eetbaar. Het bruine pluis van de vrucht van de grote lisdodde kan men door te branden verwijderen. Daarna kan men de zaden drogen of roosteren.

De grote lisdodde groeit op allerlei plaatsen. Het is onverstandig om planten uit vervuild water te eten omdat de plant vervuilingen uit het water wegzuivert en deze opslaat. Vermijd het eten van deze plant in het geval dat de smaak bitter, zuur of pittig is.

Opgelet: woekerende plant
Lisdodden zijn agressieve groeiers, althans de grote en de kleine lisdodde. Ze zaaien zich sterk uit en woekeren. Met hun wortels groeien ze al snel door vijverfolie heen, met alle gevolgen van dien. Daarom is het aangeraden om enkel de dwerglisdodde in een tuinvijver met folie aan te planten. Zelfs in kleine vijvers zal deze de folie niet beschadigen.

Naast de grote en kleine Lisdodde die in deze database staan zijn er nog twee andere soorten die geschikt zijn voor het Nederlandse klimaat volgens de Plants for a Future Database. Dit zijn: Typha domingensis en Typha laxmannii.







Meer informatie:http://nl.wikipedia.org/wiki/Grote_lisdodde



 

Harbin peer

Pyrus ussuriensis
Plant familie: Rosaceae (Rozenfamilie) 
Plantenlaag:Lage bomen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, fruit, bijenplant, meerjarig, overig,  
Bloeitijd:april 
Oogsttijd:september - oktober 
Beschrijving:

De Harbin peer komt van origine uit het noordoosten van Azië uit de provincie Harbin.

Het is een snelgroeiende boom die tot 15 meter hoogte kan groeien.

De boom houdt van vochtige grond en groeit het beste in de volle zon maar groeit ook in de halfschaduw. Het is de meest winterharde soort van alle peren.

De harbin peer bloeit met witte bloemen. De bloemen zijn hermafrodiet, ze bevatten zowel de mannelijke als de vrouwelijke delen, en worden bestoven door insecten zoals bijen en hommels.

De hoeveelheid, grootte en smaak van het fruit kan sterk variëren. In optimale staat zijn de vruchten zoet en maximaal 4 cm groot.

De boom wordt echter vaak als onderstam voor andere perensoorten gebruikt mede vanwege de goede vorsttolerantie. 





Meer informatie:http://www.pfaf.org/user/Plant.aspx?LatinName=Pyru



 

Hartnoot

Juglans ailantifolia
Plant familie: Juglandaceae (Okkernootfamilie) 
Plantenlaag:Hoge bomen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, noten, houtproductie, meerjarig,  
Bloeitijd:juni 
Oogsttijd:september 
Beschrijving:

De hartnoot, ook wel bekend als Japanse walnoot komt van origine voor op de eilanden Japan en Sakhalin.

De boom kan tot 20 meter hoog en tot 15 meter breed worden. De hartnoot houdt van een diepe ietwat vochtige en licht alkalische grond. De hartnoot staat het liefst in de volle zon en op een plek beschut tegen al te sterke wind. 

De hartnoot is van nature bestand tegen de kankerziekte waar de boternoot door wordt gevelt. De boom kan meer dan 100 jaar oud worden en het kan een jaar of 4 duren na aanplant voordat de eerste noten worden geproduceerd. 

De boom is eenhuizig, ze bevat zowel mannelijke als vrouwelijke bloemen. De mannelijke bloemen vormen lange groene naar beneden hangende slierten (katjes), de vrouwelijke bloemen staan rechtop en bloeien roze/rood. De hartnoot wordt door de wind bestoven. De plant is zelfbestuivend.  

De boom dankt de naam aan de vorm van de noot die in dwarsdoorsnede lijkt op een hart. De noot is vers te eten, makkelijk te kraken en heeft een zoete smaak zonder een bittere nasmaak zoals die vaak bij zwarte noten wordt gevonden. De noot kan ook worden gebruikt in gebak en taarten.

Het hout van de hartnoot kan worden gebruikt voor het maken van kasten. 

De ondersoort juglans ailantifolia cordiformis, ook wel bekend als echte hartnoot, wordt specifiek genoemd door de plants for a future database.

Er is ook een kruising van de echte hartnoot (juglans ailantifolia cordiformis) en de boternoot (juglans cinerea) die bekend staat als de Buartnoot.







Meer informatie:https://www.pfaf.org/user/Plant.aspx?LatinName=Jug



 

Haver

Avena sativa
Plant familie: Poaceae (Grassenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, granen, éénjarig,  
Bloeitijd:juni 
Oogsttijd:augustus 
Beschrijving:

Haver (Avena sativa) is een eenjarige plant uit de grassenfamilie (Poaceae). Het is een graansoort, die reeds sinds 7000 v.Chr. geteeld wordt. Haver komt oorspronkelijk uit Zuidoost-Europa en Zuidwest-Azië en is ontstaan uit de wilde haver (Avena fatua).

Haver groeit zowel op droge als op vochtige grond en groeit het beste in de volle zon. 

De plant wordt ongeveer 1,2 m hoog. Het 5 mm brede tongetje (ligula) is getand. Haver bloeit in juni en de bloeiwijze is een pluim. De aartjes bestaan uit twee bloempjes, die zichzelf bestuiven. De kroonkafjes zijn ongenaald of zoals bij naakte haver onvolledig genaald. De vruchten zijn rijp in augustus.

Bij naakte haver blijven bij de rijpe korrels de kafjes niet om de korrel zitten wat bij gewone haver wel het geval is. Haver wordt gebruikt als paardenvoer en voor de productie van havermout en havervlokken.

In Nederland wordt ongeveer 2500 hectare (2003) haver per jaar verbouwd. 

 

 





Meer informatie:http://www.plantaardigheden.nl/plant/beschr/gonnve



 

Haverwortel

Tragopogon porrifolius
Plant familie: Asteraceae (Composietenfamilie) 
Plantenlaag:Knolgewassen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, groentes, éénjarig,  
Bloeitijd:nvt 
Oogsttijd:oktober - december 
Beschrijving:

De haverwortel wordt ook wel armeluisasperges, witte schorseneren, oesterplant, boksbaard of keukenmeidenverdriet genoemd. De haverwortel behoort tot de composietenfamilie (Compositae oftewel Asteraceae). De gebruikelijke Nederlandse naam voor de soort (Heukels' Flora van Nederland) is Paarse morgenster.

De haverwortel houdt van vochtige grond en groeit graag in de volle zon. 

De plant kan worden gezaaid in maart tot mei, waarna er in oktober tot februari geoogst kan worden. De tot 30 centimeter lange, harige penwortel kan alleen in het eerste jaar geoogst worden, omdat hij in het tweede jaar te houtig wordt als ook de bloeiwijzen zich ontwikkelen.

Zaaien in maart/april, oogsten in oktober t/m begin december.

De haverwortel wordt hoofdzakelijk als wortelgroente gebruikt, maar ook de bladeren kunnen in salades worden verwerkt of op dezelfde manier als spinazie worden bereid. De zoet smakende, melksap bevattende wortel, waarvan de smaak aan oesters doet denken, is zeer voedzaam. De wortels moeten onder water worden geschild, vanwege het kleverige melksap.  





Meer informatie:http://www.groentenfruit.nl/index_product.asp?pg=1



 

Hazelnoot

Corylus avellana
Plant familie: Betulaceae (Berkenfamilie) 
Plantenlaag:Lage bomen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, inheems, volle zon, halfzon/halfschaduw, noten, windkering, omheining, meerjarig,  
Bloeitijd:januari 
Oogsttijd:september - november 
Beschrijving:De hazelnoot of hazelaar behoort tot de familie van de berken en is een bladverliezende boom die 1,5-3,5 m hoog kan worden. De hazelnoot staat graag in de volle zon maar groeit ook in de halfschaduw. 

De groeivorm van hazelnoten is als een grote heester met verschillende onderstammen die elk jaar toenemen. Hierdoor wordt de hazelnoot een zeer dichte struik en is ze ideaal om in een windkering te gebruiken. 

De bladeren zijn rond, donzig en getand. Hazelaars zijn windbestuivers en bloeien meestal rond januari. De mannelijke katjes zijn groen en verkleuren naar geel wanneer ze hun stuifmeel afgeven. De vrouwlijke bloemen zijn erg klein, zitten in kleine trosjes op de takken en bloeien donkerroze tot rood.

De vruchten, de hazelnoten kunnen 10 tot 25mm lang worden, zijn eivorming en hebben een groen omhulsel wat uit blad bestaat. Als de noten rijpen verkleurt het omhulsel naar geel en als de noten rijp zijn vallen ze uit het verdrogende omhulsel of zijn daar gemakkelijk uit te plukken.  

De noten kunnen na het oogsten het beste in de dop worden gedroogd. De noten kunnen vers worden gegeten, ze kunnen geroosterd worden, gehakt en geraspt. Er kan ook meel van worden gemaakt. Hazelnoten worden vaak gebruikt als ingerdient in chocolade pasta en chocoladerepen. 




Meer informatie:http://nl.wikipedia.org/wiki/Hazelnoot



 

Heemst

Althaea officinalis
Plant familie: Malvaceae (Kaasjeskruidfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, groentes, bloemen, wortels, bijenplant, geneeskrachtig, meerjarig,  
Bloeitijd:juli - september 
Oogsttijd:april - november 
Beschrijving:

Heemst, soms ook echte heemst genoemd, komt van origine uit Afrika en is vervolgens door mensen breed verspreid. De plant kan tot twee meter hoogte groeien.   

Heemst groeit zowel op droge als op vochtige grond en staat het liefst in de volle zon. 

De wortel kan rauw en gekookt worden gegeten. De wortel eerst gekookt en dan gebakken met ui is goed te eten. De wortel kan ook vermalen worden en vervolgens kan er een pasta van worden gemaakt die zoet is en goed eetbaar en verder verwerkt kan worden. De wortel wordt o.a. in snoepgoed verwerkt.

De bladeren zijn groot, handlobbig en getand. De bladeren zijn zowel rauw als gekookt te eten. Ze worden onder meer gebruikt om soepen te verstevingen omdat ze een beetje slijmerig zijn en zo een bindende werking hebben. Gehakt in stukjes kunnen de bladeren in combinatie met andere groenten goed in een salade. 

Heemst bloeit met grote wit/roze/lila bloemen. De bloemen zijn hermafrodiet, ze bevatten zowel de mannelijke als de vrouwelijke delen en worden bestoven door insecten zoals hommels en bijen. Van de bloemen is een lekkere thee te zetten. 

De plant heeft een hooggomgehalte en wordt gebruikt om maagontstekingen te verlichten. Ook wordt er gorgeldrank voor keel- en mondinfecties van gemaakt en siroop tegen de hoest. Kinderen, waarvan de tanden doorkomen, kunnen op een takje heemst kauwen. 





Meer informatie:http://wilde-planten.nl/heemst.htm



 

Heilige lotus

Nelumbo nucifera
Plant familie: Nelumbonaceae (Lotusfamilie) 
Plantenlaag:Waterplanten 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, groentes, bloemen, bijenplant, geneeskrachtig, meerjarig,  
Bloeitijd:juli - augustus 
Oogsttijd:mei - november 
Beschrijving:

De heilige lotus wortelt in een moerasachtige bodem, echter zonder dat de bladeren en de bloemen er ooit modderig uitzien. Daarom is de lotus een symbool van zuiverheid in het hindoeïsme en het boeddhisme. De lotus is het attribuut van de bodhisattva Samantabhadra. Ook de hindoe-god Vishnoe wordt meestal afgebeeld met een lotusbloem. Godinnen voorgesteld als goedgunstige partner van een god houden vaak een lotus vast. Godheden, boeddha's en bodhisattva's staan of zitten meestal op een lotustroon: een voetstuk in de vorm van een open lotusbloem

De plant komt oorspronkelijk uit Indonesië en India, maar groeit ook in Japan, in het zuidoosten van de Verenigde Staten, in Suriname, Thailand, China en in Australië. Als ervoor gezorgd wordt dat de wortelstokken in de bodem niet bevriezen, kan de plant in een Nederlands klimaat overleven. De plant houdt van veel zon.

De plant kan wel tot 5,5 m lang worden, afhankelijk van de diepte van het water boven de modder waar de plant in groeit. Aan de lange stengels zitten de afzonderlijke bladeren en prachtige bloemen. De bloemen steken boven de bladeren uit. Zij openen zich vroeg in de ochtend en kunnen tot 23 cm in diameter worden. De plant bloeit gedurende het gehele jaar. De wortelstokken breiden zich zo uit, dat een groot wateroppervlak geheel door de planten overgroeid kan worden.

De bladeren van de plant zijn bijzonder. Hier treedt het zogenaamde lotuseffect op, waarbij water en vuil zich niet aan de plant hechten. Dit effect wordt veroorzaakt door micro- en nano-structuren op het oppervlak samen met een lage oppervlakte energie, dit soort oppervlakken worden superhydrofoob genoemd.

De vrucht van de plant is kegelvormig, waarbij de zaden zich in gaten bevinden. Als de zaden rijp zijn, buigt de vrucht zich naar beneden, zodat de zaden in het water vallen. De zaden kunnen zeer lang goed blijven. Een zaad met een vermoedelijke leeftijd van 1288 jaar is gevonden in een oude bodem van een meer in China. Dit bleek het oudst bekende zaad te zijn dat nog kon ontkiemen.

De bloemen, zaden, wortels en jonge bladeren zijn eetbaar, maar de grote bladeren, die meer dan 60 cm in diameter kunnen worden en boven het wateroppervlak uitkomen, worden alleen gebruikt om voedsel mee te omwikkelen. Men denkt wel dat het eten van lotus een heilzame werking kan hebben. Ook worden de vruchten gegeten, nadat deze van hun bittere kiemen zijn ontdaan. De lotuswortel is in Nederland verkrijgbaar in Chinese supermarkten. Ook worden al lange tijd verschillende geneeskrachtige eigenschappen toegeschreven aan de plant in Aziatische landen. 

De heilige lotus heeft nog een eetbaar familielid, de Nelumbo lutea.









Meer informatie:http://pfaf.org/user/Plant.aspx?LatinName=Nelumbo%



 

Hennep

Cannabis sativa
Plant familie: Cannabidaceae (Hennepfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, groentes, kruiden, zaden, houtproductie, geneeskrachtig, éénjarig,  
Bloeitijd:juli 
Oogsttijd:september - oktober 
Beschrijving:

Hennep, ook bekend als kemp of vezelhennep, komt van nature uit West-Azië, is en snelle groeier en kan tot 2,5 meter hoogte groeien. De plant houdt van diepe voedselrijke ietwat vochtige grond en groeit het beste in de volle zon. 

Hennep heeft vele verschillende functies, van eetbare zaden, tot nuttige vezels voor kleding en bouwmaterialen tot aan medicinale en psychoactieve kenmerken. 

De plant is tweehuizig, de mannelijke en vrouwelijke bloemen groeien aan verschillende planten. Voor zaadvorming is het daarom belangrijk dat je zowel mannelijke als vrouwelijke planten aanplant. De plant wordt door de wind bestoven en is niet zelfbestuivend. De mannelijke bloemetjes zijn wit en staan op steeltjes ietwat buiten de plant. De vrouwelijke bloemen zijn groen en zitten in de bladoksels.

Hennepzaad is eetbaar en voedzaam en gezond voor mens en dier. Het wordt onbewerkt gebruikt als vogelzaad onder de naam kempzaad. Vissers gebruiken het zaad als aas. Uit het zaad kan hennepolie worden geperst. Er kan ook meel van worden gemaakt wat gebruikt kan worden om mee te bakken. 

De vezels van de bast zijn bijzonder sterk en lang en laten zich makkelijk van de plant losmaken zolang ze niet volledig zijn opgedroogd. Van de vezels wordt van oudsher touw gemaakt en er worden ook textiele stoffen van geweven.

De hennepplant bestaat voor ongeveer 60% uit houtachtige delen. Deze kunnen gebruikt worden als stro voor knaagdieren en paarden. Ook hebben ze een hoge verbrandingswaarde en weinig asvorming, waardoor ze een goed alternatief voor brandhout zijn. Verder worden de houtachtige delen van de hennepplant gebruikt bij het bouwen met hennep en kalk (beter bekend als lime-hemp concrete of hempcrete in het Engels en betón de chanvre in het Frans). Tot slot kan er ook papier en karton van worden gemaakt. 

CBD, voluit cannabidiol, is een werkzame stof die wordt gewonnen uit bladeren en bloemtoppen van industriële hennep (vezelhennep). Het wordt verkocht als voedingssupplement, in de vorm van olie en capsules, en als bestanddeel van andere producten, bijvoorbeeld verzorgingsproducten bij huidproblemen. CBD is niet legaal maar wordt gedoogd. Voor meer informatie over CBD kijk eens op de website van Consumentenplatform Medicinale Cannabis. Ook is er een facebookgroep Medicinale Cannabis Kweken waar je in contact kunt komen met andere individuen die hier ervaring in aan het opdoen zijn. 

Industriële hennep mag volgens EU-normen niet meer dan 0,2% THC bevatten. Industriële hennep mag alleen gekweekt worden met een vergunning daarvoor. De bloemen mogen in NL niet geoogst en/of verwerkt worden.

Marihuana bestaat uit de gedroogde afgerijpte bloemen van onbevruchte vrouwelijke hennepplanten (sensemilla) die geselecteerd worden omwille van hun hoge gehalte aan psychoactieve stoffen. Marihuana kan worden gerookt en in mindere mate oraal wordt gebruikt. Alle cannabisplanten bevatten delta-8 en delta-9 tetrahydrocannabinol (THC) en een variabele samenstelling van een zestigtal cannabinoïden.

Cannabis die voor psychoactieve doeleinden wordt geteeld bevat tussen 3 en 20% THC. Voor uitgebreide informatie over de psychoactieve functie van marihuana raden we deze website aan: uitjebol.net/hashish-en-marihuana

Er zijn een boel regels rond het verbouwen van hennep, officieel wordt het gedoogd dat mensen 5 planten voor zichzelf verbouwen maar informeer jezelf goed om problemen te voorkomen.  











Meer informatie:http://www.cbdolie.org/het-verschil-tussen-hennep-



 

Hondsroos

Rosa canina
Plant familie: Rosaceae (Rozenfamilie) 
Plantenlaag:Struiken 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, inheems, volle zon, halfzon/halfschaduw, fruit, bloemen, windkering, omheining, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:juni - juli 
Oogsttijd:september - oktober 
Beschrijving:

De hondsroos (Rosa canina) komt van nature voor in Europa, Noordwest-Afrika en West-Azië. 

De struik kan tot 3 meter hoog groeien, houdt van natte tot ietwat vochtige grond en groeit zowel in de halfschaduw als de volle zon. 

Door de dichte begroeiing en kromme stekels op de takken is de plant geschikt om te gebruiken in een omheining. 

De hondsroos bloeit met grote witte tot roze bloemen. De plant is hermafrodiet, de bloemen bevatten zowel de mannelijke als de vrouwelijke delen. en wordt bestoven door hommels en bijen en andere insecten. De plant is zelfbestuivend. De bloemen geven een lekkere geur af.  

De bloemen kunnen als smaakmaker toegevoegd worden aan azijn, wijn, honing, jam, gelei, en snoep.

De vruchten, de rozenbottels kunnen tot 30mm groot worden en zijn oranjerood van kleur. De rozenbottels bevatten veel vitamine C en kunnen verwerkt worden tot  jam, gelei en siroop.

De bladeren zijn lekker in de thee.





Meer informatie:http://wilde-planten.nl/hondsroos.htm



 

Honingbes

Lonicera caerulea
Plant familie: Caprifoliaceae (Kamperfoeliefamilie) 
Plantenlaag:Struiken 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, inheems, volle zon, fruit, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:maart 
Oogsttijd:mei - juni 
Beschrijving:

De honingbes, soms ook wel blauwe honingbes of blauwe kamperfoelie genoemd is een zeer winterharde fruitstruik die tot 2 meter hoog kan groeien.

De struik is inheems in Noordoost-Europa en het noorden van Noord-Amerika en groeit prima in het Nederlandse klimaat. 

De honingbes houdt van ietwat vochtige grond en staat het liefst in de zon.  

De plant bloeit relatief vroeg in het voorjaar met weinig opvallende witgroene bloemen die zowel mannelijke als vrouwelijke delen bevatten. De bloemen worden door insecten zoals hommels en bijen bestoven. De plant is niet zelfbestuivend, het is daarom belangrijk om meerdere honingbessen aan te planten om vruchten te krijgen. 

De blauwzwarte vruchten komen al vroeg in het jaar aan de struik, ze zijn langwerpig van vorm en kunnen tot 10mm lang worden. De bessen zijn vers van de plant lekker om te eten en doen qua smaak een beetje aan blauwe bosbessen denken. De vruchten worden ook gebruikt om sappen, moes, jams etc van te maken.

Een eetbaar familielid van de honingbes die in de plants for a future database wordt genoemd is de Lonicera angustifolia.

 





Meer informatie:http://members.lycos.nl/DKG/vakartikels/2001/plant



 

Hop

Humulus lupulus
Plant familie: Cannabaceae (Hennepfamilie) 
Plantenlaag:Klimplanten 
Plantenfuncties:verwerkt eetbaar, inheems, volle zon, halfzon/halfschaduw, kruiden, omheining, geneeskrachtig, meerjarig,  
Bloeitijd:juni 
Oogsttijd:augustus - september 
Beschrijving:

Hop is een meerjarige klimplant met rankende stengels tot 6 meter hoog.

De hop is inheems in Europa, heeft een voorkeur voor een goed doorlatende of een ietwat doorlatende grond en groeit in de halfschaduw en de volle zon. 

De bladeren hebben 3-5 lobben en zijn borstelig en stijfbehaard. De zeer jonge scheuten (t/m mei) kunnen gehakt en gestoofd worden of toegevoegd aan soep of omelet. De gesnoeide scheuten kunnen als asperge bereid worden. Jonge bladeren kunnen worden gebruikt in salades. Er kan ook een rustgevende thee worden gezet van de bladeren.

De hop is tweehuizig, de mannelijke en vrouwelijke bloemen zitten op verschillende planten. Het is daarom belangrijk dat je zowel mannelijke als vrouwelijke planten aanplant. Mannelijke planten hebben vertakte bloemtrossen, vrouwelijke papierachtige vruchtkegels, de hopbellen. Hop wordt door de wind bestoven. 

Het bekendst is hop als smaakmaker in bier.  Maar hopbellen worden ook gebruikt bij lerver- en spijsverteringsaandoeningen.

Een kussen gevuld met hop kan goed werken tegen slapeloosheid.





Meer informatie:http://nl.wikipedia.org/wiki/Hop_%28plant%29#Exter



 

Hortensia

Hydrangea serrata amagiana
Plant familie: Hydrangeaceae (Hortensiafamilie) 
Plantenlaag:Struiken 
Plantenfuncties:verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, groentes, kruiden, bijenplant, meerjarig, overig,  
Bloeitijd:juli - augustus 
Oogsttijd:mei - oktober 
Beschrijving:

Deze hortensia komt van origine van de Amagi bergen in Japan waaraan het haar naam te danken heeft. Deze bladverliezende struik kan tot 2 meter hoog worden. 

De hortensia 'Amagi' houdt van vochtige grond en staat het liefste in de halfschaduw of de volle zon. De plant is winterhard tot ongeveer -25°c. 

De witte tot roze/paarse bloemen worden bestoven door bijen. 

De bladeren zijn eetbaar en ook zonder vergisting zijn ze erg zoet. Ze worden gebruikt om een zoete thee te maken met de bijnaam "hemelse thee", deze thee wordt onder andere gebruikt in Boedhistische ceremonies.

De bladeren bevatten phellodulcin, een zeer zoete substantie wat als alternatief voor suiker kan worden gebruikt. De oudere bladeren kunnen worden gedroogd, vermalen en worden gebruikt bij maaltijden. De jonge bladeren en scheuten kunnen gekookt worden gegeten.

Naast deze hortensia wordt ook een andere soort veel gebruikt voor thee. Het gaat om soorten van de “Amacha”-variëteiten - Ama (zoete) Cha (thee) - van Hydrangea. Daartoe behoort naast bovengenoemde soort ook Hydrangea (macrophylla ssp.) serrata var. thunbergii. Lees hier meer informatie daarover.   





Meer informatie:http://www.pfaf.org/user/Plant.aspx?LatinName=Hydr



 

IJsbergsla

Lactuca sativa var. capitata
Plant familie: Asteraceae (Composietenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, groentes, éénjarig,  
Bloeitijd:nvt 
Oogsttijd:juni - oktober 
Beschrijving:

IJsbergsla (Lactuca sativa var. capitata 'Iceberg') komt oorspronkelijk uit Californië en is geintroduceerd onder de naam "Iceberg". Deze naam kreeg de soort vanwege het transporteren van de sla per trein van de west naar de oostkust waarbij voor de houdbaarheid een berg ijs op de sla werd gedaan. De vermoedelijke wilde stamouder van de sla is Kompassla (Lactuca serriola). 

IJsbergsla houdt van voedselrijke, vochtige grond en groeit zowel in de volle zon als in de halfschaduw. De ijsbergsla verlangt een rijke luchtige bodem die tijdens de groei voortdurend vochtig moet blijven. Uitdroging heeft tot gevolg dat onvolgroeide kroppen al snel gaan doorschieten en hun energie gaan steken in de productie van bloemen en zaden. 

De bladeren zijn lichtgroen van kleur en veelal iets doorzichtig. De bladeren vormen een gesloten krop, de randen kunnen krullend uiteen staan maar kunnen ook strak om de krop 'gevouwen' zijn.

Het is een heerlijke frisse slasoort waarbij de celstructuur van de bladeren veel water bevat, wat ijsbergsla zijn karakteristieke knapperige 'bijt' geeft. IJsbergsla heeft een frisgroene kleur en een stevige gesloten krop. Het is één van de meest veelzijdige slasoorten die verkrijgbaar is.

Teeltschema:
Lente: zaaien in eind februari t/m begin april, planten in april/mei, oogsten in juni/juli
Zomer: zaaien in april/mei, planten in mei t/m begin juli, oogsten in juli/augustus.
Herfst: zaaien in juni/juli, planten in juli/begin augustus, oogsten in september/oktober

Je kunt ijsbergsla behalve voor salades ook gebruiken om er een verrassende snack mee te maken door de grote bladeren van de krop te vullen met bijvoorbeeld een vlees- of vissalade en dan dicht te vouwen. Verder kun je met ijsbergsla soep maken en het stoven en smoren. Zelfs in roerbakgerechten komt ijsbergsla heerlijk tot z'n recht. Of gebruik eens de grote bladeren ter decoratie om bijvoorbeeld gehakt op te dienen.







Meer informatie:https://nl.wikipedia.org/wiki/IJsbergsla



 

Indianen aardappel

Orogenia linearifolia
Plant familie: Apiaceae (Schermbloemenfamilie) 
Plantenlaag:Knolgewassen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, wortels, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:april - mei 
Oogsttijd:hele jaar door 
Beschrijving:

De indianen aardappel komt van origine uit het westen van Noord-Amerika. De plant kan tot 20cm hoogte groeien.

De indianen aardappel houdt van diepe voedselrijke ietwat vochtige grond en groeit het beste in de volle zon. 

De plant is vorstbestendig, sterker nog de plant bloeit in het oorspronkelijke gebied vlak nadat de sneeuw is gesmolten. 

De indianen aardappel bloeit met één of meerdere schermen van witte bloemen die onder meer insecten zoals zweefvliegen aantrekken. De larven van de zweefvlieg eten bladluizen.  

De knol van deze plant zit onder aan de lange steel, is eetbaar en smaakt sterk naar aardappel en werdt zoals de naam al doet vermoeden door de Indianen in Amerika gegeten. 

De knollen zijn zowel rauw als gekookt te eten, ze zijn niet heel groot en daarom is het soms wat werk om ze te oogsten. Wellicht dat selectie ervoor kan zorgen over tijd dat de knol groter wordt. 





Meer informatie:http://www.pfaf.org/user/Plant.aspx?LatinName=Orog



 

Inktzwam

Coprinus comatus
Plant familie: Agaricaceae 
Plantenlaag:Paddenstoelen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, inheems, paddenstoelen, meerjarig,  
Bloeitijd:n.v.t. 
Oogsttijd:mei - november 
Beschrijving:

Geschubde inktzwam is een gemakkelijk herkenbare paddestoel die vaak voorkomt. Vanaf mei tot in november is de geschubde inktzwam vaak in groepen te vinden op grond die pas is omgewerkt op akkers, weilanden, parken en wegbermen. Ook in de stad is deze paddenstoel veel gezien op bemest gras.

In de jeugd is de 5-15 cm hoge hoed van de geschubde inktzwam ei- tot klokvormig, wit met een lichtbruin, glad centrum en bedekt met grote, omgekrulde schubben. De hoed scheurt later vanaf de rand in en vervloeit tot zwart. De holle steel is 10-20 cm hoog met een lage, beweegbare, vrij snel afvallende ring. De lamellen zijn wit in de jeugd, later vanaf de rand verkleurend via roze naar zwart.

Een jonge geschubde inktzwam smaakt uitstekend, maar moet wel direct na het plukken verwerkt worden. De hoed is liefst nog gesloten en er mag geen enkele zwartkleuring zichtbaar zijn. De zwam is niet meer eetbaar wanneer vervloeiing of verkleuring optreedt.

Verwisseling kan voorkomen met de kale inktzwam (Coprinus atramentarius), die giftig is indien alcohol twee dagen voor of na consumptie wordt gebruikt.





Meer informatie:http://nl.wikipedia.org/wiki/Geschubde_inktzwam



 

Japanse kornoelje

Cornus kousa
Plant familie: Cornaceae (Kornoeljefamilie) 
Plantenlaag:Lage bomen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, fruit, groentes, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:mei - juni 
Oogsttijd:september - oktober 
Beschrijving:

Japanse kornoelje, soms ook bekend als Chinese kornoelje, is een struik die van origine voorkomt op Honshu in Japan, de bergen van Sichuan in China en in Korea. 

In de natuurlijke situatie komt de struik voor langs randen van bossen en als struikvegetatie. Cornus kousa groeit op alle grondsoorten als die maar niet kalkrijk is.

Cornus kousa is een langzaam groeiende, bladverliezende struik. Na veel jaren kan de struik een hoogte van zes meter bereiken. Pas dan is de struik mooi. De gelaagde opbouw in étages van de takken geeft een buitengewoon sierlijk cachet aan de struik. Wie zo'n struik wil aanschaffen, moet er rekening mee houden dat de struik even breed als hoog wordt. Plant deze kornoelje op een tegen wind beschutte plaats in de zon. De struik komt uiteindelijk als solitair het beste tot zijn recht. In het najaar heeft deze kornoelje een rozerode met groene herfstkleur.

De jonge bladeren zijn gekookt eetbaar.  

Wat het meest opvalt aan een bloeiende Cornus kousa zijn de vier stervormig geplaatste, witte gegolfde bloemomwindselbladen (bracteeën). Centraal staat de eigenlijke bloem. Bleekgroen van kleur en weinig imponerend. Wanneer de bloem bevrucht is, verkleurt deze naar fel rozerood en lijkt dan nog het meeste op een rijpe framboos.

De vruchten verschijnen niet altijd. Vorming ervan is sterk afhankelijk van de hoeveelheid zonneschijn. De vruchten kunnen tot 2cm lang en breed worden en hebben een taaie roze schil. Het vruchtvlees is erg lekker in kleine hoeveelheden.  

Cornus kousa var. chinensis heeft een boomvormige groeiwijze en is in alles groter: schutbladen, bes en blad. 







Meer informatie:http://www.neerlandstuin.nl/struiken/cornuskausa.h



 

Japanse krentenboom

Hovenia dulcis
Plant familie: Rhamnaceae (Wegedoornfamilie) 
Plantenlaag:Lage bomen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, fruit, meerjarig,  
Bloeitijd:juni - juli 
Oogsttijd:augustus - september 
Beschrijving:

De Japanse krentenboom komt van origine uit Japan en is een grote struik, tot lage boom met eetbare vruchten. De Japanse krentenboom kan tot 10 meter hoog en tot 7 meter breed groeien. 

De boom heeft een voorkeur voor ietwat vochtige grond en staat het liefste in de zon. De plant is in de eerste jaren vatbaar voor sterke vorst. Een beschutte plek op het zuiden is dan ook ideaal. Ook kan een vorst vroeg in het jaar schade doen aan de vroege uitlopers.

De Japanse krentenboom bloeit in boeketten van lekker geurende kleine bloemen. De bloemen zijn hermafrodiet, ze bevatten zowel de mannelijke als de vrouwelijke delen. De bloemen worden door insecten zoals hommels en bijen bestoven. De boom is zelfbestuivend. 

De vruchten kunnen tot 3cm groot worden en lijken een beetje op rozijnen en zijn zoet van smaak en kunnen zowel vers gegeten worden als verwerkt worden tot jam en andere producten. 

Het hout kan onder andere worden gebruikt om meubels van te maken. 





Meer informatie:http://www.houtwal.be/vakartikels/besvruchten_moru



 

Japanse peterselie

Cryptotaenia japonica
Plant familie: Apiaceae (Schermbloemenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, schaduwplant, groentes, kruiden, wortels, meerjarig,  
Bloeitijd:juli - augustus 
Oogsttijd:februari - oktober 
Beschrijving:

De Japanse peterselie komt van origine voor in het oosten van China en zoals de naam al aangeeft in Japan.

De plant kan tot 1 meter hoog worden en zowel de wortel, stengels en bladeren zijn eetbaar. 

De Japanse peterselie houdt van vochtige grond en groeit in de schaduw, halfschaduw en de volle zon. 

Er is naast de gewone groene versie ook een paarse variant beschikbaar. 

De bladeren en stengels kunnen rauw en gekookt worden gegeten en hebben een lichte peterselie smaak. Jonge bladeren kunnen worden gebruikt in salades. Bij koken dient de plant niet langer dan een paar minuten gekookt te worden omdat anders de smaak verdwijnt. 

De gebleekte stengels kunnen als alternatief voor selderij worden gebruikt. 

De wortel kan rauw en gekookt worden gegeten. 

Tot slot kunnen de zaadjes als specerij dienen.  





Meer informatie:http://pfaf.org/user/Plant.aspx?LatinName=Cryptota



 

Japanse wijnbes

Rubus phoenicolasius
Plant familie: Rosaceae (Rozenfamilie) 
Plantenlaag:Klimplanten 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, fruit, omheining, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:mei - juni 
Oogsttijd:juli - augustus 
Beschrijving:

De Japanse wijnbes is een gemakkelijke gezond groeiende struik die 1,5 tot 2 meter hoog kan worden en met begeleiding ook als semi-klimplant is te gebruiken. De Japanse wijnbes is familie van de braam en de framboos. De plant tolereert halfschaduw maar staat het liefst op een zonnige warme plek.

Ze is iets minder winterhard dan haar van origine in Europa voortkomende familieleden en bij een strenge winter kan de plant tot de wortels terugvriezen. Daarna loopt ze wel weer uit maar mis je een jaar vruchten. 

De Japanse wijbes heeft bruinrode, stekelige twijgen die dicht bezet zijn met roodachtige klierharen. Het is een decoratieve plant die er mooi uit ziet. De Japanse wijnbes bloeit op de scheuten die het vorige jaar zijn gegroeid met witte bloemetjes en wordt door insecten bestoven. Kruisbestuiving is niet nodig waardoor je niet meerdere planten hoeft aan te planten voor de bestuiving. 

De rode vruchten worden tot 12mm groot, zijn fris zuurzoet van smaak goed eetbaar. Ze kunnen niet lang vers worden bewaard maar zijn wel in te vriezen. Ze zijn ook geschikt om te verwerken tot sap of jam.  

In deze database staan de best eetbare rubus soorten die van nature in Europa voorkomen of hier ingeburgerd zijn. In de Plants for a Future Database zijn daarnaast ook nog een flink aantal goed eetbare rubus soorten te vinden die in andere delen van de wereld groeien maar die het ook in ons klimaat waarschijnlijk goed zouden doen. Wil je weten welke rubus soorten dit zijn kijk dan in de Plants for a Future Database (www.pfaf.org).   







Meer informatie:http://nl.wikipedia.org/wiki/Japanse_wijnbes



 

Jeneverbes

Juniperus communis
Plant familie: Cupressaceae (Cipressenfamilie) 
Plantenlaag:Struiken 
Plantenfuncties:verwerkt eetbaar, inheems, volle zon, halfzon/halfschaduw, fruit, kruiden, wintergroen, geneeskrachtig, meerjarig,  
Bloeitijd:mei - juni 
Oogsttijd:september - oktober 
Beschrijving:

De jeneverbes is een wintergroene struik die tot 3 meter hoogte kan groeien. De struik is inheems in Nederland. 

De jeneverbes groeit zowel op droge als ietwat vochtige grond en heeft een voorkeur voor een plek in de halfschaduw en de zon. 

De struik heeft wintergroene stekelige naalden in kransen van drie.

De struik is tweehuizig, er zijn zowel losstaande mannelijke en vrouwelijke bloemen en er groeit maar 1 type bloemen op 1 plant. Het is daarom belangrijk om zowel mannelijke als vrouwelijke planten aan te planten als je vruchten met zaden wilt krijgen. De jeneverbes wordt bestoven door de wind. 

De groene besachtige kegel in juni rijpt in september-oktober van het tweede jaar tot blauwzwart aan de vrouwelijke struik. De besvomige kegelvruchten worden gebruikt voor het aromatiseren van gin, jenever, aquavit en Bénédictine. De drank jenever dankt zijn naam aan deze plant. Ook sommige bieren en zijn verantwoordelijk voor de typerende smaak van deze dranken. 

Gedroogde kegelvruchten wordt als specerij verwerkt in bijvoorbeeld marinades voor wild. Ook zuurkool wordt traditioneel met jeneverbes gekruid. Gekneusde bessen zijn een heerlijke smaakmaker bij vlees, vooral bij wild. De gedroogde bessen zijn vaak in een supermarkt te koop. Naast de bessen worden ook de naalden gebruikt, bijvoorbeeld bij het grillen van vis.

Jeneverbes wordt soms toegevoegd aan supplementen voor vochtafdrijving, zoals voor het verbeteren van de nierfunctie. De bessen worden ook gebruikt bij blaasontsteking en de olie bij reumatische klachten en zenuwpijnen.

De etherische olie van jeneverbes wordt onder meer gebruikt in badolie.





Meer informatie:http://wilde-planten.nl/jeneverbes.htm



 

Jostabes

Ribes nidigrolaria
Plant familie: Grossulariaceae (Ribesfamilie) 
Plantenlaag:Struiken 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, inheems, volle zon, halfzon/halfschaduw, fruit, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:april 
Oogsttijd:juli 
Beschrijving:

De Jostabes, Ribes nidigrolaria synomiem Ribes x culverwellii, is ontstaan uit een kruising van de zwarte besde worcester bes en de kruisbes. De struik kan tot twee meter hoog groeien en is goed bestand tegen meeldauwziekte.

De jostabes heeft een voorkeur voor voedselrijke ietwat vochtige grond en kan zowel in de halfschaduw als de volle zon groeien.  

De bloemen van de jostabes zijn groenrood en niet erg zichtbaar. De plant is hermafrodiet, de bloemen bevatten zowel de mannelijke als de vrouwelijke delen. Bestuiving vind plaats door hommels, bijen en andere insecten. 

De donkerpaarse tot zwarte bessen kunnen 15 tot 20mm groot worden en zijn vers van de plant te eten, al vindt niet iedereen ze lekker net als het geval is met zwarte bessen. Verder kunnen de bessen ook prima gebruikt worden om sap, jam en/of likeur van te maken. 

Voor een overzicht van de best eetbare niet Europese ribes soorten (de Europese soorten staan allemaal in deze database) kun je eens zoeken in de Plants for a Future Database (www.pfaf.org





Meer informatie:http://nl.wikipedia.org/wiki/Jostabes



 

Judasboom

Cercis siliquastrum
Plant familie: Leguminosae (Vlinderbloemenfamilie) 
Plantenlaag:Lage bomen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, groentes, bloemen, groenbemester, houtproductie, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:april - mei 
Oogsttijd:september 
Beschrijving:

De Judasboom ontleent z'n naam aan de Bijbelse vertelling, waarin Judas zich aan deze boom ophing. Een andere lezing is dat de bloemen, die uit het kale hout te voorschijn komen, naar de wonden verwijzen die bij de kruisiging zijn aangebracht. De herkomst van deze boom ligt dan ook in het oostelijke Middellandse-Zeegebied. 

De boom kan tot 12 meter hoog en 10 meter breed groeien. De Judasboom groeit zowel op droge als op vochtige grond en heeft een voorkeur voor de volle zon of de halfschaduw. De boom kan op voedselarme gronden groeien en kan goed tegen kalkrijke gronden. 

De judasboom behoort tot de vlinderbloemigen familie en gaat een symbiotische relatie aan met de stikstoffixerende Rhizobium bacterie in haar wortels. Hierdoor wordt stikstof uit de lucht gefixeerd en krijgt de boom extra bemesting waar omliggende planten ook hun voordeel mee kunnen doen. 

De Judasbloom bloeit vroeg in het voorjaar voordat het blad op de boom komt met roze tot paarse bloemen. Dit geeft de boom een spectaculaire bloei. De bloemen zijn hermafraudet, ze bevatten zowel de mannelijke en de vrouwelijke delen, en worden bestoven door insecten zoals hommels en bijen. De boom staat erom bekend insecten aan te trekken. 

De bloemen van de Judasboom zijn vers eetbaar en staan mooi in een salade. Daarnaast zijn ook de zaadhulzen eetbaar, zowel rauw maar ze kunnen ook worden gekookt.   

Het hout kan onder meer voor fineer worden gebruikt. 





Meer informatie:https://nl.wikipedia.org/wiki/Judasboom



 

Judasoor

Auricularia auricula-judae
Plant familie: Auriculariaceae 
Plantenlaag:Paddenstoelen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, inheems, paddenstoelen, meerjarig,  
Bloeitijd:nvt 
Oogsttijd:september - december 
Beschrijving:
Judasoor (Auricularia auricula-judae, synoniem: Hirneola auricula-judae) dankt zijn naam aan de bijbelse figuur Judas Iskariot die zichzelf zou hebben opgehangen aan een vlier, de favoriete gastheer van het judasoor. Daarnaast lijkt het zwammetje qua vorm op een oor en vandaar de naam. 
 
Judasoor is in Nederland en België te vinden vanaf het voorjaar tot de herfst. Vaak op vlier, maar ook op iep, eik, acacia, wilg en populier. Vooral op oude of afgestorven stammen van de vlier komt de soort vaak voor.
 
Het is een algemene en zich uitbreidende soort. De zwam gedijt het beste op schaduwrijke plaatsen met een hoge luchtvochtigheid. 
 
De soort neemt bij droog weer in omvang af en regenereert in vochtiger omstandigheden. Onder gunstige (vochtige) omstandigheden is het 2-6 cm grote judasoor een satijnige donkerroze zwam, die zacht aanvoelt. Vaak treft men hem aan in de vorm van een geaderd, enigszins doorzichtig oor. Bij droogte krimpt hij in, wordt harder en donkerder (tot zwart) van kleur.

Judasoor is eetbaar en wordt veel gebruikt in de Chinese en Japanse keuken. Het heeft weinig smaak maar is een smaakversterker in combinatie met andere ingrediënten vooral in soepen, sauzen en salades. De zwam kan ook worden gedroogd en dan worden gegeten.
 
Judasoor is tegenwoordig ook zelf te kweken o.a. via voorgeënte stammetjes.  




Meer informatie:http://nl.wikipedia.org/wiki/Judasoor



 

Jujube

Ziziphus jujuba
Plant familie: Rhamnaceae (Wegedoornfamilie) 
Plantenlaag:Lage bomen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, fruit, bijenplant, geneeskrachtig, meerjarig,  
Bloeitijd:april - mei 
Oogsttijd:oktober 
Beschrijving:De Ziziphus Jujuba of Chinese dadel komt van orignie uit Oost-Azië. Het is een snelgroeiende boom die tot 10 meter hoog en 7 meter breed kan groeien. 

De boom groeit zowel op droge als op vochtige grond en staat het liefste in de volle zon. Daarbij is hij winterhard en kan zo in de volle grond geplant worden. Zelfs arme schrale grond is geen probleem, de Chinese dadel groeit ondanks dit prima.

Jonge Chinese dadelbomen zijn zonder problemen winterhard tot minimaal -20 graden. Er wordt zelfs gesproken dat oudere bomen vorst tot -30 graden in de Himalaya hebben overleeft.

In april en mei bloeit de boom met kleine creme kleurige bloemen. De bloemen zijn hermafrodiet, ze bevatten zowel de mannelijke als de vrouwelijke delen en worden bestoven door insecten zoals hommels en bijen. De bomen zijn zelfbestuivend, je hoeft maar 1 boom te planten om vruchten te krijgen. 

De vruchten zijn rijp in oktober. De vruchten zijn ongeveer 2 cm in diameter en krijgen een rood/bruine kleur wanneer rijp. In een vrucht zitten meestal twee kleine pitten. Verse rijpe vruchten zijn zoet en de smaak heeft iets weg van peer/lychee.

De Chinezen zijn gek op deze vruchten. Het poeder van de gedroogde vruchten worden gebruikt in de Chinese keuken voor het op smaak brengen van "Kochujang" een hete soya/pepersaus. Ook worden de vruchten vers gegeten, gedroogd net als dadels, gekookt in pudding, voor in de cake, jam van gemaakt. Het lekkerste zijn de vruchten gedroogd als dadels, dan komt de zoete smaak nog meer naar voren.

Chinezen gebruiken de Jujuba ook voor medicinaal gebruik. Zo is het eten van deze vruchten goed voor de spieropbouw, uithoudingsvermogen, extra energie, tegen vermoeidheid. het eten van de vruchten zou ook een remmende werking hebben op het aankomen in gewicht. Activeert de leverfunctie extra, vergroot de weerstand voor het immuumsysteem en zo nog een hele lijst!








Meer informatie:https://www.pfaf.org/user/Plant.aspx?LatinName=Ziz



 

Kamchatka kievitsbloem

Fritillaria camschatcensis
Plant familie: Liliaceae (Leliefamilie) 
Plantenlaag:Knolgewassen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, groentes, meerjarig,  
Bloeitijd:mei 
Oogsttijd:oktobober - november 
Beschrijving:

Kamchatka kievitsbloem, soms ook wel zwarte kloklelie genoemd, komt van nature voor in Alaska en in het Oosten van Siberië. De plant groeit tot een hoogte van ongeveer 35 tot 40 cm.

Dit knolgewas houdt van goed doorlatende, diepe, voedselrijke, vochtige grond en groeit zowel in de halfschaduw als in de volle zon.  

Kamchatka kievitsbloem bloeit met een paarszwarte hangende bloemen in de periode april-mei. De bloemen worden bestoven door vliegen. Na de bloei vormt deze kievitsbloem zaaddozen die eetbaar zijn, al smaken ze licht bitter.  

De knol lijkt op een cluster van rijstkorrels en kan het beste in de herfst worden geoogst. De knol is goed geschikt voor consumptie en dient als een belangrijke bron van zetmeel in de regio waar deze van nature voorkomt.

De knollen kunnen zowel rauw als gekookt gegeten worden. Ze een beetje naar tamma kastanje. Ook wordt de bol gedroogd en vervolgens vermalen tot poeder waar o.a. brood mee gebakken kan worden en wat kan worden gebruikt in soepen etc.





Meer informatie:http://pfaf.org/user/Plant.aspx?LatinName=Fritilla



 

Kapucijner

Pisum sativum
Plant familie: Leguminosae (Vlinderbloemenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, groentes, groenbemester, éénjarig,  
Bloeitijd:mei - juli 
Oogsttijd:juni - augustus 
Beschrijving:

Kapucijners komen oorspronkelijk uit Turkije. De hoekige licht- tot donkerbruine erwten worden in ons land gedroogd veel gegeten. Verse kapucijners zijn lichter verteerbaar dan de gedroogde kapucijner.

Kapucijners houden van vochtige grond en staan het liefste in de volle zon. 

De kapucijners behoren tot de vlinderbloemigen familie en de planten gaan een symbiotische relatie aan met de stikstoffixerende Rhizobium bacterie in haar wortels. Hierdoor wordt stikstof uit de lucht gefixeerd en krijgt de plant extra bemesting waar omliggende planten ook hun voordeel mee kunnen doen. 

Er zijn rassen met langstro (rijs- of klimerwten) en met kortstro. Langstro rassen moeten aan gaas of rijshout geteeld worden. Een ras dat veel door de amateurtuinder wordt gebruikt is de 'Blauwschokker'.

Kortstro rassen worden in de landbouw gebruikt voor de verse consumptie. In 2003 was er bijna 700 hectare in Nederland. De teelt vindt hoofdzakelijk plaats in Zeeland. Het ras 'Solido' wordt hiervoor gebruikt. Het ras is zogenaamd semi-bladloos en is weinig vatbaar voor topvergeling. Bij dit ras is een gedeelte van de bladeren omgevormd tot ranken, waardoor het gewas opener is en er minder ziekten op treden.

De blauwpaarse peulen van de kapucijners geven bij het schoonmaken een blauwe sap af die diep in de poriën dringt en moeilijk is af te wassen. Draag daarom keukenhandschoenen bij het doppen van kapucijners. Open de peulen door met twee duimen op de bolle kant van de peul te drukken. Trek met de duimnagel de peul langs de middennaad verder open. Duw met de duim de zaden uit de peul in de pan. Spoel ze af met water. Kook ze in weinig water met iets zout in ongeveer 10 minuten beetgaar. Kook eventueel een takje bonenkruid mee, dit geeft een extra aroma aan verse peulvruchten en schijnt de verteerbaarheid van het schilletje te bevorderen. Giet de verse peulvruchten af en schud er een klontje boter door. 







Meer informatie:http://nl.wikipedia.org/wiki/Kapucijner



 

Kardoen

Cynara cardunculus
Plant familie: Asteraceae (Composietenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, groentes, vlinderplant, bijenplant, geneeskrachtig, meerjarig,  
Bloeitijd:augustus - september 
Oogsttijd:juli - augustus 
Beschrijving:

Kardoen is een distel, verwant aan de artisjok. Het is een heel oude, meerjarige groente uit het Middellandse Zeegebied. 

Kardoen groeit zowel op droge als op vochtige grond en staat het liefste op een zo warm en zonnig mogelijke plaats. Zaaien kan vanaf eind mei in de volle grond.

De gebleekte bladribben kunnen gekookt gegeten worden. De fraaie artisjokachtige bloemen, zijn echter ook eetbaar (bereiden als artisjok).

De plant bloeit met grote paarse bloemen die zowel bijen als vlinders aantrekken en is een aanwinst voor elke tuin.

Er werden ook verschillende geneeskrachtige werkingen aan de kardoen toegeschreven

Een deel van de plant kan ook gebruikt worden als stremsel voor vegetarische kazen.  





Meer informatie:http://nl.wikipedia.org/wiki/Kardoen



 

Karwij

Carum carvi
Plant familie: Apiaceae (Schermbloemenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, inheems, volle zon, halfzon/halfschaduw, kruiden, tweejarig,  
Bloeitijd:juni - juli 
Oogsttijd:juli - augustus 
Beschrijving:Karwij (Carum carvi) komt in het wild voor in West-Azië, Europa en Noord-Afrika, waar het in weilanden, bermen en op dijken groeit. De plant wordt 30-60 cm hoog. 

Karwij houdt van vochtige grond en groeit het beste in de halfschaduw of in de volle zon. 

De plant heeft fijne, langwerpig-eironde, dubbelgeveerde bladeren en vormt een penwortel.

Karwij bloeit in mei en juni. De bloemschermen zijn samengestelde schermen die bestaan uit vijf tot zestien stralen, waarop groepjes kleine, wit tot roze, bloemen zitten. Aan de schermen zitten nul tot drie omwindselbladen en -blaadjes. De vrucht is een tweedelige splitvrucht.

De zaadjes zijn 3-4 mm lang en ei- tot halvemaanvormig, en hebben een prettig kruidig aroma, afkomstig uit vooral carvon en limoneen. Ook in Nederland wordt karwijzaad geproduceerd, naar beweerd wordt van erg hoge kwaliteit. Het overgrote deel van de productie wordt naar Duitsland en Oostenrijk geëxporteerd.

Als medicinaal kruid wordt karwijzaad (Fructus Carvi) onder andere aanbevolen bij maagklachten (winderigheid, opgeblazen gevoel, krampen); ook schijnt het de eetlust - maar ook de menstruatie - te bevorderen.

Karwij wordt vaak verward met komijn, deels vanwege de grote overeenkomst in smaak en uiterlijk, maar ook doordat de namen in veel talen grote overeenkomst vertonen. Veel (online) woordenboeken vertalen de namen dan ook domweg verkeerd of beide als hetzelfde. In Nederland wordt karwijzaad ook wel 'wilde komijn' genoemd. Karwijzaad is licht gebogen, terwijl komijnzaden recht zijn. Door de overeenkomst in smaak (warm, kruidig, anijsachtig) zijn beide kruiden in gerechten wel als vervanger voor elkaar te gebruiken, maar de smaak van karwij is grofweg dubbel zo sterk als van komijn, en daarom moet karwij in ongeveer de halve hoeveelheden van komijn worden toegepast. Afgezien van de sterkte van de smaak is karwij iets scherper, terwijl komijn wat bitterder is.






Meer informatie:http://nl.wikipedia.org/wiki/Karwij



 

Katakuri

Erythronium japonicum
Plant familie: Liliaceae (Leliefamilie) 
Plantenlaag:Knolgewassen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, halfzon/halfschaduw, groentes, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:maart - april 
Oogsttijd:oktober - februari 
Beschrijving:

Katakuri ook wel Japanse hondstand, is een meerjarige leliesoort die van origine voorkomt in Japan, Korea en het noordoosten van China.

Katakuri houdt van diepe, voedselrijke, vochtige grond en groeit het beste in de halfschaduw.

Dit bolgewas bloeit met paarse bloemen die hermafrodiet zijn, ze bevatten zowel de mannelijke als de vrouwelijke delen van de bloem. De bloemen worden bestoven door insecten zoals hommels en bijen. 

De bol vormt een bron van zetmeel wat 'katakuri-ko' wordt genoemd. Het wordt gebruikt voor diverse doeleinden, o.a. in bakwaren en als een verdikker van soep.De bol is ongeveer 1 cm breed en 6 cm lang.

Een andere eetbare leliesoort uit dit geslacht die van nature voorkomt in het oosten van  Noord-Amerika en geel is van kleur staat in de Plants for a Future database onder de naam: Erythronium americanum

 





Meer informatie:http://pfaf.org/user/Plant.aspx?LatinName=Erythron



 

Kerspruim

Prunus cerasifera
Plant familie: Rosaceae (Rozenfamilie) 
Plantenlaag:Lage bomen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, inheems, volle zon, halfzon/halfschaduw, fruit, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:maart - april 
Oogsttijd:juli - augustus 
Beschrijving:

De kerspruim is inheems van de Balkan tot Midden-Azië. De kerspruim kan tot 9 meter hoog worden, tolereert halfschaduw maar heeft een voorkeur voor een plek in de volle zon.

In Midden-Europa wordt de soort aangeplant vanwege de eetbare vruchten. Mogelijk is de gekweekte pruim een hybride van de kerspruim met de sleedoorn.

Deze boom werd vroeger in Nederland veel gebruikt maar is langzaam uit de gratie geraakt. Op het moment maakt de boom echter een comeback. Kerspruimen horen net als pruimen en mirabellen tot de Prunus familie.  Als je de ruimte ervoor hebt kan het leuk zijn voor de varieteit om van alle een paar bomen aan te planten. Dit zorgt voor een belangrijke diversiteit in de tuin.

De vruchten van kerspruimen blijven net als mirabellen kleiner dan de gewone pruimen en kunnen 20 tot 30mm groot worden met een ronde vorm. Kersruimen zijn vers van de boom geplukt en gegeten een waar lekkernij en ze kunnen ook een tijdje bewaard worden om later te eten. Daarnaast kan er jam, sap en likeur van worden gemaakt.

De ondersoort prunus cerasifera divaricata wordt specifiek door de plants for a future database genoemd als een soort die ook goed eetbare vruchen produceert. 

In deze database staan de best eetbare prunus soorten die van nature in Europa voorkomen of hier al lange tijd ingeburgerd zijn. In de Plants for a Future Database zijn daarnaast ook nog een flink aantal goed eetbare prunus soorten te vinden die in andere delen van de wereld groeien maar die het ook in ons klimaat waarschijnlijk goed zouden doen. Wil je weten welke prunus soorten dit zijn kijk dan in de Plants for a Future Database (www.pfaf.org).







Meer informatie:http://www.gelderlander.nl/voorpagina/maasenwaal/a



 

Kiwi

Actinidia deliciosa
Plant familie: Actinidiaceae 
Plantenlaag:Klimplanten 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, fruit, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:mei - juni 
Oogsttijd:november 
Beschrijving:

De kiwi komt van nature in China en Japan voor. De uitlopers van deze klimplant kunnen tot 9 meter lang worden. De kiwi kan zowel in de halfschaduw groeien als in de volle zon en heeft een voorkeur voor ietwat vochtige bodems. De kiwi is grotendeels winterhard maar het kan verstandig zijn de kiwi op een warme en beschutte plek te zetten. Dicht voor een muur op het zuiden of westen is ideaal. Met name voor jonge planten is bescherming tegen strenge vorst nodig. Daarna is de winterhardheid meestal toereikend, al kan in strenge winters wel schade optreden.

De meeste kiwirassen hebben mannelijke en vrouwelijke planten. Plant voor een goede bestuiving minimaal één mannelijke plant op 6-9 vrouwelijke planten. De mannelijke planten geven geen vruchten.

Bij sommige rassen zitten de mannelijke en vrouwelijke delen op dezelfde plant. Sommige soorten zijn zelfbestuivend. Bij deze zelfbestuivers hoeft geen mannelijke bestuiver te worden aangeplant, hoewel een extra bestuiver meestal grotere vructen en meer oogstzekerheid geeft. 

De eerste bloemen verschijnen pas ruim 4-5 jaar na het planten en het duurt dus ook even voordat je van een kiwi kunt oogsten. Maar als het een keer zo ver is kan elk jaar op een heerlijke oogst worden gerekend. 

De vruchten van de kiwi kunnen 5 tot 8 cm groot worden en zijn eivormig. Ze zijn goed vers te eten en zijn onder meer te verwerken in fruitsalades. Je kunt ze ook verwerken tot jam.  

In de Plants for a Future database zijn nog meer eetbare kiwi's te vinden, je kunt deze bekijken door bijvoorbeeld te zoeken daar met de familienaam Actinidiaceae.

Wil je zelf een bijzondere kiwi in de tuin neem dan even contact op met kiwi-expert Christian de Kezel via (kiwifruit@skynet.be)







Meer informatie:http://nl.wikipedia.org/wiki/Kiwi_%28fruit%29



 

Kleine lisdodde

Typha angustifolia
Plant familie: Typhaceae (Lisdoddefamilie) 
Plantenlaag:Waterplanten 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, inheems, volle zon, groentes, zaden, wortels, meerjarig, overig,  
Bloeitijd:juni - juli 
Oogsttijd:hele jaar door 
Beschrijving:

De plant komt voor langs oevers, op drijftillen en in rietlanden en is geschikt om in een middelgrote of grote vijver te planten. De plant wordt 2 a 3m hoog. De plant groeit het beste in de volle zon en heeft voorkeur voor een natte tot zeer natuur bodem en kan ook in het water groeien.

De wortels kun je rauw of gekookt eten als aardappel, of verwerkt tot een zoete stroop. Je kunt ze ook drogen om te vermalen tot meel die bruikbaar is als binder voor soepen of toegevoegd aan musli. Het meel is rijk aan proteïne en kan gebruikt worden om koekjes te bakken.

Jonge scheuten in de lente zijn rauw of gekookt eetbaar. De basis van de stengel kun je rauw of gekookt eten, verwijder wel de buitenste delen. Jonge bloeiende stengels kun je rauw of gekookt of verwerkt tot soep eten.

Je kunt ook de jonge bloemen eten, een makkelijke manier om het proteïne rijke stuifmeel te oogsten.

Het zaad is klein en lastig te oogsten maar heeft een plezierige nootachtige smaak als je het roostert. Hoewel de zaden klein zijn kun je er eetbare olie van persen. Het stuifmeel kun je rauw of gekookt eten, een goede toevoeging voor meel. 

Naast de grote en kleine Lisdodde die in deze database staan zijn er nog twee andere soorten die geschikt zijn voor het Nederlandse klimaat volgens de Plants for a Future Database. Dit zijn: Typha domingensis en Typha laxmannii.





Meer informatie:https://www.pfaf.org/user/plant.aspx?latinname=Typ



 

Kleine pimpernel

Sanguisorba minor
Plant familie: Rosaceae (Rozenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, inheems, volle zon, groentes, wintergroen, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:mei - september 
Oogsttijd:april - oktober 
Beschrijving:

De kleine pimpernel wordt ook wel 'sorbenkruid' of 'bloedkruid' genoemd, het is een vaste, wintergroene plant die tot 60 cm hoog kan groeien. 

De plant houdt van ietwat vochtige grond en groeit het beste in de zon. Het blad wordt vooral gebruikt in salades en hebben een zachte komkommersmaak. Maar je kan het natuurlijk ook gebruiken in soepen, sauzens of stoofschotels.

De plant is vaak groenblijvend, dus dan het hele jaar te oogsten. Van de bladeren is ook een kruidenthee te zetten. 

De kleine pimpernel bloeit met groenige rode bloemen. De bloemen zijn hermafrodiet, ze bevatten zowel de mannelijke als de vrouwelijke delen, en worden bestoven door insecten zoals hommels en bijen. 

Ook de grote pimpernel, Sanguisorba officinalis is eetbaar, al is deze aanzienlijk minder goed eetbaar dan de kleine pimpernel.





Meer informatie:http://wilde-planten.nl/kleine%20pimpernel.htm



 

Kleine veenbes

Vaccinium oxycoccos
Plant familie: Ericaceae (Heidefamilie) 
Plantenlaag:Struiken 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, inheems, volle zon, halfzon/halfschaduw, fruit, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:mei - juni 
Oogsttijd:juli - augustus 
Beschrijving:

De Kleine veenbes (Vaccinium oxycoccos, synoniem: Oxycoccus palustris) komt voor op het noordelijk halfrond in gebieden met een koel klimaat. Het is een kruipende of overhangende plant met dunne stengels, die in Drenthe vrij zeldzaam en in de Achterhoek, het oosten van Noord-Brabant en Limburg zeldzaam is. De kleine veenbes staat op de Belgische Rode lijst van planten als zeldzaam tot zeer zeldzaam.

De kleine veenbes houdt van vochtige tot zeer vochtige, ietwat zure (PH 4,5 tot 6) grond en groeit zowel in de volle zon als in de halfschaduw. De kleine veenbes groeit tussen het veenmos in levend hoogveen en in heidevennen.

De plant wordt 15-50 cm hoog. De bladeren zijn 4-8 mm lang en hebben een omgerolde rand. De onderkant is blauwgroen. De kleine veenbes bloeit in Nederland in mei en juni met één tot vier roze bloemen in een bloemtros. De bloemkroon is teruggeslagen, waardoor de fijnbehaarde paarse stampers duidelijk zichtbaar zijn. De eetbare bes is rood, soms wit en smaakt iets friszuur.

In deze database staan de best eetbare vaccinium soorten die van nature in Europa voorkomen of hier al lange tijd ingeburgerd zijn. In de Plants for a Future Database zijn daarnaast ook nog een flink aantal goed eetbare vaccinium soorten te vinden die in andere delen van de wereld groeien maar die het ook in ons klimaat waarschijnlijk goed zouden doen. Wil je weten welke vaccinium soorten dit zijn kijk dan in de Plants for a Future Database (www.pfaf.org).  





Meer informatie:http://nl.wikipedia.org/wiki/Kleine_veenbes



 

Kliswortel

Arctium lappa
Plant familie: Asteraceae (Composietenfamilie) 
Plantenlaag:Knolgewassen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, inheems, volle zon, halfzon/halfschaduw, groentes, wortels, bijenplant, geneeskrachtig, tweejarig,  
Bloeitijd:juli - september 
Oogsttijd:juni - september 
Beschrijving:Kliswortel of Grote Klit is van oorsprong een oud Europees gewas, maar wordt nu voornamelijk in Japan gegeten. In veel europese landen groeit de plant nog steeds in het wild. In Duitsland maken kinderen grote bollen van de bloemhoofden, die als klittenband aan elkaar plakken. Vandaar ook de naam Grote Klit.

Kliswortel houdt van diepe, voedselrijke, vochtige grond en groeit zowel in de volle zon als in de halfschaduw. In het wild groeit deze plant vooral aan bosranden.

Zaaien in maart tot juni. Het zaad eerst in water weken, uitzaaien en bedekken met 1 centimeter aarde. Maak de grond eerst goed  los vanwege de diepe beworteling.  Dit oogst straks ook een stuk makkelijker. De oogst geeft in juni tot september, afhankelijk van de zaaitijd, een lange bruine wortel. Circa 6 maanden na het zaaien verhouten de wortels, dus uiterlijk na 5 of 6 maanden oogsten. Het jaar na het zaaien schiet de klis in de bloei. De bloemen zijn distel-achtig, mooi en worden druk bezocht door hommels en vlinders. 

In de tweede helft van de 20e eeuw nam het gebruik van de kliswortel in de keuken toe. In Japanse gerechten wordt het gecombineerd met sojasaus, suiker en sesamolie. In Kyoto wordt de wortel gebruikt als snack, te vergelijken met patat. Ze kunnen net als asperges worden gegeten. 

Er worden ook verschillende geneeskrachtige werkingen aan de kliswortel toegeschreven. De plant werkt onder meer detoxificerend. 





Meer informatie:http://www.groentenfruit.nl/index_product.asp?pg=1



 

Kluwenklokje

Campanula glomerata
Plant familie: Campanulaceae (Klokjesfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, inheems, volle zon, halfzon/halfschaduw, groentes, bloemen, vlinderplant, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:juni - oktober 
Oogsttijd:juni - oktober 
Beschrijving:

In het Nederlands heet de Campanula glomerata het Kluwenklokje, in het Fries: Bondelklokje. Het kluwenklokje groeit in het wild in het rivierengebied en Zuid-Limburg, komt daar heel zelden voor en staat op de rode lijst van bedreigde plantensoorten. Deze plant is ook gecultiveerd. 

Bodem: Zonnige, soms licht beschaduwde plaatsen op matig droge tot vaak vochtige, matig voedselrijke, kalkhoudende en humushoudende grond  (lemig zand, leem, zavel, mergel en stenige plaatsen).

Groeiplaatsen: Bermen, kalkgrasland, iets ruderale plaatsen, rivierdijken, zandige ruggen in uiterwaarden en bosranden, struweel, soms in lichte bossen. 

Het kluwenklokje is 30 tot 90 cm hoog en is een overblijvende plant. Het heeft een wortelstok en rechtopstaande bloeisstengels.

De baderen zijn kort behaard, de onderste met een lange steel, rond of hartvormig, gekarteld, stengelbladeren vaak smaller, een korte steel of zonder steel en dan de stengel voor de helft omvattend.

De bladeren kunnen vers worden gegeten in salade en kunnen ook worden gekookt als spinazie. 

De bloemen zijn dichte eindelingse kluwen, daaronder soms nog enkele bloemen, trechter- tot klokvormig, helderblauw, soms lichter blauw of wit, naar boven gericht, 1½ tot 3 cm, kelkslippen langwerpig, spits. De vuchten zij doosvruchten rechtop, behaard. De bloemen zijn zelfbevruchtend.

De bloemen van het kluwenklokje zijn ook eetbaar en staan vrolijk in salades.

Het kluwenklokje is waardplant voor de boksbaardvlinder (Amphipyra tragopoginis), de zwartvlekdwergspanner (Eupithecia centaureata) en de klokjesdwergspanner (Eupithecia denotata).

Er is geen geneeskruidige werking bekend van deze bloem.

Er zijn verschillende andere eetbare Campanula soorten. De Plants for a Future database geeft de volgende soorten:

Campanula versicolor 

Campanula cochleariifolia

Campanula fenestrellata

Campanula persicifolia

Campanula poscharskyana

Campanula punctata 

Campanula rapunculus

Campanula takesimana







Meer informatie:http://www.kuleuven-kortrijk.be/bioweb/?lang=nl&de



 

Knoflook

Allium sativum
Plant familie: Alliaceae (Lookfamilie) 
Plantenlaag:Knolgewassen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, groentes, kruiden, bloemen, wortels, geneeskrachtig, meerjarig,  
Bloeitijd:juni 
Oogsttijd:oktober 
Beschrijving:

De knoflook is een meerjarige plant en kan tot een hoogte van 60cm groeien. Knoflook staat het liefst in de volle zon en groeit zowel op droge grond en op vochtige grond. 

De beste tijd om knoflook te planten is vanaf september tot half november of na de eerste nachtvorst. Mocht je een koude winter krijgen dan is het verstandig de knoflook goed toe te dekken met stro in de winter anders kunnen ze afsterven. Van het loof kan je af en toe wat oogsten om door de sla of roerbak te doen. Het heeft een lekkere knoflooksmaak.

Eind mei en juni / juli wordt het blad gelig. Dan zijn de bollen rijp voor de oogst. 

Je kunt knoflook ook planten in het voorjaar en dan kun je de bollen in het najaar oogsten. Wel zijn de bollen dan vaak minder klein omdat een deel van de enegie dan wordt gebruikt voor de bloei. 

De knoflookbol is als keukenkruid, zowel vers als gedroogd, alom bekend, en wordt  in verlerlei gerechten toegepast. Het geeft een heerlijke smaak aan een boel maaltijden. 

Knoflook bloeit met paarse bloemen, de bloemen zijn hermafrodiet, ze bevatten zowel de mannelijke als de vrouwelijke delen, en worden door insecten zoals hommels en bijen bestoven. De bloemen zijn ook eetbaar en kunnen worden toegevoegd als garnering aan salades. 

Er wordt knoflook ook verschillende geneeskrachtige eigenschappen toegedicht. Het heeft antiseptische, antibiotische en zuiverende eigenschappen, zowel voor de mens als de grond.

In deze database staan de best eetbare allium soorten die van nature in Europa voorkomen of hier al lange tijd ingeburgerd zijn. In de Plants for a Future Database zijn daarnaast ook nog een flink aantal goed eetbare allium soorten te vinden die in andere delen van de wereld groeien maar die het ook in ons klimaat waarschijnlijk goed zouden doen. Wil je weten welke allium soorten dit zijn kijk dan in de Plants for a Future Database (www.pfaf.org).  







Meer informatie:https://www.makkelijkemoestuin.nl/wiki/groentes/kn



 

Knoflookbieslook

Allium tuberosum
Plant familie: Alliaceae (Lookfamilie 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, kruiden, bloemen, meerjarig,  
Bloeitijd:augustus - september 
Oogsttijd:maart - oktober 
Beschrijving:De knoflookbieslook, soms ook wel bekend als Chinese bieslook, is een meerjarig kruid met kleine knolletjes en kan tot 30 cm hoogte groeien. De plant is familie van gewone bieslook maar heeft een lekker pittige knoflookachtige smaak waar het de naam aan heeft te danken. 

Knolookbieslook houdt van ietwat vochtige grond en groeit zowel in de halfschaduw als in de volle zon. 

De plant vormt dichte, grasachtige pollen met lange ietwat afgeplatte stengels/bladeren. Knolookbieslook kan vanaf het vroege voorjaar tot aan de late herfst geoogst worden; het groeit vanzelf weer aan. Heerlijk als toevoeging in salades of in sauzen; het liefst rauw.

Knolookbieslook bloeit met witte bloemen met een groen streepje in het midden, de bloemen zijn hermafrodiet, ze bevatten zowel de mannelijke als de vrouwelijke delen. De bloemen staan erom bekend insecten aan te trekken zoals hommels, bijen en vlinders. De plant is zelfbestuivend. De bloemen kunnen ook gegeten worden, deze hebben een pittegere smaak. Het kan een mooie versiering zijn in salades.

De kleine knolletjes die vaak niet groter worden dan 10mm in diameter kunnen worden gegeten als lente-uitjes.

In de Plants for a Future Database zijn nog een aantal goed eetbare allium soorten te vinden. Wil je weten welke allium soorten dit zijn kijk dan in de Plants for a Future Database (www.pfaf.org). 




Meer informatie:https://pfaf.org/user/plant.aspx?latinname=Allium+



 

Knoflookmosterd

Peltaria alliacea
Plant familie: Brassicaceae (Kruisbloemenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, groentes, kruiden, bloemen, wintergroen, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:juni 
Oogsttijd:januari - november 
Beschrijving:

De knoflookmosterd is zoals de naam al aangeeft een mosterdsoort wat zich kenmerkt door de pittige smaak van het blad. In dit geval een kruising tussen knoflook en mosterd.

Deze wintergroene plant komt van origine in Oost-Europa voor en wordt tot 30 cm hoog.

De plant houdt van ietwat vochtige grond en groeit zowel in de halfschaduw als in de volle zon. 

De bladeren kunnen rauw en gekookt worden gegeten en kunnen bijna het hele jaar geoogst worden. Ze vormen een pittige aanvulling op een salade. In de winter smaken de bladeren het minst bitter.

In de vroege zomer als de plant met de bloei begint, verliezen de planten het blad voor ongeveer twee maanden. Het wegsnoeien van de bloeiende stengels zorgt voor een nieuwe groene groei van bladeren.

De bloemen kunnen ook rauw gegeten worden in bijvoorbeeld een salade. 

Een eetbaar familielid wat door de Plants for the Future Database wordt aangegeven is: Peltaria turkmena. Deze groeit van nature in West-Azië. 





Meer informatie:http://pfaf.org/user/Plant.aspx?LatinName=Peltaria



 

Knolcapucien

Tropaeolum tuberosum
Plant familie: Tropaeolaceae 
Plantenlaag:Knolgewassen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, groentes, kruiden, wortels, vlinderplant, éénjarig,  
Bloeitijd:juni - oktober 
Oogsttijd:oktober - november 
Beschrijving:

De knolcapucien komt van origine uit Zuid-Amerika (waar deze Mashua genoemd wordt) tegen de hellingen van de Andes en is een familielid van de Oost-Indische kers. Deze klimplant groeit tot 2 meter hoog en is in staat om zich met de bladstelen overal aan vast te hechten.

De knolcapucien houdt van voedselrijke, diepe, ietwar vochtige grond en staat het liefste in de volle zon.

De plant bloeit met kleurrijke oranje/rode bloemen. De bloemen zijn hermafrodiet, ze bevatten zowel de mannelijke als vrouwelijke delen, en worden door insecten zoals hommels en bijen bestoven. De planten zijn zelfbestuivend. De bloemen zijn eetbaar en zijn een prachtige versiering in bijv. salades. 

De knolcapucien vormt vanaf half oktober tot half november peervormige knollen van 5 tot 12 cm lang. De knollen hebben paarsachtige inkepingen en moeten voor de eerste echte vorst geoogst worden en bewaard worden in ietwat vochtig zand. Als je een deel van de knollen bewaard dan kun je ze het volgende jaar weer uitplanten waar nieuwe planten uit kunnen groeien. 

De knollen dienen gekookt te worden en smaken dan peperachtig, mocht de smaak te sterk zijn dan kun je de knollen een tijde in de vriezer stoppen, daar wordt de smaak milder van. 

Naast de knol is ook het blad van de knolcapucien uitstekend eetbaar en kan rauw in salades worden gegeten daarnaast kunnen ze ook gekookt worden als spinazie.

De plant heeft verder de positieve eigenschap zeer resistent te zijn tegen ziektes en insecten. Het bevat stoffen die tegen nematoden, bacterien en insecten werken en wordt daarom in Zuid Amerika soms ook als pestafweer tussen gewone aardappelen geplant.

In hoeverre de plant ook slakresistent is zoals het nichtje de Oost-Indische kers moet nog blijken. Verder lijkt het erop dat het grote koolwitje door deze plant aangetrokken wordt en graag haar rupsen hierop afzet.





Meer informatie:http://www.pfaf.org/user/Plant.aspx?LatinName=Trop



 

Knolkervel

Chaerophyllum bulbosum
Plant familie: Apiaceae (Schermbloemenfamilie) 
Plantenlaag:Knolgewassen 
Plantenfuncties:verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, groentes, bijenplant, geneeskrachtig, tweejarig,  
Bloeitijd:nvt 
Oogsttijd:augustus - september 
Beschrijving:Ondanks de naam is er geen enkele verwandtschap met kervel. Tot het begin van de 19e eeuw werd knolkervel in Europa nog veel verbouwd. 'Gemaksgroenten' hebben 'm in de vergetelheid doen raken.

Knolkervel houdt van voedselrijke, diepe, vochtige grond en groeit zowel in de volle zon als in de halfschaduw. 

Teelt: Zaaien in het najaar of met de pot even het vriesvak in  - het is namelijk een koude-kiemer, die even vorst moet hebben, om te ontkiemen (min 6 is al genoeg. Een paar dagen, want anders verdrogen de zaden). Oogst de korte dikke penwortel 8 tot 9 maanden na het zaaien. Het blad doet wel aan kervel denken. Waarschijnlijk zorgde dit voor de naam.

Smaak: De knolkervel smaakt dus niet naar kervel, maar heeft een zachtzoete naar kastanje neigende smaak.

In de keuken: Knolkervel is zeer geschikt, om er een lekkere puree van te maken. In combinatie met een (vlees-)stoofschotel een ware delicatesse. De knollen wassen, in stukken snijden en gaar koken met een beetje zout in ca. 15 minuten. Daarna pureren, scheutje melk erdoor roeren en een klontje boter.




Meer informatie:http://www.leylant.com/knolkervel.htm



 

Knolraap

Brassica rapa
Plant familie: Brassicaceae (Kruisbloemenfamilie) 
Plantenlaag:Knolgewassen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, groentes, tweejarig,  
Bloeitijd:nvt 
Oogsttijd:oktober - november 
Beschrijving:

Knolraap, ook meiraap, meiknolletje, knol of raap genoemd (Brassica rapa) is een oude groente die in Nederland vrijwel alleen nog door de amateurtuinder en in de biologische landbouw geteeld wordt, maar bijvoorbeeld in België en Frankrijk heel gewoon is.

Knolrapen houden van diepe, voedselrijke, vochtige grond en ze groeien zowel in de volle zon als in de halfschaduw.

Knolrapen worden vers gegeten en kunnen ook in salades gebruikt worden. Knolrapen moeten niet verward worden met koolraap. Sommige rassen van knolraap kunnen uitgroeien tot een gewicht van ruim 1 kg.

De naam "meiraap" duidt op het feit dat de knolraap alleen in het voorjaar geteeld wordt, omdat de plant niet winterhard is. De stoppelknol  is ook een knolraap, die vroeger veel na de graanoogst gezaaid werd en aan het vee wordt gevoerd. Bij stoppelknollen zijn er rassen met en zonder knol.

Knolrapen werden al geteeld door de Romeinen en de Oude Grieken. De domesticatie heeft waarschijnlijk plaatsgevonden in Afghanistan, Pakistan en het Middellandse Zeegebied.

De knol vormt zich bovenin de penwortel en in de stengel onder de laagste bladeren, en is daarmee iets tussen wortelknol en stengelknol in. De rest van de penwortel is dun en 10 of meer cm lang.





Meer informatie:http://nl.wikipedia.org/wiki/Knolraap



 

Knolselderij

Apium graveolens rapaceum
Plant familie: Apiaceae (Schermbloemenfamilie) 
Plantenlaag:Knolgewassen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, halfzon/halfschaduw, groentes, tweejarig,  
Bloeitijd:nvt 
Oogsttijd:oktober - november 
Beschrijving:

Knolselderij (Apium graveolens var. rapaceum) is de verdikte wortel van de selderplant. De knol heeft een lichtpaarse tot witte of gele kleur. Van binnen is de knolselderij romig wit.

Knolserderij houdt van diepe, voedselrijke, vochtige grond en groeit zowel in de volle zon als in de halfschaduw.

Hoewel knolselderij voor de knol geteeld wordt, kunnen de bladeren ook gegeten worden. Vaak wordt in het vroege voorjaar knolselderij met een toefje loof in de handel gebracht.

De langloofrassen worden op zaaibed eind februari tot half maart gezaaid en half mei tot begin juni uitgeplant. Het zaad moet zeer oppervlakkig gezaaid worden omdat knolselderijzaad alleen kiemt onder invloed van licht; het is een zogenaamde lichtkiemer. Voor de kortloofrassen is dit half maart tot begin april, respectievelijk eind mei tot half juni. De oogst vindt plaats van eind oktober tot half november. 

In stukken gesneden is knolselderij heel lekker met name in de erwtensoep. Ook voor het trekken van bouillon is de knol heel geschikt. De smaak van de knol is milder dan die van de bladeren van de snijselderij. Uiteraard kun je de jonge bladeren van de knol-variant ook prima, net als die van de andere variant, in de soep gebruiken.

Knol- en snijselderij overleven milde winters, maar vormen in het tweede jaar een bloemstengel en sterven daarna af. Er moet dus ieder jaar opnieuw gezaaid worden. 





Meer informatie:http://www.groentenfruit.nl/index_product.asp?pg=1



 

Komijn

Cuminum cyminum
Plant familie: Apiaceae (Schermbloemenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, kruiden, éénjarig,  
Bloeitijd:juni - juli 
Oogsttijd:augustus - september 
Beschrijving:Komijn of comino is afkomstig uit Iran, Syrië, India en Turkije. De plant groeit het best in een zanderige, gedraineerde bodem en in een gebied met een warm klimaat, zoals aan de kust van het Middellandse Zeegebied, waar het kruid aangetroffen kan worden. Een warm klimaat is echter geen vereiste.

Komijn kan zowel op droge als op vochtige grond groeien en staat het liefste in de volle zon. 

De plant heeft dunne stengels die tot 30 cm lang kunnen worden en lila of witte bloemen hebben. Vooral de zaadjes van komijn worden gebruikt. Deze hebben een lichte nootsmaak en worden toegepast als specerij. Ze hebben een sterk aroma dat zich beter ontwikkelt als ze voor gebruik even in een droge pan geroosterd en stukgewreven worden.

Naast de geur en de kleur speelt ook het oliegehalte van komijn een rol: hoe groter het oliegehalte, hoe beter de kwaliteit. Er wordt onderscheid gemaakt tussen:
    * Safed: deze is het meeste bekend en is wit van kleur
    * Kala: deze soort heeft een peperachtige smaak

De recepten waarin komijn gebruikt wordt zijn erg gevarieerd. In Nederland en Vlaanderen maakt men komijnekaas, in India, Griekenland en Turkije is komijn een onderdeel van kerrie en kip tandoori, en in Noord-Afrika kruidt men er tajines en couscous mee. In Turkije wordt het ook gebruikt in çörek. In Spanje wordt komijn in chorizo gedaan. In Mexico maakt het deel uit van de chili con carne en in Duitsland gebruikt men komijn samen met karwij in de likeur Kummel.

De Romeinen gebruikten komijn in plaats van peper. Daarnaast gebruikten zij gemalen komijn als broodbeleg en in liefdesdrankjes, omdat ze ervan overtuigd waren dat het gebruik ervan zorgde voor een trouwe partner.

In Nederland is gemalen komijnzaad ook wel bekend als 'djinten' of 'djintan', een verbastering (of oude schrijfwijze) van de Indonesische naam voor komijn '"jintan"'.

Komijn wordt vaak verward met karwijzaad. Er zijn grote overeenkomsten in uiterlijk en smaak en ook overeenkomsten in (anderstalige) benamingen zorgen voor verwarring. In gerechten kunnen beide als vervanger voor elkaar dienen, maar karwijzaad is sterker van smaak en moet daarom voorzichtiger gebruikt worden (ongeveer half zoveel als komijn). Karwijzaad is iets krom en scherper van smaak, terwijl komijnzaad recht is en bitterder.






Meer informatie:http://pfaf.org/user/Plant.aspx?LatinName=Cuminum%



 

Komkommer

Cucumis sativus
Plant familie: Cucurbitaceae (Komkommerfamilie) 
Plantenlaag:Bodemkruipers 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, groentes, bloemen, éénjarig,  
Bloeitijd:juli - augustus 
Oogsttijd:augustus - september 
Beschrijving:De komkommer is een vrucht die in Nederland en België vooral rauw als salade wordt gegeten, en daarom ook wel als groente wordt beschouwd. Maar de komkommer behoort in feite tot de vruchtsoort Cucumis sativus, die al meer dan 3000 jaar gekweekt wordt. Ze hoort dus tot dezelfde familie als de meloen (Cucumis melo) en tot hetzelfde geslacht als de courgette  (Cucurbita pepo).

Het zijn warmteminnende planten die van zeer voedselrijke grond houden, en ze groeien in Nederland en België het beste onder glas in kassen.

De komkommerplant is eenjarig. Aan één stengel kunnen tientallen komkommers groeien. De tegenwoordig gekweekte komkommer heeft alleen maar vrouwelijke bloemen, waar zonder bevruchting of bestuiving de komkommer uit groeit. De gele en witte komkommer hebben wel vrouwelijke en mannelijke bloemen.

De plant heeft grote bladeren, die over de vruchten heen groeien. De plant is een klimplant met hechtranken, maar kan ook horizontaal groeiend op de grond geteeld worden. Voordat er kassen waren werden de komkommers op broeiveuren onder platglas geteeld. Later werd het platte glas rechtop gezet en vormde zo een kas. In de glastuinbouw worden de planten langs binddraad omhoog geleid. In Nederland en België is de komkommer door de teelt in verwarmde kassen tegenwoordig (sinds ongeveer 1960) het gehele jaar verkrijgbaar. In deze kassen groeien de komkommers nadat ze gebloeid hebben in ongeveer 10 tot 14 dagen uit naar een volledige komkommer, dus van een komkommer van minder dan 50 gram naar een komkommer van tussen de 400 en 450 gram. Om jaarrond te kunnen leveren worden er twee tot drie teelten per jaar geplant en geoogst in de glastuinbouw.

De vrucht wordt geoogst als deze nog donkergroen is. Een rijpe vrucht verkleurt naar geelgroen. Doordat de vrucht isDe komkommer is een vrucht die in Nederland en België vooral rauw als salade wordt gegeten, en daarom ook wel als groente wordt beschouwd. Maar de komkommer behoort in feite tot de vruchtsoort Cucumis sativus, die al meer dan 3000 jaar gekweekt wordt. Ze hoort dus tot dezelfde familie als de meloen (Cucumis melo) en tot hetzelfde geslacht als de courgette  (Cucurbita pepo). Het zijn warmteminnende planten en ze groeien in Nederland en België het beste onder glas in kassen. De komkommerplant is eenjarig. Aan één stengel kunnen tientallen komkommers groeien. De tegenwoordig gekweekte komkommer heeft alleen maar vrouwelijke bloemen, waar zonder bevruchting of bestuiving de komkommer uit groeit. De gele en witte komkommer hebben wel vrouwelijke en mannelijke bloemen.

De plant heeft grote bladeren, die over de vruchten heen groeien. De plant is een klimplant met hechtranken, maar kan ook horizontaal groeiend op de grond geteeld worden. Voordat er kassen waren werden de komkommers op broeiveuren onder platglas geteeld. Later werd het platte glas rechtop gezet en vormde zo een kas. In de glastuinbouw worden de planten langs binddraad omhoog geleid. In Nederland en België is de komkommer door de teelt in verwarmde kassen tegenwoordig (sinds ongeveer 1960) het gehele jaar verkrijgbaar. In deze kassen groeien de komkommers nadat ze gebloeid hebben in ongeveer 10 tot 14 dagen uit naar een volledige komkommer, dus van een komkommer van minder dan 50 gram naar een komkommer van tussen de 400 en 450 gram. Om jaarrond te kunnen leveren worden er twee tot drie teelten per jaar geplant en geoogst in de glastuinbouw. (Zie ook: Biologische zaaitabel)

De vrucht wordt geoogst als deze nog donkergroen is. Een rijpe vrucht verkleurt naar geelgroen. De vrucht is parthenocarp wat betekend dat er geen zaden worden gevormd, soms zijn echter nog wel rudimentaire zaden aan de zaadlijsten te zien.

De vruchten die in Nederland en België gegeten worden zijn in de regel 35 tot 39 centimeter lang en 5 cm in diameter met een gewicht van 350 tot 450 gram. Kleinere komkommers, de zogenaamde minikomkommers, komen echter ook voor, vooral in Engeland. Deze komkommers zijn 14 - 18 cm lang met een gewicht van 110 - 130 gram. Er bestaat een gele en een witte variant. In de omgeving van Utrecht zijn nog lang de gele komkommers onder platglas geteeld. Door verdwijning van het platte glas en doordat de gele komkommer niet bittervrij is, is deze teelt verdwenen., worden er geen zaden gevormd, soms zijn echter nog wel rudimentaire zaden aan de zaadlijsten te zien.

De vruchten die in Nederland en België gegeten worden zijn in de regel 35 tot 39 centimeter lang en 5 cm in diameter met een gewicht van 350 tot 450 gram. Kleinere komkommers, de zogenaamde minikomkommers, komen echter ook voor, vooral in Engeland. Deze komkommers zijn 14 - 18 cm lang met een gewicht van 110 - 130 gram. Er bestaat een gele en een witte variant. In de omgeving van Utrecht zijn nog lang de gele komkommers onder platglas geteeld. Door verdwijning van het platte glas en doordat de gele komkommer niet bittervrij is, is deze teelt verdwenen.










Meer informatie:https://nl.wikipedia.org/wiki/Komkommer



 

Komkommerwortel

Medeola virginiana
Plant familie: Melanthiaceae (Eénbesfamilie) 
Plantenlaag:Knolgewassen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, halfzon/halfschaduw, groentes, wortels, éénjarig,  
Bloeitijd:mei - juni 
Oogsttijd:oktobober - november 
Beschrijving:De komkommerwortel komt van origine uit het oosten van Noord-Amerika en kan tot 30cm hoog worden.

De plant groeit op rijke bosgrond en aan de randen van moerassige gebieden. De plant houdt van vochtige grond en staat het liefste in de halfschaduw.

De plant bloeit in mei tot juni, en vormt zwartpaarse bessen. Het is echter de wortel van de plant die door de oorspronkelijke inwoners werd gegeten en ook wel indianenkomkommer werd genoemd. 

De wortel wordt tot 8 cm lang en smaakt naar komkommer. Het heeft een knapperige textuur en een verfrissende smaak. De wortel kan zowel rauw als gekookt gegeten worden. 




Meer informatie:http://www.pfaf.org/user/Plant.aspx?LatinName=Mede



 

Konings oesterzwam

Pleurotus eringii
Plant familie: Pleurotaceae 
Plantenlaag:Paddenstoelen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, inheems, paddenstoelen, éénjarig,  
Bloeitijd:nvt 
Oogsttijd:september - december 
Beschrijving:

De Konings oesterzwam, ook wel duinvoetje of kruisdistel oesterzwam genoemd, is een eetbare paddenstoel die van nature voorkomt in Midden-Europa, het Midden-Oosten en het noorden van Afrika.

Het is de grootste paddestoelen soort in dit geslacht. De hoed is 5-12 cm breed en heeft een ingerolde rand. De steel is 6-10 cm lang en 2-6 cm dik. De lamellen zijn aflopend, wit of geelachtig. De sporen zijn lila. Ze hebben een stevige vleesachtige witte steel en een lichte grijsbruine hoed.

De paddestoelen groeien in trossen, zijn decoratief en kunnen goed bewaard worden. 

De hele paddenstoel heeft een licht-pittige smaak. Je kunt konings oesterzwammen op dezelfde manieren eten als andere oesterzwammen. Verschillende recepten hiervoor zijn hier te vinden.  

De paddestoelen worden inmiddels op verschillende plaatsen commercieel geteeld en je kunt ze zelf thuis ook kweken, o.a. via kant en klare kweekpaketten om zelf paddestoelen te groeien. 

 





Meer informatie:http://en.wikipedia.org/wiki/Pleurotus_eringii



 

Koolraap

Brassica napobrassica
Plant familie: Brassicaceae (Kruisbloemenfamilie) 
Plantenlaag:Knolgewassen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, groentes, éénjarig,  
Bloeitijd:nvt 
Oogsttijd:oktober - november 
Beschrijving:

Koolraap (Brassica napobrassica, synoniemen: Brassica napus var. napobrassica, Brassica napus subsp. rapifera) is een groente die hoort bij het geslacht kool uit de Kruisbloemenfamilie (Brassicaceae).

De koolraap houdt van diepe, voedselrijke, vochtige grond en heeft een voorkeur voor de volle zon of de halfschaduw.

Het jonge blad van koolraap kan vers en gekookt worden gegeten, net als snijmoes of snijkool. Koolraap werd vroeger zowel voor veevoer als voor consumptie verbouwd. Tegenwoordig wordt koolraap nog weinig meer gegeten en is het een van de zogenaamde vergeten groenten.

Koolraap is waarschijnlijk ontstaan uit een kruising tussen kool (Brassica oleracea) en knolraap  (Brassica rapa) (ook meiraap of meiknolletje genoemd) en wordt vaak met de laatste verward. Dit komt niet alleen doordat de koolraap vaak knolraap genoémd wordt (ook Van Dale erkent dit woordgebruik) maar ook doordat sommige rassen knol- of meiraap erg op koolraap lijken. Om de verwarring nog groter te maken worden beide soorten ook wel kortweg raap genoemd.

Koolraap wordt zowel ter plaatse gezaaid als uitgeplant en kan op alle grondsoorten worden geteeld, maar het beste op lichte kleigrond. Koolrapen worden in de regel begin juni ter plaatse gezaaid, omdat vroeger zaaien houtige knollen geeft.

Voor uitplanten wordt eind mei/begin juni buiten op zaaibed gezaaid en 6 tot 8 weken later uitgeplant. Te diep planten geeft een minder mooie knolvorm. In oktober/november worden de 1,5 kilo zware knollen geoogst. De knollen kunnen bij 1°C tot zes maanden bewaard worden.

Koolraap smaakt iets zoet en kan gekookt of gestoofd worden gegeten. Snijd de koolraap in plakken en vervolgens in reepjes of blokjes. Kook de koolraap met weinig water in 20 minuten gaar. Giet de koolraap af en breng eventueel op smaak met nootmuskaat of suiker. 





Meer informatie:http://nl.wikipedia.org/wiki/Koolraap



 

Koolrabi

Brassica oleracea gongylodes
Plant familie: Brassicaceae (Kruisbloemenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, groentes, éénjarig,  
Bloeitijd:nvt 
Oogsttijd:juli - oktober 
Beschrijving:

Koolrabi (Brassica oleracea convar. acephala alef. var. gongylodes) is een groente die vermoedelijk uit Noord-Europa stamt. Het is een van de vele teelvormen van kool die bestaat uit een kruising van wilde kool en wilde witte biet.

Koolrabi houdt van voedselrijke, vochtige grond. De plant groeit zowel in de volle zon als in de halfschaduw.

Koolrabi hoort tot de grote koolfamilie maar is eigenlijk een stengelgroente. Koolrabi ontwikkelt zich niet uit de bloem of uit de bladeren, maar uit het gedeelte van de wortelknol dat boven de grond groeit. In tegenstelling tot koolraap dat onder de grond de knol vormt. De stengel van de koolrabi groeit uit tot een dikke, platte knol. We kunnen zowel witte- als blauwe koolrabi onderscheiden die overigens niet verschillen van smaak.

Teeltschema
Zomer: zaaien in april t/m begin juni, planten in mei t/m begin juli, oogsten in juli t/m begin september.
Herfst: zaaien in juni/juli, planten in juli/augustus, oogsten in september/oktober.

Kleine exemplaren kunnen in hun geheel gekookt worden. Grotere snijdt men in plakken of stukjes. Een kooktijd van 15 tot 20 minuten volstaat. Ook de bladeren kunnen gegeten worden. Ze worden op dezelfde manier bereid als spinazie.

Koken, stoven, frituren, roerbakken, blancheren of rauw serveren, het kan allemaal. Koolrabi wordt ook vaak gebruikt bij de bereiding van soepen. Rauwe koolrabi smaakt een beetje radijsachtig. De smaak van gekookte koolrabi doet wat aan bloemkool denken, maar dan pittiger. 







Meer informatie:https://nl.wikipedia.org/wiki/Koolrabi



 

Koriander

Coriandrum sativum
Plant familie: Apiaceae (Schermbloemenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, kruiden, zaden, bijenplant, éénjarig,  
Bloeitijd:juni - juli 
Oogsttijd:mei - september 
Beschrijving:Koriander, ook wel wantsenkruid genoemd, is afkomstig uit het Midden-Oosten en de landen rond de Middellandse Zee. Koriander was al bij de oude Egyptenaren bekend, in oude graven zijn zaden gevonden. Ook de oude Grieken en Romeinen hebben het gebruikt.

Koriander is een eenjarige plant met hoogte van 40 - 70 cm. Koriander groeit zowel op droge als op vochtige grond en groeit zowel in de halfschaduw als in de volle zon.

Vanaf half april kan dun in rijen worden gezaaid. Korianderzaad kiemt naargelang de bodemwarmte in twee tot drie weken. Hoe warmer de grond, des te sneller zal het zaad ontkiemen. Na het zaaien moet het zaaibed rijkelijk worden begoten. Regelmatig moet onkruid worden verwijderd, want dit verstikt gemakkelijk het zaaigoed. Na het verschijnen van de plantjes is het nodig de grond steeds goed los te maken. Dit stimuleert de groei. Met bemesting - met bijvoorbeeld gedroogde koemestkorrels - kan na ± 3 weken na opkomst van de plantjes worden begonnen. 

Vers korianderblad heeft een andere, sterkere smaak dan peterselie. Vers korianderblad kan, net als peterselie, goed worden ingevroren. Wanneer het wordt ontdooid, kan het enigszins donker kleuren. Het behoudt wel zijn smaak. Door het te drogen verliest het veel van zijn aroma.

Het blad kan worden gebruikt in koolgerechten, rode bieten, wildsoepen en marinades. Een paar fijngehakte blaadjes toegevoegd aan beurre-blanc smaakt lekker bij gepocheerde vis. Het zaad, gemalen of gekneusd, kan worden verwerkt in bijvoorbeeld wildpaté, koekjes (speculaas), kerrieschotels en oosterse gerechten.

Korianderzaad heeft een wee-zoete, anijsachtige, licht pikant kruidige (een beetje sinaasappelachtige) smaak. 

Gemalen korianderzaad (ketoembar) is een onderdeel van onder andere speculaaskruiden, kerriepoeder en inmaakkruiden (de hele zaden). Het zaad bevat etherische olie met corianderol. In India en China wordt het als medicijn gebruikt. Medicinaal werkt koriander tegen een opgeblazen gevoel, bevordert het de eetlust en de spijsvertering.






Meer informatie:http://www.neerlandstuin.nl/planten/koriander.html



 

Kornoelje

Cornus officinalis
Plant familie: Cornaceae (Kornoeljefamilie) 
Plantenlaag:Lage bomen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, fruit, bijenplant, geneeskrachtig, meerjarig,  
Bloeitijd:maart - april 
Oogsttijd:september 
Beschrijving:Dit is de Aziatische tegenhanger van de Gele kornoelje (Cornus mas), en komt van origine uit China. De struik kan tot 10 meter hoog worden. 

Kornoelje houdt van vochtige grond en kan zowel in de halfschaduw als in de volle zon groeien. 

Een duidelijk verschil is dat de officinalis in alles grover is en een klein boompje vormt.  De bast heeft een kleur variërend van grijs tot oranje en bruin. Deze schilfert veel sterker af dan van de Cornus mas.

Kornoelje bloeit gelig in de maanden maart en april en heeft in september en oktober mooie rode vruchten. De bloemen zijn hermafrodiet, ze bevatten zowel de mannelijke als de vrouwelijke delen en worden bestoven door insecten zoals hommels en bijen.

De rode, eivorgmige vruchten kunnen tot 15mm lang worden en zijn wat samentrekkend maar kunnen als ze goed rijp zijn vers worden gegeten. Ook kunnen de vruchten worden verwerkt tot sap en jam. 

In Japan waar de plant vrij veel wordt gekweekt worden de vruchten gegeten en ook medicinaal gebruikt. Levendige, roodbruine herfstkleur. Deze Kornoelje wordt in China al meer dan 2000 jaar gebruikt in de geneeskunde.




Meer informatie:http://pfaf.org/user/Plant.aspx?LatinName=Cornus%2



 

Kraailook

Allium vineale
Plant familie: Alliaceae (Lookfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, inheems, volle zon, groentes, kruiden, bloemen, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:juni - augustus 
Oogsttijd:hele jaar door 
Beschrijving:

Kraailook is een inheemse plant en kan tot een hoogte van 60cm groeien. Het is een vrij algemeen voorkomende plant.

De plant houdt van een zonnige tot licht beschaduwde plek, op een droge tot vochtige, (matig) voedselrijke bodem.

Kraailook lijkt op bieslook en is op eenzelfde manier te gebruiken. De bladeren zijn stengelachtig. De bloemen of broedknolletjes zijn omgeven door een puntachtig vliesje. Uit de broedknolletjes, die bovenaan de stengel groeien, komen weer jonge kraailookstengeltjes.

De stengels en de broedknolletjes, al dan niet met jonge stengeltjes, hebben een ui-achtige smaak. Lekker in saldes en in kruidenboters. Je kunt de broedknolletjes in je tuin strooien, eventueel licht bedekken met wat vochtige aarde om zo de plant te vermeerderen. 

De bloemen zijn ook eetbaar, ze zijn o.a. toe te voegen als garnering aan salades. 

In deze database staan de best eetbare allium soorten die van nature in Europa voorkomen of hier al lange tijd ingeburgerd zijn. In de Plants for a Future Database zijn daarnaast ook nog een flink aantal goed eetbare allium soorten te vinden die in andere delen van de wereld groeien maar die het ook in ons klimaat waarschijnlijk goed zouden doen. Wil je weten welke allium soorten dit zijn kijk dan in de Plants for a Future Database (www.pfaf.org).  





Meer informatie:http://wilde-planten.nl/kraailook.htm



 

Krentenboompje

Amelanchier alnifolia
Plant familie: Rosaceae (Rozenfamilie) 
Plantenlaag:Lage bomen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, inheems, volle zon, halfzon/halfschaduw, fruit, houtproductie, windkering, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:april - mei 
Oogsttijd:juni - juli 
Beschrijving:

Het krentenboompje (Amelanchier) is een geslacht uit de rozenfamilie van ongeveer 25 soorten heesters waarvan 10 soorten zeer geschikt zijn voor consumptie. De meest geschikte soort voor consumptie is Amelanchier alnifolia. Krentenboompjes hebben een voorkeur voor ietwat vochtige grond en staan het liefste op de volle zon maar tolereren ook halfschaduw. 

Het geslacht is inheems in de gematigde gebieden van het noordelijk halfrond. De meeste soorten komen voor in Noord-Amerika, enkele soorten komen in Europa en Azië voor. De naam Amelanchier is afgeleid van de amelanche, de Franse naam van het Europees krentenboompje.

Het krentenboompje is een breeduitgroeiende, bladverliezende struik die tot 3 meter hoog kan worden. In Nederland komen twee soorten in het wild voor op zandige gronden. Het Amerikaans krentenboompje (Amelanchier lamarckii) en het Drents krentenboompje (Amelanchier laevis). Beide zijn uitermate geschikt voor consumptie. De eerstgenoemde komt oorspronkelijk uit Noord-Amerika, maar komt daar nu niet meer voor en wordt sinds de 19e eeuw in Nederland aangeplant en is daarna verwilderd. Het Drents krentenboompje dankt de naam aan het feit dat deze vooral in Drenthe in het wild te vinden is. 

Door de vroege bloei is deze struik een belangrijke voedselbron voor verschillende insecten in het voorjaar, vooral bijen. De vroege bloei met witte bloemetjes maakt ook dat de struik een prachtige aanvulling is op een tuin. 

De blauwe vruchten van het krentenboompje kunnen tot 10mm grooit worden en zijn eetbaar en rijk aan vitamine a. Ze smaken een beetje naar appel. Ze kunnen verse consumptie ook tot sap en jam verwerkt worden. Ze  zijn ook in trek bij verschillende soorten zangvogels. 

Sommige krentenboompjes verkleuren prachtig in de herfst. 

Het hout kan worden gebruikt voor handvaten voor gereedschappen. 

Vermenigvuldiging geschied door zaaien of het afsteken van worteluitlopers.







Meer informatie:http://nl.wikipedia.org/wiki/Amelanchier



 

Kropsla

Lactuca sativa
Plant familie: Asteraceae (Composietenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, groentes, éénjarig,  
Bloeitijd:nvt 
Oogsttijd:maart - oktober 
Beschrijving:

Kropsla, ook wel bekend als botersla is een populaire slasoort in Nederland. De naam dankt deze sla aan zijn boterzachte en kruidige smaak. Kropsla bestaat uit een dichte krop van grote, brede bladeren. De sappige groene bladeren omsluiten een zacht hart. De kropsla verdwijnt steeds meer uit de winkels doordat de ijsbergsla veel beter houdbaar is (zowel in de winkel als in de koelkast).

Kropsla houdt van voedselrijke, vochtige grond en groeit zowel in de volle zon als in de halfschaduw. 

Er is onderscheid tussen zomer- en wintersla. Dat betekent dat sla het hele jaar door te verkrijgen is. In een serre kan al eind februari begonnen worden, terwijl het binnen bij kamertemperatuur al op 1 februari kan. Om de zaadjes hun werk te laten doen is het verstandig om er voor te zorgen dat elk zaadje een centimeter ruimte krijgt. Het buiten uitplanten, dat pas in april mogelijk is, moet op een beschutte plaats plaatsvinden. Voorzaaien is dan al begin maart gedaan.

Als je van plan bent om de gehele zomer sla te oogsten, zaai je ook begin mei, juni, juli en augustus. Kies dan voor een licht beschaduwde plaats, vlotte aanvoer van extra vocht en een stukje vochthoudende grond. Frisse temperaturen, vruchtbare, vochthoudende grond en water zijn belangrijk. Zorg om schimmels te voorkomen voor ruimte en verluchting. Geef alleen water in de voormiddag en bij zonneschijn.

Teeltschema
Lente: zaaien in februari/maart, planten in maart/april, oogsten in eind mei t/m begin juli
Zomer + herfst: zaaien in april t/m augustus, planten in mei t/m begin september, oogsten in juli t/m oktober
Winter: zaaien in september, planten in oktober, oogsten in maart/april 

Kropsla is de traditionele basis voor een heerlijke salade en vormt van oudsher een uitstekende combinatie met gebakken aardappeltjes en biefstuk. Kropsla doet het eigenlijk goed bij iedere maaltijd. ‘s Ochtends en tussen de middag op een boterham of als gezond extraatjes tussen een belegd broodje. Maar ook heerlijk onder een plakje kaas of door een frisse maaltijdsalade.

De sla moet vers geoogst zijn, gespoeld, fijngesneden of klaargemaakt met grote, hele bladeren. Het wordt een heerlijke lichte maaltijd door vinaigrette (zie recepten), een stukje brood en wat kaas. De smaak van sla kan zoet, zacht, knapperig, krokant en soms een beetje bitter zijn.

De vermoedelijke wilde stamouder van de sla is Kompassla (Lactuca serriola). 







Meer informatie:https://www.mijntuin.org/plants/90-sla-kropsla



 

Kruisbes

Ribes uva-crispa
Plant familie: Grossulariaceae (Ribesfamilie) 
Plantenlaag:Struiken 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, inheems, volle zon, halfzon/halfschaduw, fruit, omheining, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:april 
Oogsttijd:juni - juli 
Beschrijving:

De kruisbes of stekelbes (Ribes uva-crispa, ook gekend onder de dialectnamen stekebees, klapbes, kroesel, knoezel of knoeper) behoort evenals de aalbes (Ribes rubrum en de zwarte bes (Ribes nigrum) tot de ribesfamilie (Grossulariaceae).

De kruisbes vormt een stekelige struik die tot 1,2 meter hoog kan worden. De kruisbes groeit zowel in de halfschaduw als in de volle zon. De plant heeft een voorkeur voor ietwat vochtige voedselrijke grond. Sommige soorten zijn gevoelig voor meeldauw, het kan verstandig zijn om soorten te kopen die daar resistent tegen zijn. 

De kruisbes wordt veel aangeplant in tuinen vanwege de heerlijke bessen maar komt daarnaast ook in het wild voor in Nederland.

De bloemen van de kruisbes zijn groenpaars en niet erg zichtbaar. De bloemen zijn hermafrodiet, ze bevatten zowel de mannelijke als de vrouwelijke delen. De plant is zelfbestuivend. Bestuiving vind plaats door hommels, bijen en andere insecten. 

De vruchten van de kruisbes worden 10 tot 20mm groot met een ronde tot eierachtige vorm. Er zijn verschillende rassen en bessen kunnen varieren van groen, tot geel, tot rood tot paars. De bessen zijn rijp lekker om van de plant te eten. Ze kunnen niet lang bewaard worden en daarom zie je ze niet vaak in de supermarkt liggen. Kruisbessen kunnen daarnaast ook goed in de jam gebruikt worden als aanvulling met andere vruchten omdat ze veel pectine bevatten. De bessen kunnen ook verwerkt worden in taart, mousse, saus en mousserende wijn.

Tot slot kan de plant ook gebruikt worden in een lage omheining, gezien hun stekelige takken.

Voor een overzicht van de best eetbare niet Europese ribes soorten (de Europese soorten staan allemaal in deze database) kun je eens zoeken in de Plants for a Future Database (www.pfaf.org







Meer informatie:http://wilde-planten.nl



 

Kruizemunt

Mentha spicata
Plant familie: Lamiaceae (Lipbloemenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, inheems, volle zon, halfzon/halfschaduw, kruiden, vlinderplant, bijenplant, geneeskrachtig, meerjarig,  
Bloeitijd:juli - september 
Oogsttijd:maart - juli 
Beschrijving:

De kruizemunt ofwel groene munt is een sterk geurende vaste plant van 30-60 cm hoog, die zicht vermeerdert met wortelstokken. De plant is inheems in Europa. 

De plant kan gemakkelijk gaan woekeren, sommige mensen zetten munt in een ingegraven emmer zonder bodem om te voorkomen dat de wortelstokken de hele tuin doorgaan. 

Kruizemunt houdt van ietwat vochtige grond en groeit zowel in de halfschaduwalsindevolle zon. 

Van de groene bladeren kan de bekende muntthee worden gezet maar ze kunnen ook gebruikt worden in (fruit)salades, dranken, soepen, vleesgerechten. De plant bevat een hoog gehalte aan vitamine A en C.

De bladeren kunnen ook goed gedroogd worden om er later thee van te zetten. Het kan verstandig zijn om de munt voor de bloei tot dicht aan de grond af te knippen en te gaan drogen. Daarmee wordt de bloei uitgesteld en kun je meermalen van de munt oogsten. 

Er kan een essentiele olie van munt worden gewonnen die wordt gebruiikt voor snoepgoed, ijs en bepaalde dranken.

De munt bloeit met roze tot paarse bloemen. De bloeit trekt insecten aan zoals bijen en vlinders. 

Kruizemunt stimuleertt de stofwisseling en wordt toegepast bij hoofdpijn en migraine.







Meer informatie:http://nl.wikipedia.org/wiki/Mentha_spicata



 

Kudzu

Pueraria montana lobata
Plant familie: Leguminosae (Vlinderbloemenfamilie) 
Plantenlaag:Klimplanten 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, groentes, wortels, groenbemester, omheining, bijenplant, geneeskrachtig,  
Bloeitijd:september - oktober 
Oogsttijd:mei - november 
Beschrijving:

Kudzu is een snelgroeiende klimplant die ranken kan krijgen met een lengte tot 10 meter. De plant komt van origine uit Oost-Azië. 

De plant groeit het best op wat warmere plaatsen en is winterhard tot -15 graden. De plant houdt van vochtige grond en een plek in de volle zon. In warmere regionen kan de plant door de snelle groei invasief worden. 

Kudzu behoort tot de vlinderbloemigen familie en gaat een symbiotische relatie aan met 
de stikstoffixerende Rhizobium bacterie in haar wortels. Hierdoor wordt stikstof uit de lucht gefixeerd en krijgt de plant extra bemesting waar omliggende planten ook hun voordeel mee kunnen doen. 

De plant gaat een vormt een grote knol die tot 1.8 meter en 35 kilo kan wegen. De knol kan voor vele eetbare doelen worden gebruikt. In Japan is het een belangrijke bron van basisvoedsel omdat het veel zetmeel bevat. Vergelijkbaar met de aardappels hier.

De zachtere delen van de plant zijn ook eetbaar. Je zou de bladeren dus eventueel zelfs in een slaatje kunnen gebruiken, of stoven als spinazie. Jonge scheuten van de plant smaken naar een kruising tussen een boon en een erwt.

Kudzu bloeit met mooie paarsblauwe bloemen. De bloemen zijn hermafrodiet, ze bevatten zowel de mannelijk als de vrouwelijke delen en worden bestoven door insecten als hommels en bijen. De bloemen zijn gekookt eetbaar. 

Naast de verschillende eetbare onderdelen wordt de plant in de Chineze geneeskunde ook veel gebruikt en staat daar bekend als 1 van de 50 basisgeneeskruiden. 
Het schijnt de zin in alcohol bij alcoholici te verminderen en heeft dus ook naam gemaakt als anti-katermiddel. Kudzu bevat ook een aantal flavonoïden zoals daidzeïne (ontstekingsremmend en antimicrobieel), daidzine (een stof die kanker zou kunnen voorkomen) en garnisteïne (een stof die leukemie zou kunnen voorkomen). Daarnaast bevat kudzu ook nog puerarine en formonoteine. Andere stoffen die aanwezig zijn in kudzu zouden neurotransmitters als serotonine, GABA en glutamaat kunnen beïnvloeden. Deze stoffen helpen ook bij de behandeling van migraine en clusterhoofdpijn. Dat maakt dat de supplementenindustrie het tot een waar wondermiddel opgehemeld heeft.









Meer informatie:http://www.pfaf.org/user/Plant.aspx?LatinName=Puer



 

Kweepeer

Cydonia oblonga
Plant familie: Rosaceae (Rozenfamilie) 
Plantenlaag:Lage bomen 
Plantenfuncties:verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, schaduwplant, fruit, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:april - mei 
Oogsttijd:september - oktober 
Beschrijving:De kweepeer, kwee of kweeppel groeit als een grote struik of als een kleine boom die tot 7 meter hoog kan worden. De kweepeer houdt van ietwat vochtige grond en kan zowel in de schaduw, halfschaduw als de zon groeien.

De kweepeer komt oorspronkelijk uit de regio rondom de Kaspische zee en is inheems in: Iran, Armenië, Azerbeidzjan en Georgië. In Europa is de kweepeer vooral in zuidelijke landen te vinden. De kweepeer is overigens ook goed winterhard in Nederland. 

De kweepeer bloeit met witte bloemen en wordt door insecten bestoven. De meeste kweepeerrassen zijn zelfbestuivend. De grote witte bloemen verschijnen meestal 1 of 2 weken later dan de bloemen van de appelboom.

De vruchten varieren van soort tot soort van appel tot peervormig en kunnen zo groot  worden als een appel. Ze ruiken sterk en zijn donzig behaard met een gele of groene kleur. De vrucht is niet direct eetbaar gezien de smaak en hardheid, echter ze kan erg goed gebruikt worden verwerkt tot bijv. jam en sap. De vrucht bevat veel pectine en wordt soms samen met appels verwerkt tot bijv. appelmoes. 






Meer informatie:http://nl.wikipedia.org/wiki/Kweepeer



 

Lambertsnoot

Corylus maxima
Plant familie: Betulaceae (Berkenfamilie) 
Plantenlaag:Lage bomen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, inheems, volle zon, halfzon/halfschaduw, noten, windkering, omheining, meerjarig,  
Bloeitijd:februari - april 
Oogsttijd:september - oktober 
Beschrijving:

De rode hazelaar ook wel bekend als lambertsnoot lijkt veel op zijn groene broertje de gewone hazelnoot. De kleur is een van de belangrijkste verschillen.

Ze behoort tot de familie van de berken en is een bladverliezende boom die 1,5-3,5 m hoog kan worden. De lambertsnoot staat graag in de volle zon maar groeit ook in de halfschaduw. 

De groeivorm van de rode hazelaar is als een grote heester met verschillende onderstammen die elk jaar toenemen. Hierdoor wordt de lambertsnoot een zeer dichte struik en is ze ideaal om in een windkering of een afscheiding te gebruiken. 

De bladeren zijn rond, donzig en getand. Hazelaars zijn windbestuivers en bloeien meestal rond januari. De mannelijke katjes zijn rood/paars en verkleuren naar rood/oranje wanneer ze hun stuifmeel afgeven. De vrouwlijke bloemen zijn erg klein, zitten in kleine trosjes op de takken en bloeien donkerroze tot rood.

De lambertsnoten kunnen 10 tot 25mm lang worden, zijn eivorming en hebben een rood omhulsel wat uit blad bestaat. Als de noten rijpen verkleurt het omhulsel naar bruin en als de noten rijp zijn vallen ze uit het verdrogende omhulsel of zijn daar gemakkelijk uit te plukken.  

De noten kunnen na het oogsten het beste in de dop worden gedroogd. De noten kunnen vers worden gegeten, ze kunnen geroosterd worden, gehakt en geraspt. Er kan ook meel van worden gemaakt. 








Meer informatie:http://www.tuinkrant.com/plantengids/heesters/4727



 

Langstelige olijfwilg

Elaeagnus multiflora
Plant familie: Elaeagnaceae (Duindoornfamilie) 
Plantenlaag:Struiken 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, fruit, zaden, groenbemester, windkering, omheining, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:april - mei 
Oogsttijd:juli 
Beschrijving:

De langstelige olijfwilg, soms ook bekend onder de naam goumi, komt van origine uit het oosten van Azië. De struik kan tot 3 meter hoog en 2 meter groeien. Het vormt een dichte struik en is daarom ook bruikbaar als windkering. 

Langstelige olijfwilg kan zowel op droge als op vochtige grond groeien. De struik heeft een voorkeur voor een beschutte plaats in de halfschaduw of de volle zon. Deze plant is goed winterharden kan ook tegen zout.

De struik leeft in symbiose met een bacterie van het geslacht Frankia die in wortelknolletjes stikstof bindt. Dit proces vindt vooral plaats in jonge wortels. Door de stikstoffixatie is er lokaal meer stikstof in de grond.

De langstelige olijfwilg bloeit met lichtgele bloemen. De kleine bloemen hebben een heerlijke geur. De bloemen zijn hermafrodiet, ze bevatten zowel de mannelijke als de vrouwelijke delen en worden bevrucht door insecten zoals hommels en bijen.  

De vitaminerijke vruchten zijn aantrekkelijk rood, met zilveren glans en ongeveer 2 cm lang en 1 cm breed. De zuurzoete, wrange vruchten zijn geschikt voor jam, confituur en voor vers gebruik. De bessen moeten heel rijp zijn voordat ze vers lekker zijn.

De eiwit- en vetrijke zaden kunnen na het pellen rauw of gekookt opgegeten worden en hebben een fijne smaak. 

Een ondersoort die ook goed eetbaar is, is de Elaeagnus multiflora ovata

Er zijn nog verschillende andere eetbare Elaeagnus soorten te vinden in de Plants for a Future Database (www.pfaf.org).







Meer informatie:http://www.pfaf.org/user/Plant.aspx?LatinName=Elae



 

Lavas

Levisticum Officinale
Plant familie: Apiaceae (Schermbloemenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, kruiden, zaden, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:juli - augustus 
Oogsttijd:maart - november 
Beschrijving:

Lavas, ook wel bekend als maggiplant of maggikruid, is een meerjarige plant die tot twee meter hoog kan worden.

De plant komt van origine uit het zuiden van Europa. De Romeinen verspreidden het kruid met hun veroveringstochten door Europa.

De plant houdt van voedselrijke, ietwat vochtige grond en houdt van een plek in de volle zon. 

De plant heeft een sterke geur wat lijkt op maggi aroma. Lavas kan gebruikt worden als smaakversterker. Zowel de bladeren als de zaden worden gebruikt in de keuken en hebben een selderijachtige smaak.

Bladeren worden gebruikt in stoofpotten, salades, sauzen en soepen. Het zaad wordt gebruikt om brood smaak te geven. 





Meer informatie:https://pfaf.org/user/Plant.aspx?LatinName=Levisti



 

Lievevrouwebedstro

Galium odoratum
Plant familie: Rubiaceae (Sterbladigenfamilie) 
Plantenlaag:Bodemkruipers 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, inheems, halfzon/halfschaduw, schaduwplant, kruiden, bijenplant, geneeskrachtig, meerjarig,  
Bloeitijd:mei - juli 
Oogsttijd:april - oktober 
Beschrijving:

Een mooie bodembedekker die tot 20cm hoog groeit die het goed doet op moeilijke plekken in de tuin. Lievevrouwebedstro groeit het best in de schaduw of de halfschaduw en kan zowel op droge als vochtige grond groeien. De plant is inheems in Nederland en België. 

De plant bloeit met kleine witte bloemetjes. De bloemen zijn hermafrodiet, ze bevatten zowel de mannelijke als de vrouwelijke delen en worden insecten zoals vliegen en bijen bestoven. Lievevrouwebedstro is zelfbestuivend. De bloemen zijn eetbaar, bevatten nectar en kunnen onder meer worden toegevoegd als eetbare versiering aan salades. De bloemen zijn ook mooi in boeketjes. 

De bladeren hebben een fijne geur die ietwat naar vers gemaaid hooi ruikt. Ze kunnen worden toegevoegd aan koud water om zo een limonade te maken. Ook kunnen ze aan witte wijn worden toegevoegd, dit vormt de beroemde mei-wijn, en geeft een aangenaam, amandelachtig aroma. 

Van zowel de bladeren als de bloemen kan een thee worden gemaakt.  

Lievevrouwebedstro is geneeskrachtig, o.a. bij hoofdpijn en spanningen, en tegen voorjaarsmoeheid. Drink er niet teveel van, want dat kan juist hoofdpijn veroorzaken! 

Pas bij het drogen komt de geur vrij. Dit komt door de stof Cumarine. Gedroogd kan het tussen het linnengoed worden gelegd om motten tegen te gaan. 





Meer informatie:http://wilde-planten.nl/lievevrouwebedstro.htm



 

Linde

Tilia x europaea
Plant familie: Malvaceae (Kaasjeskruidfamilie) 
Plantenlaag:Hoge bomen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, groentes, kruiden, bloemen, bijenplant, geneeskrachtig, meerjarig,  
Bloeitijd:juni - juli 
Oogsttijd:april - oktober 
Beschrijving:

De linde is inheems in Europa. De linde is een grote, bladverliezende boom die tot 35 meter hoog en 15 meter breed kan groeien. De Hollandse linde, soms ook koningslinde of Europese linde genoemd, is een kruising van de klein- of fijnbladige en de grootbladige linde.

De boom houdt van ietwat vochtige grond en groeit zowel in de halfschaduw als in de volle zon.

De bladeren van de linde zijn groot, hartvormig, glad aan de bovenkant, lichter van kleur aan de onderkant met een paar plukjes fijn wit haar. De jonge bladeren zijn rauw prima te eten in salade. En kunnen ook worden gebruikt als broodbeleg. Ze smaken mild en ietwat slijmerig. Je kunt een linde in struikvorm snoeien en gedurende het jaar bijsnoeien zodat je over een langere tijd de jonge bladeren die telkens opnieuw worden gevormd na snoei kunt oogsten. 

De linde bloeit met sterk riekende gele bloemen in neerhangende trossen. De bloemen zijn hermafrodiet, ze bevatten zowel de mannelijke als de vrouwelijke delen, en worden bestoven door insecten zoals bijen en hommels. De bloemen kunnen vers worden gegeten als toevoeging in salades bijv. Ook kunnen ze gedroogd worden en kan er lindebloesemthee van worden gezet. De thee van de bladeren wordt aangeraden bij zenuwstoringen, migraine, slapeloosheid, verkoudheid en luchtwegklachten. 

Het zoete sap kan in het voorjaar geoogst worden en kan worden gedronken of worden geconcentreerd tot een zoete syroop.

De binnenste schors wordt geoogst onder meer om papier van te maken, daarnaastkan het worden toegepast bij nieraandoeningen en ziekten van de kransslagader.

Het hout kan worden gebruikt voor het maken van kleine praktische gebruiksvoorwerpen, het hout kan worden verwerkt tot tekenhoutskool. 

De Linde kent twee verwanten die ook zeer goed eetbaar zijn. Dit zijn de fijnbladige linde (Tilia cordata) en de grootbladige linde (Tilia platyphyllos)









Meer informatie:http://nl.wikipedia.org/wiki/Hollandse_linde



 

Loganbes

Rubus
Plant familie: Rosaceae (Rozenfamilie) 
Plantenlaag:Klimplanten 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, fruit, kruiden, omheining, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:april - juli 
Oogsttijd:juni - augustus 
Beschrijving:

De loganbes, loganberry, is een kruising tussen een braam (Rubus fruticosus) en een framboos (rubus x idaeus). Door de kruising van het bramenras Aughinbaugh met een framboos verkreeg de hobbyist Logan in 1883 een hybride, die hij de Loganbes noemde.

In groei vorm lijkt de soort vooral op de braam. De loganbes kan tot 2.5 meter hoogte groeien en kan even breed worden. Net als de braam is de soort inmiddels ook in doornloze vorm verkrijgbaar. 

De loganbes houdt van voedselrijke ietwat vochtige grond en groeit zowel in de halfschaduw als in de volle zon. 

Het gevaar dat de loten bevriezen is even groot als bij de braam, zodat hij een ietwat beschutte groeiplaats nodig heeft. De kweekmethode is ongeveer gelijk aan die van de braam. Een voordeel is de vroege rijpheid (eind juni tot eind juli). Daardoor heeft men geen last van onrijpe vruchten in de herfst.  

De witroze bloemen verschijnen op het eenjarige hout. De bloemen van de loganbes zijn hermafrodiet, ze bevatten zowel de mannelijke als de vrouwelijke delen, en worden door insecten bestoven. Bijen en andere insecten weten de struik goed te vinden. Kruisbestuiving is niet nodig.

De vruchten zijn bolrond tot kegelvormig en hebben een gewicht van ongeveer 8 gram: tweemaal zo zwaar als bramen. Net als bij de braam is de bloembodem in de vrucht opgenomen. De vruchten hebben een fijn zuur aroma en veel vinden ze vers te zuur. De vruchten zijn uitstekend tot jam of gelei te verwerken. 

De loganberry kan worden vermeerdert door middel van stekken of afleggen.De plant kan als struik dienen maar wanneer er goede ondersteuning wordt gegeven kan de plant ook als klimplant de hoogte in worden geleid. 

Van de bladeren is thee te zetten. 







Meer informatie:http://www.tuinkrant.com/plantengids/fruit/32913.h



 

Look-zonder-look

Alliaria petiolata
Plant familie: Brassicaceae (Kruisbloemenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, inheems, halfzon/halfschaduw, schaduwplant, groentes, kruiden, bijenplant, geneeskrachtig, tweejarig,  
Bloeitijd:april - juni 
Oogsttijd:februari - juli 
Beschrijving:

Look-zonder-look (Alliaria petiolata, synoniem: Alliaria officinalis of Sisymbrium alliaria) is een algemeen voorkomende inheemse plant die behoort tot de kruisbloemenfamilie (Brassicaceae).

Binnen de kruisbloemenfamilie is de soort gemakkelijk te herkennen aan de witte bloemen, het blad en de geur. Na het wrijven van een blad komt er een geur vrij die volgens sommigen op uien lijkt, maar door de meeste mensen als knoflook wordt aangeduid. De plant dankt hieraan ook zijn naam; het ruikt naar look maar is botanisch niet verwant aan look.

Look-zonder-look is een tweejarige plant, maar zaait zichzelf gemakkelijk uit waardoor het in de praktijk als een meerjarig gewas kan worden beschouwt. De planten kunnen tot 70 cm hoogte groeien. De plant houdt van vochtige tot zeer vochtige grond en groeit goed in de schaduw en de halfschaduw. 

De karakteristieke hartvormige, frisgroene en licht getande bladeren zijn als ze jong zijn zowel rauw als gekookt te eten. Look-zonder-look heeft een knoflookaroma met een mosterdsmaak, maar smaakt milder dan knoflook. Het blad kan o.a. fijngehakt aan salades worden toegevoegd.

In een milde winter komt de plant al in februari tevoorschijn en bij een warme herfst groeit vaak nog een tweede oogst.

De kleine witte bloemen zijn ook goed te eten net als de jonge zaadhulzen. Beide hebben een milde knoflook smaak. 







Meer informatie:http://wilde-planten.nl/look%20zonder%20look.htm



 

Luzerne

Medicago sativa
Plant familie: Leguminosae (Vlinderbloemenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:verwerkt eetbaar, volle zon, groentes, groenbemester, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:juni - juli 
Oogsttijd:maart - oktober 
Beschrijving:Luzerne (Medicago sativa) is een vaste plant. Afhankelijk van variëteit en klimaat kan de plant vijf tot twaalf jaar oud worden. Met een hoogte tot 1 m en trosjes kleine blauwe bloemen lijkt de plant op klaver. De plant beschikt over een diep en krachtig ontwikkeld wortelsysteem dat zich tot 4,5 m kan uitstrekken. Hierdoor kan de plant tijdens tijdelijke droogten overleven.

Luzerne groeit zowel op droge als op vochtige grond en staat het liefste in de volle zon. 

Luzerne is inheems in Europa en wordt wereldwijd verbouwd als veevoer. In Nederland wordt luzerne hoofdzakelijk kunstmatig gedroogd voor de productie van eiwitrijk veevoer. Er wordt drie tot vier maal per jaar gemaaid.

Alfalfa is in het Nederlands de naam van de spruitgroente (ontkiemde zaden) van de Luzerne. Luzerne kan het hele jaar ontkiemen, zodat Alfalfa het hele jaar verkrijgbaar is. Alfalfa kan op dezelfde manier worden gebruikt bij de voedselbereiding als taugé, een andere bekende spruitgroente.

Zoals andere soorten uit de vlinderbloemenfamilie (Leguminosae) heeft de plant het vermogen om met behulp van stikstofbindende bacteriën stikstof te binden, zodat het proteïnerijk voedsel kan produceren onafhankelijk van de aanwezigheid van stikstof in de bodem.

De uitgebreide teelt, beginnend in de 17e eeuw, was een belangrijke stap vooruit in de Europese landbouw. De stikstofbindende eigenschap en het gebruik als veevoer verhoogde in belangrijke mate de efficiëntie van de landbouw. Wanneer het op de juiste grond verbouwd wordt, heeft luzerne een hoge opbrengst.

Luzerne is een van de weinige planten die zelf-toxisch zijn. Hierdoor is het niet mogelijk om tussen oude planten opnieuw luzerne in te zaaien. De oude luzerne moet daarom eerst ondergeploegd worden voor het opnieuw op hetzelfde perceel ingezaaid kan worden. Beter is echter ook in verband met ziekten om vruchtwisseling toe te passen.






Meer informatie:http://pfaf.org/user/Plant.aspx?LatinName=Medicago



 

Maarts viooltje

Viola odorata
Plant familie: Violaceae (Viooltjesfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, inheems, volle zon, halfzon/halfschaduw, groentes, bloemen, wintergroen, geneeskrachtig, meerjarig,  
Bloeitijd:maart - mei 
Oogsttijd:januari - november 
Beschrijving:

Het maarts viooltje is een wintergroen, meerjarig laag kruipend en donzig plantje van 5-15 cm hoog.

Het is een halfschaduwplant van voedselrijke, losse, humeuze en vochthoudende, vaak kalkhoudende, minerale bodem. 

De jonge bladeren kunnen worden gebruikt in salades of als versiering.

De bloemen bloeien zijn diep paars-blauw, in het midden wit of soms roze of wit. Ze zijn tot 1½ cm groot en verspreiden een fijne geur. Het maarts viooltje bloeit al vroeg in het jaar, waar het de naam aan dankt. De bloemen worden in de keuken gebruikt vanwege hun geur en decoratieve kwaliteiten. Ook als smaakmaker worden ze toegevoegd aan pudding.

Gesuikerde bloemen: Doop de bloemen, met de steel eraan, eerst in geklopt eiwit en dan in fijne suiker; laat de bloemen een paar dagen drogen op vetvrij papier. Daarna in goed afgelsoten doos te bewaren in de koelkast.

Medicinaal werkt de plant bij hoest , hoofdpijn en reumatische klachten; de wortel wordt gebruikt als braakmiddel en bij obstipatie.





Meer informatie:http://wilde-planten.nl/maarts%20viooltje.htm



 

Mais

Zea mays
Plant familie: Poaceae (Grassenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:verwerkt eetbaar, volle zon, granen, éénjarig,  
Bloeitijd:augustus 
Oogsttijd:september - oktober 
Beschrijving:Mais of maïs (Zea mays ssp. mays) komt oorspronkelijk uit Midden-Amerika waar het gewas door Indianen veredeld werd tot grotere, voedzamere kolven. Zij zochten steeds de beste, lekkerste, grootste kolven uit om de mais mee voort te planten. Waarschijnlijk zijn ze ooit begonnen met de teosinte, een klein grasplantje. Columbus, die in 1492 Amerika 'ontdekte' heeft de plant uiteindelijk meegenomen naar Spanje waar de plant direct goed gedijde. Voor het koudere klimaat hebben de Europeanen de mais zelf verder veredeld waarna de plant het in koudere gebieden ook steeds beter ging doen.

Mais houdt van voedselrijke, vochtige grond en groeit het beste in de volle zon. 

Bij mais zijn de vrouwelijke en mannelijke bloemen van elkaar gescheiden. Aan de top van de plant zitten in de pluim de mannelijke bloemen. Ongeveer halverwege de plant zitten in de oksels van de bladeren één of meer kolven bestaande uit de vrouwelijke bloemen.

Mais is een windbestuiver. Vroeger bestonden de rassen uit zogenaamde open bestoven rassen. Door maisplanten via zelfbestuiving in te telen worden inteeltlijnen verkregen. Als deze inteeltlijnen in specifieke combinaties elkaar bestuiven ontstaan beter groeiende en hoger opbrengende planten. Dit effect noemen we "heterosis". Kruisbestuiving wordt verkregen door de moederplanten te ontpluimen.

Een maiskorrel bestaat voor 80% uit koolhydraten (zetmeel en suikers), 10% eiwit, 4,5% olie, 3,5% vezels en 2% mineralen. Het zetmeel bestaat hoofdzakelijk uit twee polysachariden, waarvan amylopectine met 75 à 80 % van de hoeveelheid polysacchariden de belangrijkste is. Amylose is de andere belangrijke polysacharide. Bij de kleefmais bestaat het zetmeel in de korrel hoofdzakelijk uit amylopectine.

Mais wordt op verschillende manieren als voedsel gebruikt:

* Maismeel wordt o.a. gebruikt om tortilla's en maisbrood te maken.
* Ook cornflakes worden van mais gemaakt.
* Het maiszetmeel wordt in de vorm van maïzena gebruikt als bindmiddel voor sauzen, soepen of pap.
* Maisgluten is een restproduct dat ontstaat bij de zetmeelwinning uit korrelmaïs en is zeer eiwitrijk. Maisgluten wordt als veevoer voor onder andere runderen gebruikt. Gebroken maiskorrels worden als zetmeelbron gebruikt bij de bierbereiding. Door de lage hoeveelheid gluten in maismeel is het echter niet geschikt om te laten rijzen als brood.
* Maisolie wordt gebruikt als tafelolie.
* Maisbier wordt (oa) in Afrika gemaakt. De vrouwen maken een maispap waarin speeksel gespuugd wordt. De enzymen in het speeksel zetten het aanwezige zetmeel om in gluten/suikers die na een paar dagen gisten worden omgezet in een beetje alcohol.
* In de VS wordt mais ook gebruikt om whisky van te maken. De traditionele Bourbon moet minimaal 51% mais bevatten, maar meestal is dat zo'n 70%.
* Pofmais wordt gebakken op de pan en verandert in popcorn, doordat het vocht in de korrel bij verhitting uitzet. Pofmais is een speciaal maistype dat veel vocht in de korrel vasthoudt.
* Polenta, een couscousachtige mais-pap in Italië en Oost-Europa
* Mais wordt gebruikt als grondstof voor een vergister voor de productie van biogas.








Meer informatie:http://nl.wikipedia.org/wiki/Ma%C3%AFs



 

Mariadistel

Silybum marianum
Plant familie: Asteraceae (Composietenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:verwerkt eetbaar, inheems, volle zon, groentes, kruiden, bijenplant, geneeskrachtig, tweejarig,  
Bloeitijd:juni - augustus 
Oogsttijd:april - september 
Beschrijving:

Mariadistel is een stekelige tweejarige plant die tot 1,5 m hoogte kan groeien, met donzige stengels. De plant komt van origine uit Zuid-Europa maar komt zo nu en dan verwildert ook in Nederland voor. 

De naam gaat terug op de legende dat de witte vlekken op de bladeren veroorzaakt zouden zijn door de melk van Maria. 

De mariadistel houdt van kalkrijke voedselrijke grond, kan zowel op droge als vochtige grond groeien en groeit het best in de volle zon. 

De plant bloeit met paarse bloemen. De bloemen zijn hermafrodiet, ze bevatten zowel de mannelijke als de vrouwelijke delen en worden bestoven door insecten zoals hommels en bijen. 

Bijna alle delen van de plant zijn eetbaar. De wortels kunnen als schorseneren gegeten worden. De geschilde stelen, eerst geweekt in water, kunnen gekookt worden als rabarber.

De jonge scheut, in de lente dicht bij de wortel afgesneden, met een deel van de stengel eraan is gekookt heerlijk van smaak.

De stekelige dekbladen om het grote bloemhoofd kunnen als artisjok worden gekookt en gegeten. 

De mariadistel staat al lange tijd bekend om haar geneeskrachtige werking en dan specifiek voor de lever. Het werkt ontgiftend op de lever, stimuleert de spijsvertering, bloeddoorstroming en borstvoeding.





Meer informatie:http://www.plantaardigheden.nl/plant/beschr/gonnve



 

Mata-Tabi kiwi

Actinidia polygama
Plant familie: Actinidiaceae 
Plantenlaag:Klimplanten 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, fruit, omheining, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:juni 
Oogsttijd:september 
Beschrijving:

Van de minder gekende kiwi soorten is er één die kleine oranje vruchten met zeer speciale eigenschappen voortbrengt; de Mata-Tabi kiwi of Silvervine. 

Actinidia polygama is in het wild terug te vinden vanaf Manchuria, Korea en Japan tot een groot deel van China. De plant groeit in bergachtige gebieden voornamelijk tussen het struikgewas en in de kruinen van halfhoge bomen tot een hoogte van 6 meter. De plant groeit goed op half schaduwrijke plaatsen. De plant is winterhard (tot -15°C). Dek de plant dus goed af in een strenge winter. 

A. polygama is tweeslachtig, dit wil zeggen dat de mannelijke en vrouwelijke bloemen op twee verschillende planten voortkomen. Het is een zeer decoratieve klimplant waarvan vooral de bladeren van de mannelijke planten de eigenschap hebben van kleur te veranderen van groen naar geel tot verder naar zilverwit. 

De bloemen zijn wit met geel-oranje meeldraden en witte stampers en verschijnen in groepjes in elke bladoksel van de éénjarige twijgen. De bloemen hebben een grote aantrekkingskracht voor bijen en andere insecten vanwege de sterke, zoete geur. De bloeitijd situeert zich rond het begin van de maand juni. Bepaalde rassen zijn zelfbestuivend en hebben dus geen mannelijke plant nodig om tot vruchten te komen.

De vruchten zijn grijsgroen gedurende de zomer en veranderen geleidelijk naar een geelachtige kleur tegen het einde van de herfst .

Volgroeide vruchten kunnen 3 tot 5 cm lang worden. De rijpe vruchten zijn wel zeer aantrekkelijk vanwege hun heldere gele tot oranje kleur. Onrijpe vruchten hebben een zeer pikante smaak, gelijkend op “chilli pepper”. Doch deze pikante smaak verdwijnt langzaamaan als de vruchten volledig rijp zijn of als ze blootgesteld worden aan de eerste nachtvorst. In de vrucht zitten er talrijke kleine zaadjes verscholen tussen het vruchtvlees. De vruchten zijn rijk aan vitamine A, vitamine C en caroteen. Rijpe vruchten zijn lekker om te eten maar wees er snel bij want ze worden ook graag door de vogels verorberd.

De vruchten kunnen rauw of gekookt gegeten worden. Soms worden de vruchten eerst gezouten alvorens ze verorberd worden.

Gedroogde bladeren worden in bepaalde streken in Azië gebruikt als thee. In de bladeren van A. polygama zit een stof, “metatabi” genoemd, die een kalmerende en hallucinerende werking heeft. Deze substantie zorgt ervoor dat de plant een overweldigende aantrekkingskracht heeft op katten die door het krabben aan bladeren, takken en wortels de plant trachten te vernietigen. Die stof wordt ook van oudsher gebruikt voor het kalmeren van katachtigen, zoals leeuwen, in zoo’s .
Wanneer de bladeren met grote hoeveelheden verorberd worden kan dit ook bij de mens een lichte vorm van hallucinaties opwekken.
De volledige plant werd vroeger reeds gebruikt in de traditionele Japanse geneeskunde.

In de Plants for a Future database zijn nog meer eetbare kiwi's te vinden, je kunt deze bekijken door bijvoorbeeld te zoeken daar met de familienaam Actinidiaceae.

Wil je zelf een bijzondere kiwi in de tuin neem dan even contact op met kiwi-expert Christian de Kezel via (kiwifruit@skynet.be)







Meer informatie:http://pfaf.org/user/Plant.aspx?LatinName=Actinidi



 

Meidoorn

Crataegus
Plant familie: Rosaceae (Rozenfamilie) 
Plantenlaag:Lage bomen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, inheems, volle zon, halfzon/halfschaduw, fruit, groentes, houtproductie, windkering, omheining, geneeskrachtig, meerjarig,  
Bloeitijd:mei - juni 
Oogsttijd:augustus - september 
Beschrijving:

Meidoorn (Crataegus), soms ook haagdoorn of steendoorn genoemd, is een geslacht van struiken die van nature in Europa, Noord-Amerika, Azië en Noord-Afrika voorkomen. Sommige soorten komen ook als boom voor. 

Meidoorn is een gemakkelijke plant, ze groeien op droge grond, vochtige grond en zeer vochtige grond. Ze hebben een voorkeur voor halfschaduw en de volle zon. 

De meidoorn werd en wordt vanwege de doornen op de takken veel gebruikt in hagen. Het hout is hard en fijn van structuur. De geslachtsnaam 'Crataegus' is afgeleid van het Griekse woord 'kratos', wat slaat op de hardheid van het hout. Het zware hout van de meidoorn wordt gebruikt voor handvatten van gereedschappen en voor kleine voorwerpen.

Van het geslacht meidoorn (Crataegus) komen in de Benelux twee soorten inheems voor. Dit zijn de Eenstijlige meidoorn (Crataegus monogyna syn. C. oxycantha) en de Tweestijlige meidoorn (Crataegus laevigata). De eenstijlige meidoorn kan een boom worden tot 10m hoog terwijl de tweestijlige meidoorn een struik is die tot 4,5m hoog wordt. Ze bloeien in mei/juni met kleine witte, sterk geurende bloemen. Op de takken zitten doorns.

De jonge aprilblaadjes zijn goed eetbaar als een groente, en hebben een prettige nootachtige smaak. De rode meidoornbessen / vruchten kunnen zowel rauw als gekookt gegeten worden. Ze hebben een fijne smaak. Ze zijn zoet en licht sappig. Goed te gebruiken in toetjes/deserts. Gekookt goed te gebruiken in taarten. De vruchten kunnen ook gedroogd worden.

Meidoorn wordt vanouds gebruikt bij hartklachten en verbetering van de doorbloeding van de bloedvaten.

Naast deze inheemse soorten zijn er een groot aantal soorten in de plants for a future database te vinden. De best eetbare soorten zijn o.a.: 

Crataegus arnoldiana

Crataegus ellwangeriana

Crataegus festiva

Crataegus missouriensis

Crataegus pedicellata

Crataegus pennsylvanica

Crataegus schraderana

Crataegus tanacetifolia







Meer informatie:http://nl.wikipedia.org/wiki/Meidoorn



 

Meloen

Cucumis melo
Plant familie: Cucurbitaceae (Komkommerfamilie) 
Plantenlaag:Bodemkruipers 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, fruit, bijenplant, éénjarig,  
Bloeitijd:juni 
Oogsttijd:augustus 
Beschrijving:

De meloen is een éénjarige kruipplant waarvan de ranken vele meters lang kunnen worden en die onder begeleiding kan klimmen.

De meloen heeft veel warmte en zon nodig en houdt van voedselrijke ietwat vochtige grond. In Nederland dient de meloen onder glas of in een kas verbouwt te worden wil je er rijpe meloenen aan krijgen. 

Meloenen hebben zowel mannelijke als vrouwelijke bloemen en beide zitten op dezelfde plant. De meloen is zelfbestuivend. De plant wordt door hommels en bijen bestoven. 

Vooral tijdens de vruchtzetting is het belangrijk dat meloenen voldoende water tot hun beschikking hebben.

Meloenen kunnen tot 10cm groot worden en zijn waterige heerlijk zoete vruchten. Meloenen worden het meeste vers gegeten.

De zaden zijn te gebruiken om de nieuwe planten voor het volgende jaar uit te laten groeien. Ook zijn ze te roosteren en te eten.





Meer informatie:http://nl.wikipedia.org/wiki/Cucumis_melo



 

Mini-kiwi

Actinidia arguta
Plant familie: Actinidiaceae 
Plantenlaag:Klimplanten 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, fruit, omheining, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:mei 
Oogsttijd:oktober 
Beschrijving:

De mini-kiwi is een klimplant die in zijn natuurlijke habitat door andere bomen groeit (tot 15 m hoog) en/of zich liggend en slingerend over de grond verspreidt. Het is een familielid van de gewone kiwi uit de supermarkt. De mini-kiwi is echter volledig winterhard (tot -30°c) in het Nederlandse klimaat. 

De mini-kiwi houdt van ietwat vochtige grond en groeit zowel in de halfschaduw als de zon. 

De meeste mini-kiwi planten zijn tweehuizig, de mannelijke bloemen en vrouwelijke bloemen zitten op verschillende planten. Het is in dat geval belangrijk om zowel mannelijke als vrouwelijke planten aan te planten om vruchten te krijgen. De mini-kiwi wordt bestoven door insecten zoals hommels en bijen.

Er zijn momenteel ook varianten beschikbaar die zowel de mannelijke als vrouwelijke bloemen op dezelfde plant hebben, onder meer de soort Actinidia arguta ‘Issai’ wordt hierbij genoemd, het kan de moeite waard zijn om die aan te planten. De planten die zowel mannelijke als vrouwelijke bloemen op de plant hebben zitten zijn zelfbestuivend en dan zou je aan één plant genoeg hebben. Vraag dit na als je een mini-kiwi koopt.

De vruchten hangen in grote trossen aan de struiken en zijn groen/geel of paars/rood als ze rijp zijn. Ze kunnen per stuk worden geoogst, of takjes met een tros vruchten kunnen gezamenlijk worden afgeknipt. 

De vruchten van de mini-kiwi worden 2 tot 3cm groot, variëren in grootte van kruisbessen tot walnoten en zijn meestal 3,5 – 15 g zwaar. Ze hebben een onbehaarde schil en kunnen daardoor vers van de plant met schil en al worden gegeten. De vruchten smaken goed, over het algemeen zoeter dan de gewone kiwi's die we uit de supermarkt kennen.

De vruchten kunnen ook op verschillende manieren verwerkt worden, er kan bijvoorbeeld jam of compôte van worden gemaakt. Ook zijn de doorgesneden vruchtjes fraai als garnering bij hapjes of desserts. De vruchten worden ook wel gedroogd en er kan zelfs wijn van worden gemaakt.

In de Plants for a Future database zijn nog meer eetbare kiwi's te vinden, je kunt deze bekijken door bijvoorbeeld te zoeken daar met de familienaam Actinidiaceae. 

Wil je zelf een bijzondere kiwi in de tuin neem dan even contact op met kiwi-expert Christian de Kezel via (kiwifruit@skynet.be)







Meer informatie:http://nl.wikipedia.org/wiki/Mini-kiwi



 

Mirabelle

Prunus insititia
Plant familie: Rosaceae (Rozenfamilie) 
Plantenlaag:Lage bomen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, inheems, volle zon, halfzon/halfschaduw, fruit, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:april - mei 
Oogsttijd:juli - augustus 
Beschrijving:

Mirabellen, ook wel kroosjespruim genoemd, zijn familie van de gewone pruim en komen van origine uit Europa. De mirabelleboom kan tot 6 meter hoog worden. De boom tolereert halfschaduw maar staat het liefste op de volle zon en heeft een voorkeur voor ietwat vochtige grond. 

De bloemen van de mirabelle zijn hermafrodiet, ze bevatten zowel de vrouwelijke als de mannelijke delen van de bloem, en worden door insecten bestoven. Ze bloeien relatief vroeg in het voorjaar met vijfbladige witte bloemetjes voordat de bladeren aan de boom komen. Een bloeiende Mirabelleboom ziet er prachtig uit en is een aanwinst voor iedere tuin. De meeste mirabellen zijn zelfbestuivend. 

De vruchten van de mirabelleboom worden 20 tot 30mm groot en hebben een ronde vorm. Mirabellen zijn er net als gewone pruimen in verschillende kleuren en rassen. Zo zijn er gele, paarse en donkerblauwe varieteiten. In Friesland is er een bekende gele variant van de de prunus insititia die ook wel wichters worden genoemd.

De vruchten zijn vers van de boom geplukt en gegeten een waar lekkernij en ze kunnen ook een tijdje bewaard worden om later te eten. Daarnaast kan er jam, sap en likeur van pruimen worden gemaakt. 

In deze database staan de best eetbare prunus soorten die van nature in Europa voorkomen of hier al lange tijd ingeburgerd zijn. In de Plants for a Future Database zijn daarnaast ook nog een flink aantal goed eetbare prunus soorten te vinden die in andere delen van de wereld groeien maar die het ook in ons klimaat waarschijnlijk goed zouden doen. Wil je weten welke prunus soorten dit zijn kijk dan in de Plants for a Future Database (www.pfaf.org).







Meer informatie:http://nl.wikipedia.org/wiki/Mirabelle



 

Mispel

Mespilus germanica
Plant familie: Rosaceae (Rozenfamilie) 
Plantenlaag:Lage bomen 
Plantenfuncties:verwerkt eetbaar, inheems, volle zon, halfzon/halfschaduw, fruit, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:mei - juni 
Oogsttijd:november (na vorst) 
Beschrijving:De mispel is een boom die tot 6 meter hoog kan groeien en is al lange tijd ingeburgerd in Nederland. Ze heeft een voorkeur voor ietwat vochtige grond en staat het liefst in de volle zon al is halfschaduw ook goed. 

De bladeren zijn om en om gekreukeld met zachte witte haren aan de onderkant. 

De mispel bloeit met grote witte bloemen. Bestuiving wordt gedaan door insecten zoals hommels en bijen en de mispel is zelfsbestuivend. Je hoeft dus niet meerdere bomen aan te planten om vruchten te krijgen. 

De vruchten lijken op een reusachtige bruine rozebottel met vijf kelkslippen, die als een kroon boven de bloem uitsteken. Enkele nachten vorst is goed voor de vrucht, laat de vruchten daarna op een koele of lichtverwarmde plaats narijpen tot ze zacht, maar niet rot zijn. Als de vruchten rijp zijn, kan het bruine vruchtvlees ui t de schil geschraapt worden. Je kan de vruchten ook heel koken, net als appels, of er jam van maken.

Naast de eetbaarheid hebben mispels ook een hoge sierwaarde in de bloemsierkunst. 




Meer informatie:http://nl.wikipedia.org/wiki/Mispel



 

Moerasanemoon

Houttuynia cordata
Plant familie: Saururaceae 
Plantenlaag:Waterplanten 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, halfzon/halfschaduw, schaduwplant, groentes, meerjarig,  
Bloeitijd:juni - augustus 
Oogsttijd:mei - september 
Beschrijving:

Houttuynia cordata is een vaste plant die tot 60 cm hoog kan worden. 

De plant houdt van vochtige tot zeer vochtige grond en kan ook als waterplant in een oever van een vijver groeien in ondiep water tot 10cm. De plant staat het liefste in de volle schaduw of de halfschaduw.

Het is een bodembedekker die sterk kan woekeren met de ondergrondse uitlopers. Zowel de witte worteluitlopers als de bladeren hebben een opvallende geur die door vele tuinliefhebbers als onaangenaam wordt ervaren. 

Van juni tot augustus bloeit de moerasanomoon met mooie witte bloemen. 

Vermeerderen van de moerasanemoon kan door deling, maar als je deze plant in de tuin hebt, hoef je niet echt veel moeite te doen om aan voldoende planten te geraken door de enorme uitbreidingsdrang van de plant.

Naast de gewone groenbladige moerasanemoon zijn er ook nog cultivars met zeer mooie bladeren. Ongeacht welke cultivar je ook kiest zijn het jammerlijk genoeg allemaal sterke woekerplanten. Het kan daarom verstandig zijn om de planten in een ingegraven emmer of speciekuip zonder bodem te zetten zodat ze alleen binnen die ruimte zich verspreiden. 

De jonge scheuten en bladeren kunnen rauw gegeten worden of als groente worden gekookt. Dit kan het beste in het voorjaar. Er zijn grote meningsverschillen over de geur en smaak van de bladeren. De één vindt ze erg lekker de ander juist niet. De wortel kan ook worden gekookt en worden gegeten.  







Meer informatie:http://www.tuinadvies.nl/houttuynia_cordata_moeras



 

Moerbei

Morus nigra
Plant familie: Moraceae (Moerbeifamilie) 
Plantenlaag:Lage bomen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, fruit, houtproductie, vlinderplant, meerjarig,  
Bloeitijd:mei - juni 
Oogsttijd:augustus - september 
Beschrijving:

De moerbei kan worden gegroeid als struik of als een boom, de boom kan tot 10 meter hoog groeien. De moerbei heeft een voorkeur voor licht vochtige grond en staat het liefste op de volle zon. 

De moerbei kent verschillende rassen, in Nederland komen vooral de zwarte moerbei (Morus nigra), de rode moerbei (Morus rubra) en de witte moerbei (Morus alba) voor.

De moerbei bloeit met vrouwelijke geelgroene bloemen die weinig opvallend zijn. De mannelijk bloemen staan in ronde katjes en vallen na de bloei af.  De moerbei is eenhuizig, bevat zowel mannelijke als vrouwelijke bloemen op dezelfde boom en kruisbestuiving is meestal niet nodig. Je hebt aan één boom genoeg om vruchten te krijgen. De moerbei wordt door de wind bestoven. 

De moerbeiboom groeit langzaam en het kan daarom 6 tot 10 jaar duren voordat je de eerste moerbeien kunt oogsten. De vruchten van de zwarte moerbei kunnen tot 25mm lang worden en lijken enigzins op bramen. De moerbei vruchten zijn een ware lekkernij zowel voor de mens als voor vogels. De vruchten kunnen niet lang bewaard worden en daarom vind je de vruchten zelden tot nooit in de supermarkt. Het fruit kan naast de verse consumptie verwerkt worden tot sap, jam, wijn en in het maken van gebak. 

De bomen kunnen behoorlijk oud worden dus wanneer de productie op gang komt kun je er tientallen jaren van genieten. 

De vruchten van de rode en witte moerbei zijn ook goed te eten al worden ze vaak iets minder lekker gevonden dan die van de zwarte moerbei. De bladeren van de witte moerbei kunnen daarnaast worden gebruikt als voedsel voor de zijderups.  







Meer informatie:http://www.fruitlent.nl/moerbei.html



 

Muskuskaasjeskruid

Malva moschata
Plant familie: Malvaceae (Kaasjeskruidfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, inheems, volle zon, halfzon/halfschaduw, groentes, bloemen, zaden, bijenplant, geneeskrachtig, meerjarig,  
Bloeitijd:juli - augustus 
Oogsttijd:april - september 
Beschrijving:

Muskuskaasjeskruid is inheems in Europa en wordt 30 tot 70 cm hoog.

De plant heeft een voorkeur voor een redelijk vruchtbare en doorlatende bodem en komt ook in het wild voor. De wilde variant heeft rosse blaadjes, er zijn varianten met witte blaadjes. De plant groeit zowel in de halfschaduw als in de volle zon. De plant is goed bestand tegen vorst.

De plant is ongevoelig voor vraat, hij is wel gevoelig voor roest, een schimmel die op de bladeren groeit. 

Alle Malva soorten hebben eetbare blaadjes en bloemen, met een milde smaak en stevige structuur. Ze zijn goed te gebruiken in salades op dezelfde manier als sla.

Je kunt flink oogsten van het blad. Uiteindelijk zal de plant gaan bloeien en kun je de bloemen gebruiken.

Muskuskaasjeskruid bloeit met prachtige roze bloemen, er is ook een soort met witte bloemen. Als je de bloemstelen van de  plant na de bloei bij de grond afsnijdt dan kun je een 2e bloei in de nazomer krijgen. De bloemen hebben een ietwat zoete smaak en kunnen o.a. worden gebruikt als versiering bij salades en andere maaltijden.

De blaadjes bevatten slijmstoffen die gunstig werken bij diarree en verstopping. het helpt bij een droge keel en hoest.





Meer informatie:http://nl.wikipedia.org/wiki/Muskuskaasjeskruid



 

Nashipeer

Pyrus pyrifolia
Plant familie: Rosaceae (Rozenfamilie) 
Plantenlaag:Lage bomen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, fruit, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:maart - april 
Oogsttijd:augustus - september 
Beschrijving:

De Nashipeer, soms ook bekend onder de namen appelpeer, Japanse peer, Aziatische zandpeer, meloenpeer, waterpeer of slapeer komt van nature uit het oosten van Azië.

Er zijn bomen beschikbaar met zowel middenstam als hoogstam, de laasten kunnen tot 10 meter hoog groeien. Nashiperen staan het liefste in de volle zon maar overleven ook in de halfschaduw. Ze hebben een voorkeur voor ietwat vochtige grond. 

De nashipeer bloeit met witte bloemen, deze zijn hermafrodiet (ze bevatten zowel de mannelijke als de vrouwelijke delen) en wordt door insecten zoals hommels en bijen bestoven. Voor een goede productie is kruisbestuiving nodig. Het is daarom verstandig om meerdere bomen met goede stuifmeelkwaliteit aan te planten. 

De nashipeer is nauw verwant aan de gewone peer maar de vruchten hebben meer de vorm van een appel. Ze kunnen ook ongeveer zo groot worden als een appel. De vruchten kunnen geel, groen of bronskleurig zijn. De appelpeer wordt vers gegeten en is ook lekker in salades. 

De pyrus pyrifolia culta wordt als ondersoort specifiek genoemd door de plants of a future database.





Meer informatie:http://nl.wikipedia.org/wiki/Nashi-peer



 

Oca

Oxalis tuberosa
Plant familie: Oxalidaceae (Klaverzuringfamilie) 
Plantenlaag:Knolgewassen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, groentes, meerjarig,  
Bloeitijd:nvt 
Oogsttijd:juli - augustus 
Beschrijving:

De Oca is net als de knolcapucien afkomstig uit Zuid-Amerika en groeit in de Andes tot op zeer grote hoogten. Ze kunnen dus tegen een stootje, vandaar dat je ze hier in warme zomers een beetje moet beschermen tegen al te grote hitte.

De plant kan tot een halve meter hoogte groeien, houdt van diepe voedselrijke ietwat vochtige grond en staat het liefst op een zonnige plek. 

De Oca heeft drie groene blaadjes die enigzins afhangen en een beetje op klaver llijken.

De plant bloeit met gele bloemen. De bloemen zijn hermafrodiet, ze bevatten zowel de mannelijke als de vrouwelijke delen en worden door insecten zoals hommels en bijen bestoven. 

Als de knolletjes rijp zijn beginnen de bladeren af te sterven, dan is tevens de tijd aangebroken dit gewas te oogsten.

Er zitten per plantje niet veel knolletjes aan, maar door een flinke hoeveelheid knolletjes te planten, kan de opbrengst meer dan acceptabel zijn. Door het oxaalzuur smaken de knollen aanvankelijk lichtzuur tot bitter. Maar daar bestaat een zeer goede oplossing voor.

Door de knollen een drie- tot een viertal dagen in de vensterbank in de zon te leggen, ondergaat de smaak een zeer aangename metamorfose. De knolletjes gaan zoeter smaken en krijgen een bloemiger mondgevoel. 

Onze jaartelling verbleekt bij de gedachte dat deze knol al drie keer zo lang door de mens gegeten wordt. Hij werd namelijk door de Inca's al zesduizend jaar geleden gedomesticeerd.







Meer informatie:http://www.greenharvest.com.au/Plants/oca_info.htm



 

Okra

Abelmoschus esculentus
Plant familie: Malvaceae (Kaasjeskruidfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, groentes, bloemen, zaden, vlinderplant, bijenplant, éénjarig,  
Bloeitijd:juli - september 
Oogsttijd:juli - september 
Beschrijving:Okra is een eenjarige plant uit de kaasjeskruidfamilie die tot 1 meter hoogte groeit en door bijen bestoven wordt. Okra heeft volle zon nodig en staat graag op een goed doorlatende, vochtige bodem. 

Okra komt waarschijnlijk uit Ethiopië en werd gecultiveerd door de oude Egyptenaren rond de 12e eeuw v.Chr. Daarna is het via Noord-Afrika en het Midden-Oosten verder verspreid.
 
De plant groeit snel en is in ongeveer 60 (zomerse) dagen oogstklaar: de onrijpe vruchten kunnen het beste 4 tot 5 dagen na de bloei worden geplukt. Oudere vruchten worden snel te taai.

Okra's worden o.a. gebruikt in combinatie met andere vruchtgroenten zoals paprika, courgette, aubergine en tomaat, bijvoorbeeld in couscousgerechten, in stoofpotten (Gombo) of soepen met zoutvlees of gedroogde vis, met rundvlees, lamsvlees, in tomatensaus en rauw in salades. Op de Nederlandse Antillen wordt er Jambo (een soep) van de okra gemaakt, vaak gevuld met vis, gezouten vlees en basilicum. In de Verenigde Staten wordt okra vaak gepaneerd en dan gefrituurd gegeten.

De jonge bladeren en de bloemen van de Okra kunnen ook worden gegeten vers in en op salades of kort gekookt. De zaden kunnen worden geroosterd, gemalen en gebruikt als koffiesubstituut.






Meer informatie:https://pfaf.org/user/Plant.aspx?LatinName=Abelmos



 

Oost-Indische kers

Tropaeolum majus
Plant familie: Tropaeolaceae 
Plantenlaag:Bodemkruipers 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, groentes, kruiden, bloemen, vlinderplant, bijenplant, geneeskrachtig, éénjarig,  
Bloeitijd:augustus - september 
Oogsttijd:mei - oktober 
Beschrijving:

De Oost-Indische kers is een kruipende of klimmende plant die een paar meters lang of hoog kan groeien. Ze komt van origine uit Zuid-Amerika. De plant houdt van vochtige grond en staat het liefst in de volle zon. De plant kan grote delen van de tuin bedekken maar is gemakkelijk te verwijderen als je deze in wilt perken. 

De Oost-Indische kers is bij vele mensen slechts bekend als decoratieve plant maar dat doet deze multifunctionele plant tekort. Zo houdt de Oost-Indische kers slakken op afstand door de scherpe smaak en trekt ze bladluizen aan waardoor deze bijvoorbeeld niet op de fruitboom gaan zitten waar u deze plant onder zet. Verder is de Oost-Indische kers een waardplant voor rupsen van o.a. koolwitjes.  

Zowel de bladeren als de bloemen en de vruchtjes zijn eetbaar. De bloemen bevatten zowel de mannelijke als vrouwelijke delen en worden door insecten zoals bijen en hommels bestoven. De plant bevat veel vitamine C. De bladeren smaken peperig en zijn heerlijk toegevoegd aan de salade. De bloemen zijn natuurlijk heel decoratief in gerechten. De vruchtjes kunnen als kappertjes in azijn ingemaakt worden. 

In de herfst zaait de plant zichzelf weer uit als uw de zaden laat liggen en is daarom ondanks dat het een eenjarige plant is, een plant die vaak maar 1 keer aangeplant hoeft te worden. Ook kun je de zaden in de herfst oogsten en het volgende voorjaar zelf weer planten. 

Medicinaal heeft een een antibiotische werking.

De plants for a future database geeft aan dat de dwerg Oost-indische kers ook goed te eten is: Tropaeolum minus





Meer informatie:http://www.tuinkrant.com/modules.php?name=News&fil



 

Oregano

Origanum vulgare
Plant familie: Lamiaceae (Lipbloemenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, kruiden, bloemen, vlinderplant, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:juli - oktober 
Oogsttijd:april - september 
Beschrijving:

Oregano, ook wel bekend als wilde marjolijn is een tenger ietwat bodembedekkend kruid, wat tot 60 cm hoogte kan groeien. De plant is inheems in Europa. 

Oregano houdt van droge en vochtige gronden en groeit zowel in de halfschaduw als in de volle zon.

De ovale groene bladeren zijn goed vers eetbaar en kunnen onder meer worden toegevoegd aan salades. Het geeft ook een fijn aroma aan oven- en stoofschotels en aan spaghettisauzen.

Wilde majolein is pittiger dan de echte marjolein en wordt zoeter, als hij wordt gedroogd. De gedroogde bladeren zijn goed als keukenkruid te gebruiken. 

Oregano bloeit met licht rozepaarse bloemen die boven aan de plant staan. De bloemen zijn hermafrodiet, ze bevatten zowel de mannelijke als de vrouwelijke delen en worden bestoven door insecten zoals hommels en bijen. De bloemen staan erom bekend dat ze insecten waaronder vlinders aantrekken. De bloemen kunnen ook al of niet gesuikerd worden gegeten. 

Van zowel de gedroogde bladeren als de bloemen is een lekkere thee te zetten.  

De Plants for a Future database noemt ook spcifiek de ondersoort Origanum vulgare hirtum.





Meer informatie:http://wilde-planten.nl/wilde%20marjolein.htm



 

Paardenbloem

Taraxacum officinale
Plant familie: Asteraceae (Composietenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, inheems, volle zon, halfzon/halfschaduw, groentes, kruiden, bloemen, wortels, bijenplant, geneeskrachtig, meerjarig,  
Bloeitijd:april - mei 
Oogsttijd:februari - november 
Beschrijving:

De paardenbloem is een inheemse en veelvoorkomende plant in Europa.

De plant kan tot 40 cm hoogte groeien, houdt van ietwat vochtige grond en groeit zowel in de halfschaduw als in de zon. 

De plant heeft grof getande balderen die ook wel konijnenbladeren worden genoemd. Mede omdat cavia's en konijnen ze graag eten. Ze zijn ook door mensen goed te eten. De bladeren kunnen bijna het hele jaar door geoogst worden. De bladeren (niet de stengels) kunnen rauw als salade gegeten worden en gekookt worden als spinazie. De bladeren bevatten veel vitaminen en mineralen. 

De paardenbloem bloeit met grote goudgele bloemen bestaande uit een groot aantal fijne blaadjes. De bloemen groeien in bosjes bij elkaar op holle stelen. De bloemen zijn hermafrodiet, ze bevatten zowel de mannelijke als de vrouwelijke delen, en worden bestoven door insecten. De plant is zelfbestuivend. Van de bloemen wordt in Frankrijk jam gemaakt. Er kan ook thee worden gezet van de bloemen. 

De uitbloeide bloemen vormen ronde schermen met zaden die je kunt plukken en weg kunt blazen. De wind verspreidt de zaden van de paardenbloem.

De wortels kunnen worden gedroogd, geroosterd en dan gemalen om te gebruiken als koffie. Ook kunnen de wortels gestoofd gegeten worden.

Het kruid werk vochtafdrijvend en versterkt de spijsverteringssappen. De hele plant geeft een melkachtig sap af als hij afgesneden wordt. Met het melksap kan men wratten aanstippen.





Meer informatie:http://wilde-planten.nl/paardenbloem.htm



 

Paksoi

Brassica rapa var. chinensis
Plant familie: Brassicaceae (Kruisbloemenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, groentes, éénjarig,  
Bloeitijd:nvt 
Oogsttijd:augustus - oktober 
Beschrijving:

Paksoi of pak-choi (Brassica rapa var. chinensis, synoniem: Brassica campestris var. chinensis) is familie van de Chinese kool en afkomstig uit China. Het is vanuit Oost-Azië en via emigratie van Chinezen over de hele wereld verspreid.

Paksoi houdt van voedselrijke, vochtige grond en groeit zowel in de volle zon alsdehalfschaduw.

Paksoi is een langwerpige, open bladkool met vaak niet meer dan acht tot tien grote groene bladeren en spierwitte nerven. De bladeren vormen geen hart, maar groeien op verschillende hoogten aan de stengel.

Paksoi komt oorspronkelijk uit Azië maar is al geruime tijd in Nederland verkrijgbaar en wordt hier ook geteeld. De smaak van de knapperige licht- tot donker groene bladeren lijkt op die van Chinese kool maar is iets pittiger.

Tegenwoordig wordt paksoi het hele jaar door in Nederland geteeld. Paksoi kan vanaf half juli tot half augustus in volle grond worden geteeld. Paksoi wordt vaak in perspot opgekweekt. Doordat paksoi snel groeit en geen zware krop moet vormen kan die al na zes weken geoogst worden. Vanaf september wordt paksoi onder glas geteeld. Chinese koolsoorten, zoals paksoi, zijn in principe niet geschikt om te bewaren zoals rode of witte kool.

Teelt:
Ter plaatse: zaaien in juli/augustus, oogsten in eind september/oktober

De groente heeft qua smaak wat weg van Chinese kool. Paksoi is uitstekend te gebruiken in de Indische en Chinese keuken. De groente wassen en in fijne reepjes snijden. Reken voor 1 persoon 250 gram groente wanneer de groente gekookt wordt gegeven. Paksoi ook goed rauw te eten. Voor een salade is 150 gram per persoon genoeg. 





Meer informatie:http://www.groentenfruit.nl/index_product.asp?pg=1



 

Paprika

Capsicum annuum
Plant familie: Solanaceae (Nachtschadefamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, groentes, kruiden, éénjarig,  
Bloeitijd:juli - september 
Oogsttijd:augustus - oktober 
Beschrijving:

Paprika's behoren tot dezelfde familie als de tomaat en de aubergine. Paprika's bestaan in allerlei vormen, formaten, kleuren en smaken. Paprika's groeien in Nederland in de kassen en zijn bijna jaarrond beschikbaar. 

Paprika planten houden van voedselrijke, vochtige gronden en staan het liefst op een warme en zonnige plaats. Ze groeien ook goed in een kas.

Teeltschema:
Onder beschutting: zaaien in maart, verspenen in april, planten in mei, oogsten in juli t/m begin oktober.
Openlucht: zaaien in maart, verspenen in april, planten in eind mei/begin juni, oogsten in eind augustus t/m begin oktober.

Het heeft tot de Gouden Eeuw geduurd voordat de paprika in Europa bekend werd. Paprika's komen oorspronkelijk uit de tropische en subtropische streken van Midden-Amerika. Door Columbus werd in 1492 voor het eerst melding gemaakt van paprika als specerij.

In de jaren tot 1995 gold de paprika in Nederland nog als een uitheemse vrucht. Inmiddels is hij niet meer weg te denken uit onze keuken. Logisch, als je bedenkt hoe de verschillende soorten de smaak en het aanzien van ons eten verrijken.

De paprika's zoals wij ze allemaal kennen, worden vanwege hun vorm ook wel blokpaprika's genoemd. Zeer bekend zijn de rode, groene en gele en ook de oranje komen we steeds vaker in de supermarkt tegen. Er zijn ook paprika's in bijzondere kleuren. Alle paprika's zijn eerst groen voordat ze hun eigenlijke kleur krijgen.

Paprika is het belangrijkste gewas in de kasteelt van groenten. Planten worden per drie stengels omhoog geleid. De eerste bloem van een plant wordt meestal verwijderd, dit omdat deze een onregelmatige vrucht vormt, doordat die in het hart van de plant gevormd wordt en dan tijdens de uitgroei tegen de stengels aangedrukt wordt. Doordat er telkens enige bloemen tegelijk bloeien ontstaan er meerdere vruchten tegelijk aan de plant. Voor de bestuiving worden hommels ingezet.

Paprika's zijn zowel warm als koud te bereiden. Was de paprika voor gebruik en snij hem in de lengte doormidden en verwijder de zaadlijsten. Snij de paprika in plakjes om ringen te krijgen. Verwijder achteraf de zaadlijsten uit de ringen. Om de paprika te vullen, snijdt u het kapje eraf en haalt u er vervolgens de zaadlijsten uit.

Sommige mensen krijgen maagklachten van paprika’s. In dat geval is het aan te raden de schil te verwijderen met een dunschiller. U kan ook de paprika verhitten boven een gasvlam en vervolgens de zwartgeblakerde schil afspoelen. Na een half uurtje in de oven op 225°C en een vijftal minuutjes in een gesloten plastic zak laat de schil eveneens gemakkelijk los. 







Meer informatie:https://nl.wikipedia.org/wiki/Paprika



 

Passievrucht

Passiflora caerulea
Plant familie: Passifloraceae 
Plantenlaag:Klimplanten 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, fruit, meerjarig,  
Bloeitijd:juli - september 
Oogsttijd:september - oktober 
Beschrijving:

De passievrucht is een klimplant waarvan de uitlopers tot 10 meter lang kunnen groeien. De passievrucht is niet erg winterhard in het Nederlandse klimaat. De eerste jaren is het daarom verstandig om de plant in de winter goed toe te dekken. De plant staat het liefst zo warm en zonnig mogelijk. Het kan ook verstandig zijn om de plant in een kuip te planten om deze in de winter binnen te halen, een kas is ook een goede plaats. 

De plant bloeit met prachtige complexe en kleurrijke bloemen. Hoewel sommige passiebloemen zelfbestuivend zijn, is dat bij deze soort niet het geval. Omdat de dieren die voor de bestuiving zorgen hier niet van nature voorkomen, is het verstandig om de bloemen zelf te bestuiven. Van de bloemen kan een limonade worden gemaakt.

Vermenigvuldiging geschiedt dmv stekken of zaaien. 

De vruchten zijn oranje van kleur, kunnen tot 6cm groot worden en hebben een ronde vorm. Ze zijn rijk aan vitamine c, hoewel de smaak niet zo lekker is als die van Passiflora edulis, die ook wel in supermarkten wordt aangeboden als vrucht. Passievruchten moeten lang rijpen. Onrijpe vruchten kunnen worden gekookt voor consumptie. 







Meer informatie:http://www.passiebloem.nl/faq.htm



 

Pastinaak

Pastinaca sativa
Plant familie: Apiaceae (Schermbloemenfamilie) 
Plantenlaag:Knolgewassen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, inheems, volle zon, halfzon/halfschaduw, groentes, wortels, tweejarig,  
Bloeitijd:nvt 
Oogsttijd:juni - maart 
Beschrijving:

Pastinaak wordt ook wel pinksternakel of witte peen genoemd. Het is een wit-gele wortel met een pittige smaak. Het is familie van de gewone wortel, maar is iets zoeter van smaak en wat zachter van samenstelling. De pastinaak is een echte wintergroente. De specifieke smaak wordt pas verkregen als de vorst er overheen is gegaan.

Pastinaak houdt van voedselrijke, diepe, goed doorlatende, vochtige grond en groeit zowel in de volle zon als in de halfschaduw.

De pastinaak wordt doorgaans in de tweede helft van april gezaaid. Bij vroeger zaaien gaat de plant al in het eerste jaar bloeien. Pastinaak wordt pas in november geoogst. Later oogsten in december of zelfs januari is ook mogelijk omdat de wortel in de grond niet dood vriest.

Teeltschema:
Vroege teelt: zaaien in eind februari t/m april, oogsten in juni t/m september.
Normaal: zaaien in eind april/mei, oogsten in eind september t/m maart.
Herfst: zaaien in juli, oogsten in december t/m maart.

Pastinaken smaken heerlijk in soepen, hutspot en stoofschotels, maar kunnen ook in rauwkostsalades verwerkt worden. Pastinaak is gebakken ook erg lekker. Voor je pastinaak bakt, dien je de pastinaak te koken. Pastinaak heeft een zoete smaak die je gemakkelijk kan combineren met andere wortelsoorten.  

De pastinaak komt af en toe wild voor, in het zuiden komt de plant echter vaker voor (Frankrijk, Italië ect.)





Meer informatie:http://www.groentenfruit.nl/index_product.asp?pg=1



 

Pawpaw

Asimina triloba
Plant familie: Annonaceae 
Plantenlaag:Lage bomen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, fruit, meerjarig,  
Bloeitijd:maart - mei 
Oogsttijd:augustus - september 
Beschrijving:

De Pawpaw, ook bekend onder andere namen als roomappel, prairiebanaan en Ozark banaan, is de enige winterharde (tot -25 graden Celsius) plant uit het geslacht van de zuurzakfamilie. De pawpaw komt van nature voor in het zuidoosten van Noord-Amerika.

De Pawpaw heeft een voorkeur voor licht vochtige grond en heeft een zonnige plek nodig. De eerste twee jaar kan het verstandig zijn om de jonge boompjes te beschermen tegen al te felle zon. De pawpaw groeit als een grote struik of een lage boom en kan tot 4 meter hoog groeien.

De grote ovale bladeren groeien tot 20-35 cm lang en 10-15 cm breed.

De enkelstaande donkerbruine, fluweelachtige bloemen verschijnen voor de bladeren op eenjarige twijgen en kunnen 5 cm groot worden. De bloemen verspreiden een zwakke stinkende geur en worden in de natuur bestoven door aasvliegen en kevers. Kwekerijen leggen soms rottend vlees naast de bloeiende planten om aasvliegen aan te trekken of gaan over op handbestuiving. Verder zijn de bloemen erg vorstgevoelig wat een nadeel kan zijn. Kruisbestuiving is nodig, daarom is het zinvol om in ieder geval twee verschillende cultivars aan te planten.

De vruchten van de pawpaw kunnen tot 16cm lang en tot 7cm breed worden en smaken een beetje naar banaan en mango afhankelijk van de cultivar. Het vruchtvlees bevat meer eiwitten dan de meeste andere fruitsoorten. De vruchten kunnen vers worden gegeten en worden verwerkt tot taart, ijs en andere toetjes.  

 







Meer informatie:http://www.fruitlent.nl/pawpaw.html



 

Pecannoot

Carya illinoinensis
Plant familie: Juglandaceae (Okkernootfamilie) 
Plantenlaag:Hoge bomen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, noten, houtproductie, meerjarig,  
Bloeitijd:juni 
Oogsttijd:oktober - november 
Beschrijving:

De pecannoot, ook wel pecan genoemd, komt van origine het zuidelijke deel van Noord-Amerika en groeit daar voornamelijk in de riviervallei gebieden van de Mississippi. De boom kan tot 30 meter hoog groeien. De boom is winterhard tot -12°c en het is daarom verstandig jonge bomen tegen vorst te beschermen. 

De pecannoot heeft een voorkeur voor ietwat vochtige grond en staat het liefst in de volle zon en op een beschutte plek tegen de wind. Ze houden van warme en goede zomers. De meest noordelijke variateiten van de pecannoot zijn ook geschikt voor ons klimaat. 

Een goede boom onder de juiste omstandigheden kan over de 200 jaar oud worden en begint met het produceren van noten na ongeveer 20 jaar.  

De pecannoot is eenhuizig, ze bevat zowel mannelijke als vrouwelijke bloemen. De mannelijke bloemen vormen lange groene naar beneden hangende slierten (katjes), de vrouwelijke bloemen bloeien weinig opvallend met groen paarse kleine bloemen. De boom wordt door de wind bestoven en is zelfbestuivend.  

De vrucht kan tot 4cm groot worden en komen vaak in trossen van 3 aan de boom. De pecannoot kan rauw worden gegeten en zijn ook in Nederland te koop in de winkel. Daarnaast worden de noten gebruikt in gebak, in taarten (pecan pie) en worden ze toegevoegd aan ijs.

Naast de notenproductie wordt het harde hout van de pecanboom gebruikt in de meubel- en parketvloerindustrie.

In de plants for a future database worden ook nog andere Carya en Juglans soorten behandelt. Je kunt op al deze soorten tegelijk zoeken via de familienaam: Juglandaceae







Meer informatie:http://nl.wikipedia.org/wiki/Pecannoot



 

Peer

Pyrus communis
Plant familie: Rosaceae (Rozenfamilie) 
Plantenlaag:Lage bomen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, inheems, volle zon, halfzon/halfschaduw, fruit, houtproductie, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:april 
Oogsttijd:augustus - oktober 
Beschrijving:

Perenbomen zijn te verkrijgen in verschillende maten, o.a. laagstam, middenstam en hoogstam. De laatste kunnen tot 13 meter hoog groeien. Peren hebben een voorkeur voor ietwat vochtige grond en staan het liefst op de volle zon, al tolereren ze ook halfschaduw. De peer is een reeds lang bekende fruitsoort in dit deel van de wereld. Van de peer zijn ook vele rassen beschikbaar.

Perenbomen groeien over het algemeen vrij open en laten relatief veel licht door. Hierdoor kun je midden en hoogstamperen in een permacultuur systeem ook goed gebruiken als levende paal voor klimplanten waar je naast de peren op termijn nog een extra oogst uit kunt halen uit de klimplanten die je erin laat groeien.

De perenboom bloeit met witte bloemen. De bloemen zijn hermafrodiet, ze bevatten zowel de mannelijke als vrouwelijke delen. Peren worden door insecten zoals hommels en bijen bestoven. Kruisbestuiving is meestal noodzakelijk, daarom is het verstandig minimaal twee soorten peren aan te planten met goede stuifmeelkwaliteit. Vraag als je peren gaat kopen altijd even na of de peren die je aanschaft elkaar kunnen bestuiven.  

Er zijn vele verschillende soorten peren. Op wikipedia is een lijst te vinden van de vele verschillende perenrassen. Een belangrijk verschil is de opdeling in handperen en kookperen waarbij de namen voor zichzelf spreken. Handperen zijn vers erg lekker om te eten en zijn o.a. te gebruiken om bijv. taart meer te maken.

Kookperen zijn erg hard en daarom vers niet goed te eten. Door ze te koken worden ze echter zacht en zoeter en zijn dan een waar lekkernij. Je kunt gekookte peren wecken en dan zijn ze lang te bewaren.  
 
Door af te wisselen in de rassen met peren en te kiezen voor sommigen die vroeg rijpen en anderen die later rijpen kun je je oogst seizoen van peren verlengen in je permacultuur tuin. 

Het hout van de perenboom kan worden gebruikt om instrumenten en meubels van te maken. 







Meer informatie:http://nl.wikipedia.org/wiki/Peer_%28vrucht%29



 

Peerlijsterbes

Sorbus domestica
Plant familie: Rosaceae (Rozenfamilie) 
Plantenlaag:Hoge bomen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, fruit, houtproductie, meerjarig,  
Bloeitijd:april - mei 
Oogsttijd:september - oktober 
Beschrijving:

De peerlijsterbes is een oude zeldzame fruitboom. Het is een langzame groeier en wordt tot 12 tot 20 meter hoog. Deze grote bomen hebben een brede kroon.

De peerlijsterbes houdt van een zacht klimaat en een voedingsrijke, liefst kalkklei of leemhoudende bodem en een lichte, zonnige plek. De boom is enigszins vorstgevoelig. Ze doen het goed in centraal Europa. 

De bladeren lijken op die van de lijsterbes. Zij zijn oneven geveerd en hebben 12 tot 16 blaadjes. Opvallend bij oude bomen is de ruwe, perenboomachtige schors.

De witte tot lichtroze bloemen verschijnen in april/mei. Een deel van de bloemen ontwikkelt zich tot peer - of appelvormige vruchten die van september tot oktober rijpen. Het zijn schijnvruchten en worden zo groot als een kers of pruim.

De van de boom afvallende vruchten zijn groen, geel of geelgroen, aan de door de zon beschenen zijde ook rood. Het gehalte aan looistof (tannine), appelzuur en vitamine C is het grootst in halfrijpe toestand. De vruchten zijn dan echter wrang en niet echt lekker voor consumptie. Door de vruchten enkele weken te laten liggen zodat ze kunnen narijpen worden ze veel beter eetbaar. 

Aan de boom gerijpte vruchten zijn na de eerste nachtvorst zacht en zoet en vallen dan van zelf van de boom af. Deze vruchten kunnen vervolgens direct worden verwerkt tot sap,moes of compote.

Het uitgeperste sap van rijpe vruchten wordt ook gebruikt als bijmenging bij appelsap en appelwijn, die daardoor aromatischer, houdbaarder en lichter verteerbaar worden.

Snoeien en verplanten zijn niet aan te bevelen, omdat de boom niet van de verstoring van het wortelsysteem houdt.

Sorbus domestica pomifera heeft appelvormige vruchten. Sorbus domestica pyrifera heeft peervormige vruchten. Pyrifera is in de wilde natuur vaker te vinden dan Pomifera.









Meer informatie:http://www.tuinadvies.nl/sorbus_domestica_of_peerl



 

Pepermunt

Mentha x piperita vulgaris
Plant familie: Lamiaceae (Lipbloemenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, inheems, volle zon, halfzon/halfschaduw, kruiden, vlinderplant, bijenplant, geneeskrachtig, meerjarig,  
Bloeitijd:juli - september 
Oogsttijd:maart - oktober 
Beschrijving:

Pepermunt is een vaste plant van 30-80 cm hoogte. De plant kan zich snel verspreiden via wortelstokken. De plant houdt van vochtige grond en groeit zowel in de halfschaduw als in de volle zon. 

Sommige mensen graven een emmer zonder bodem in, en zetten daar de munt in om te voorkomen dat de plant zich teveel verspreidt in de rest van de tuin. De plant is ook goed in een pot op het balkon te groeien en levert dan het hele voorjaar en zomer verse muntthee op.

De bladeren zijn mintgroen en staan kruisgewijs tegenover elkaar op de stengel. De bladeren zijn langwerpig, eirond en gezaagd en hebben een opvallende mentholgeur. Ze kunnen worden toegevoegd aan salades voor een frisse smaak en van zowel de verse als gedroogde bladeren is een heerlijke thee te zetten

Er kan een essentiele olie uit de plant worden gewonnen die onder meer wordt gebruikt als smaakmaker in, snoepgoed, zoete gerechten, parfums en oliën. Zwangere vrouwen dienen op te passen met het gebruik van deze essentiële olie aangezien het abortie op kan wekken. 

Pepermunt bloeit met lila-rose bloemen in een langwerpige aren aan de toppen van de plant. De bloemen trekken insecten o.a. insecten als bijen en vlinders aan.

Pepermuntolie heeft verdovende, antibacteriele en ontstekingsremmende eigenschappen.





Meer informatie:http://www.natuurlijkerwijs.com/pepermunt.htm



 

Perzik

Prunus persica
Plant familie: Rosaceae (Rozenfamilie) 
Plantenlaag:Lage bomen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, fruit, zaden, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:april 
Oogsttijd:september - oktober 
Beschrijving:

De perzik is en komt van origine uit China en is via onder andere het vroegere Perzië, waar het zijn naam aan te danken heeft, Europa binnengekomen. De kleine boom kan tot 6 meter hoog groeien. 

De perzikboom heeft een voorkeur voor ietwat vochtige grond en een warme, zonnige en tegen de wind beschutte plek. Door de vroege bloei in april kan de mooie bloesem kapotvriezen wat er voor zorgt dat er verder geen vruchten ontwikkelen dat jaar. Het is daarom ook te overwegen om de perzik in een kas te groeien in het Nederlandse klimaat.  

De perzik bloeit met roze bloemen op hetzelfde moment als dat de bladeren aan de boom komen. De bloemen zijn hermafrodiet, ze bevatten zowel de mannelijke als de vrouwelijke delen en worden bestoven door insecten zoals hommels en bijen. De boom is zelfbestuivend waardoor je genoeg hebt aan één boom om een oogst te krijgen. 

De oranje/roze perzikvruchten hebben een zachte harige schil en kunnen tot 7 cm groot worden en smaken vers van de boom als ze rijp zijn heerlijk zoet. De perzik is een populaire vrucht en binnen rassen wordt onderscheid gemaakt in drie kleuren vruchtvlees. Wit, geel en rood, over het algemeen zijn vruchten met wit vruchtvlees het lekkerst maar geel vruchtvlees leent zich het best voor transport. Vandaar dat die alleen in de supermarkt te verkrijgen is. Als je echter zelf een perzikboom gaat planten is het handig om er eentje met wit vruchtvlees uit te zoeken. Op de wikipedia kun je een lijst vinden met verschillende perzikrassen

De perzik kan daarnaast ook worden gebruikt in taarten, gebak en toetjes en verwerkt worden tot sap. 

Als je de pit kraakt zit daar een zaadje in wat eventueel vers of geroosterd gegeten kan worden. Dit kan sporen van waterstofcyanide bevatten wat giftig is, eet dus nooit teveel van deze zaden.

De nectarine (Prunus persica nucipersica) is een ondersoort van de perzik en heeft een gladde schil.

Een andere soort perzik die ook wordt genoemd is de wilde Chinese perzik (Prunus consociiflora).

In deze database staan de best eetbare prunus soorten die van nature in Europa voorkomen of hier al lange tijd ingeburgerd zijn. In de Plants for a Future Database zijn daarnaast ook nog een flink aantal goed eetbare prunus soorten te vinden die in andere delen van de wereld groeien maar die het ook in ons klimaat waarschijnlijk goed zouden doen. Wil je weten welke prunus soorten dit zijn kijk dan in de Plants for a Future Database (www.pfaf.org).









Meer informatie:http://nl.wikipedia.org/wiki/Perzik



 

Peterselie

Petroselinum crispum
Plant familie: Apiaceae (Schermbloemenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, kruiden, zaden, wortels, bijenplant, geneeskrachtig, tweejarig,  
Bloeitijd:augustus 
Oogsttijd:maart - oktober 
Beschrijving:

De plant groeit op rijke, vochtige en diep gespitte grond in de volle zon of iets in de schaduw. De plant wordt ongeveer 20 tot 60 centimeter hoog.

In Nederland en koudere streken is het een tweejarig gewas. De plant kan zichzelf uitzaaien of je kunt de zaden oogsten en zelf het volgende jaar weer uitzaaien. De kiemingstijd van het zaad is relatief lang; de zaden vragen een rijke, vochtige grond.

Er zijn drie soorten peterselie, krulpeterselie, bladpeterselie en wortelpeterselie. 

Van wortelpeterselie (P. crispum var. tuberosum) wordt de penwortel gegeten. Deze wortels zijn zo'n 15 cm lang en zijn door veredeling vlezig en goed eetbaar geworden. Je kunt de wortel o.a. raspen en toevoegen aan salades. 

De bladeren van peterselie zijn krullend (P. crispum var. crispum) of glad (P. crispum var. neapolitanum) afhanklijk van de soort. Van de krul- en bladpeterselie wordt het blad gegeten. De bladeren worden veel gebruikt als keukenkruid. Ze kunnen bij veel gerechten worden gegeten, aan soepen worden toegevoegd etc. Meestal gebeurt dit in rauwe vorm en wordt het vlak voor het serveren toegevoegd. Ook wordt peterselie vaak samen met bieslook en knoflook aan roomboter toegevoegd om kruidenboter te maken. 

Peterselie kan gedroogd worden maar het is gemakkelijk om het in te vriezen om zo later te gebruiken. 

Peterselie bloeit met schermen van witten bloemen. De bloemen zijn hermafrodiet, ze bevatten zowel de mannelijke als de vrouwelijke delen en worden bestoven door insecten zoals o.a. zweefvliegen. De larven van zweefvliegen etenbladluizen.

De zaden van peterselie kunnen vermalen worden gebruikt als specerij. 

Aan peterselie worden ook al langere tijd geneeskrachtige eigenschappen toegeschreven. Het zou onder meer goed zijn voor de nieren. Voor details zie de Plants for a Future database









Meer informatie:http://nl.wikipedia.org/wiki/Peterselie



 

Peultjes

Pisum sativum var. saccharatum
Plant familie: Leguminosae (Vlinderbloemenfamilie) 
Plantenlaag:Klimplanten 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, groentes, groenbemester, éénjarig,  
Bloeitijd:april - mei 
Oogsttijd:mei - juni 
Beschrijving:

Peultjes behoren tot de variëteit Pisum sativum var. saccharatum. In de dunne groene peul kunnen in het jonge stadium de nog minuscule doperwtjes aangetroffen worden.

Peultjes houden van vochtige grond en staan het liefste in de volle zon. Peultjes behoren tot de vlinderbloemigen familie en gaan een symbiotische relatie aan met de stikstoffixerende Rhizobium bacterie in de wortels. Hierdoor wordt stikstof uit de lucht gefixeerd en krijgt de plant extra bemesting waar omliggende planten ook hun voordeel mee kunnen doen. 

Zaden worden anderhalf centimeter diep geplant. Het verdraagt lichte vorst, maar tolereert ook hoge temperaturen. De plant kan twee meter hoog worden, gemiddeld is de hoogte 1.3 meter. 

Verse peultjes zijn lekker en gezond. Rijk aan vitamine B en C. Het is de onrijpe vrucht van een erwtensoort, waarvan zowel schil als erwten worden gegeten, doordat ze vrijwel of helemaal geen vlies in hun peulen ontwikkelen. Er zijn echter ook enkele oude rassen die wel een vlies ontwikkelen en deze moeten dan ook in een zeer jong stadium geoogst worden.

Verwijder de uiteinden en de draden van de peultjes en was ze. Peultjes kan u blancheren, frituren of koud verwerken in salades. Ze worden vaak bereid in combinatie met worteltjes, maar kunnen evengoed gegeten worden in combinatie met kip, vlees, vis of eiergerechten. De kooktijd hangt af van de peultjes: hoe jonger de peultjes, hoe minder de kooktijd. Peultjes kunnen ook bereid worden in de wok. 





Meer informatie:http://www.groentenfruit.nl/index_product.asp?pg=1



 

Pijlkruid

Sagittaria sagittifolia
Plant familie: Alismataceae (Waterweegbreefamilie) 
Plantenlaag:Waterplanten 
Plantenfuncties:verwerkt eetbaar, inheems, volle zon, groentes, wortels, éénjarig,  
Bloeitijd:juli - september 
Oogsttijd:6 tot 7 maand na aanplant 
Beschrijving:
Pijlkruid (Sagittaria sagittifolia) is een waterplant uit de waterweegbreefamilie (Alismataceae) en inheems in Europa en Azië. Gekweekte vormen komen vaak uit Oost-Azië. De Nederlandse naam komt overeen met de geslachtsnaam, die naar een 'pijl' verwijst. De naam verwijst naar de vorm van de bladeren.
 
Het is een winterharde overblijvende, 70-100 cm hoge moeras- of waterplant met knolachtig verdikte, 4-5 cm grote wortelstokken. De knollen zijn eivormig, wit of groen van kleur en bedekt met schubben. De bladeren zijn pijlvormig, donkergroen, ongedeeld en langgesteeld. Onder water zijn de bladeren lichtgroen, lang en smal. Boven water hebben de bladeren een duidelijke pijlvorm. De driekantige stengels kunnen tot een halve meter boven het water uitsteken.
 
De plant bloeit van juli tot september en hebben in het midden een bruine tot donkerpaarse vlek. De bloemen groeien in langwerpige bloeiwijzen. De bloemen bestaan uit drie vrije kroonbladeren en drie groene kelkbladeren. De vruchten zijn klein.
 
De plant kan temperaturen tot -20 °C weerstaan. De soort groeit in water tussen de 10 en 60 cm diep. Het water dient neutraal tot licht basisch van pH te zijn.

De bloemen zijn eenslachtig. Mannelijke bloemen bevinden zich in de bovenste kransen van de bloem, vrouwelijke in de onderste kransen. De zaden verspreiden zich drijvend over het water. Ze verkeren in een staat van 'dormancy' (rusttoestand) en zijn nog niet in staat om te kiemen. Pas wanneer ze zijn blootgesteld aan een periode van lage temperaturen ('cold-statification'), kunnen ze kiemen.
 
Toepassingen
De zetmeelhoudende, zoet-aromatisch smakende knolletjes worden in China en Japan als groente gegeten. De knolletjes worden geschild, in kleine stukken gesneden en vervolgens gekookt. Ze zijn een bestanddeel van veel Aziatische gerechten. De knollen bevatten 20% zetmeel en 5% eiwit. Ook de jonge bladeren zijn eetbaar. De plant wordt vooral gecultiveerd in China, Japan en Taiwan en op kleinere schaal in Indonesië en Maleisië. Het duurt zes tot zeven maanden voordat aangeplante planten kunnen worden geoogst.
 
Tuin
In de tuinvijver kunnen de planten of knollen het best in het voorjaar of najaar in manden of emmers uitgeplant worden, zodat de planten ook gemakkelijk uitgedund kunnen worden. Geef de plant een zonnige plaats voor mooie bloemen, al kan de plant ook wel wat schaduw gebruiken. Wegens haar afmeting is de plant niet geschikt voor kleine tuinvijvers.

Ecologische aspecten
In de stengeldelen van de plant die zich onder water bevinden kunnen gangen worden gemaakt door larven van de dansmuggen (Chironomidae). Ook slakken kunnen de planten aantasten. Boven water zijn de stengels juist weer gevoelig voor zwarte luis. De bloemstengels hebben vaak last van de zwarte luis. De pijlkruidkever (Donacia dentata) heeft pijlkruid als waardplant, de volwassen kevers vreten aan het blad terwijl de larven onder water van de stengels leven.

Naast het inheemse pijlkruid zijn ook de wortelknolletjes van het brede pijlkruid, Sagittaria latifolia op eenzelfde manier eetbaar. Breed pijlkruid wordt in Nederland onder meer verkocht als vijverplant. 






Meer informatie:http://pfaf.org/user/Plant.aspx?LatinName=Sagittar



 

Pluksla

Lactuca sativa var. crispa
Plant familie: Asteraceae (Composietenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, groentes, éénjarig,  
Bloeitijd:nvt 
Oogsttijd:april - oktober 
Beschrijving:Pluksla (Lactuca sativa var. crispa) vormt geen krop. Het wordt meestal in een rijtje gezaait en het blad wordt afgesneden als het groot genoeg is. De smaak is vergelijkbaar met gewone kropsla. Het blad van pluksla is echter zachter en minder 'knapperig'. De smaak is mild bitter en combineert goed met een vinaigrette dressing.

Pluksla houdt van vochtige grond en groeit zowel in de halfschaduw als in de volle zon.

Pluksla kan het hele seizoen geteeld worden en is al snel oogstbaar. Afhankelijk van het seizoen kan op 4 tot 6 weken na zaai al gesneden worden. Bij een vroege oogst kan er van het zelfde zaaisel nog een tweede keer gesneden worden. Soms wordt niet in een rijtje gezaaid, maar worden afzonderlijke planten geteeld, waarvan dan regelmatig het onderste blad geplukt wordt. Op den duur komt zo'n plant op een 'steel' te staan. De meest gebruikte variëteit is amerikaanse roodrand.

Doorgeschoten stengels van pluksla zijn ook eetbaar, mits ze niet te ver zijn geschoten (niet langer dan /- 30 cm, nog niet bloeiend). Rauw smaken ze enigzins bitter, maar gekookt hebben ze een aangename zachte smaak - heel bijzonder. Schil ze wel goed, zoals asperges.




Meer informatie:http://www.moestuintips.nl/groenten/bladgroenten/s



 

Pompoen

Cucurbita maxima
Plant familie: Cucurbitaceae (Komkommerfamilie) 
Plantenlaag:Bodemkruipers 
Plantenfuncties:verwerkt eetbaar, volle zon, groentes, bloemen, zaden, bijenplant, éénjarig,  
Bloeitijd:september 
Oogsttijd:oktober - december 
Beschrijving:

Pompoenen zijn er in vele verschillende soorten en maten en wordt zowel om de eetbaarheid als om de sierwaarde gekweekt. Het is een bodemkruipende plant die begeleid ook kan klimmen. De eenjarige planten kunnen met voldoende groeimogelijkheden dan ook vele tientallen meters groeien en de vruchten kunnen bijzonder groot en zwaar worden.

De pompoen houdt van zeer voedselrijke ietwat vochtige grond en staat het liefste in de volle zon maar overleeft ook in de halfschaduw. Op een composthoop doen ze het goed.

De pompoen heeft grote bladeren soms met lichte bestekeling op de steel. De jonge bladeren en stelen kunnen gekookt worden gegeten. 

Pompoenen zijn eenhuizig, ze hebben losstaande mannelijke en vrouwelijke bloemen maar beide zitten op dezelfde plant. De pompoen is zelfbestuivend. De plant wordt door hommels en bijen bestoven. De bloemen zijn ook geschikt voor consumptie, ze zijn onder andere in beslag te dopen en te frituren. het is verstandig hier vooral de mannelijke bloemen voor te gebruiken omdat de vrouwelijke bloemen bij bevruchting tot een pompoen uitgroeien. 

De vrucht van de pompoen kan tientallen centimeters groot worden. Het vruchtvlees smaakt een beetje als zoete aardappel. Pompoen wordt onder andere gebruikt voor in de soep maar is ook als gebakken groente goed te eten. 

De zaden zijn als de pompoen goed rijp is te oogsten en te gebruiken om het volgende jaar de nieuwe pompoen planten uit te laten groeien. De zaden kunnen ook geroosterd worden en daarna worden gegeten.

In Nederland worden onder andere de volgende soorten pompoen verbouwd:
-) De Muskuspompoen
-) De Vijgenbladpompoen en
-) De Waspompoen

De pompoen is een van de drie soorten van een oude bekende samenplantingsvorm met de naam de drie zusters. De andere twee van deze combinatie zijn de mais en de klimboon. Het idee is dat eerst de mais geplant wordt, nadat deze opgekomen is wordt er een boon bij de mais gezet die de maiskolf gebruikt als klimstok, als laatste worden er pompoenen tussen gezet die met hun snelle groeikracht en grote bladeren tussen de mais en bonen doorgroeien en zo het licht van de bodem afhouden om onkruidvorming tegen te gaan. Zo kun je op 1 stuk grond tegelijkertijd drie gewassen groeien die elkaar alle stimuleren!









Meer informatie:http://nl.wikipedia.org/wiki/Pompoen



 

Poolbraam

Rubus arcticus
Plant familie: Rosaceae (Rozenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, fruit, kruiden, meerjarig,  
Bloeitijd:juni - juli 
Oogsttijd:juli - augustus 
Beschrijving:

Rubus arcticus is een 10-20 cm hoge vaste plant met een kruipende wortelstok. De plant groeit in noordelijke koude gebieden zoals Canada, Skandinavië en Rusland.

De poolbraam houdt van vochtige grond en staat het liefste in de volle zon. Leuk voor de rotstuin op enigszins vochtige grond. Vermeerderen kan o.a. door het afnemen van uitlopers. 

De framboosachtige bes is dieprood, bijzonder lekker en wordt in Rusland ook wel koning der bessen genoemd. Net als bij veel andere leden van de Rubus familie zijn de bessen vers prima eetbaar en daarnaast ook goed te verwerken in jam en sap. De jonge bladeren zijn te gebruiken voor thee. 

In deze database staan de best eetbare rubus soorten die van nature in Europa voorkomen of hier ingeburgerd zijn. In de Plants for a Future Database zijn daarnaast ook nog een flink aantal goed eetbare rubus soorten te vinden die in andere delen van de wereld groeien maar die het ook in ons klimaat waarschijnlijk goed zouden doen. Wil je weten welke rubus soorten dit zijn kijk dan in de Plants for a Future Database (www.pfaf.org).    





Meer informatie:http://pfaf.org/user/Plant.aspx?LatinName=Rubus%20



 

Populierenleemhoed

Agrocybe aegerita
Plant familie: Strophariaceae 
Plantenlaag:Paddenstoelen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, paddenstoelen, éénjarig,  
Bloeitijd:nvt 
Oogsttijd:augustus - november 
Beschrijving:

De populierenleemhoed, ook wel bekend als zuidelijke leemhoed, komt van oorsprong uit Zuid-Europa en wordt daar al lange tijd in de keuken gebruikt. Synoniemen in latijnse naamgeving zijn o.a. Cyclocybe aegerita en Agrocybe cylindracea. De paddenstoel is inheems in het zuiden van Nederland. 

De populierenleemhoed komt van nature vooral voor op stammen, stobben en stronken van (knot)populieren. Daarnaast kan de paddenstoel ook groeien op wilgen. De paddenstoel groeit in kleine trosjes en kenmerkt zich door een fluweelachtige hoed en een dun steeltje.

De steel kan 5 tot 10 cm groot en 1 tot 2 cm dik worden. De hoed van de paddenstoel kan een diameter krijgen van 4 tot 10 cm. De bovenkant is witromig van kleur aan de zijkanten en loopt op tot aan de bovenkant van de hoed tot hazelnootbruin. Aan de onderkant heeft de zuidelijke leemhoud plaatjes zitten waaruit uiteindelijk de sporen worden losgelaten en verspreidt.

De paddenstoel is erg smakelijk en blijft na bereiden lekker knapperig. De smaak is zacht en een beetje noot- of radijsachtig. De geur is prettig, een beetje radijsachtig of fruitig.

De paddestoel wordt inmiddels op meerdere plaatsen in de wereld commericeel geteeld, onder meer in de VS, Italië en in China. De zuidelijke leemhoed is ook thuis zelf te kweken via kant en klare kweekpakketten. Het wordt afgeraden deze paddenstoel in het wild te plukken omdat er gemakkelijk verwarring kan optreden met giftige soorten.  





Meer informatie:http://www.soortenbank.nl/soorten.php?soortengroep



 

Postelein

Portulaca oleracea
Plant familie: Portulacaceae (Posteleinfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, groentes, zaden, geneeskrachtig, éénjarig,  
Bloeitijd:nvt 
Oogsttijd:mei - september 
Beschrijving:

Postelein (Portulaca oleracea, synoniem: Portulaca sativa) komt van nature voor in India en het Midden-Oosten. Postelein houdt van voedselrijke vochtige grond en staat het liefst in de volle zon.

Postelein wordt 5-50 cm hoog en heeft verspreid staande, vlezige bladeren. De wilde postelein heeft liggende, gladde, roodachtige stengels en de gekweekte opgaande. De plant bloeit in Nederland in het wild van juni tot de herfst met gele 1,2 cm grote bloemen. De vrucht is een veelzadige doosvrucht die met een dekseltje openspringt.

De bladeren en steeltjes van de postelein hebben een licht zure en zoute smaak en kunnen zowel gekookt als vers gegeten worden. De zwarte zaden uit de vruchtdozen zijn ook eetbaar.

De kiemduur bedraagt 3 tot 7 dagen. Bij lage temperaturen zal het zaad slecht kiemen en de planten snel in het zaad schieten. Een maand na het zaaien kunnen de eerste jonge blaadjes worden geplukt.

Teeltschema:
Koud glas: zaaien in april t/m augustus, oogsten in mei t/m september.
Volle grond: zaaien in mei t/m augustus, oogsten in juni t/m september.

Maak de postelein schoon, was de groente en kook ze in een pan met het aanhangende water en een snufje zout in ongeveer 10 minuten gaar. Voeg een klontje boter toe en bind eventueel met maïzena of aardappelmeel. Verder zijn de jonge posteleinbladeren lekker bij rode bieten, tuinbonen, nieuwe aardappelen, spinazie en tomaten. Een veelvoorkomend gerecht in het Midden-Oosten is fijngehakte postelein met een knoflook-yoghurtdressing bij gegrild vlees. 







Meer informatie:https://nl.wikipedia.org/wiki/Postelein



 

Prairie lelie

Camassia quamash
Plant familie: Liliaceae (Leliefamilie) 
Plantenlaag:Knolgewassen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, groentes, wortels, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:mei - juni 
Oogsttijd:hele jaar door 
Beschrijving:

De Camassia Quamash ook wel prairie lelie genoemd komt van origine uit het westen van Noord-Amerika. Het is een knolgewas wat tot 30cm hoog kan groeien, van een diepe voedselrijke ietwat vochtige grond houdt en de plant kan zowel in de halfschaduw als in de volle zon groeien. 

De prairie lelie bloeit met prachtige lilablauwe bloemen. De bloemen zijn hermafrodiet, ze bevatten zowel de mannelijke als de vrouwelijke delen en worden bestoven door insecten zoals hommels en bijen. Ze staan erom bekend dat ze insecten aantrekken. 

De bollen van deze plant kunnen een diameter krijgen tot 5cm. Ze zijn voedselrijk en smaken vooral na roosteren erg goed en doen dan ietwat aan de smaak van gepofte tamme kastanjes denken. De knollen zijn ook rauw te eten maar hebben dan een beetje een rubberachtige textuur. De bollen zijn het hele jaar oogstbaar maar zijn het lekkerst als de zaden rijp zijn na de bloei. 

De Prairielelie vormde bij bepaalde indianenstammen het hoofdvoedsel van hun hele dieet. De indianen legden eerst rivierkeien neer en stookten daarboven een groot vuur. De hete stenen werden in een kuil gelegd tesamen met enkele honderden quamash knollen en gedurende twee dagen begraven, daarna waren ze gaar en zeer smakelijk.

Wel is enige waarschuwing geboden aangezien deze plant een aantal zusters heeft die uiterst giftig zijn. Zorg er dus voor dat je daadwerkelijk de goede soort te pakken krijgt.

Een ander eetbaar familielid die in de Plants for a Future database wordt genoemd is: Camassia leichtlinii





Meer informatie:http://www.pfaf.org/user/Plant.aspx?LatinName=Cama



 

Prairie mimosa

Desmanthus illinoensis
Plant familie: Leguminosae (Vlinderbloemenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:verwerkt eetbaar, volle zon, groentes, groenbemester, meerjarig, overig,  
Bloeitijd:mei - juli 
Oogsttijd:augustus - september 
Beschrijving:De prairie mimosa komt van origine uit het noorden van Amerika en kan tot 1.3 meter hoog worden.

De plant houdt van vochtige grond en staat het liefste in de volle zon. 

De plant bloeit met ronde pluimvormige witte bloemen die worden bestoven door insecten zoals hommels en bijen. 

De prairie mimosa behoort tot de vlinderbloemigen familie en gaat een symbiotische relatie aan met de stikstoffixerende Rhizobium bacterie in haar wortels. Hierdoor wordt stikstof uit de lucht gefixeerd en krijgt de plant extra bemesting waar omliggende planten ook hun voordeel mee kunnen doen.

De zaadhulzen kunnen tot 2,5cm lang worden en bevatten 3 tot 5 zaden. De zaadhulzen zitten in clusters bij elkaar. De zaden zijn rijk in eiwitten en zijn gekookt eetbaar al hebben ze niet bijzonder veel smaak.   

Indianen kenden het geheim van de wortelschors: het bevat een sterk hallucinatieopwekkende stof (DMT) voor het (samen met Peganum harmala) maken van prairiehuasca!




Meer informatie:http://pfaf.org/user/Plant.aspx?LatinName=Desmanth



 

Prei

Allium porrum
Plant familie: Alliaceae (Lookfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, groentes, meerjarig,  
Bloeitijd:nvt 
Oogsttijd:juni - mei 
Beschrijving:

Prei (Allium ampeloprasum var. porrum, synoniem: Allium porrum) behoort tot de familie van de ui en heeft een milde uiensmaak. Er bestaan momenteel talrijke variëteiten van prei, waarbij de verschillen in hoofdzaak liggen in de bladkleur, winterhardheid en ‘knobbel’ aan de basis van de steel.

Prei is als cultuurgewas al heel oud. Zo'n 3000 jaar voor Christus werd prei al door de Egyptenaren als groente gegeten. De Grieken en de Romeinen verwerkten prei als soepgroente. De Romeinen verspreidden prei aan het begin van onze jaartelling over geheel West-Europa.

Prei houdt van vochtige grond en groeit het beste in de volle zon. 

Gedurende een lange periode wordt er geplant, vanaf begin april tot het einde van juli. De oogst verloopt van eind juni tot begin mei het volgende jaar.

De planten moeten boven de 18°C opgekweekt worden. Bij een lagere temperatuur gaan de planten over in de generatieve fase en gaan dan vroegtijdig bloeien.

Als de planten de dikte van een potlood hebben worden ze verplant. Voor het verkrijgen van een lange witte schacht worden de planten in 20 centimeter diepe ponsgaten geplant. Ook kunnen de planten in geulen worden geplant. Later kunnen de planten dan nog enkele keren aangeaard worden. De plantafstand bedraagt in de rij 12 tot 15 centimeter en tussen de rijen 30 tot 50 centimeter afhankelijk van de teeltperiode.

Voor de winterteelt moeten winterharde rassen die de winterkou kunnen overleven, worden gebruikt.

Prei eten kan zowel rauw als gekookt. Heel fijngesneden wordt de groente in salades verwerkt.

In deze database staan de best eetbare allium soorten die van nature in Europa voorkomen of hier al lange tijd ingeburgerd zijn. In de Plants for a Future Database zijn daarnaast ook nog een flink aantal goed eetbare allium soorten te vinden die in andere delen van de wereld groeien maar die het ook in ons klimaat waarschijnlijk goed zouden doen. Wil je weten welke allium soorten dit zijn kijk dan in de Plants for a Future Database (www.pfaf.org).   







Meer informatie:https://nl.wikipedia.org/wiki/Prei



 

Pronkboon

Phaseolus coccineus
Plant familie: Leguminosae (Vlinderbloemenfamilie) 
Plantenlaag:Klimplanten 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, groentes, groenbemester, windkering, omheining, bijenplant, éénjarig,  
Bloeitijd:juni - september 
Oogsttijd:september - oktober 
Beschrijving:

Pronkbonen zijn een snijbonensoort, grover dan de snij- en spekbonen. De schil is iets ruw, met op de buik- en de rugnaad, vorming van een draad. In een ouder stadium bevat de peulwand een perkamentachtig vlies dat niet gaar kookt. De zaden zijn wit of rood.

De planten houden van vochtige grond en staan het liefste in de volle zon. 

De plant komt oorspronkelijk uit de berggebieden van Centraal-Amerika en Mexico en werd in de 17e eeuw naar Europa gebracht. De bloem is trosvormig en de bloei vindt plaats van juni tot eind september. De plant is weinig vatbaar voor ziekten en heeft weinig last van ruwe weersomstandigheden. Doordat de plant niet snel kapot waait wordt hij vanouds als windkering om snijbonen, augurken, en vroeger ook bij tabak gebruikt.

De plant is meerjarig, echter niet in dit klimaat. De wortels kunnen in de herfst naar binnen worden gehaald en koel bewaard worden.

De klimmende pronkboon wordt aan bonenstaken geteeld. De staken zijn ongever 300 centimeter lang. Bonenstaken kunnen afkomstig zijn van de wilg, bamboe (tonkinstokken), maar ook takken van de hazelaar en andere houtige gewassen voldoen. Meestal gaan ze drie jaar mee. Daarna is de onderkant verrot en zijn ze te kort geworden. De wilgenstaken breken na drie jaar ook makkelijk. De staken kunnen in twee rijen als een hok gezet worden.

De plantafstand is 30 tot 50 centimeter in de rij en 120 tot 140 centimeter tussen de rijen. De pronkboon wordt ter plaatse gezaaid vanaf 15 mei tot eind juni. Meestal worden één tot twee zaden per staak gelegd. Bij meer zaden per staak treedt later veel bloemrui op, vooral bij warm en droog weer. Ook kunnen de planten voorgetrokken worden en later buiten uitgeplant. Bij voortrekken worden eind april twee zaden in potten van 12 centimeter diameter gelegd. Na opkomst wordt eventueel één kiemplant weggeknepen. Half mei (na de IJsheiligen) wordt er uitgeplant. De oogst begint eind juli en duurt tot eind augustus. Voor latere oogst moet half juni nog een keer gezaaid worden. Hiervan kan dan vanaf de derde week van augustus tot de eerste nachtvorst geoogst worden. De peulen moeten elke week geplukt worden, omdat anders de peulen te oud worden en er geen nieuwe peulen meer gevormd worden.

Pronkbonen zijn lekker mals en zoet en worden na het koken gegeten of verwerkt tot conserveren.

Naast de pronkboon wordt ook de volgende phaseolus soort nog genoemd door de plants for a future database: Phaseolus lunatus







Meer informatie:https://nl.wikipedia.org/wiki/Pronkboon



 

Pruikzwam

Hericium erinaceus
Plant familie: Hericiaceae 
Plantenlaag:Paddenstoelen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, inheems, paddenstoelen, meerjarig,  
Bloeitijd:nvt 
Oogsttijd:september - december 
Beschrijving:
De pruikzwam is inheems in Noord-Amerika, Europa en Azië. In Europa is de zwam echter zeldzaam en staat hij in dertien landen op de rode lijst. In Nederland en België is de status van de zwam opgenomen als 'bedreigd'.
 
De Latijnse soortnaam erinaceus betekent egel en is een verwijzing naar de lange stekels. Ook de Nederlandse namen pruikzwam en apekop refereren hieraan. In Nederland en België wordt de zwam vaak verhandeld onder de Franse naam pom pom blanc, daar hij veel lijkt op de witte pompoms zoals cheerleaders die gebruiken.

De pruikzwam behoort tot de stekel-zwammen. Het is een zeldzame paddestoel en groeit als parasiet op stamwonden van robinia, beuken en soms eiken. Nadat de boom is afgestorven leeft de zwam door op het rottende hout.

De vruchtlichamen verschijnen laat in de zomer tot in de herfst. In deze periode worden de sporen gevormd op de lange stekels. Het knolvormige vruchtlichaam van de pruikzwam is wit, crème, geel of lichtoranje. Gewoonlijk bereikt de zwam een doorsnede tot 25 centimeter. Het vruchtlichaam bestaat uit één of meer dakpansgewijs gerangschikte lobben waaraan stekels hangen die een lengte hebben van één tot zes centimeter. Sommige pruikzwammen hebben een korte steel, bij anderen ontbreekt deze geheel. Het vlees en het sporenafdruk zijn wit.

Deze gourmet paddestoel heeft een zachte smaak die soms vergeleken wordt met die van kreeft. In de Chinese keuken wordt hij vaak gebruikt als vleesvervanger. Pruikzwam heeft een gunstige werking op de maag-darm kanaal. In China wordt deze paddenstoel al honderden jaren ook als medicijn gebruikt. Recente onderzoeken hebben laten zien dat een aantal stoffen uit de paddenstoel bijv een antioxidant effect heeft en een invloed heeft op de regulatie van bloedvet levels en een reductie in glucose level teweeg brengt.

De paddenstoel wordt kleinschalig commercieel geteeld. Voor culinair gebruik worden pruikzwammen op boomstammen of gesteriliseerd zaagsel gekweekt en vers of gedroogd verkocht. Voor mensen die ze zelf thuis willen telen zijn er tegenwoordig pakketten in de handel om zelf pruikzwam te kweken. 







Meer informatie:http://en.wikipedia.org/wiki/Hericium_erinaceus



 

Pruim

Prunus domestica
Plant familie: Rosaceae (Rozenfamilie) 
Plantenlaag:Lage bomen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, fruit, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:april - mei 
Oogsttijd:juli - augustus 
Beschrijving:

De cultuurpruim komt van nature uit Europa en bestaat in vele rassen. Je kunt pruimenbomen vinden die speciaal gekweekt zijn voor grote potten op een balkon en daarnaast kun je ook laagstam, middenstam en hoogstam pruimenbomen kopen. De hoogstam versies kunnen tot 12 meter hoog worden. Pruimen tolereren halfschaduw maar staan het liefst op de volle zon. 

De bloemen van de pruim zijn hermafrodiet, ze bevatten zowel de vrouwelijke als de mannelijke delen van de bloem, en worden door insecten bestoven. Pruimen bloeien relatief vroeg in het voorjaar met vijfbladige witte bloemetjes voordat de bladeren aan de boom komen. Een bloeiende pruimenboom ziet er prachtig uit en is een aanwinst voor iedere tuin. 

O.a de rassen Opal en Victoria zijn zelfbestuivend en heb je ruimte voor maar 1 pruimenboom dan is het aan te raden één van die rassen of een ander zelfbestuivend ras aan te planten. Heb je ruimte voor meerder pruimenbomen dan is het aan te raden om een aantal verschillende rassen aan te planen zodat er goede kruisbestuiving kan optreden. Op wikipedia kun je een overzicht vinden van de verschillende pruimenrassen

Een slechte oogst is meestal te wijten aan een slechte bestuiving en te koud of te nat weer tijdens de bloei. Ook kan de bloesem grotendeels afvriezen als er laat in het voorjaar nog een keer vorst optreed. 

De vruchten van de pruimenboom zijn worden 30 tot 50mm groot en hebben een eiervorm. Afhankelijk van het ras vaieert de kleur van rijpe pruimen van groen tot geel, en van oranje tot rood en paars. Pruimen zijn vers van de boom geplukt en gegeten een waar lekkernij en ze kunnen ook een tijdje bewaard worden om later te eten. Daarnaast kan er jam, sap en likeur van pruimen worden gemaakt.

Al met al is de pruimenboom vanwege de prachtige bloei in het voorjaar en de heerlijke vruchten in het najaar een ware aanwinst voor elke tuin die er ruimte voor heeft en de boom een goede plaats kan geven.  

In deze database staan de best eetbare prunus soorten die van nature in Europa voorkomen of hier al lange tijd ingeburgerd zijn. In de Plants for a Future Database zijn daarnaast ook nog een flink aantal goed eetbare prunus soorten te vinden die in andere delen van de wereld groeien maar die het ook in ons klimaat waarschijnlijk goed zouden doen. Wil je weten welke prunus soorten dit zijn kijk dan in de Plants for a Future Database (www.pfaf.org).









Meer informatie:http://nl.wikipedia.org/wiki/Pruim



 

Quinoa

Chenopodium quinoa
Plant familie: Amaranthaceae (Amarantenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, granen, éénjarig,  
Bloeitijd:juli - augustus 
Oogsttijd:september 
Beschrijving:

Quinoa wordt als belangrijk voedselgewas al sinds 6000 jaar in Zuid-Amerika verbouwd. De Inca's gebruikten het reeds als akkerbouwproduct, net als een ander gewas uit de Amarantenfamilie, amarant. Vooral in de Andes boven de 4000 meter, omdat mais op deze hoogte niet meer kan groeien.

Quinoa is een eenjarige plant die tot 3 meter hoogte kan groeien. De plant houdt van ietwat vochtige grond en heeft een voorkeur voor de volle zon. De plant kan onder koude, voedselarme en wanneer het goed geworteld is, onder droge omstandigheden groeien. De groeiduur is 5-6 maanden. 

Door kruising zijn rassen ontstaan die bestand zijn tegen Europese en Noord-Amerikaanse omstandigheden. In Europa wordt quinoa in de eerste helft van april gezaaid. De oogst vindt plaats vanaf half september. Omdat de vruchten ongelijk afrijpen moeten de vruchten nagedroogd worden. Naast de (witte) quinoa met kleine ivoorkleurige zaden is er de zogenaamde zwarte quinoa met wat grotere en donkerder zaden. 

De plant bloeit met prachtige grote aren met oranje, rode tot paarse kleine bloemtjes. De bloemen zijn hermafrodiet, ze bevatten zowel de mannelijke als de vrouwelijke delen, en worden bestoven door de wind. 

Quinoazaden kunnen op dezelfde manier gebruikt worden als rijst. Ook kan quinoa gemalen tot meel verwerkt worden in bak- of papproducten en kan er olie uit geperst worden. Omdat de toepassingsmogelijkheden vergelijkbaar zijn met die van granen, maar quinoa geen gluten bevat, wordt het als basis van glutenvrije producten gebruikt. De zaden zijn bedekt met een laagje saponine, wat een bittere smaak kan geven. Meestal is dit voor het in de handel komt verwijderd.

Wanneer men quinoa als rijst bereidt moet men rekenen op ongeveer 12 minuten voor witte en 15 minuten voor 'zwarte' quinoa. De quinoa wordt met water (per persoon ongeveer 75 gram quinoa en 2 dl vloeistof) aan de kook gebracht en kookt dan gedurende de aangegeven tijd zachtjes door. Wie pap wil maken kookt de quinoa langer.

De zaden kunnen ook gekiemd worden en de quinoa kan dan als kiemgroente worden gegeten. 

Een ander goed eetbaar familielid van de quinoa die in de Plants for a Future dabase wordt genoemd is: Chenopodium nuttalliae







Meer informatie:https://nl.wikipedia.org/wiki/Quinoa_(plant)



 

Raapstelen

Brassica rapa
Plant familie: Brassicaceae (Kruisbloemenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, groentes, tweejarig,  
Bloeitijd:nvt 
Oogsttijd:maart - mei 
Beschrijving:Raapstelen zijn in feite het jonge groen van diverse koolsoorten. Een typische voorjaarsgroente, want het is een snelgroeiend gewas.

Raapstelen houden van vochtige grond en groeien zowel in de halfschaduw als in de volle zon. 

Het gebladerte wordt meestal rauw in een stamppot verwerkt. Malse, jonge raapstelen kunnen echter ook als groente worden gekookt of in een frisse salade worden verwerkt. Matig gebruiken, want het is een nitraatrijke groente.


Meer informatie:http://nl.wikipedia.org/wiki/Raapstelen



 

Rabarber

Rheum rhabarbarum
Plant familie: Polygonaceae (Duizendknoopfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, groentes, meerjarig,  
Bloeitijd:april - mei 
Oogsttijd:tot 21 juni 
Beschrijving:

Rabarber is een groente die sinds 1900 in Nederland wordt gegeten en is hier inmiddels helemaal ingeburgerd. De plant is in andere gebieden al meer dan 5000 jaar bekend en niet alleen vanwege de eetbaarheid maar ook vanwege medicinale functies. 

Rabarber houdt van zeer voedselrijke ietwat vochtig grond en groeit het beste in de zon maar kan ook in de halfschaduw groeien.  

Rabarber is een mooie volle struik met rode stelen en grote groene bladeren. 

De rabarber vormt knollen in de grond en kan zo in het voorjaar een snelle groei doormaken omdat het veel voedsel in de grond heeft opgeslagen. Vandaar dat het ook van beter is om geen rabarber meer te oogsten na de langste dag van het jaar (21 juni). Op die manier kan de rabarber voldoende energie opbouwen voor het volgende jaar.

De rabarber kan bloeien met grote pluimen met witten bloemen maar de bloemknoppen worden vaak verwijdert zodat de plant haar energie gebruikt in het vormen van meer stelen en bladeren inplaats van aan de bloei en eventuele zaadvorming.  

De rode of groene stelen van de rabarber worden gegeten. Deze kunnen rauw worden gegeten met bijv. een beetje suiker en hebben een frisse smaak. De stelen bevatten oxaalzuur wat giftig kan zijn in al te grote hoeveelheden dus eet ze met mate. 

Daarnaast kan rabarber gekookt worden en als groente worden gegeten en kan het goed worden verwerkt tot jam en worden gebruikt als vulling taarten. 

 

 







Meer informatie:http://nl.wikipedia.org/wiki/Rabarber



 

Radijs

Raphanus sativus
Plant familie: Brassicaceae (Kruisbloemenfamilie) 
Plantenlaag:Knolgewassen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, groentes, éénjarig,  
Bloeitijd:nvt 
Oogsttijd:april - november 
Beschrijving:

De radijs (Raphanus sativus subsp. sativus) is een plant uit de kruisbloemenfamilie (Cruciferae oftewel Brassicaceae).

Het eetbare deel van de plant, een bol met wit vlees, is een deel van de gezwollen ondergrondse stengel net boven de wortel (radix, een opgezwollen hypocotyl). De schil heeft verschillende kleuren. De rode kleur is het meest bekend, maar er zijn ook variëteiten (rassen) met een witte en roodwitte tint.

Radijsjes houden van diepe, voedselrijke, vochtige grond en groeien zowel in de volle zon als in de halfschaduw.

De bol van de radijs wordt meestal rauw gegeten, eventueel dippen in zout. Bij het ouder worden gaat de radijs een stengel vormen en gaat vanaf dat moment in kwaliteit achteruit. Het scherpe, peperachtige van de smaak kan verzacht worden door de rode buitenkant af te pellen. Radijs kan makkelijk voos (sponzig) worden als gevolg van wateronttrekking door de verdampende bladeren. Er zijn echter rassen die weinig gevoelig zijn voor het voos worden. Als de knol gevormd is en in één keer teveel water gegeven wordt kunnen de knollen gemakkelijk gaan barsten.

Radijs kan gezaaid worden van december tot september. Van december tot half maart wordt onder glas en daarna in de volle grond gezaaid. Niet dikker zaaien dan 300 tot 400 zaden per m².

Bij vroeg zaaien duurt de teelt enkele maanden en bij zaaien in maart ongeveer zes weken, terwijl in de zomer dit 3 tot 4 weken is.

De radijs kan je consumeren als snack, op de boterham, in salades, roerbakken etc.







Meer informatie:http://nl.wikipedia.org/wiki/Radijs



 

Raidcchio

Cichorium intybus var. foliosum
Plant familie: Asteraceae (Composietenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, groentes, éénjarig,  
Bloeitijd:nvt 
Oogsttijd:augustus - november 
Beschrijving:

Radicchio, ook wel roodlof genoemd, is een typische najaarsgroente.  Het wordt dikwijls als nateelt geteeld op het perceel van de bladgewassen, of als nateelt na een groente die een niet al te rijke grond nalaat zoals vroege aardappelen of erwten.

Radicchio houdt van vochtige grond en heeft de zon nodig voor de mooie rode kleur. Bijna elke bodem is geschikt om deze groente te telen.

Radicchio is een rond of langwerpig compact kropje met wijnrode bladeren met witte nerven. Radicchio is decoratief en smaakgevend in slaschotels. Ook hier is de ietwat bittere smaak, typisch voor planten van het geslacht Cichorium aanwezig.

Radicchio kent twee soorttypes:

    * Roodlof van Chioggia met ronde kroppen en te oogsten voor de winter
    * Roodlof van Verona Dit heeft een meer opgerichte groeiwijze.

Roodlof is schietgevoelig. Te lage opkweektemperaturen veroorzaken bloei. Het is oorspronkelijk een typische herfstgroente. Nieuwere selecties maken het echter mogelijk radicchio te zaaien vanaf begin april (en deze vroege vorm uit te planten onder afdekking)

Men kan zowel uitzaaien in zaaibakjes of ter plaatse zaaien. Ter plaatse zaaien op een diepte van 1 cm kan dan vanaf half juni. Het zaad kiemt vrij snel. Opkweek van plantjes is echter aan te raden. In het begin lijkt het alsof de Radicchio alleen maar losse blaadjes zal vormen. Pas na zes weken begint er zich een kropje te vormen.
Oogst als de krop een vaste structuur krijgt. Radicchio vertoont slijtage in oogstrijp stadium en wordt best geoogst voor de vorst. Bij het oogsten worden de buitenste bladeren verwijderd en er blijft een klein kropje over. Je moet Radicchio tijdig oogsten, zoniet ontstaan er al snel bruine bladeren. Radicchio kan enkele weken bewaard worden in de koelkast





Meer informatie:http://www.plantaardig.com/groenteninfo/berichten/



 

Rammenas

Raphanus sativus subsp. niger
Plant familie: Brassicaceae (Kruisbloemenfamilie) 
Plantenlaag:Knolgewassen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, groentes, éénjarig,  
Bloeitijd:nvt 
Oogsttijd:mei - november 
Beschrijving:

De rammenas,  is een groente uit de kruisbloemenfamilie (Cruciferae oftewel Brassicaceae). Ze komt oorspronkelijk uit het oostelijke deel van het Middellands Zeegebied. Het is een zeer oud gewas en werd al 4000 voor Christus door de Oude Egyptenaren geteeld. De rammenas is al afgebeeld op veel Egyptische wandschilderingen en graven. Er zijn door de jaren heen veel verschillende vormen en kleuren geselecteerd. In Nederland wordt rammenas weinig geteeld, maar in Duitsland is het een belangrijk gewas.

Rammenas  verschilt van radijs doordat radijs een stengelknol en rammenas voor het grootste gedeelte een wortelknol is. Hierdoor is rammenas milder van smaak, steviger en groter dan radijs.

Ramenas houdt van diepe, voedselrijke, vochtige grond en groeit zowel in de volle zon als in de halfschaduw. 

De wit- en roodschillige rassen worden voor de vroegste teelt in het voorjaar gezaaid en zijn wat later oogstbaar dan de radijs. Voor de zomerteelt wordt er gezaaid in april en mei. De zwartschillige rassen worden als nateelt gezaaid in juni en juli.

Teeltschema
Voorjaar: zaaien in februari/maart, planten in maart/april, oogsten in mei/begin juni.
Zomer: zaaien in april t/m juni, oogsten in juni t/m september.
Winter: zaaien in juni t/m augustus, oogsten in september t/m november.

Rammenas wordt meestal rauw gegeten in stukjes gesneden of geraspt bij slaatjes of andere gerechten. Rammenas heeft een pittige smaak die verschilt naargelang de soort. 

Witschillige rassen van de rammenas staan bekend als Rettich.





Meer informatie:http://www.groentenfruit.nl/index_product.asp?pg=1



 

Rankspinazie

Hablitzia tamnoides
Plant familie: Amaranthaceae (Amarantenfamilie) 
Plantenlaag:Klimplanten 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, schaduwplant, groentes, omheining, meerjarig,  
Bloeitijd:september 
Oogsttijd:april - juni 
Beschrijving:

Rankspinazie komt van origine uit de Kaukasus en wint momenteel aan bekendheid in Nederland. Deze klimplant is volledig winterhard in ons klimaat en kan tot 3 meter hoog groeien. 

De rankspinazie groeit zowel in de schaduw, halfschaduw als de volle zon en staat het liefst op voedselrijke ietwat vochtige grond.  

In Zweden wordt deze plant al sinds 1700 verbouwd en gegeten en staat daar bekend onder de naam rankspenat.

De plant bloeit in het najaar met grote groenachtige bloemen die door de wind worden bestoven. De zaden hebben een koude periode nodig om te ontkiemen. Een manier om dit te doen is de zaden 7 tot 10 dagen in goed vochtige grond in een plastic zakje in de koelkast te leggen voordat je ze zaait. Je kunt ze ook in het najaar al zaaien en er dan een winter overheen laten gaan. 

In het voorjaar en in de voorzomer wordt het blad geplukt. De rankspinazie kan zowel vers worden gegeten door bijvoorbeeld bladeren toe te voegen in een salade en daarnaast kan het ook worden gekookt en gegeten worden gelijk spinazie of als toevoeging aan soepen, etc. 

In de winter trekt deze plant zich terug in wortelknollen om het jaar erna weer uit te lopen in het voorjaar. 

Deze meerjarige winterharde eetbare klimplant die als gezonde groente fungeert is een interessante kandidaat voor permacultuursystemen in Nederland.







Meer informatie:http://www.incrediblevegetables.co.uk/hablitzia-ta



 

Riet of echt riet

Phragmites australis
Plant familie: Poaceae (Grassenfamilie) 
Plantenlaag:Waterplanten 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, inheems, volle zon, halfzon/halfschaduw, groentes, zaden, wortels, windkering, omheining, meerjarig, overig,  
Bloeitijd:juli - oktober 
Oogsttijd:april - november 
Beschrijving:Riet kan 1 to 3 meter hoog worden.  De plant is prominent aanwezig is aan waterkanten en staat het liefst in vochtige tot zeer vochtige grond en kan ook in water staan. Riet groeit zowel in de halfschaduw als in de volle zon. 

Riet is een oeverplant, de plant bloeit van juli tot oktober met een 15-40 cm lange, sterk vertakte, purperkleurige of bruinachtige  pluim, die rechtop staat of later aan de top kan gaan overhangen. De aartjes zijn tot 1,5 cm lang, bevatten twee tot zes bloempjes en zijn erg harig. De bloemen zijn hermafrodiet en worden door de wind bestoven. De vrucht is een graanvrucht. 

De wortels, de jonge scheuten en zaadpluimen van riet zijn eetbaar.
 
Jonge nog groeiende wortels kunnen worden gekookt en gegeten zoals aardappelen. Oudere wortels kunnen worden uitgegegraven, gedroogd en worden vermalen tot meel wat vervolgens onder meer kan worden gebruikt om brood mee te bakken. 

De jonge scheuten zijn het best als er nog geen bladen zijn gevormd, ze kunnen dan als bamboe scheuten worden bereid en smaken goed. Uit de oudere scheuten kan vloeistof worden gewonnen waar relatief veel suiker in zit. Door dit in te dampen kun je er een zoete vloeistof uit winnen. 

De zaden kunnen uit de zaadpluimen wordten geoogst en die kunnen worden gebruikt in pap of ook om meel van te maken waar je mee kunt bakken etc. 

Rietbedden kunnen onder meer gebruikt worden om vervuild water te zuiveren. Voor details hierover zie het idee van de helofytenfilter. Er zijn zwembaden die in plaats van allerlei mechanische en chemische middelen water zuiveren in een rietveld. Ook zie je bij verkeerspleinen vaak dat een rietveld aanwezig is. Het gemaaide riet is weliswaar verontreinigd, maar het water is meestal dusdanig gereinigd dat het op het oppervlaktewater geloosd kan worden.

Tot slot kan riet ook geoogst worden aan het eind van het jaar en kan onder meer gebruikt worden om daken te bedekken. Het kan ook gebruikt worden als mulch in de tuin en is ook eventueel als brandmateriaal te gebruiken. 








Meer informatie:http://www.xs4all.nl/~kicadam/kurdistan/groen.html



 

Rode bes

Ribes rubrum
Plant familie: Grossulariaceae (Ribesfamilie) 
Plantenlaag:Struiken 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, inheems, volle zon, halfzon/halfschaduw, fruit, kruiden, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:april 
Oogsttijd:juni - juli 
Beschrijving:

De rode bes of aalbes komt van nature in Europa voor. De struik kan kan 1.2 tot 1.5 meter hoog worden. De rode bes staat graag in de volle zon maar groeit ook prima in de halfschaduw. Ze hebben een voorkeur voor ietwat vochtige grond.

Naast de rode bes is er tegenwoordig ook variant met een doorzichtige witte bes beschikbaar. 

De bes wordt veel aangeplant voor de vruchten maar komt ook in het wild voor in Nederland. Ze staan vaak in bosranden. Ze wordt door vogels verspreidt.

De bessen bloeien via kleine witte bloetjes aan een lange groene tros. Ze zijn niet erg opvallend maar wel duidelijk zichtbaar. De bloemen bevatten zowel de mannelijke als vrouwelijke delen en zijn zelfbestuivend. De plant wordt door hommels, bijen en andere insecten bestoven. 

De bessen zijn ietwat zuur en goed te eten. Soms is bescherming tegen vogels nodig aangezien zij de bessen ook graag lusten. e bessen zijn rauw te eten, eventueel met wat honing, of te verwerken tot jam, gelei of sap. Van de jonge bladeren is thee te zetten.

Voor een overzicht van de best eetbare niet Europese ribes soorten (de Europese soorten staan allemaal in deze database) kun je eens zoeken in de Plants for a Future Database (www.pfaf.org







Meer informatie:http://nl.wikipedia.org/wiki/Aalbes



 

Rode biet

Beta vulgaris rubra
Plant familie: Amaranthaceae (Amarantenfamilie) 
Plantenlaag:Knolgewassen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, groentes, tweejarig,  
Bloeitijd:nvt 
Oogsttijd:mei - november 
Beschrijving:

Waarschijnlijk worden bieten al sinds de Romeinse tijd gegeten. De rode biet of kroot (Beta vulgaris var. rubra) is het kleine broertje van de suiker- en de voederbiet. Rode bieten hebben meestal een ronde vorm. Daarnaast bestaan er ook variëteiten met langwerpige vormen en met geel en wit vruchtvlees. De gele exemplaren zijn frisser van smaak en worden vaak in een salade gebruikt.

Rode bieten houden van diepe, voedselrijke, goed doorlatende, vochtige grond en groeien het liefste in de volle zon.

De rode biet wordt gedurende het hele jaar aangeboden. Er is een verschil tussen zomer- en winterbieten. Zomerbieten zijn vrij klein ten opzichte van de winterbieten.

Bij de teelt van bieten worden verschillende perioden onderscheiden:

De zeer vroege teelt: gezaaid van half februari tot half maart onder verwarmd glas en in de eertse helft van april buiten uitgeplant. De oogst valt tussen half mei en half juni.
De vroege teelt: in maart ter plaatse gezaaid, de oogst valt tussen half juni en 10 juli.
De zomerteelt, eind maart ter plaatse gezaaid, de oogst valt tussen 10 juli en eind juli.
De herfstteelt: van eind april tot begin juni ter plaatse gezaaid, de oogst is van september tot november.

De zoete smaak van bietjes is op veel manieren combineren. Je kunt ze bakken, stoven of als salade eten. Je hebt ± 250 gram per persoon nodig als je de bietjes als warme groente serveert. Voor een salade is ± 150 gram voldoende.






Meer informatie:https://ecobioliving.eu/supergezonde-groenten/rode



 

Rode kool

Brassica oleracea rubra
Plant familie: Brassicaceae (Kruisbloemenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, groentes, tweejarig,  
Bloeitijd:april 
Oogsttijd:juni - november 
Beschrijving:

Rode kool (Brassica oleracea convar. capitata var. rubra) behoort tot de familie van de zogenaamde sluitkolen.

Deze kool heeft een vaste krop met ronde vorm en wordt ingesloten door blauwrode tot paarse schutbladeren. De rode kleur kan echter variëren van soort tot soort.

Rode kool houdt van voedselrijke, vochtige grond en groeit het beste in de volle zon maar kan ook in de halfschaduw groeien. 

Rode kool is in principe een tweejarig gewas, waarbij in het eerste jaar de kool gevormd wordt en in het tweede jaar de plant gaat bloeien. Bij een koud voorjaar kan de plant bij de allervroegste teelt echter al gaan doorschieten en bloeien.

Er worden de volgende teeltwijzen onderscheiden:

Zeer vroege teelt met oogst vanaf half juni.
Vroege teelt met oogst tot half juli.
Herfstteelt met oogst in september tot half november.
Bewaarteelt met oogst eind oktober tot begin november. 

Deze kool wordt in speciale koolbewaarplaatsen bewaard tijdens de winter en het voorjaar en soms wel tot juni.

Kook geschaafde kool gedurende 5 tot 8 minuten in weinig water; in stukken gesneden kool gedurende 10 tot 12 minuten. Rode kool is uitermate geschikt om te bakken of te smoren. De kool kunt u ook inmaken. Rode kool kunt u uitstekend serveren bij wild. Ook past rode kool goed in wintersalades zoals coleslaw.




Meer informatie:http://www.groentenfruit.nl/index_product.asp?pg=1



 

Rogge

Secale cereale
Plant familie: Poaceae (Grassenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:verwerkt eetbaar, volle zon, granen, éénjarig,  
Bloeitijd:mei - juni 
Oogsttijd:juli - augustus 
Beschrijving:Rogge (Secale cereale) groeit in het wild in Midden- en Oost-Turkije. Mogelijk werd rogge naar het Westen gebracht als minder belangrijke variant van tarwe, en werd het gewas pas later apart geteeld. In Nederlandse gebieden is rogge gevonden in de laatste fase van de raatakkers, ook wel 'celtic fields' genoemd. Het gewas werd waarschijnlijk omstreeks het begin van de jaartelling ingevoerd. Sinds de middeleeuwen is het ook hier een belangrijke grondstof voor brood.

De plant houdt van vochtige grond en groeit het beste in de volle zon. Rogge wordt voornamelijk op de zand- en dalgronden verbouwd.

Voor de teelt van winterrogge worden vrij bestoven rassen en hybrides gebruikt. Zomerrogge wordt bijna niet meer geteeld voor de korrel. Wel wordt zomerrogge soms geteeld als stoppelgewas voor groenbemesting.

Rogge wordt vooral geteeld om er roggebrood van te maken. In Ierland en de Verenigde Staten wordt rogge ook gebruikt voor de productie van whisky. 




Meer informatie:http://nl.wikipedia.org/wiki/Rogge_%28graan%29



 

Romanesco

Brassica oleracea botrytis
Plant familie: Brassicaceae (Kruisbloemenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, groentes, éénjarig,  
Bloeitijd:nvt 
Oogsttijd:juli - november 
Beschrijving:

Romanesco of groene torentjesbloemkool (Brassica oleracea convar. botrytis var. botrytis) lijkt veel op bloemkool en heeft een geelgroene kleur. Het is echter door de vorming van torentjes een veel decoratievere groente dan bloemkool. 

Een mooi voorbeeld van een fractal (meetkundig figuur dat op elke schaal onregelmatig is) in de natuur. In Nederland is romanesco voor het eerst in 1979 geïntroduceerd en vindt de teelt op grotere schaal vanaf 1986 plaats.

Romanesco houdt net als bloemkool van voedselrijke, vochtige grond en groeit zowel in de volle zon als in de halfschaduw. 

Voor de teelt dient het blad voldoende opgericht te zijn om de kool in de schaduw te houden anders kleurt deze rood. Ook kunnen er wat bladeren omgeknikt en bovenop de kool gelegd worden, maar dat is eigenlijk niet noodzakelijk.

Van april tot begin juli kan romanesco gezaaid worden. De beste zaaitijd is echter van eind mei tot eind juni. De planttijd ligt in mei tot en met juli. De plantafstand bedraagt 75 bij 50 centimeter. Er kan geoogst worden vanaf juli tot in november.

De kool heeft een zachte koolsmaak en is snel gaar. Romanesco kun je in elk bloemkoolrecept gebruiken.





Meer informatie:http://www.groentenfruit.nl/index_product.asp?pg=1



 

Roomse kamille

Anthemis nobilis
Plant familie: Asteraceae (Composietenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, inheems, volle zon, halfzon/halfschaduw, kruiden, bloemen, vlinderplant, bijenplant, geneeskrachtig, meerjarig,  
Bloeitijd:juni - november 
Oogsttijd:juni - november 
Beschrijving:

De roomse kamille is een meerjarige, groenblijvende bodembedekker die tot 25 cm hoogte kan groeien. 

De plant groeit zowel op droge als ietwat natte grond en groeit zowel in de halfschaduw als in de volle zon. 

De lichtgroene bladeren zijn geveerd met korte, smalle slippen en groeien langs de zeer vertakte stengel. De bladeren ruiken naar appel. De bladeren zijn eetbaar maar ietwat bitter. 

De roomse kamille bloeit met kleine bloemen met een geel hart en daaromheen witte tongvormige blaadjes. De bloemen zijn hermafrodiet, ze bevatten zowel de mannelijke als de vrouwelijke delen, en worden bestoven door insecten zoals hommels en bijen. De bloemen worden ook graag bezocht door vlinders. 

De bloemen worden vers en/of gedroogd onder meer gebruikt om de albekende kamille thee van te zetten.

De roomse kamille wordt al lange tijd grote geneeskrachtige werking toegeschreven. Deze is voornamelijk kalmerend en krampstillend. Voor details zie de Plants for a Future database hierover. 

Naast de roomse kamille is ook de echte kamille (Matricaria chamomilla) te gebruiken om lekkere en gezonde thee van te maken. 





Meer informatie:https://nl.wikipedia.org/wiki/Echte_kamille



 

Roomse kervel

Myrrhis odorata
Plant familie: Apiaceae (Schermbloemenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, inheems, volle zon, halfzon/halfschaduw, groentes, kruiden, bijenplant, geneeskrachtig, meerjarig,  
Bloeitijd:mei - juli 
Oogsttijd:juni 
Beschrijving:

Roomse kervel komt verwildert voor in bijna heel Europa, het is aromatische, harige, vertakte, overblijvende plant die tot 1 meter hoogte kan groeien. 

De plant houdt van ietwat vochtige grond en groeit zowel in de halfschaduw als in de volle zon. 

De bladeren hebben een fijne structuur en geuren naar anijs als ze gekneusd worden. Ze smaken, behalve naar anijs, ook zoet en zijn ideaal als smaakmaker bij gestoofd fruit, zoals kruisbessen en pruimen. In Frankrijk wordt het blad in beslag gedoopt en gefrituurd en geserveerd als hors d'oeuvre. De bladeren kunnen ook gedroogd worden en later gebruikt worden. Tot slot kan er ook een lekkere thee worden gezet van de bladeren. 

Als je de roomse kervel voornamelijk groeit voor de bladeren dan is het verstandig de plant niet te laten bloeien omdat de bladeren hun smaak verliezen als de plant gaat bloeien.  

Zowel de bladeren als de zaden zijn lekker in salades, maar ook de gekookte wortel kan gebruikt worden. 

Roomse kervel bloeit met grote schermen van witte bloemen. De bloemen zijn hermafrodiet, ze bevatten zowel de mannelijke als de vrouwelijke delen, en worden bestoven door insecten. De bloemen trekken insecten aan waaronder zweefvliegen. De larven van zweefvliegen eten bladluizen. 

De vruchten/zaden zijn groen en geribbeld kunnen 15-25 mm groot worden en lijken op mini-augurkjes. De zaden kunnen zo van de plant geplukt gegeten worden.

De plant heeft een heilzame werking bij verkoudheid en een zwakke maag.





Meer informatie:http://wilde-planten.nl/roomse%20kervel.htm



 

Rozemarijn

Rosmarinus officinalis
Plant familie: Lamiaceae (Lipbloemenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, kruiden, bloemen, wintergroen, vlinderplant, bijenplant, geneeskrachtig, meerjarig,  
Bloeitijd:maart - mei 
Oogsttijd:hele jaar door 
Beschrijving:

Rozemarijn is een meerjarige, houtige en aromatische, wintergroene en winterharde heester die  tot 1,5 meter hoogte kan groeien. De plant komt van orgine uit Zuid-Europa. Het is een populair keukenkruid. 

Rozemarijn groeit op droge tot vochtige grond en houdt van een warme en zonnige plaats. De plant is grotendeels winterhard maar het kan helpen om de plant in de hefst met een laag bladeren goed af te dekken om het de winter door te helpen.

Zowel de bladeren als de bloemen van de plant zijn eetbaar.

De smalle naaldachtige bladeren zijn aan de bovenkant donkergroen en aan de onderkant wit. Het wordt als kruid toegevoegd aan zoete gerechten, maar is ook lekker bij vis en vlees. De bladeren kunnen gemakkelijk gedroogd worden en zo later gebruikt worden. 

Rozemarijn bloeit vroeg in het voorjaar met mooie lichtblauwe bloemen. De bloemen zijn hermafrodiet, ze bevatten zowel de mannelijke als de vrouwelijke delen en worden bestoven door insecten zoals hommels en bijen. De bloeiende rozemarijn staat erom bekend insecten aan te trekken. De bloemen kunnen o.a. worden toegevoegd aan salades. 

Rozemarijn stimuleert de bloedsomloop en helpt bij ontstekingen.





Meer informatie:https://nl.wikipedia.org/wiki/Rozemarijn_(plant)



 

Rucola

Eruca sativa
Plant familie: Brassicaceae (Kruisbloemenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, inheems, volle zon, halfzon/halfschaduw, groentes, kruiden, bijenplant, éénjarig,  
Bloeitijd:april - september 
Oogsttijd:maart - november 
Beschrijving:

Rucola of raketsla (Eruca sativa) is een eenjarige plant. De plant komt van nature voor op het Noordelijk halfrond en in Zuid-Amerika. Rond 1980 is rucola ook in Noord-Europa in de belangstelling gekomen. In 1981 is rucola  in Nederland geïntroduceerd. In het Middellandse Zeegebied wordt rucola al sinds de Middeleeuwen geteeld.

Rucola groeit zowel op droge als op vochtige grond en staat het liefste in de halfschaduw of de volle zon. De plant wordt 10 tot 60 cm hoog.

De gekweekte vorm heeft gaafrandige bladeren, terwijl ze bij de wilde vorm ingesneden zijn. Rucola bloeit met witte, purper geaderde bloemen.

Rucola kan vroeg in het voorjaar tot vrij laat in de herfst gezaaid worden. In de winter kan onder in een kas of onder platglas gezaaid worden. In de zomer kunnen de plantjes na 2 tot 3 weken geoogst worden, in het voor- en najaar kan dit oplopen tot 5 weken. Rucola schiet snel door.

De jonge plantjes worden als smaakversterker gebruikt in sla en rauwkost en de kiemplantjes worden ook op brood gegeten. Ook kan rucola gestoofd worden. De smaak is walnootachtig en enigszins bitter.

Rucola heeft een hoog vitamine C gehalte, maar ook een hoog nitraatgehalte en moet daarom niet in grote hoeveelheden gegeten worden.

Trivia
Of een plant de zwaartekracht wel of niet nodig heeft voor zijn ontwikkeling is in april 2004 door astronaut André Kuipers op zijn vlucht in de ruimte aan rucolazaadjes onderzocht. Op 26 april 2004 is bekend geworden dat de kiemplantjes alle kanten opgroeiden, dus de zwaartekracht nodig hebben voor het bepalen van de groeirichting.





Meer informatie:http://nl.wikipedia.org/wiki/Rucola



 

Saffraancrocus

Crocus sativus
Plant familie: Iridaceae (Lissenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, kruiden, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:september 
Oogsttijd:september 
Beschrijving:

Saffraancrocus is een meerjarig bolgewas wat tot 10cm hoogte kan groeien met grasachtige blaadjes en mooie violette bloemen die in de hefrst bloeien. 

De plant groeit op droge en op vochtige grond en kan zowel in de halfschaduw als de zon groeien.  

De saffraancrocus wordt voor saffraan geteeld. Saffraan is het duurste specerij wat wordt verbouwd op de wereld. Voor de kostbare saffraan worden delen van de stampers handmatig geoogst: de stijlen en de stempels, die zowel smaak- als kleurstof zijn. De meeldraden van de saffraankrokus hebben geen culinaire waarde.

Na het oogsten worden de stijlen en stempels gedroogd. Dit drogen gebeurt in droogkasten met een warme luchtstroom of in de zon. De hoogste kwaliteit saffraan komt van de bloedrode stempels, het bovenste deel van de gedroogde stijlen. Voor een kilo gedroogde saffraan zijn circa 150.000 bloemen nodig, wat overeenkomt met een areaal van circa 2000 m2 saffraanplanten.

Saffraan heeft een bittere smaak en een aangenaam aroma dat doet denken aan honing. Slechts één draad saffraan volstaat om een liter kokend water in een uur diepgeel te kleuren. Saffraan is ook fijngemalen verkrijgbaar. De arbeidsintensieve teelt maakt saffraan tot een kostbare specerij, het wordt daarom ook wel het rode goud genoemd. 

Saffraan wordt gebruikt in rijstschotels, soepen en cakes. Een goedkoper surrogaat is kurkuma en saffloer.





Meer informatie:https://nl.wikipedia.org/wiki/Saffraankrokus



 

Salie

Salvia officinalis
Plant familie: Lamiaceae (Lipbloemenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, kruiden, bloemen, vlinderplant, geneeskrachtig,  
Bloeitijd:juni - augustus 
Oogsttijd:april - oktober 
Beschrijving:

Salie, ook wel bekend als echte salie is een meerjarig stevige halfheester die tot 60cm hoogte kan groeien. De plant komt van origine uit Zuid-Europa en is inmiddels ook in onze streken een populair keukenkruid. 

Salie houdt van droge tot vochtige grond en groeit het beste op een warme en zonnige plaats in de kruidenspiraal.  

De plant groeit in dichte bundels van vertakte, behaarde stengels. De bladeren zijn grijsgroen van kleur en groeien in paren.  Ze zijn dik, donzig en hebben een ovale vorm met opvallende nervatuur aan de onderkant van het blad. De bladeren ontwikkelen (bij aanraking) een sterke geur en hebben een wrange, warme smaak. Salie wordt als kruid gebruikt bij vette gerechten. Ook de gedroogde bladeren zijn uitermate aromatisch en pittig. Van zowel de verse als gedroogde bladeren kan een lekkere kalmerende thee worden gezet. De thee werkt ook goed bij keelontstekingen. 

De bladeren kunnen ook gebruikt worden om je tanden mee schoon te maken. Een essentiele olie kan uit de bladeren worden gewonnen die onder meer wordt gebruikt voor shampoos, parfums en als smaakmaker aan voedsel. 

Salie bloeit met lichtpaarse tot blauwe bloemen, de witte en roze vormen komen minder vaak voor. De bloemen verschijnen op het oude hout. De bloemen zijn hermafrodiet, ze bevatten zowel de mannelijke als de vrouwelijke delen, en worden bestoven door insecten als hommels en bijen. De bloemen kunnen onder meer worden toegevoegd aan salades.  







Meer informatie:https://nl.wikipedia.org/wiki/Echte_salie



 

Sassafras

Sassafras albidum
Plant familie: Lauraceae (Laurierfamilie) 
Plantenlaag:Hoge bomen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, groentes, bloemen, geneeskrachtig, meerjarig,  
Bloeitijd:mei - juni 
Oogsttijd:april - oktober 
Beschrijving:

De sassafras is een bladverliezende boom, die van nature voorkomt in het westelijk deel van Noord-Amerika tot aan Texas. De sassafras kan tot 20 meter hoog en 15 meter breed groeien. 

De boom houdt van vochtige grond en groeit het best in de volle zon of in de halfschaduw. In tuinen hier gedijt de boom op ietwat zure, voedselrijke en diep losgemaakte grond.

Als de sassafras het naar de zin heeft vormt de boom veel ondergrondse worteluitlopers. De vorm van het blad is meestal ovaal en drielobbig, maar ook met slechts één zijlob of zonder lobben, tot 10 cm lang. De bladeren worden in de herfst opvallend oranje en geelrood. De sassafras is met zijn eigenaardig ingesneden en in de herfst prachtig gekleurde bladeren werkelijk een juweel. 

De jonge bladeren kunnen worden toegevoegd aan salades. Zowel jonge als oude bladen kunnen als bindmiddel voor soep worden gebruikt. De bladeren worden vaak gebruikt en later vermalen tot meel.

De sassafras is tweehuizig, planten bevatten of de mannelijke of de vrouwelijke bloemen. Voor bestuiving dienen mensen beide geslachten bomen aan te planten.  De onbeduidende, groengele bloemetjes ontwikkelen zich voor het uitlopen van het blad, voornamelijk in kleine trossen.

Van de jonge bladeren en bloemen is thee te maken. 

De vrucht is een blauwzwarte steenvrucht ter grootte van een erwt, op een verdikte, vlezige steel. De besjes kunnen als garnering worden gebruikt.

De binnenkant van de bast bevat olie die voor medicinale doeleinden werden gebruikt maar ook in de cosmetica. Zie de Plants for a Future dabase voor details hierover.

Alle delen van deze bomen bezitten een pittig aroma dat insecten afschrikt.







Meer informatie:http://www.pfaf.org/user/Plant.aspx?LatinName=Sass



 

Savooiekool

Brassica oleracea sabauda
Plant familie: Brassicaceae (Kruisbloemenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, groentes, éénjarig,  
Bloeitijd:nvt 
Oogsttijd:juli - februari 
Beschrijving:

Savooiekool, savooikool, groenekool of groene kool (Brassica oleracea convar. capitata var. sabauda) wordt zowel voor de verse markt als voor de industrie geteeld. Het is één van de oudste koolsoorten en komt oorspronkelijk uit het Middellandse-Zeegebied.

Deze kool houdt van voedselrijke, vochtige grond en groeit zowel in de vollle zon als in de halfschaduw.

Bij savooiekool kan onderscheid gemaakt worden in groene savooiekool en gele savooiekool. In Nederland vindt tegenwoordig voornamelijk de teelt van groene savooiekool plaats, die van gele savooiekool is praktisch verdwenen.

Er worden de volgende teeltwijzen onderscheiden:

Zomerteelt met uitplanten in april en oogst in juli en augustus
Vroege herfstteelt met uitplanten in mei en oogst in september en begin oktober
Herfstteelt met uitplanten in juni en oogst in oktober en november. Deze kolen worden vaak bewaard en afgezet tussen december en maart. Lange bewaring gebeurt in ijs bij -1°C.
Winterteelt met uitplanten in juli/augustus en oogst in december, januari en februari.

Savooiekool is lekker en gezond, mild van smaak en erg mals en is daarom een product met vele variatiemogelijkheden. Je kunt savooiekool gekookt of gestoofd opdienen of gebruiken in soepen en salades. De bladeren van savooiekool zijn ook erg geschikt om te worden gevuld. U kunt groene savooiekool met veel kruiden combineren, gele savooiekool wordt voornamelijk gebruikt in de Oosterse keuken. 







Meer informatie:https://nl.wikipedia.org/wiki/Savooiekool



 

Schapenbes

Viburnum lentago
Plant familie: Adoxaceae (Muskuskruidfamilie) 
Plantenlaag:Lage bomen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, fruit, windkering, omheining, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:mei - juni 
Oogsttijd:september - oktober 
Beschrijving:De schapenbes komt van origine in het noorden van Noord-Amerika voor. De schapenbes is één van de grootste soorten uit het Viburnum geslacht. De boom kan tot 9 meter hoog en 5 meter breed worden.

Deze boom houdt van ietwat vochtige grond en groeit zowel in de volle zon als in de halfschaduw. Het kan extreme koude weerstaan en is goed winterhard in Nederland. 

De schapenbes wordt bewondert vanwege de compacte groei, de bladeren die zelden worden aangevreten door insecten, het eetbare fruit en de prachtige herfstkleuren. De plant kan onder meer als heg worden gegroeid. 

De schapenbes bloeit met schermen van witte bloemen. De bloemen zijn hermafrodiet, ze bevatten zowel de mannelijke als de vrouwelijke delen, en worden bestoven door insecten zoals hommels en bijen. De planten zijn niet zelfbestuivend dus het is verstandig meerdere planten aan te planten als je vruchten met zaden wilt krijgen.  

De jonge bessen zijn eerst groen en verkleuren tot blauwzwart als ze rijp worden. Het fruit verschijnt in trossen en elke bes kan tot 15 mm lang worden met een relatief grote pit erin. De bessen kunnen vers worden gegeten, een nachtvorst doet ze beter smaken, ze kunnen ook verwerkt worden tot sap of jam en ze kunnen ook gedroogd worden om later in de winter gegeten te worden. 




Meer informatie:http://en.wikipedia.org/wiki/Viburnum_lentago



 

Schijnaugurk

Akebia quinata
Plant familie: Lardizabalaceae 
Plantenlaag:Klimplanten 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, schaduwplant, fruit, kruiden, omheining, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:april - mei 
Oogsttijd:september - oktober 
Beschrijving:

Akebia quinata (schijnaugurk), is een van de soorten Akebia die in Nederland kan groeien. Het is een bladverliezende houtachtige slingerplant, die bijzonder goed als klimheester voor een pergola, loggia of lattenrooster kan worden gebruikt. De plant kan vrij groot worden (tot 12 meter hoog) en heeft daarom een stevige steun nodig. In zachte winters is de plant zelfs half groenblijvend. Door koud weer krijgt het blad een mooie, paarse gloed.

De schijnaugurk houdt van diepe, voedselrijke, ietwat vochtige grond en kan zowel in de schaduw, halfschaduw als in de volle zon groeien. 

De Akebia quinata heeft vijftallige, handvormige bladeren (quini = telkens vijf). (in tegenstelling tot de Akebia trifoliata die er 3 heeft) De afzonderlijke blaadjes zijn ovaal tot eirond, kort gesteeld en voelen een beetje leerachtig aan.

De ranken zijn violetbruin van kleur. Vanaf het begin van de lente hangen de chocoladekleurige bloemen in kleine, lange trosjes vanuit de bladoksels naar beneden. Ze hebben geen kroonblaadjes en bevatten ook geen honing, maar ruiken intens en lekker. De vrouwelijke bloemen staan aan de basis van de bloemtros, de kleinere manlijke bloemen aan de top. Plant voor een goede (kruis)bestuiving het liefst twee planten bij elkaar. Jonge planten moeten strenge winters iets worden toegedekt, oudere planten zijn volledig winterhard. 

Als de zomer zonnig, langdurig en flink warm is, worden de bloemen gevolgd door
worstvormige vruchten, die een purperblauwe kleur hebben. Die worden 5 tot 10 cm groot en zijn eetbaar, maar niet erg lekker. Soms wordt wat citroensap toegevoegd om de smaak te verbeteren. De kern van eetbare, witte pulp bevat honderden zwarte zaden. Wel jammer, in ons klimaat komen de vruchten zelden tot volle wasdom.

Van de gedroogde jonge bladeren kan thee worden gezet. 

Een andere soort van de Akebia familie die in de plants for a future database wordt genoemd is de Akebia x pentaphylla 







Meer informatie:http://www.neerlandstuin.nl/plantenc/akebia.html



 

Schisandra

Schisandra chinensis
Plant familie: Schisandraceae (Bedektzadigenfamilie) 
Plantenlaag:Klimplanten 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, halfzon/halfschaduw, schaduwplant, fruit, groentes, omheining, bijenplant, geneeskrachtig, meerjarig,  
Bloeitijd:mei - juni 
Oogsttijd:augustus - oktober 
Beschrijving:

Schisandra chinensis is een inheemse klimplant in Japan en Korea. De plant kan tot een hoogte tot 9 meter hoogte groeien en heeft enigszins hoekige twijgen.

Schisandra houdt van diep losgemaakte, voedselrijke ietwat vochtige grond. De plant groeit zowel in de schaduw als in de halfschaduw. De plant gedijt niet goed in de volle zon. 

Het is een fraaie liaan die kan dienen als bekleding van muren, pergola's en prieeltjes. Er moet altijd voor steun worden gezorgd. 

Het blad is breed ovaal-eirond, 5-10 cm lang en van boven glanzend donkergroen. De jonge bladeren kunnen gekookt als groente worden gebruikt. 

De plant is tweehuizig, er zijn losstaande planten met vrouwelijke of mannelijke bloemen. Zowel mannelijke als vrouwelijke planten dienen aangeplant te worden als je zaden wilt krijgen. De plant wordt bestoven door insecten.

De witte tot vleeskleurige, ongeveer 1,5 cm grote, geurende bloemen verschijnen in mei en juni. De vrouwelijke planten dragen in de herfst mooie, geelrode, tot 10 cm lange vruchtaren. 

De volledig rijpe, zongedroogde vrucht wordt zowel als voedsel als therapeutisch gebruikt. Het zou zuur, zoet, zoutig, 'heet' en bitter smaken, vandaar de naam wu-wei-zi, betekenend: "vijf smaken fruit.” Van de gedroogde bessen wordt vaak thee gezet. 

Op de plants for a future database wordt uitgelegd voor welke geneeskundige eigenschappen de Schisandra chinensis wordt gebruikt.







Meer informatie:https://nl.wikipedia.org/wiki/Schisandra_chinensis



 

Schorseneer

Scorzonera hispanica
Plant familie: Asteraceae (Composietenfamilie) 
Plantenlaag:Knolgewassen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, groentes, wortels, meerjarig,  
Bloeitijd:nvt 
Oogsttijd:oktober - maart 
Beschrijving:

De schorseneer is een groente die voor de Tweede Wereldoorlog vrij algemeen gegeten werd maar na de oorlog in diskrediet is geraakt, mogelijk door zijn bewerkelijkheid.

Bij het schillen van de langwerpige, donkere wortels komt namelijk een kleverig melksap vrij. Dit feit heeft de groente de bijnaam "keukenmeidenverdriet" of "huisvrouwenleed" opgeleverd. Bijnamen die ook aan de verwante haverwortel (Tragopogon porrifolius) worden gegeven. Andere bijnamen zijn: winterasperge (of armeluisasperge) en winterstaaf. 

Schorseneer houct van diepe, vochtige grond en groeit zowel in de halfschaduw als in de volle zon.

Schorseneren zijn een typische wintergroente, met de grootste aanvoer in februari.
De schorseneer wordt na het schillen in stukjes gesneden en gekookt, met een scheutje azijn om verkleuring tegen te gaan. Het kleverige melksap wordt bestreden door bij het schillen keukenhandschoenen te dragen.

Schorseneren worden op zandgrond ter plaatse gezaaid tussen maart en half april. Bij te vroeg zaaien kunnen de planten gaan bloeien, maar de wortels blijven wel eetbaar. De afstand tussen de rijen is 25 tot 30 centimeter en in de rij 5 tot 6 centimeter. De oogst begint vanaf begin september. De wortels zijn winterhard en kunnen de gehele winter, zolang de grond niet bevroren is, geoogst worden. De wortels kunnen tot 60 centimeter lang worden. Voor de oogst met de hand wordt er met een ploeg langs de wortels een diepe sleuf gegraven, waarna ze uit de grond gehaald kunnen worden.

Teeltschema:
Zaaien in april/mei, oogsten in oktober t/m maart.

Schorseneren worden over het algemeen gekookt gegeten met een (kaas)sausje, maar ze zijn ook rauw (geschild en geraspt) lekker. Was de ongeschilde schorseneren. Snij er flinterdunne schijfjes van en frituur deze op 170 °C. Serveer dit als aperitiefhapje. Kook schorseneren in water en melk en gebruik het kookvocht voor de saus. Schorseneren vormen een aparte en leuke aanvulling op het menu, hetzij in een roomsaus of gebakken in boter. Ze zijn ook bruikbaar in soep.







Meer informatie:https://www.pfaf.org/user/Plant.aspx?LatinName=Sco



 

Shallonfruit

Gaultheria shallon
Plant familie: Ericaceae (Heidefamilie) 
Plantenlaag:Struiken 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, schaduwplant, fruit, wintergroen, bijenplant,  
Bloeitijd:mei - juni 
Oogsttijd:september - oktober 
Beschrijving:

Shallonfruit is familie van de heide en de bosbes. De wintergroen blijvende struik kan 1 tot 2 meter groot worden en komt van origine uit het noordwesten van de Verenigde Staten. Hier is de bes al lange tijd gebruikt door de oorspronkelijke bewoners zowel in verse als in gedroogde vorm.

De struik kan zowel in de schaduw, halfschaduw en de zon groeien. Shallonfruit kan daarnaast zowel op droge als op vochtige grond groeien. De struik heeft een voorkeur voor zure veenachtige grond. 

In 1928 is het Shallonfruit via Engeland, Europa binnengekomen. De plant is ingevoerd vanwege de hoge sierwaarde, de charmante witte kelkvormige hangende bloemetjes die aan de plant komen.

De bloemen zijn hermafrodiet, ze bevatten zowel mannelijke als vrouwelijke delen. Shallonfruit wordt bestoven door insecten zoals hommels en bijen. Ze zijn zelfbestuivend. 

De donkerblauwe tot zwarte bessen worden ongeveer 10mm groot. Ze kunnen vers gegeten worden, zijn sappig en zoet. Daarnaast kunnen de bessen gedroogd worden voor latere consumptie en verwerkt worden tot sap, jam en verwerkt worden in o.a. gebak. 

Overige Gaulteria soorten (naast bergthee die in deze database staat) die geschikt zijn voor het Nederlandse klimaat volgens de Plants for a Future Database zijn: Gaultheria hispidula, Gaultheria japonica en Gaultheria mucronata.







Meer informatie:http://en.wikipedia.org/wiki/Gaultheria_shallon



 

Shiitake

Lentinula edodes
Plant familie: Marasmiaceae 
Plantenlaag:Paddenstoelen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, paddenstoelen, geneeskrachtig, meerjarig,  
Bloeitijd:nvt 
Oogsttijd:september - december 
Beschrijving:

De shiitake (Lentinula edodes) is een eetbare paddenstoel, die van nature voorkomt in China en Japan. De paddenstoel wordt veel gebruikt in de Aziatische keuken. De Shiitake is een paddestoel die snel aan bekendheid wint in Nederland en op verschillende plaatsen commercieel in de buitenlucht geteeld wordt. Shiitake behoort naast de champignon tot de meest gekweekte paddenstoelen ter wereld.

De Shiitake groeit op harde houtsoorten als eik, beuk, tamme kastanje en walnoot. Vaak worden stammetjes van deze houtsoorten scheef opgezet en wordt de schimmel, het mycelium waar de Paddenstoel de vruchtvorm van is in het hout aangebracht.

Je kunt tegenwoordig zelf zowel pluggen kopen met shiitake mycelium zodat je je eigen boomstammetjes kunt enten en je kunt ook voorgeënte boomstammetjes kopen. 

De Shiitake paddenstoel heeft een zeer lekkere smaak, is goed te drogen en heeft volgens Japan en China, waar de paddestoel al enkele eeuwen geteeld wordt ook nog eens een positieve uitwerking op de gezondheid en zou zelf geneeskrachtig zijn. De Shiitake kan een interessante en creatieve aanvulling zijn op ieders dieet. Hier zijn verschillende recepten te vinden

Shiitake paddenstoelen kunnen prima gekweekt worden in de buitenlucht op een schaduwrijke plek, bijvoorbeeld onder de bladkroon van andere bomen. Mede hierdoor zijn ze goed in integreren in een permacultuursysteem.





Meer informatie:http://nl.wikipedia.org/wiki/Shiitake



 

Siberische kiwi

Actinidia kolomikta
Plant familie: Actinidiaceae 
Plantenlaag:Klimplanten 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, fruit, omheining, meerjarig,  
Bloeitijd:mei - juni 
Oogsttijd:oktober - november 
Beschrijving:

De Siberische kiwi, soms ook sierkiwi genoemd is een telg uit de kiwi familie (Actinidia). Actinidia kolomikta komt van nature voor in Japan, Noord-China en Mantsjoerije.

Het is een zeer winterharde soort die temperaturen van –30 ºC tot –40 ºC kan overleven. In Europa is de plant rond het midden van de negentiende eeuw in cultuur genomen.

De klimplant  wordt 2–4 m hoog en heeft slanke, paarsbruine stengels. De bladeren  zijn hartvormig, grofgetand en 7,5–16 cm lang. Bij jonge planten zijn de bladeren groen met rode bladranden. Bij planten vanaf twee jaar oud worden de bladpunten wit en verkleuren ze later naar rozerood. Om deze reden wordt de plant  soms ook alleen voor de sier aangeplant. Vaak wordt alleen de mannelijke vorm gekweekt vanwege de sierwaarde van het bontgekleurde blad.

Het is een tweehuizig plant, de mannelijke en vrouwelijke bloemen komen op aparte planten voor. Het is dus nodig om meerdere planten aan te planten en bij voorkeur wat meer vrouwtjes dan mannetjes als het om de vruchten gaat. De plant bloeit van mei tot juni. De bloemen zijn circa 1 cm groot, wit en lichtgeurend. De vruchten zijn gelig, ovaal van vorm, 2,5 cm lang en zoet van smaak.

In de Plants for a Future database zijn nog meer eetbare kiwi's te vinden, je kunt deze bekijken door bijvoorbeeld te zoeken daar met de familienaam Actinidiaceae.

Wil je zelf een bijzondere kiwi in de tuin neem dan even contact op met kiwi-expert Christian de Kezel via (kiwifruit@skynet.be)







Meer informatie:http://pfaf.org/user/Plant.aspx?LatinName=Actinidi



 

Sierui

Allium senescens
Plant familie: Alliaceae (Lookfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, groentes, kruiden, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:juni - juli 
Oogsttijd:augustus - september 
Beschrijving:

De sierui is ondanks dat de naam wellicht doet vermoeden prima eetbaar. De plant komt van origine voor in centraal Europa. Zowel de knol, het blad als de bloem van de plant zijn eetbaar.

De plant kan zowel op droge als op vochtige grond groeien en staat het liefste in de volle zon. 

De kleine knolletjes worden tot 1cm groot in diameter en zitten in groepjes bij elkaar. Ze zijn zowel rauw als gekookt te eten.

De bladeren kunnen ook rauw en gekookt worden gegeten. Het heeft een sterke uiensmaak met een licht bittere, maar acceptabele smaak. Handig voor gebruik in salades of om gekookt/gebakken voedsel op smaak te brengen.

De bloemen kunnen rauw worden toegevoegd als eetbare versiering in salades.

In deze database staan de best eetbare allium soorten die van nature in Europa voorkomen of hier al lange tijd ingeburgerd zijn. In de Plants for a Future Database zijn daarnaast ook nog een flink aantal goed eetbare allium soorten te vinden die in andere delen van de wereld groeien maar die het ook in ons klimaat waarschijnlijk goed zouden doen. Wil je weten welke allium soorten dit zijn kijk dan in de Plants for a Future Database (www.pfaf.org).  





Meer informatie:http://pfaf.org/user/Plant.aspx?LatinName=Allium%2



 

Sjalot

Allium cepa ascalonicum
Plant familie: Alliaceae (Lookfamilie) 
Plantenlaag:Knolgewassen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, groentes, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:juli - augustus 
Oogsttijd:juni - september 
Beschrijving:

De sjalot, ook wel eslook genoemd, behoort tot de uien-familie en is een veelgebruikte smaakmaker in de keuken.

De plant kan tot 50cm hoogte groeien, staat het liefste in diepe, voedselrijke, ietwat vochtige grond en ze groeien het beste als ze in de volle zon staan. De sjalot is niet gevoelig voor vorst. 

Er zijn verschillende soorten sjalotten met diverse vormen (rond of langwerpig) en kleuren (van bruin tot grijs). In tegenstelling tot uien waar elke plant normaal een enkele bol vormt, vormen sjalotten groepen scheuten: ze planten zich ook via scheuten voort.

Op het noordelijk halfrond worden de scheuten meestal geplant in september of oktober, maar de hoofdplant mag pas vanaf februari of maart geplant worden. Sjalotjes hebben een iets verfijndere smaak dan normale uien en zijn tevens beter verteerbaar.

Ook is het huileffect wat bij het schoonmaken en snijden van uien bij de sjalot nog iets sterker. 

Naast de knol zijn de bladeren en bloemen ook eetbaar, het blad kan worden fijngehakt en toegevoegd aan salades. De bloemen kunnen als garnering worden gebruikt. 

In deze database staan de best eetbare allium soorten die van nature in Europa voorkomen of hier al lange tijd ingeburgerd zijn. In de Plants for a Future Database zijn daarnaast ook nog een flink aantal goed eetbare allium soorten te vinden die in andere delen van de wereld groeien maar die het ook in ons klimaat waarschijnlijk goed zouden doen. Wil je weten welke allium soorten dit zijn kijk dan in de Plants for a Future Database (www.pfaf.org). 





Meer informatie:http://www.shallot.com/shallot/public/pages/nl/ind



 

Slaapbol

Papaver somniferum
Plant familie: Papaveraceae (Papaverfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:verwerkt eetbaar, volle zon, zaden, vlinderplant, bijenplant, geneeskrachtig, éénjarig, overig,  
Bloeitijd:juli - augustus 
Oogsttijd:september 
Beschrijving:
De slaapbol komt van origine uit het oosten van Europa en het Midden-Oosten. De plant kan tot een hoogte van 60cm groeien. 

De slaapbol houdt van goed doorlatende, voedselrijke, vochtige grond en staat het liefste in de volle zon. 

Alhoewel de slaapbol vooral bekend is door zijn narcotische werking, opium wordt gewonnen uit deze plant, is de plant ook erg voedzaam.

De zaden bevatten veel olie. Met een pers is het mogelijk om olie uit de zaden te krijgen, de zaden bevatten 45% aan niet drogende olie. De olie is goed als olijfolievervanger.

De zaadjes zijn ook geschikt om mee te koken met rijst, deze maken de rijst wat voller en geven de rijst een lekkere nootachtige smaak. De zaadjes worden vaak over broodjes gestrooid (voor het bakken) en zijn het maanzaad. De zaadjes bevatten nagenoeg 0% van de narcotische middelen. 

De plant is geneeskrachtig maar verslavend. Het advies is het daarom niet te gebruiken. Maar in het Nederlandse klimaat is het narcotische gehalte laag, daardoor is het legaal deze plant te kweken.

De plant is zelfuitzaaiend, als je de zaadjes oogst moet je ze niet allemaal oogsten, laat er een paar zitten en hark de plant eventueel onder. Volgend jaar krijg je dan gegarandeerd nieuwe planten.




Meer informatie:http://pfaf.org/user/Plant.aspx?LatinName=Papaver+



 

Slangenradijs

Raphanus sativus
Plant familie: Brassicaceae (Kruisbloemenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, groentes,  
Bloeitijd:mei - juli 
Oogsttijd:juni - september 
Beschrijving:Slangenradijs, ook wel rattenstaartjes genoemd, is een leuke groente, vooral wanneer de langwerpige peultjes gaan afrijpen. De vruchten kan je in verse toestand in een salade verwerken, of als toevoeging in een gerecht.

Ze zijn heel eenvoudig te telen van maart tot begin augustus en bovendien geniet je dubbel zoveel door de prachtige bloei die vooraf plaats vindt.

De paarse bloemen staan in grote hoeveelheden op de plant en zijn welriekend. Oogst de zaadpeulen wanneer ze droog zijn,...

Zorg ervoor dat de peulen droog geplukt worden om schimmels te voorkomen. De zaden kan je bewaren op een koele en donkere plaats ... goed om weten en niet onbelangrijk is dat de zaden in optimale omstandigheden 3 tot 5 jaar kiemkrachtig blijven.

De specifieke, indringende, pittige smaak is een perfecte aanvulling om salades te vervolmaken. Ook in roerbakschotels zijn de radijsvruchtjes een perfecte aanvullende smaakbrenger.





Meer informatie:http://www.vergetengroenten.be



 

Sleedoorn

Prunus spinosa
Plant familie: Rosaceae (Rozenfamilie) 
Plantenlaag:Struiken 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, inheems, volle zon, halfzon/halfschaduw, fruit, houtproductie, omheining, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:maart - april 
Oogsttijd:november - december 
Beschrijving:

De sleedoorn, ook bekend als sleepruim, is de voorouder van de bij ons bekende gekweekte pruimensoorten. Het is een inheemse struik in Nederland en België en kan tot 6 meter hoogte groeien. 

De sleedoorn houdt van ietwat vochtige grond en groeit zowel in de halfschaduw als in de volle zon.  

De sleedoorn vormt een stijve, dichtbegroeide heester met lange doornen en kan goed als omheining of afrastering worden gebruikt.

De sleedoorn bloeit relatief vroeg in het voorjaar met vijfbladige witte bloemetjes voordat de bladeren aan de boom komen. Een bloeiende sleedoornstruik ziet er prachtig uit en is een aanwinst voor iedere tuin. De bloemen zijn hermafrodiet, ze bevatten zowel de mannelijke als de vrouwelijke delen en worden bestoven door insecten zoals bijen en hommels. 

De vruchten van de sleedoorn zijn kleine, ronde, licht bedauwde donkerblauwe bessen die een diameter tot 15mm kunnen krijgen. De vruchten zijn zuur en wrang. De beste tijd om ze te plukken is meteen na de eerste vorst, als de velletjes wat zachter zijn. Door de vorst worden ze minder zuur en wrang en zijn dan beter vers te eten. Daarnaast kunnen ze ook verwerkt worden, van de vruchten is een heldere gelei te maken. Ook zijn ze lekker in een pruimenbrandewijn.

Het hout is zeer hard en onder meer populair om wandelstokken van te maken. 

In deze database staan de best eetbare prunus soorten die van nature in Europa voorkomen of hier al lange tijd ingeburgerd zijn. In de Plants for a Future Database zijn daarnaast ook nog een flink aantal goed eetbare prunus soorten te vinden die in andere delen van de wereld groeien maar die het ook in ons klimaat waarschijnlijk goed zouden doen. Wil je weten welke prunus soorten dit zijn kijk dan in de Plants for a Future Database (www.pfaf.org).







Meer informatie:http://wilde-planten.nl/sleedoorn.htm



 

Smalbladige olijfwilg

Elaeagnus angustifolia
Plant familie: Elaeagnaceae (Duindoornfamilie) 
Plantenlaag:Lage bomen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, fruit, groenbemester, houtproductie, windkering, omheining, bijenplant, meerjarig, overig,  
Bloeitijd:juni 
Oogsttijd:september - oktober 
Beschrijving:

De smalbladige olijfwilg, ook wel bekend als Russische zilverbes of Russische olijf komt van nature voor in West-en Centraal-Azië. De naam is afkomstig van zijn uiterlijke gelijkenis met olijfbomen. 

Het is een kleine boom en die tot 7 meter hooog en 7 meter breed kan groeien. De smalbladige olijfwilg groeit zowel op droge als op natte grond en staat het liefste in de volle zon. De plant is goed bestand tegen een maritiem klimaat. 

De plant kan door de groeivorm onder meer worden gebruikt als afscheiding. 

De boom leeft in symbiose met 
een bacterie van het geslacht Frankia die in wortelknolletjes stikstof bindt. Dit proces vindt vooral plaats in jonge wortels. Door de stikstoffixatie is er lokaal meer stikstof in de grond. De smalbladige olijfwilg zorgt op deze manier voor natuurlijke bemesting van zichzelf en omringende planten. 

De bladeren zijn lancetvormig, 4-9 cm lang en 1-2,5 cm breed, met een gladde rand. 

De plant bloeit met zeer aromatische kleine gele bloemen die worden geproduceerd in clusters van 1-3 bij elkaar. Hier kan een essentiele olie uit worden gewonnen die onder meer gebruikt wordt voor parfums.

De bloemen zijn hermafrodiet, ze bevatten zowel de mannelijke als de vrouwelijke delen en worden bestoven door insecten zoals hommels en bijen.

De vruchten van de smalbladige olijfwilg verschijnen in clusters, een kleine rode kers-achtige steenvrucht die tot 10mm lange kan worden. De vrucht is als deze goed rijp is vers eetbaar en zoet, het heeft een ietwat droge en melige textuur. Daarnaast kan het fruit worden gebruikt in soepen maar ook worden verwerkt tot jam.

De zaden in de bessen kunnen ook worden gegeten maar zijn behoorlijke vezelig.

Het hout kan gebruikt worden voor balken en houtsnijwerk en is ook prima geschikt als brandhout. 

Er zijn nog verschillende andere eetbare Elaeagnus soorten te vinden in de Plants for a Future Database (www.pfaf.org).







Meer informatie:http://pfaf.org/user/Plant.aspx?LatinName=Elaeagnu



 

Smeerwortel

Symphytum officinale
Plant familie: Boraginaceae (Ruwbladigenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, inheems, volle zon, halfzon/halfschaduw, groentes, kruiden, wortels, groenbemester, bijenplant, geneeskrachtig, meerjarig,  
Bloeitijd:mei - oktober 
Oogsttijd:april - november 
Beschrijving:

Smeerwortel is inheems in België en Nederland en is een algemeen voorkomende plant in ruigtes, bermen, op dijken en bij slootkanten.

De plant groeit kan tot 1.20 meter hoogte groeien, houdt van ietwat vochtige grond en kan zowel in de halfschaduw als in de zon groeien. 

Smeerwortel heeft ruige, harige, donkergroene speervormige bladeren. De jonge bladeren kunnen vers verwerkt worden in salades of worden gekookt. Alhoewel de bladeren vol met mineralen zitten maakt de harige textuur ze niet erg gewild als groente. Jonge scheuten kunnen als asperges worden gekookt en gegeten. De oudere bladeren kunnen worden gebruikt om thee van te maken. 

Je kunt ook gier maken van smeerwortelbladeren door de mineraalrijke bladeren een paar dagen in water te leggen. En dit water vervolgens te gebruiken als bemesting voor andere planten. Smeerwortelbladeren geven ook veel voeding aan de compost.

Smeerwortel bloeit met witte, roze of paarse klokjes in trossen. De bloemen zijn hermafrodiet, ze bevatten zowel de mannelijke als de vrouwelijke delen, en worden bestoven door insecten zoals hommels en bijen.  

De wortels van smeerwortels gaan diep de grond in en brengen een boel mineralen naar boven. Door de bladeren te mulchen maak je die mineralen beschikbaar voor omringende planten. De wortels kunnen worden geschilt en gesneden worden toegevoegd aan soepen.  

Smeerwortel heeft ook geneeskrachtige eigenschappen. De plant werd en wordt met name uitwendig toegepast, in de vorm van omslagen bij botbreuken, wonden, en gewrichtsontstekingen. Onderzoek heeft uitgewezen dat allantoïne de heling van wonden inderdaad kan bevorderen door de stimulering van de vorming van nieuwe cellen. Een kompres van bladeren of wortels helpt tegen blauwe plekken, zweren en brandwonden. 

Smeerwortel is een populaire plant in de permacultuur, niet per se voor de eetbare mogelijkheden maar vooral ook voor de vele andere omschreven functies. 







Meer informatie:http://wilde-planten.nl/gewone%20smeerwortel.htm



 

Smilax

Smilax herbacea
Plant familie: Smilacaceae 
Plantenlaag:Klimplanten 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, fruit, groentes, wortels, omheining, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:mei - juni 
Oogsttijd:augustus - oktober 
Beschrijving:

De smilax komt van origine voor in het oosten van Noord-Amerika. Het is een klimplant die tot 2.5 meter hoog kan groeien. 

De plant houdt van ietwat vochtige grond en groeit zowel in de halfschaduw als in de volle zon. De plant is winterhard tot -20°C. 

Zowel de wortel, de bladeren en jonge scheuten als het rijpe fruit zijn eetbaar van deze klimplant. 

De wortel kan worden gedroogd en vermalen en gebruikt worden om mee te bakken in broden etc. 

De bladeren en jonge scheuten kunnen zowel als rauw als gekookt gegeten worden. De jonge scheuten kunnen net als hop, als asperges worden gebruikt.

De schermen met groenwitte bloemen ruiken naar rottend vlees, wat de plant in het Engels de naam Carrion Flower heeft opgelevert. Hiermee trekt de plant vliegen aan die de bevruchting van de plant verzorgen. 

De plant is tweehuizig, wat inhoud dat mannelijke en vrouwelijke bloemen niet gezamenlijk op een plant voorkomen. Er dienen dus meerdere planten gezet te worden voor bevruchting. 

Het blauwe fruit wat aan de vrouwelijke planten verschijnt is zowel vers eetbaar als te verwerken in jam en sap. De vrucht moet wel helemaal rijp zijn. 





Meer informatie:http://www.pfaf.org/database/plants.php?Smilax+her



 

Snijbiet

Beta vulgaris cicla
Plant familie: Amaranthaceae (Amarantenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, groentes,  
Bloeitijd:nvt 
Oogsttijd:mei - september 
Beschrijving:

Snijbiet (Beta vulgaris var. cicla) is een ouderwetse bladgroente, ook bekend onder de naam warmoes. Hoewel warmoes en snijbiet dus als synoniemen worden gebruikt, zijn de twee niet helemaal identiek. In de (biologische) vershandel doelt men met snijbiet op een variant met veel blad, terwijl warmoes typisch dikke nerven heeft (van warmoes at men vroeger alleen de bladstengels op). De smaak van de Snijbiet komt min of meer overeen met die van spinazie.

Snijbiet houdt van vochtige grond en groeit het liefste in de volle zon. 

In de teelt van de snijbiet onderscheiden we de teelt voor het blad en de teelt voor de bladstelen:

Blad:
Snijbiet wordt in maart en april ter plaatse gezaaid. Soms wordt nog in juli en augustus gezaaid voor een late oogst. De rijafstand is 20 centimeter en in de rij is de plantafstand 5 centimeter. Als de plant 10 tot 15 centimeter hoog is wordt het blad afgesneden. Na enkele weken kan de hergroei ook weer geoogst worden. Geoogst kan worden tot eind september.

Bladstelen:
Hiervoor wordt gezaaid op een rijafstand van 40 tot 45 centimeter en in de rij uitgedund tot een plantafstand van 30 tot 35 centimeter. Hierdoor ontstaan er forse planten met grote bladeren. De dikke, vlezige bladstelen, waarvan het bladmoes is verwijderd, worden gegeten als een soort asperge, maar hebben wel veel minder smaak dan asperges.

Je kunt Snijbiet zowel rauw als gekookt eten. De bladeren kun je bereiden als spinazie, de stengels zoals bleekselderij. Zorg ervoor dat u de bladeren grondig wast in ruim water, zodat het zand weggespoeld kan worden. Door het nitraatgehalte in snijbiet, is het ten zeerste afgeraden de groente opnieuw op te warmen.





Meer informatie:http://www.groentenfruit.nl/index_product.asp?pg=1



 

Snijselderij

Apium graveolens secalinum
Plant familie: Apiaceae (Schermbloemenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, inheems, volle zon, halfzon/halfschaduw, kruiden, meerjarig,  
Bloeitijd:juni - augustus 
Oogsttijd:juli - september 
Beschrijving:Snijselderij, blad-, struik- of bosselderij (Apium graveolens var. secalinum) is een variëteit van selderij. Het is een tuinkruid en vergelijkbaar met peterselie, maar dan met een veel sterkere smaak. Het is ook een veel agressievere plant. De plant kan hoogten bereiken van meer dan een meter.

Selderij komt in Nederland ook in het wild voor en staat op de Nederlandse Rode Lijst van planten als vrij zeldzaam en matig afgenomen.

Snijselderij houdt van vochtige grond, en groeit het beste in de halfschaduw of in de volle zon. 

Van de snijselderij worden de blaadjes en de bladstelen geconsumeerd meestal als kruid in de keuken.

Snijselderij wordt zowel onder glas als in de vollegrond geteeld. Voor de teelt onder glas wordt in september gezaaid met oogst in december tot maart.
In de vollegrond wordt half april tot eind april gezaaid. Bij deze laatste teelt kan tot drie keer worden geoogst. De eerste keer in juli, daarna in augustus en september. 

Rassen
    * 'Amsterdamse Fijne Donkergroene' wordt zowel onder glas als in de vollegrond geteeld. Het fijne blad is donkergroen en zeer aromatisch. Ook de bladstelen zijn zeer fijn.
    * 'Gewone Snij' wordt alleen in de vollegrond geteeld. Het blad is groot en de bladsteel grof.
    * 'Zwolse krul' wordt zowel onder glas als in de vollegrond geteeld. Het zeer aromatische blad is zeer fijn en diep ingesneden.

Er naast snijselderij ook nog knolselderij (Apium graveolens var. rapaceum) en bleekselderij (Apium graveolens var. dulce)




Meer informatie:http://pfaf.org/user/Plant.aspx?LatinName=Apium%20



 

Snijsla

Lactuca sativa
Plant familie: Asteraceae (Composietenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, groentes, éénjarig,  
Bloeitijd:nvt 
Oogsttijd:april - augustus 
Beschrijving:

Snijsla is een snijsla-ras dat als gewone sla wordt gegeten, maar deze slasoort is veel eerder oogstbaar. De blaadjes zijn lekker mals. Snijsla vormt geen krop, maar aparte blaadjes die snel en rechtop groeien.

Snijsla houdt van vochtige grond en groeit zowel in de halfschaduw als in de volle zon.

Snijsla wordt vroeg in het jaar (januari-maart) onder glas of tunnels geteeld, later ook in de vollegrond (maart-juli).

Oogsten als de blaadjes ca. 10 cm hoog zijn.



Meer informatie:http://eigenwijzetuin.be/2010/03/21/snijsla/



 

Sorghum

Sorghum bicolor
Plant familie: Poaceae (Grassenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:verwerkt eetbaar, volle zon, granen, éénjarig,  
Bloeitijd:mei - juli 
Oogsttijd:augustus - september 
Beschrijving:Sorghum bicolor, wordt ook wel durra of kafir genoemd. Het graan wordt ook wel als Sorghum verhandeld (de Engelse handelsnaam).

Sorghum werd in Ethiopië in ongeveer 3000 v.Chr. gedomesticeerd en heeft zich van daaruit verspreid over heel Afrika. Ongeveer 2000 v.Chr. wordt Sorghum ook verbouwd in Centraal-India. In Egypte werd ze als cultuurplant belangrijk vanaf de vroeg-islamitische tijd. Afrikaanse slaven brachten aan het begin van de 17e eeuw Sorghum naar de Verenigde Staten, waar nu het grootste gedeelte van de wereldproductie plaatsvindt om maïs te vervangen als veevoer.

De plant kan zowel op vochtige en op droge grond groeien en staat het liefste in de volle zon. Sorghum is droogte-tolerant en is vooral belangrijk voor semi-aride (droge) gebieden. Het zaad wordt gebruikt als voedsel, veevoer en de productie van alcoholische dranken (Kafirbier). Het is een belangrijk voedselgewas in Afrika, Centraal-Amerika en Zuid-Azië en staat op de vijfde plaats van de verbouwde granen.

Sorghum is een eenjarig gewas dat afhankelijk van het ras 0,6-5 m lang kan worden. De stengel kan van vijf tot meer dan dertig mm dik worden. De bladeren lijken op die van maïs maar zijn korter en breder. De bladeren zijn glad en met een waslaag bedekt. De pluim is gewoonlijk compact bij de graansorghums en meer open bij de voedertypen. Aan een pluim kunnen tot 6000 aartjes zitten. Bij sommige typen worden de kafjes bij het dorsen verwijderd, maar bij andere moeten de korrels zoals bij haver gepeld worden. Ook is er verschil in uitstoelling (vorming van zijscheuten) tussen de verschillende typen. De zaden kunnen wit, geel, rood of bruin van kleur zijn. In 1 gram graansorghum zitten 25 tot 62 zaden en bij grassorghum 120 tot 159. De zaden zijn vrij rijk aan vitamine B.

Voor zover Sorghum-soorten commercieel gebruikt worden zijn ze in te delen in vier groepen:

    * graansorghums (waaronder Sorghum) worden gebruikt als een soort rijst of gemalen tot meel.
    * grassorghums voor beweiding en hooiwinning
    * zoete sorghums ("Guinea corn") voor de productie van siropen en suiker. Zoete sorghum kan tot 10% suiker bevatten.
    * bezemsorghums voor de productie van bezems en borstels.

Sorghum bevat vooral in het vegetatieve stadium naast blauwzuur ook het alkaloïde hordenine. In hooi en kuilvoer komt geen blauwzuur meer voor.

Graansorghum brengt 200-6000 kg/ha op. Grassorghum kan 40-70 ton verse massa per ha opbrengen.








Meer informatie:http://nl.wikipedia.org/wiki/Kafferkoren



 

Spelt

Triticum spelta
Plant familie: Poaceae (Grassenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:verwerkt eetbaar, volle zon, granen, éénjarig,  
Bloeitijd:juni - juli 
Oogsttijd:augustus - september 
Beschrijving:

Spelt (Triticum spelta) is de voorloper van de huidige tarwesoorten. Anno 5000 jaar geleden voor Chr. verscheen de spelt in het dal van de Nijl. De Romeinen waardeerden spelt vanwege de goede eigenschappen van het speltmeel of bloem. Tot in de middeleeuwen was spelt een wijdverbreide graansoort. 

Na de middeleeuwen verdrong gewone tarwe spelt, omdat gewone tarwe een hogere opbrengst heeft en niet gepeld hoeft te worden. Spelt is namelijk een bedekte graansoort. Dit betekent dat het na het dorsen gepeld moet worden om het kaf van het koren te scheiden.

Spelt houdt van vochtige grond en groeit het beste in de volle zon. De planten bestuiven elkaar via de wind. 

Spelt komt nu weer in de belangstelling bij de biologische landbouw omdat het minder bemesting nodig heeft, beter resistent is tegen ziekten, en een zogenaamde harde korrel met een hoog gehalte aan gluten heeft wat gunstig is voor het bakken van brood. Dit hoge gehalte aan gluten zorgt er overigens wel voor, dat spelt niet geschikt is voor mensen met coeliakie (gluten-intolerantie), wel bijzonder geschikt voor mensen met tarweallergie.

Sinds enige jaren wordt spelt ook weer in Nederland verbouwd. Meestal werken telers, molenaars, bakkers en leveranciers binnen één bepaalde streek samen aan de speltproducten.

In Nederland is speltmeel, speltbloem en speltbrood vaak te verkrijgen bij natuurvoedings- en reformwinkels. Ook steeds meer bakkers bieden minimaal één soort speltbrood aan, of soms speltkoekjes. In de oudste draaiende watermolen van Nederland, de Bisschopsmolen in Maastricht, worden dagelijkse diverse broden en vlaaien gemaakt van 100% spelt. Tevens maalt deze molen voor de Gulpener Bierbrouwerij. Van spelt worden verder nog macaroni en andere soorten pasta's gemaakt, maar ook bier en jenever en met de kafjes worden kussens gevuld.

In recepten kan de genoemde hoeveelheid tarwemeel of bloem door dezelfde hoeveelheid speltmeel of speltbloem worden vervangen. De hele (rijpe) speltkorrel kan trouwens ook gebruikt worden bij de warme maaltijd als vervanger van rijst. De korrels moeten dan eerst één uur geweekt worden in ruim water. Vervolgens worden zij gedurende één uur gekookt in water met wat zout. Bijvoorbeeld lekker bij een groentewokschotel of bij kipkerrie. In Duitsland wordt spelt als Grünkern, dat is de onrijpe gedroogde graankorrel, in onder andere soep gegeten.







Meer informatie:http://nl.wikipedia.org/wiki/Spelt



 

Spinazie

Spinacia oleracea
Plant familie: Amaranthaceae (Amarantenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, groentes, éénjarig,  
Bloeitijd:nvt 
Oogsttijd:maart - oktober 
Beschrijving:

Spinazie is een snelgroeiende, eenjarige bladgroente die al vroeg in het voorjaar beschikbaar is. Het is een groente die al lange tijd in gebruik is en voor het eerst in Perzië geteeld werd.

Het woord spinazie is afkomstig van het Perzische woord اسفناج Esfenaj. Spinazie groeit over de gehele wereld met uitzondering van de tropische gebieden. Hoewel spinazie al eeuwen geteeld werd in China bereikte de plant Europa pas in 12e eeuw met de komst van de Moren in Spanje.

Spinazie is een eenjarig gewas dat in koel vochtig weer snel oogstbaar is. De groente heeft een vruchtbare, vochtige grond nodig en groeit zowel in de volle zon als in de halfschaduw.

Teeltschema
Lente: zaaien in maart/april, oogsten in mei/begin juni.
Zomer: zaaien in april t/m juli, oogsten in mei t/m augustus.
Herfst: zaaien in juli t/m september, oogsten in augustus t/m oktober.
Winter: zaaien in eind augustus/september, oogsten in eind maart/april. 

Het zaad van winterharde variëteiten wordt meestal in augustus of september gezaaid en kan op goed doorlatende bodems en onder bescherming van tunnels overwinteren. Tot mei kan de spinazie worden geoogst. Vorstgevoelige variëteiten kunnen vroeg in het voorjaar worden gezaaid.

Spinazie kan zowel rauw als gekookt gegeten worden. Het smaakt heerlijk in salades met vinaigrette of als broodbeleg. Om de spinazie te koken volstaat het een beetje water toe te voegen en de pan met een deksel te sluiten. Laat dan uitlekken of duw het kookvocht uit de spinazie. Spinazie slinkt erg tijdens het koken, zodat je vertrekt van een groot volume om een kleine portie over te houden. Misreken jezelf echter niet: 200 tot 300 gram rauwe spinazie per persoon is voldoende.





Meer informatie:https://nl.wikipedia.org/wiki/Spinazie



 

Spitskool

Brassica oleracea alba
Plant familie: Brassicaceae (Kruisbloemenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, groentes, éénjarig,  
Bloeitijd:nvt 
Oogsttijd:juni - oktober 
Beschrijving:

Spitskool (Brassica oleracea convar. capitata var. alba) is een zeer vroege witte kool met spitse, gesloten buitenbladeren.

Spitskool houdt van voedselrijke, vochtige grond en groeit zowel in de volle zon als in de halfschaduw. 

Met name de kleinere spitskooltjes zijn erg populair, ze zijn uitermate geschikt voor salades, roerbakken en koken. Ondanks dat spitskool een echte zomerkool is en dus volop verkrijgbaar in de maanden mei, juni, juli en augustus is spitskool in Nederland jaarrond beschikbaar.

Vroege teelt: zaaien in februari, planten in april, oogsten in eind juni t/m augustus.
Zomer: zaaien in eind maart t/m begin juni, planten in mei t/m juli, oogsten in augustus t/m oktober.

Spitskool heeft een iets zachtere smaak dan witte kool en is zeer divers te gebruiken. Zo kun je spitskool rauw eten bij slaatjes of voorgerechten of je kunt spitskool gekookt of gestoofd serveren. Ook voor soep en salades is spitskool een prima product. 





Meer informatie:http://www.groentenfruit.nl/index_product.asp?pg=1



 

Spruitjes

Brassica oleracea gemmifera
Plant familie: Brassicaceae (Kruisbloemenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, groentes, tweejarig,  
Bloeitijd:nvt 
Oogsttijd:augustus - april 
Beschrijving:

Spruitkool, ofwel spruitjes (Brassica oleracea convar. oleracea var. gemmifera) werden in het midden van de 18e eeuw voor het eerst in België gesignaleerd. Rond het jaar 1800 bereikte de spruiten Engeland en Frankrijk. Spruiten behoren tot de familie van Brassica.

Spruitjesplanten houden van voedselrijke, vochtige grond en de planten groeien het beste in de volle zon maar kunnen ook in de halfschaduw staan.

De spruit is een oer-Hollandse groente die met name in de herfst- en wintermaanden gegeten wordt. Spruiten worden uitsluitend in de vollegrond geteeld, ze worden geoogst van augustus tot april. De lengte van het oogstseizoen is mede afhankelijk van de vorst. In tegenstelling tot het hardnekkige vooroordeel dat vorst goed is voor spruiten en de smaak verbetert als ‘de vorst eroverheen is gegaan’ kunnen bevroren spruiten niet meer geoogst worden
.

Gedurende een lange periode kunnen spruiten worden geplant, vanaf begin april tot het einde van juni. De oogst verloopt vanaf half augustus tot april in het volgende jaar. 

De variëteiten worden onderverdeeld in vroeg, middenvroeg en laat. Gedurende de winterperiode loopt het spruitengewas een extra risico. De vorst kan zodanig zijn dat het gewas kapot vriest. Vanzelfsprekend kan er dan ook niet meer geoogst worden. Door het kiezen van geschikte rassen en de juiste teelttechniek probeert de spruitenteler dit risico zoveel mogelijk te beperken.

Spruiten worden vooral als hoofdgerecht gegeten. Ze zijn geschikt voor zeer uiteenlopende bereidingswijzen: oer-Hollands met aardappelen, jus en vlees, maar ook in de wok of in de soep zijn spruiten overheerlijk te bereiden. U kunt spruiten ook stomen, smoren of blancheren en laten sudderen in bouillon met uienringen en specerijen. Probeer ook eens spruiten met boter en geraspte noten met een heerlijke kaassaus, in roomsoep of roerbak in stukjes gesneden spruiten in de wok.







Meer informatie:https://nl.wikipedia.org/wiki/Spruitkool



 

Stamsperzieboon

Phaseolus vulgaris
Plant familie: Leguminosae (Vlinderbloemenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, groentes, groenbemester, éénjarig,  
Bloeitijd:juni - oktober 
Oogsttijd:juli - oktober 
Beschrijving:

De sperzieboon, ook wel prinsessenboon, slaboon, herenboon of breekboon genoemd, komt oorspronkelijk uit Midden- en Zuid-Amerika. Struik of stamsperziebonen worden 50 tot 60cm hoog. Ze houden van vochtige grond en staan het liefste in de volle zon.

Waarschijnlijk werd de boon pas tijdens de Spaanse ontdekkingsreizen in Europa en Azië geïntroduceerd. Wereldwijd zijn sperziebonen in allerlei vormen te verkrijgen. 

Sperziebonen zijn snelgroeiende eenjarige planten die aangezien ze oorspronkelijk uit tropische klimaten komen een warme bodem nodig hebben om te kiemen en te groeien. Sperziebonen zijn zelfbestuivend en leveren vaak goede opbrengst, mits de jonge bonen regelmatig worden geplukt en de planten goed groeien.

Vroege sperziebonen worden half april gezaaid. Om de groei de bespoedigen groeit de plant onder een acryldoek. De 'open teelt' sperziebonen worden van eind april tot soms begin juli gezaaid en worden vanaf half juli tot en met half oktober geoogst. 

Kook sperziebonen in weinig water en met een beetje zout gaar in 15 tot 20 minuten. Giet de sperziebonen af en bestrooi eventueel met nootmuskaat.





Meer informatie:https://www.bolster.nl/bonen-soorten/t3633



 

Stobbezwammetje

Kuehneromyces mutabilis
Plant familie: Strophariaceae 
Plantenlaag:Paddenstoelen 
Plantenfuncties:verwerkt eetbaar, paddenstoelen, meerjarig,  
Bloeitijd: 
Oogsttijd:Herfst - winter 
Beschrijving:

Vroeger was het stobbezwammetje, ook wel bekend als de kleine bundelzwam vrij algemeen voorkomend, met een voorliefde voor stobben van beuk, eik, haagbeuk, es-doorn, berk, els en es. Tegenwoordig wordt hij steeds zeldzamer, waarschijnlijk bij gebrek aan stobben. In de hobbyteelt is er voor het 'stockschwämmchen' in Duitsland veel meer interesse dan elders.

Karateristiek voor de kleine bundelzwam, is dat hij in dichte bundels van soms wel honderden paddestoelen groit. De relatief kleine hoed (3-8 cm) zijn bruin, met in het midden een bobbel. Typisch is de tweekleurigheid: de rand is donkerder dan het midden, zeker bij vochtige exemplaren. De plaatjes zijn eerst bleek en later kaneelbruin. De sporen zijn eveneens bruin en geven hun kleur af in bereidingen.

De hoedjes zijn het beste eetbaar, de stammetjes worden vaak te taai gevonden. Ze kunnen worden gebakken of worden verwerkt in soepen en sauzen.

Verwarring is mogelijk met de giftige dennebundelzwam (Galerina marginata). Maar aangezien het hier om geënte zwammen gaat in de tuin, lijkt me het gavaar dus miniem.





Meer informatie:http://www.mijntuin.org/plants/11445-Kleine-bundel



 

Stoksnijboon

Phaseolus vulgaris
Plant familie: Leguminosae (Vlinderbloemenfamilie) 
Plantenlaag:Klimplanten 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, groentes, groenbemester, windkering, omheining, éénjarig,  
Bloeitijd:juni - september 
Oogsttijd:juli - september 
Beschrijving:

De snijbonenstruik kan 2 tot 2,5 meter hoog worden en slingert zich liefst rond een draad of staaf. De planten houden van vochtige grond en staan het liefste in de volle zon. De plant fixeert stikstof waardoor het op bijna alle gronden prima groeit. 

Amper drie weken hebben ze nodig om helemaal tot boven te klimmen en de eerste bloemen tot ontwikkeling te brengen. Even later vormen zich brede, smalle peulvruchten die je kunt identificeren als snijbonen. Snijbonen werden vroeger in smalle reepjes gesneden (vandaar de naam) en ingemaakt (zoals zuurkool) omdat de oudere variëteiten een wansmakelijke vezelige textuur hadden. Die nadelige eigenschap is intussen helemaal weggecultiveerd.

Dankzij de malse smaak van nieuwe varianten consumeert men de groente steeds vaker vers. De reepjes worden breder gesneden (circa 2 centimeter) om het aroma ten volle uit te spelen. Je kunt snijbonen trouwens ook op zijn geheel klaarmaken: eerst even blancheren, en daarna met look bakken, bijvoorbeeld.

Net als andere bonen zijn snijbonen zeer voedzaam. Peulvruchten bevatten niet alleen veel koolhydraten, maar ook uitzonderlijk veel eiwitten. Dat maakt hen geschikt als hoofdbestanddeel van een evenwichtige vegetarische maaltijd.

De bonen worden aan stokken of touw geteeld. Als stok wordt meestal een tonkinstok gebruikt, maar ook wilgenstokken zijn zeer bruikbaar. Omdat de peulen nogal vliezig kunnen worden moet er minstens drie keer per twee weken geoogst worden. Er kan meestal 10 tot 12 keer per teelt geoogst worden.

Er zijn verschillende teelten te onderscheiden:

Vroege teelt: Voor deze teelt worden de bonen onder glas voorgekiemd. Er wordt tussen half april en begin mei in perspotjes van 8 centimeter gezaaid en ongeveer tien dagen later uitgeplant onder plastic of in de vollegrond. Geoogst wordt er van begin juli tot half augustus.

Normale teelt: Vanaf half mei wordt er ter plaatse gezaaid. De oogst begint eind juli.

Late teelt: De bonen worden in juni ter plaatse gezaaid. De oogst valt van eind augustus tot eind september als er niet eerder nachtvorst optreedt.

De plantafstand bij stoksnijbonen varieert. Een veelgebruikte plantafstand is 120 bij 50 centimeter. De plantafstand bij stamsnijbonen is 50 centimeter tussen de rij en 12 centimeter in de rij.

Behandel de bonen voorzichtig bij het spoelen. Ze zijn gevoelig voor kneuzingen. Haal het steeltje bovenaan de boon weg en snij eventueel ook de onderkant even bij. Kook of stoom de bonen eerst vooraleer ze verder te gebruiken. Men kan ze nadien nog even fruiten met wat ui . 







Meer informatie:https://www.bolster.nl/bonen-soorten/t3633



 

Suikerbiet

Beta vulgaris altissima
Plant familie: Amaranthaceae (Amarantenfamilie) 
Plantenlaag:Knolgewassen 
Plantenfuncties:verwerkt eetbaar, volle zon, groentes, tweejarig, overig,  
Bloeitijd:nvt 
Oogsttijd:september - oktober 
Beschrijving:De suikerbiet (Beta vulgaris var. altissima) is in Nederland een belangrijke bron van suiker. 

De plant wordt tot 80 centimeter hoog, de bloemen zijn geplaatst op een steel en zijn klein, ze hebben geen opvallende kleuren.  

Suikerbieten houden van diepe, voedselrijke, vochtige grond en staan het liefste in de volle zon. Ze kunnen slecht tegen vorst. 

Suikerbieten worden vooral geteeld in de gematigde klimaatzone. De grootste productie vindt plaats op het noordelijk halfrond. 

Het zaaien gebeurt in de lente zodat de bieten in de herfst geoogst kunnen worden, (vanaf september). Het bietenzaad komt uit landen met een warmer klimaat dan Nederland of België, zoals Frankrijk.

De suikerbiet is een tweejarige plant. In het eerste jaar worden reservestoffen opgeslagen in de wortel, die het jaar daarop worden gebruikt voor de bloei en de zaadproductie. Er komen echter ook planten voor, die in het eerste jaar onder ongunstige omstandigheden een bloeiwijze vormen (schieten). Deze bieten moeten verwijderd worden voordat ze zaad vormen, om opslag (onkruidbieten) in het volgende gewas te voorkomen. Bovendien zijn ze ongewenst tijdens de oogst en verwerking van de rest van de bieten.

Om de suiker uit de suikerbieten te winnen vindt een complex productieproces plaats waarbij de bieten worden gesneden en gekookt en het sap wordt gecentrifugeerd. Tijdens het proces komen verschillende bijproducten vrij die worden verwerkt in andere producten.




Meer informatie:http://nl.wikipedia.org/wiki/Suikerbiet



 

Suikeresdoorn

Acer saccharum
Plant familie: Sapindaceae (Zeepboomfamilie) 
Plantenlaag:Hoge bomen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, houtproductie, windkering, omheining, meerjarig, overig,  
Bloeitijd:april - mei 
Oogsttijd:februari - april 
Beschrijving:

De Suikeresdoorn (Acer saccharum) komt van nature voor in het oosten van Noord-Amerika. De boom kan 30-37 m hoog worden en heeft een zeer dichte kroon, waardoor er weinig onderbegroeiing mogelijk is.

De boom houdt van vochtige grond en groeit zowel in de volle zon als in de halfschaduw.

De bladeren zijn 8-15 cm lang en hebben in de herfst een herfstkleur van helder geel, via oranje naar oplichtend rood-oranje. Het blad van de suikeresdoorn staat centraal op de vlag van Canada en is een nationaal symbool van dat land.

De suikeresdoorn wordt evenals Acer saccharum nigrum gebruikt voor de sapwinning. Van het sap wordt Esdoornsiroop gemaakt. Dit is een dunne stroop. In de winterperiode slaan deze bomen vaak suiker op in hun wortels, wat met het sap naar boven stroomt in het voorjaar. Door dit suikerhoudende sap af te tappen en te concentreren ontstaat esdoornsiroop. Esdoornsiroop wordt vooral veel gegeten bij wafels, pannenkoeken, havermout, en wentelteefjes.

Het proces van het aftappen en concentreren van sap van de esdoorn is al vrij oud. De Indianen kenden deze techniek al. Europese kolonisten hebben het later overgenomen. De bomen die zich het beste lenen voor de productie van esdoornsiroop zijn de suikeresdoorn en de zwarte esdoorn. 80% van alle esdoornsiroop komt uit Canada.

Sap van de esdoorn wordt traditioneel afgetapt door een inkeping in de schors te maken en hier een emmer onder te hangen. Minder arbeidsintensieve methodes zoals het bevestigen van plastic slangetjes in de boom worden echter steeds meer gebruikt als alternatief voor de emmer. Sapverzameling vindt vooral plaats in de maanden februari, maart en april, afhankelijk van de locale weersomstandigheden. Voor een optimale sapstroming zijn nachten met temperaturen onder het vriespunt gevolgd door relatief warme dagen nodig.

Voor de productie van 1 liter siroop is ongeveer 40 liter sap nodig. Een volgroeide suikeresdoorn kan 40 liter sap per 4 tot 6 weken produceren. Per boom worden afhankelijk van de grootte een tot drie taps gezet. Bomen moeten minimaal een diameter van 25 centimeter hebben en tenminste 40 jaar oud zijn voordat er sap uit getapt wordt. Het afgetapte sap wordt door koken ingedikt, waarbij het water erin verdampt en enkel het geconcentreerde sap overblijft. De dichtheid wordt getest met een hydrometer. Bij dit proces karamelliseert de suiker, hetgeen een donkere kleur aan de siroop geeft.

De siroop gewonnen van het sap wordt in de loop van de winningsperiode steeds donkerder, doordat steeds meer andere organische stoffen meegaan.
Esdoornsap kan ook worden ingedikt tot het enkel nog bestaat uit harde blokjes; esdoornsuiker.

Het hout van de suikeresdoorn is het hardste van alle esdoorns en wordt gebruikt voor het maken van meubelen en vloeren. Bowlingvloeren worden vaak gemaakt van dit hout. De suikeresdoorn wordt veel gebruikt als sierboom vanwege de mooie herfstkleuren, de snelle groei en de gemakkelijke vegetatieve vermeerdering.

Naast de Acer saccharum worden ook de volgende twee soorten genoemd door de plants of a future database:

Acer saccharum grandidentatum
Acer saccharum nigrum

 

 









Meer informatie:http://www.pfaf.org/user/Plant.aspx?LatinName=Acer



 

Suikermais

Zea mays
Plant familie: Poaceae (Grassenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:verwerkt eetbaar, volle zon, groentes, granen, éénjarig,  
Bloeitijd:mei - juli 
Oogsttijd:augustus - oktober 
Beschrijving:Suikermaïs (Zea mays convar. saccharata) is een variatie van maïs die hoofdzakelijk voor de verse consumptie geteeld wordt. De plant houdt van voedselrijke, vochtige grond en groeit het beste in de volle zon. 

Mais kan voorgezaai worden in potten om de oogst te vervroegen, en om zaad uit te sparen. De zaden hebben een temperatuur van minimaal 18 oC nodig om goed te kunnen kiemen. Zaai mais begin/half april binnen voor in afzonderlijke potten en plant half mei uit in de volle grond. In de volle grond zaaien doen we omstreeks 1 mei, wat eerder op zandgrond (warmt beter op), wat later op kleigrond. Laat het tijdstip echter ook van het weer afhangen; bij langdurig nat en koel weer is het beter de zaai met 1 à 2 weken uit te stellen. De oogst begint vroeg in augustus en gaat door tot half oktober.

De korrels worden in het zogenaamde melkrijpe stadium geoogst. Het optimale oogststadium wordt bereikt als de kolfkwast donkerbruin verkleurd is, de korrels tot bijna bovenin de kolf warmgeel van kleur en nog niet ingedeukt zijn.

De kolven zijn vers te eten, zijn heerlijk op de barbaqua en van de gedroogde korrels van zoete mais is popcorn te maken. 




Meer informatie:http://nl.wikipedia.org/wiki/Suikermais



 

Suikerwortel

Sium sisarum
Plant familie: Apiaceae (Schermbloemenfamilie) 
Plantenlaag:Knolgewassen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, inheems, volle zon, halfzon/halfschaduw, groentes, wortels, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:Juli 
Oogsttijd:Hele jaar door 
Beschrijving:

Suikerwortel was al bij de Romeinen bekend en is in 1546 opnieuw in Europa geïntroduceerd. Zoetigheid was luxe in die tijd, dus hij werd voornamelijk door de adel gegeten. In de 18e eeuw verdween de suikerwortel of "Vergulde Wortel" in de vergetelheid door de introductie van de aardappel en andere gewassen uit de ‘Nieuwe Wereld’.

Het is een meerjarige winterharde plant met een bundel zeer zoete wortels van ongeveer 1 cm dooorsnee. De plant zelf kan tot een meter groeien en is gemakkelijk te telen in voedselrijke, vochtige grond. De suikerwortel gedijt zowel in de halfschaduw als in de volle zon. 

De plant bloeit met schermen van kleine witte bloemetjes, de bloemen zijn hermafrodiet, ze bevatten zowel de mannelijke als de vrouwelijke delen en worden bestoven door insecten zoals hommels en bijen. De plant is zelfbestuivend. De bloemen trekken daarnaast ook onder andere zweefvliegen aan, De larven van de zweefvlieg eten bladluizen. 

De wortels kunnen een doorsnede krijgen van 1 cm en tot 15 cm lang worden, de suikerwortel kan rauw worden gegeten. De smaak ligt een beetje tussen wortel en pastinaak maar met een ietwat meer nootachtige smaak. Daarnaast kan de wortel ook worden gekookt, gebakken, toegevoegd worden in soepen etc. 

Reeds beschreven in het jaar 1727: "De suickerwortel is een weldoener voor de maag, plegend en een delicatesse en zo gewaardeerd door Keizer Tiburius dat hij hem in de keizerlijke keuken liet opnemen" 





Meer informatie:http://www.pfaf.org/user/Plant.aspx?LatinName=Sium



 

Szechuanpeper

Zanthoxylum simulans
Plant familie: Rutaceae (Wijnruitfamilie) 
Plantenlaag:Struiken 
Plantenfuncties:verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, schaduwplant, kruiden, meerjarig,  
Bloeitijd:juni 
Oogsttijd:oktober 
Beschrijving:

De szechuanpeper ook wel kiespijnboom is een sterke heester tot kleine boom uit Noord- tot Midden-China die tot 4 meter hoogte kan groeien.

De szechuanpeper houdt van vochtige, goed doorlatende grond en groeit zowel in de schaduw, halfschaduw als in de volle zon.

Na de groengele tot witte bloei in juni ontstaan de rode naar zwart rijpende vruchtjes. Deze zijn een pittige specerij, sterker en heter dan zwarte peper. De hele vruchtjes kunnen worden meegekookt, na drogen (eventueel roosteren) en malen ontstaat een zeer sterke tafelpeper. 

Verder zijn voor deze plant vele medicinale toepassingen bekend, vooral op het gebied van darmaandoeningen en vochtafdrijving. De wortels worden zelfs gebruikt na een giftige slangenbeet!

De plant heeft stekels, die later op de bast doorgroeien tot decoratieve knobbels.





Meer informatie:http://pfaf.org/user/Plant.aspx?LatinName=Zanthoxy



 

Tamme kastanje

Castanea sativa
Plant familie: Fagaceae (Napjesdragersfamilie) 
Plantenlaag:Hoge bomen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, inheems, volle zon, noten, houtproductie, meerjarig,  
Bloeitijd:mei - juni 
Oogsttijd:september - oktober 
Beschrijving:

De tamme kastanje behoort tot de familie van de beukachtigen en op goede grond kan deze boom tot 20 tot 30 meter hoog worden. De boom staat het liefst in de volle zon. 

De tamme kastanje is gemakkelijk herkenbaar aan de lange, grof gezaagde lancetvormige bladeren. Deze zijn glanzend donkergroen aan de bovenzijde. De onderzijde is ietsje lichter. Na het uitlopen van de bladeren verschijnen de hoofdjesjachtige groengele mannelijke bloemen die als een parelsnoer aan rechtopstaande, lange katjes zitten. De vrouwelijke bloemen bevinden zich aan de basis van de katjes, omgeven door een groene, schubachtig bebladerde vruchtbeker. Kevertjes, vliegen en bijen zijn de bestuivers van de tamme kastanje. Van de mannelijke bloemen gaat een geur uit die kevers aanlokt, en op de stempel bevindt zich een zoetsmakend druppeltje nectar.

De vrucht van de tamme kastanje is een noot die met 2 tot 4 stuks in een bolster (napje) zitten. De kastanjes kunnen een diameter krijgen tot 40mm grootte. Debolster wordt gevormd door schutbladen. De noten/kastanjes kunnen, nadat de stekelige bolster is verwijderd, worden geschild en gegeten. De kastanjes zijn gepoft, gekookt of verwerkt tot puree erg lekker. 

Ook eekhoorns, gaaien, kraaien, muizen en wilde zwijnen eten de kastanjes graag. Zij zorgen ervoor dat de bomen zich in het wild verspreiden.

Het hout is prima geschikt als tuinhout, omdat het niet snel wegrot en kan ook als haardhout worden gebruikt.  

Een direct klein familielid van de tamme kastanje is ook eetbaar, deze struik wordt tot 4 meter hoog: Castanea pumila en de ondersoort Castanea pumila ashei

De Amerikaanse Kastanje, ook wel gele pavia genoemd is ook eetbaar al komt deze boom uit een andere familie als de tamme kastanje. 







Meer informatie:http://nl.wikipedia.org/wiki/Tamme_kastanje



 

Taybes

Rubus "tayberry"
Plant familie: Rosaceae (Rozenfamilie) 
Plantenlaag:Klimplanten 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, fruit, omheining, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:april - juli 
Oogsttijd:juni - augustus 
Beschrijving:

De tayberry of taybes is een kruising tussen een braam (Rubus fruticosus) en een framboos (rubus x idaeus). De bes is vernoemd naar de Schotse rivier de Tay.

De struik kan tot 2 meter hoogte groeien en kan net zo breed worden. De taybes kan mits begeleid ook goed als klimplant worden gebruikt. 

De taybes houdt van voedselrijke, ietwat vochtige grond en groeit het liefste in de volle zon maar doet het ook in de halfschaduw.

De witroze bloemen verschijnen op het eenjarige hout. De bloemen van de taybes zijn hermafrodiet, ze bevatten zowel de mannelijke als de vrouwelijke delen. en worden door insecten bestoven. Bijen en andere insecten weten de struik goed te vinden. De plant is zelfbestuivend.  

De vrucht van de tayberry kan tot 4cm lang worden en is aanzienlijk groter dan een framboos net als de loganberry. In tegenstelling tot de loganberry is de tayberry echter zoeter en aromatischer en kan ook prima vers worden gegeten. Daarnaast is de bes ook prima te verwerken tot jam of gelei. 

De bessen zijn niet moeilijk machinaal te plukken en dit wordt als een reden genoemd waarom de bes nooit is uitgegroeid tot een commercieel veel gebruikt ras.

In de eigen tuin is de taybes echter zeer de moeite waard. 

Het blad kan worden gebruikt om thee van te zetten. 





Meer informatie:https://en.wikipedia.org/wiki/Tayberry



 

Teff

Eragrostis tef
Plant familie: Poaceae (Grassenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:verwerkt eetbaar, volle zon, granen, éénjarig,  
Bloeitijd:mei - juni 
Oogsttijd:juli - augustus 
Beschrijving:Teff  is een gewas uit de grassenfamilie (Poaceae). Van teff wegen 150 korrels even veel als een tarwekorrel. In Nederland is het gewas in 2001 voor het eerst verbouwd en in 2004 werd in Nederland 620 hectare teff geteeld.

De planten groeien zowel op droge als op vochtige grond en staan het liefste in de volle zon. 

De oorsprong van teff ligt waarschijnlijk in Ethiopië. Het oudst zijn vondsten in Egyptische piramiden van 5500 jaar oud.

Het gewas wordt tot 160 cm lang. De stengels zijn dun, waardoor het gewas makkelijk legert (gaat liggen). De graanvruchten zijn zeer klein (ter grootte van suikerkorrels), maar elke halm draagt er zo veel van dat de plantjes tegen de oogsttijd krom gaan hangen van het gewicht.

Na het oogsten van de zaden wordt het, in Ethiopië althans, drie dagen ondergronds gefermenteerd en dan als een soort zuurdeeg tot platte koeken verwerkt. Men maakt er ook wel pap van en een soort bier.

Sinds het begin van de 21e eeuw wordt teff ook in Nederland verbouwd. De opbrengst is echter nogal laag: zo'n 700 kg per ha. Hoewel teff wel gluten bevat, is het wel geschikt voor mensen met coeliakie (glutenintolerantie), aangezien het niet de schadelijke glutenfractie bevat. Daarnaast bevat teff veel meer langzaam verteerbare, complexe koolhydraten dan andere granen. Hierdoor houd je na het eten van teff veel langer een "vol gevoel". Ook bevat teff veel meer calcium dan andere graansoorten. Dit maakt het een interessant product voor onder meer veganisten en ouderen.

Doordat de korrels zo klein zijn, is het niet mogelijk ze te pellen voordat ze gemalen worden. Teffmeel is dus altijd volkoren meel, wat betekent dat het rijk is aan voedingsvezels. Teffmeel kan op dezelfde manier verwerkt worden als tarwemeel. Teff is het hoofdingrediënt voor injera, de platte koek die het basisvoedsel vormt in grote delen van Ethiopië en aangrenzende streken.

Het grote succes van de Ethiopische atleten Haile Gebrselassie en Kenenisa Bekele wordt door henzelf mede toegeschreven aan teff. Onderzoek heeft aangetoond dat teff buitengewoon veel langzaam verteerbare koolhydraten bevat en erg veel ijzer, dat in tegenstelling tot ijzer uit andere granen goed wordt opgenomen in het lichaam. Deze eigenschappen maken dat teff geschikt is als voeding voor duursporters.






Meer informatie:http://nl.wikipedia.org/wiki/Teff



 

Tempelboom

Ginkgo biloba
Plant familie: Ginkgoaceae 
Plantenlaag:Hoge bomen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, noten, kruiden, houtproductie, geneeskrachtig,  
Bloeitijd:april - mei 
Oogsttijd:oktober - november 
Beschrijving:

Ginkgo biloba is een boom in de plantenfamilie Ginkgoaceae, en wordt ook wel ginkgo, Japanse notenboom, Japanse tempelboom of Chinese tempelboom genoemd.

Het is een langzaam groeiende boom die tot 30 meter hoog kan groeien. De boom groeit zowel op droge als op vochtige grond en staat het liefste in de volle zon. 

Deze boom is een levend fossiel, nagenoeg onveranderd sinds de tijd van de dinosauriërs.Tijdens het Tertiair kwam de ginkgo over vrijwel het hele Noordelijke halfrond voor. Tijdens onze jaartelling was de boom aan het uitsterven. Waarschijnlijk is de boom rond 800 samen met het boeddhisme uit China naar Japan overgekomen. Daar werd de boom bij tempels gekweekt, wat de bijnaam tempelboom opleverde.

In 1730 is de ginkgo naar Europa gebracht en in 1784 naar Amerika. De Ginkgoboom komt in het wild alleen nog voor in het berglandschap van de provincie Chekiang (in het oosten van China). In het Verre Oosten is de ginkgo een voorwerp van verering. In Japan wordt de boom als een god vereerd. De ginkgo staat symbool voor onveranderlijkheid, hoop, liefde, toverkracht, tijdloosheid, en een lang leven.

De ginkgo heeft bijzonder en decoratief gevormde bladeren wat de boom zeer herkenbaar maakt. De bladeren verklaren prachtig geel tot oranje in de herfst. Van de gedroogde bladeren is een thee te zetten die goed zou zijn voor de concentratie en het geheugen.

De ginkgo is tweehuizig, de soort kent zowel bomen met vrouwelijke als mannelijke bloemen. De vrouwelijke bloemen zijn klein en geelgroen, de mannelijke bloemen vormen groene katjes. Beide typen bomen moeten worden aangeplant voor bevruchting. Bevruchting vindt plaats door de wind. 

De 'vruchten' van de ginkgo zijn botanisch gezien de zaden. Doordat de zaadhuid vlezig is, lijken het vruchten. De zaden zijn abrikoosvormig met een zilveren gloed (vandaar de naam Ginkgo: gin = zilver; kyo = abrikoos). Als de zaden in het najaar op de grond vallen, begint de vlezige zaadhuid te rotten waardoor er butaanzuur vrijkomt, wat ruikt als ranzige boter.

De inhoud van de zaden wordt in China en Japan beschouwd als delicatesse, waar bovendien tal van geneeskrachtige werkingen aan worden toegeschreven

De zaden kunnen worden gekookt en geroosterd waarna de inhoud van de zaden kan worden gegeten. De smaak zit tussen de aardappel en tamme kastanje in. Er kan een ook een eetbare olie uit de zaden worden gewonnen. 









Meer informatie:http://www.pfaf.org/user/Plant.aspx?LatinName=Gink



 

Teunisbloem

Oenothera biennis
Plant familie: Onagraceae (Teunisbloemfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, inheems, volle zon, groentes, bloemen, wortels, vlinderplant, bijenplant, geneeskrachtig, tweejarig,  
Bloeitijd:juni - september 
Oogsttijd:juni - september 
Beschrijving:

De middelste teunisbloem (Oenothera biennis) is een tweejarige, tot 1,5 (meestal tot 1,2) m hoge plant uit de teunisbloemfamilie (Onagraceae). Volksnamen zijn onder andere nachtkeers, nachtpitjes, nachtkaars, leliën-van-een-nacht en vierentwintiguursbloem. De soort is afkomstig uit Noord-Amerika.

De plant groeit zowel op droge als op vochtige grond en staat het liefste in de volle zon. De plant heeft een voorkeur voor lichte zandgrond en middelzware grond als leem die licht zuur, neutraal of licht basisch is. 

De gele bloemen hebben vier kroonbladen. Ze hebben zowel stamper als meeldraden. De bloeiperiode loopt van juni tot september. De groene kelkbladen zijn na de opening van de bloem teruggeslagen. De stijl is tot 1,5 cm lang. De stengel- en schutbladen zijn drie tot vier maal zo lang als breed. De bloemen gaan 's avonds vanaf zes à zeven uur open. De bloemen zijn iets kleiner dan die van de grote teunisbloem (Oenothera erythrosepala). De top van de bloeiwijze staat ook in het begin rechtop.

Bestuiving vindt plaats door vlindersoorten en bijen. Deze laatste trekt de plant in ruime mate aan. De middelste teunisbloem is de waardplant voor de teunisbloempijlstaart (Proserpinus proserpina).

Jonge wortels kunnen als groente gegeten worden, de bloem wordt ook wel hamwortel genoemd omdat de wortels dezelfde kleur hebben als ham. Ze hebben een peperachtige smaak. Jonge stengels kunnen ook als salade gegeten worden. De bloemen kunnen ook als kleurrijk element in salades worden gebruikt.

De rijpe zaden bevatten 7-10% gamma-linoleenzuur, een zeldzaam essentieel verzadigd vetzuur. De olie uit de zaden wordt gebruikt bij menstruatiepijn.





Meer informatie:http://nl.wikipedia.org/wiki/Middelste_teunisbloem



 

Tijgerlelie

Lilium lancifolium
Plant familie: Liliaceae (Leliefamilie) 
Plantenlaag:Knolgewassen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, groentes, bloemen, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:augustus - september 
Oogsttijd:augustus - november 
Beschrijving:

De tijgerlelie komt van originie uit Oost-Aziê en kan tot 120 cm hoogte groeien. 

De plant houdt van diepe, voedselrijke, vochtige grond en groeit zowel in de halfschaduw als in de volle zon. 

De plant heeft uitbundige oranje bloemen met rode spikkels waar de naam van is afgeleid. De bloemen kunnen vers of gedroogd worden gegen in salades, soepen en rijstgerechten.

Het is verstandig de stamper en de meeldraden niet op te eten aangezien die vervelende lichamelijke reacties kunnen oproepen.

De bollen krijgen een diameter tot 8 cm en zijn goed eetbaar maar zijn een beetje bitter als ze niet goed worden gekookt. Ze vormen een goede bron van zetmeel. De bollen kunnen ook gedroogd worden en tot poeder worden vermalen waarna het als meel gebruikt kan worden voor het bakken van brood en koekjes. 





Meer informatie:http://pfaf.org/user/Plant.aspx?LatinName=Lilium%2



 

Tomaat

Solanum lycopersicum
Plant familie: Solanaceae (Nachtschadefamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, groentes, éénjarig,  
Bloeitijd:juli - augustus 
Oogsttijd:augustus - september 
Beschrijving:

De tomatenplant is een van oorsprong tropische plant die afkomstig is uit Zuid-Amerika. Tomaten kwamen voor het eerst in de 16e eeuw naar Europa, meegenomen door ontdekkingsreizigers. In de Zuid-Europese keukens werd de tomaat al snel veel gebruikt, pas in de 19e eeuw werd de tomaat ook in het Noorden bekender.

Tomaten houden van zeer voedselrijke, vochtige grond en staan het liefst op een warme en zonnige plaats. Ze groeien ook goed in een kas of serre.

In het begin van de 20e eeuw kwam de teelt van tomaten op gang in Nederland. De Nederlandse tomatenteelt heeft als hoofdseizoen de periode maart-november. Daarnaast is er op beperkte schaal een 'herfstteelt' van trostomaten.

Teeltschema:
Onder beschutting: zaaien in maart/april, verspenen in eind maart t/m begin mei, planten in mei/juni, oogsten in juli t/m begin oktober.
Openluchtteelt: zaaien in eind maart/april, verspenen in april/begin mei, planten in eind mei/begin juni, oogsten in augustus/september

De tomaat wordt als groente gegeten, dit kan zowel rauw als gekookt. Er kunnen salades, tussendoortjes, snacks of borrelhapjes mee worden gemaakt. Tomaten zijn ook geschikt voor soepen, sauzen en warme bereidingen.

Losse tomaten zijn voor allerlei smakelijke toepassingen geschikt. In frisse salades, gewoon naturel als broodbeleg of als fraaie decoratie bij het opmaken van schotels. De kleinere formaten, cocktailtomaten genoemd, zijn door hun kleine formaat zeer geschikt als snack, denk bijvoorbeeld aan gevulde tomaat.

Vleestomaten kunnen door hun stevige structuur uitstekend worden gebruikt bij warme toepassingen. Bijvoorbeeld om te bakken in de koekenpan of de wok, maar ook om te braden, grillen, roerbakken of voor in de soep. De vleestomaat behoudt zijn vorm en wordt geen `puree'. Door hun grote formaat en stevig vruchtvlees zijn vleestomaten ook heel geschikt om te vullen en om te snijden voor op broodjes of hamburgers.

Cherrytomaten zijn rauw het lekkerst. Ook vanwege hun afmetingen (circa 18 tot 35 millimeter) doen cherrytomaten het goed als aantrekkelijke snack, kleurrijke garnituur of gevuld borrelhapje. Ze zijn namelijk lekker en licht voor tussendoor of bij een drankje.

Trostomaten zitten boordevol smaak en zijn daardoor uitstekend geschikt voor onder meer salades waarvan de tomaat het hoofdingrediënt is als basis voor bijvoorbeeld een 'broodje gezond'.

Romaatjes zijn de minivariant van de romatomaten. Romatomaten zijn langwerpig, peervormige tomaten met vrij droog vruchtvlees. Zoet en kruidig van smaak. De tomaten zijn ook wel bekend als pomodori of pruimtomaten.

De gele tomaten zijn over het algemeen iets zoeter dan de rode tomaten en veel mensen vinden ze extra smakelijk.

In Amerika worden de groene vruchten verwerkt in een chutney. Aangezien in groene tomaten de gifstof tomatine nog aanwezig is mag hier niet te veel van worden gegeten. Het werpen van (rotte) tomaten is daarnaast een traditioneel wapen van protest tegen slechte prestaties van bijvoorbeeld podiumkunstenaars.








Meer informatie:http://www.groentenfruit.nl/index_product.asp?pg=1



 

Tuinboon

Vicia faba
Plant familie: Leguminosae (Vlinderbloemenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, groentes, groenbemester, éénjarig,  
Bloeitijd:mei - juni 
Oogsttijd:juni - juli 
Beschrijving:

Tuinbonen zijn enigszins afgeplatte groene of witte bonen. Ze zijn stevig en sterk van smaak als ze rijp zijn, maar verrukkelijk als ze jong zijn. De heel jonge peulen kunnen in hun geheel worden gegeten. De planten kunnen tot 1 meter hoog worden.

Tuinbonen houden van vochtige grond en groeien zowel in de volle zon als in de halfschaduw. De planten fixeren stikstof waarmee ze zichzelf en omliggende planten bemesten. Hierdoor kunnen ze ook goed op relatief arme grond groeien. 

Voor de verse consumptie worden de bonen dikwijls onder platglas gezaaid om later in de vollegrond te worden uitgeplant. Hierdoor wordt enige vervroeging van de oogst verkregen. Voor de verse consumptie worden vroege rassen, die tevens forse peulen vormen, gebruikt. Uitzaai onder platglas in januari/februari. Uitpoten in maart. Plantafstand in de rij 15 centimeter en tussen de rijen 60 centimeter of in de rij 10 centimeter en tussen de rijen 140 centimeter. In Limburg worden soms drie planten bij elkaar in één plantgat gepoot. Oogst half juni tot juli.

Voor de verwerkende industrie worden rassen met fijne zaden gebruikt. Omdat de oogst machinaal gebeurt, moeten de peulen afstaan tot rechtop staan, omdat anders de peulen stukgemaaid worden. Voor het verkrijgen van de spreiding van de oogst worden rassen met verschillende vroegheid en verschillende zaaitijden gebruikt.

Teeltschema:
Planten: zaaien in februari/maart, planten in maart, oogsten in juni.
Zaaien: zaaien in maart, oogsten in juli.

De peulen kun je doppen en gedurende 10 tot 15 minuten in zout water koken. Eet tuinbonen niet rauw. Als de bonen taai zijn, kun je het best alleen de helder groene gekookte kern gebruiken. Oude bonen kunnen gepureerd worden verwerkt in dipsauzen of in soep. Uiteraard kun je de bonen ook gekookt, gestoomd of afgekoeld met eventueel een dressing serveren. 







Meer informatie:https://nl.wikipedia.org/wiki/Tuinboon



 

Tuinhibiscus

Hibiscus syriacus
Plant familie: Malvaceae (Kaasjeskruidfamilie) 
Plantenlaag:Struiken 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, groentes, bloemen, wortels, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:september 
Oogsttijd:juli - oktober 
Beschrijving:

De tuinhibiscus (Hibiscus syriacus) of altheastruik (vroeger werd de plant bij het geslacht Althea ingedeeld) is een plant uit de kaasjeskruidfamilie (Malvaceae). De plant komt van nature voor in een groot gedeelte van Azië. Het is de nationale bloem van Zuid-Korea. De plant is in Europa al lang in cultuur. In Engeland wordt de plant 'Syrian Kermie' genoemd. Naar aanleiding van deze naam heeft Carolus Linnaeus de plant zijn botanische naam gegeven.

Tuinhibiscus houdt van vochtige grond en groeit zowel in de halfschaduw als in de volle zon. Dit is een van de weinige soorten Hibiscus, die in België en Nederland in de tuin kan worden geplant omdat de plant winterhard is.

Het is een bladverliezende struik of kleine, houtige heester, die in het westen van Europa 2-3 m hoog kan worden. De appelgroene, 4–8 cm grote, ovale bladeren zijn drielobbig. De 5-10 cm brede bloemen verschijnen solitair in de bladoksels van de bovenste bladeren aan de jonge scheuten. Er bestaan vele cultivars van de tuinhibiscus met enkele, halfgevulde en gevulde bloemen. De bloemkleuren kunnen wit, blauw, roze, rood en paars zijn.

In zonnige zomers kan de tuinhibiscus van augustus tot oktober bloeien, maar in regenachtige zomers kunnen de ongeopende bloemknoppen afvallen. Verschillende delen van de tuinhibiscus zijn eetbaar.

De jonge bladeren kunnen rauw en gekookt worden gegeten, rauw een welkome aanvulling in een salade en gekookt bereiden zoals spinazie. De bloemen zijn ook eetbaar, prachtig als kleurrijke garnering of in de salade. Er kan ook thee worden gezet van de bladeren en de bloemen.  De wortel is gekookt eetbaar maar op zichzelf weinig smaakvol.





Meer informatie:http://pfaf.org/user/Plant.aspx?LatinName=Hibiscus



 

Tuinkers

Lepidium sativum
Plant familie: Brassicaceae (Kruisbloemenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, groentes, éénjarig,  
Bloeitijd:nvt 
Oogsttijd:maart - oktober 
Beschrijving:Tuinkers (Lepidium sativum) is een plant uit de kruisbloemenfamilie (Brassicaceae). De plant wordt tot 40 cm hoog. Tuinkers wordt ook wel cressonette, sterrekers of bitterkers genoemd en is afkomstig uit Noord-Afrika. De smaak van tuinkers varieert van pittig tot scherp.

Tuinkers wordt in bakjes verkocht, waarbij de kers zich nog op een voedingsbodem bevindt. De tuinkers wordt gegeten als het nog pas een paar dagen oud is en alleen bestaat uit een steeltje en wat kleine blaadjes. Tuinkers wordt voornamelijk rauw gebruikt in salades en als garnering van broodjes en koude voorgerechten. Een traditioneel gerecht in Nederland is beschuit bestreken met boter, bestrooid met suiker en daaroverheen tuinkers (of net andersom). Soms wordt daarna nog wat citroensap toegevoegd.

Tuinkers verliest zijn smaak als de plant gedroogd wordt en kan daarom alleen vers gegeten worden.

Tuinkers geeft wortelen een kruidachtige smaak. De groene steeltjes zijn rijk aan vitaminen en mineralen zoals calcium en ijzer. Tuinkers ontkiemt na een dag en kan zo'n elf tot veertien dagen na het zaaien gegeten worden. De steeltjes zijn dan zo'n 5 à 8 cm lang.

Tuinkers kan in de buitenlucht worden gekweekt, maar onder glas worden betere resultaten bereikt, aangezien de planten snel moeten groeien. De tuinkers kan worden gekweekt op alles wat vocht vasthoudt, bijvoorbeeld op een prop watten of een lapje.






Meer informatie:http://www.de-natuur.be/pages/tuinkers.html#teelt



 

Tuinmelde

Atriplex hortensis
Plant familie: Amaranthaceae (Amarantenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, inheems, volle zon, groentes, éénjarig,  
Bloeitijd:juli - augustus 
Oogsttijd:april - september 
Beschrijving:

De tuinmelde wordt ook wel bergspinazie of Franse spinazie genoemd en is inheems in Europa.

Het is een eenjarige bladgroente, maar zaait zichzelf gemakkelijk uit als je een plant laat doorschieten en tot bloei laat komen. Waardoor het in de praktijk al snel meerjarig wordt. De plant wordt 1 tot 2 meter hoog.

Tuinmelde houdt van voedselrijke, vochtige grond en staat het liefste in de volle zon.

Teeltschema:
Zaaien in maart t/m augustus.
Oogsten in april t/m september.

Het blad wordt geoogst als de plant 20 centimeter hoog is. Deze plant kan groeien op bijna alle grondsoorten. Er bestaan groenbladige en donkerroodbladige rassen. De plant kan in maart worden gezaaid, waarna er vanaf april tot aan september van geoogst kan worden. 

De tuinmelde kan op dezelfde manier als spinazie worden gekookt of rauw aan salades worden toegevoegd. De tuinmelde smaakt spinazieachtig en bevat veel ijzer.

De zaden van de tuinmelde zijn gekookt eetbaar, er kan meel van worden gemaakt wat kan worden toegevoegd aan soepen of aan ander meel om brood mee te bakken. 

Naast deze soort is ook de Atriplex nuttallii een eetbare melde die door de Plants for a Future Database wordt genoemd. 





Meer informatie:http://www.groentenfruit.nl/index_product.asp?pg=1



 

Turkse raket

Bunias orientalis
Plant familie: Brassicaceae (Kruisbloemenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, groentes, bloemen, meerjarig,  
Bloeitijd:mei - augustus 
Oogsttijd:april - oktober 
Beschrijving:

De Turkse raket is een vaste meerjarige bladplant die tot een hoogte van 90cm kan groeien. 

De plant houdt van een diepe, voedselrijke, ietwat vochtige grond en staat het liefste in de volle zon. Overigens doet de plant het ook goed op minder gunstige grond.  

De plant kan o.a. in het voorjaar april/mei uit zaad worden opgekweekt. 

Het blad van de Turkse raket kan rauw en gekookt worden gegeten. Het heeft een pittige smaak wat een beetje als rucola smaakt. Het blad is rauw lekker in salades en de scheuten (gebleekt) kunnen gekookt of gestoofd worden. Het blad is al vroeg in het voorjaar beschikbaar en kan tot laat in de herfst worden geoogst. 

Turkse raket bloeit met kleine gele bloemetjes die worden bestoven door insecten zoals hommels en bijen. De plant is zelfbestuivend. Zowel de bloemstelen als de bloemen zijn vers en gekookt goed eetbaar. Ze kunnen gebruikt worden zoals broccoli.





Meer informatie:https://www.pfaf.org/user/plant.aspx?LatinName=Bun



 

Ui

Allium cepa
Plant familie: Alliaceae (Lookfamilie) 
Plantenlaag:Knolgewassen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, inheems, volle zon, groentes, kruiden, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:juni - juli 
Oogsttijd:augustus - september 
Beschrijving:

Alium Cepa is de gewone ui, ook wel tuinui of ajuin genoemd, het is de veel voorkomende gecultiveerde ui en groeit tot een hoogte van 60cm. Uien staan het liefst in diepe, voedselrijke, ietwat vochtige grond en groeien het beste in de volle zon.

Uit geschriften van rond 3000 v.Chr. blijkt dat de ui voor het eerst in delen van Azië werd verbouwd. In deze periode kwam de ui ook voor in China en later ook in het oude India. Vanuit India is de ui naar Griekenland en Egypte gebracht. In decoraties en hiërogliefen van piramides komt de ui veelvuldig voor. De piramidebouwers kregen uien als rantsoen. Aangenomen werd dat de ui de fysieke kracht bevorderde en ziekten hielp voorkomen. Uien werden ook in graftombes gelegd voor in het volgende leven. Ze waren tegelijkertijd voedsel en medicijn tijdens de reis naar het hiernamaals. Ook zou de schil door de structuur gezien worden als een symbool van eeuwigheid.

De ui is een bolgewas en is verwant aan de prei, bieslook en knoflook. Deze bolgewassen slaan voedsel op in een bol die de winter overleeft en daardoor kunnen ze als eerste planten in de lente boven de grond komen en bloemen vormen en zich voortplanten. Bolgewassen bevatten veel suiker, waardoor ze niet snel doodvriezen en lang zonder voedsel kunnen.

De teelt van zaaiuien gebeurt op akkerbouwbedrijven en vindt voornamelijk plaats in Noord-Groningen, Noord-Friesland, Zeeland, Flevoland, Zuid-Holland en Noord-Holland. Ze worden vanaf de tweede helft van maart tot de eerste helft van april gezaaid. De oogst vindt afhankelijk van het ras plaats in augustus of september. De laat geoogste uien worden meestal bewaard. 

In deze database staan de best eetbare allium soorten die van nature in Europa voorkomen of hier al lange tijd ingeburgerd zijn. In de Plants for a Future Database zijn daarnaast ook nog een flink aantal goed eetbare allium soorten te vinden die in andere delen van de wereld groeien maar die het ook in ons klimaat waarschijnlijk goed zouden doen. Wil je weten welke allium soorten dit zijn kijk dan in de Plants for a Future Database (www.pfaf.org).









Meer informatie:http://nl.wikipedia.org/wiki/Ui_%28plant%29



 

Valse salomonzegel

Smilacina racemosa
Plant familie: Asparagaceae (Aspergefamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, halfzon/halfschaduw, schaduwplant, fruit, groentes, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:mei - juni 
Oogsttijd:augustus - oktober 
Beschrijving:

Valse salomonszegel komt van origine uit Noord-Amerika. De plant kan tot 1 meter hoog worden. 

Valse salomonszegel houdt van vochtige, voedselrijke grond en groeit zowel in de volle schaduw als in de halfschaduw. Het is een goede bodembedekker voor in een meerlagig voedselbos. 

Het is een langzaam groeiende plant maar ijzersterk en heeft een kruipende wortelstok. Een prachtige groene bladplant met sierlijke, dicht bebladerde stelen waarvan het blad in het najaar warm goudgeel verkleurt. 

De jonge scheuten enjonge bladeren kunnen worden gekookt worden gegeten, de bereiding is een beetje zoals spinazie en/of asperges. 

De plant bloeit met crèmewitte bloempluimen. De enigszins gebogen bloeitrossen ontluiken in mei en zijn tot 15 cm lang. De bloemen worden bestoven door insecten. 

In het najaar verschijnen er koraalrode bessen. Deze bessen kunnen rauw gegeten worden en worden verwerkt in jams en sauzen. Het fruit is klein maar zit in grote hoeveelheden bij elkaar waardoor het gemakkelijk te oogsten is. Het heeft een lekkere bitter zoete smaak. Beperk de consumptie van het fruit enigzins omdat het een laxerende werking kan hebben. 

Een eetbaar familielid die in ons klimaat ook groeit is de Smilacena stellata.

 





Meer informatie:http://www.tuinkrant.com/plantengids/vasteplanten/



 

Veldsla

Valerianella locusta
Plant familie: Caprifoliaceae (Kamperfoeliefamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, groentes, éénjarig,  
Bloeitijd:april - mei 
Oogsttijd:maart - januari 
Beschrijving:

Veldsla (Valerianella locusta, Valerianella olitoria) is een plant uit kamperfoeliefamilie (Caprifoliaceae) en is inheems in Europa. Het zijn kleine, donkergroene, lepelvormige slablaadjes die in trosjes groeien. De blaadjes hebben een zeer aromatische smaak.

Veldsla houdt van zowel droge als vochtige grond en staat het liefste in de volle zon. 

Het is een slasoort die via verschillende teelten bijna het hele jaar te oogsten is.

Veldsla kan zowel koud als warm gegeten worden bij slaatjes, voorgerechten, in soepen en bij vlees, vis of gevogelte. Veldsla  is ook goed te gebruiken als garnering bij soep of omeletten. Snij daarvoor de blaadjes fijn zoals bij peterselie. 

De bloemstelen en bloemetjes zijn ook prima te eten. 

Teelt in de vollegrond:
Voorjaars- en zomerteelt: zaaien op rijen met een rijafstand van 15 cm. Na het zaaien licht aanharken en de grond aandrukken. Na opkomst de planten uitdunnen tot 4 cm in de rij. De opbrengst bedraagt ongeveer 1,5 kg/m².

Herfstteelt:
breedwerpig of op rijen vanaf half augustus tot eind september zaaien. De rijafstand bedraagt 15 centimeter. Na het zaaien licht aanharken en de grond aandrukken. Na opkomst de planten uitdunnen tot 4 cm in de rij. Bij dichtere stand kan makkelijk smet (rot) optreden. Geoogst kan worden in december als de plantjes 10 cm hoog zijn. Later kunnen de planten doodvriezen. De opbrengst bedraagt ongeveer 1,5 kg/m².

Teelt onder glas:
Winterteelt: breedwerpig zaaien vanaf eind september tot eind oktober onder glas of platglas. Bij deze teelt wordt er niet uitgedund. Na het zaaien het zaad licht inharken en de grond aandrukken. Het zaaibed moet tot de opkomst vochtig gehouden worden. Ook wordt er wel op perspotjes gezaaid. Geoogst kan worden vanaf half november tot half februari. De opbrengst bedraagt ongeveer 1,5 kg/m².

Zaadteelt:
De teelt van zaad werd gedaan op de duinzandgronden van Noord-Holland, vandaar de rasnaam 'Grote Noordhollandse'. In november en december werd op rijtjes met een rijafstand van 30 cm gezaaid en in de rij bedroeg de plantafstand 2 cm. In april en mei bloeiden de planten en in juli viel het rijpe zaad op de grond. Dit werd uit de grond gezeefd.







Meer informatie:http://nl.wikipedia.org/wiki/Veldsla



 

Veldzuring

Rumex acetosa
Plant familie: Polygonaceae (Duizendknoopfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, inheems, volle zon, halfzon/halfschaduw, groentes, kruiden, vlinderplant, geneeskrachtig, meerjarig,  
Bloeitijd:mei - augustus 
Oogsttijd:februari - november 
Beschrijving:

De veldzuring is een meerjarige rechtopgroeiende plant die tot 60 cm hoogte kan groeien, de plant is inheems in Europa. 

Veldzuring houdt van ietwat vochtige grond en groeit zowel in de halfschaduw als in de volle zon.

De bladeren zijn pijlvormig.

De veldzuring bloeit met aren van kleine roodgroene bloemen. De plant is tweehuizig, er zijn planten met mannelijke bloemen en planten met vrouwelijke bloemen. Je hebt beide planten nodig om zaad te krijgen.  De veldzuring wordt door de wind bestoven.

Zuring is een van de eerste groene planten die in het voorjaar te voorschijn komt. Vroeger werd hij als vervanger van appels in appeltaarten en appelflappen gebruikt, als het appelseizoen voorbij was. De plant is rijk aan vitamine C.

De bladeren kunnen vaak al in februari geplukt worden. Rauw zijn ze heerlijk koel en pittig, maar wat zuur. Gekookt kan hij als spinazie gegeten worden, maar ook worden toegevoegd aan soep en omelet. Ook lekker als groentesaus. In Frankrijk wordt het blad toegevoegd aan zware aardappel-, linzen- en wittebonenschotels en aan zwaar, vet voedsel zoals varkensvlees, vette vis en avocado.

Omdat het oxaalzuur bevat met mate gebruiken.

Ook wordt het gebruikt bij spijsverteringsstoornissen.

De Plants for a Future Database geeft aan dat naast de veldzuring ook de volgende soorten zuring die in het Nederlandse klimaat te groeien zijn goed te eten zijn: Rumex acetoselle, Rumex alpinus en Rumex scutatus.





Meer informatie:http://wilde-planten.nl/veldzuring.htm



 

Venkel

Foeniculum vulgare
Plant familie: Apiaceae (Schermbloemenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, inheems, volle zon, groentes, kruiden, bloemen, zaden, vlinderplant, bijenplant, geneeskrachtig, meerjarig,  
Bloeitijd:juli - oktober 
Oogsttijd:april - oktober 
Beschrijving:

Uit in Egypte gevonden papyrus rollen blijkt dat venkel al lang voor het begin van onze jaartelling al bekend was. De gezonde aspecten van venkel zijn ook al sinds de oudheid bekend. Zo kenden de oude Egyptenaren en Grieken de plant als groente en geneeskrachtig kruid.

De venkel is een sterk geurende grote grijsgroene overblijvende plant met stevige stengels die tot twee meter hoog groeit. Venkel heeft een voorkeur voor een plek in de zon en groeit zowel op goed doorlatende als ietwat vochtige gronden. 

Alle delen van de plant zijn eetbaar: stengels, bladeren, zaden, knol. Alle delen hebben een frisse, nootachtige smaak, maar de dunne stengels, het blad en de zaden zijn het meest bruikbaar. Venkel past o.a. goed bij visgerechten. De venkelknol bij de groenteman is de gekweekte zoete (knol)venkel.

De bladeren van de venkel zijn draadachtig en aromatisch.

Venkel bloeit met schermen van mosterdgele bloemen. De bloemen zijn hermafrodiet, ze bevatten zowel de mannelijke als de vrouwelijke delen enwordenbestoven door insecten. Venkel trekt onder meer zweefvliegen aan waarvan de larven bladluizen eten. 

Venkel heeft ook geneeskrachtige eigenschappen, het ontspant de maag, darmen en bronchien, stimuleert de melktoevloed, stilt reumatische en spierpijnen, werkt ontstekingsremmend op oogbindvliesontsteking.





Meer informatie:http://www.plantaardigheden.nl/plant/beschr/gonnve



 

Vijfdelig kaasjeskruid

Malva alcea
Plant familie: Malvaceae (Kaasjeskruidfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, inheems, volle zon, halfzon/halfschaduw, groentes, bloemen, zaden, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:juli - oktober 
Oogsttijd:augustus - oktober 
Beschrijving:

Het vijfdelig kaasjeskruid (Malva alcea) is een plant uit de kaasjeskruidfamilie (Malvaceae) en is in heems in de benelux.

Net als andere Malva soorten is het vijfdelig kaasjeskruid ook goed eetbaar.

Vijfdelig kaasjeskruid kan tot 1.2 meter hoogte groeien. De plant groeit het best in  vochtige grond en heeft een voorkeur voor de volle zon en de halfschaduw. 

De plant heeft vijflobbige bladeren. De bladeren kunnen gekookt worden als spinazie, maar kunnen ook rauw in salades worden gegeten. De plant produceert nieuwe bladeren van het voorjaar tot in het midden van de zomer. 

Het vijfdelig kaasjeskruid bloeit met roze bloemen. De bloem bestaat uit vijf kroonbladen. De bloemen zijn hermafrodiet, ze bevatten zowel de mannelijke als de vrouwelijke delen en worden bestoven door insecten zoals hommels en bijen. De bloemen zijn goed eetbaar en staan mooi in een salade. Er kan ook een thee van worden gezet. 

De jonge zaden kunnen ook rauw of gebakken gegeten worden als ze nog groen zijn. Ze hebben een nootachtige smaak.

Er zijn nog meer eetbare Malva soorten te vinden in de Plants for a Future Database (www.pfaf.org). 





Meer informatie:http://pfaf.org/user/Plant.aspx?LatinName=Malva+al



 

Vijgenboom

Ficus carica
Plant familie: Moraceae (Moerbeifamilie) 
Plantenlaag:Lage bomen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, fruit, meerjarig,  
Bloeitijd:mei 
Oogsttijd:september - oktober 
Beschrijving:

De gewone vijgenboom (Ficus carica) is inheems in Zuid Europa en Noord Afrika. In het Nederlandse klimaat wordt de vijg niet een grote boom maar groeit eerder tot een brede struik tot 6 meter hoogte. De vijg houdt van een ietwat vochtige grond en staat graag op een beschutte warme en zonnige plaats. In Nederland is het aan te raden om een vijg dichtbij een muur op het zuiden te plaatsen. De vijg kan tegen zachte winters maar bij een strenge winter is het belangrijk de vijg te beschermen tegen vorst. 

De bladeren zijn dik en leerachtig. Ze kunnen 30 x 25 cm groot worden. De bladeren hebben een hartvormige voet en zijn drie- tot vijflobbig. De vijgenboom heeft kleine bloemen. Ze zijn opgesloten in een bijna gesloten bloembodem die vlezig is. De mannelijke bloemen zitten vlak bij de opening.

De bevruchting van de vijgenboom geschiedt door symbiose met een galwesp, die zowel zichzelf als de vijg voortplant. De vijgenwesp komt in Nederland niet voor. De onbevruchte bloem kan hierdoor niet afrijpen en valt af.
Om toch ook in ons gematigde klimaat eetbare vruchten te krijgen zijn er cultivars ontwikkeld die vruchten ontwikkelen zonder dat er een bevruchting aan te pas komt. Een voordeel van deze maagdelijke vruchtzetting is dat deze variëteiten vrij zijn van pitten. 

De rijpe vruchten variëren van donker purperrood, groen en geelachtig tot bijna wit en kunnen 4 tot 8 cm lang worden. Vijgen zijn vers goed te eten en heerlijk zoet. Door vijgen te drogen kun je ze over langere tijd bewaren. Vijgen kunnen daarnaast verwerkt tot tot jam en je kunt er ook lekkere taart mee maken. 





Meer informatie:http://nl.wikipedia.org/wiki/Vijgenboom



 

Viltroos

Rosa villosa
Plant familie: Rosaceae (Rozenfamilie) 
Plantenlaag:Struiken 
Plantenfuncties:verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, fruit, bloemen, vlinderplant, bijenplant,  
Bloeitijd:juni - augustus 
Oogsttijd:augustus - oktober 
Beschrijving:

De viltroos staat op de Nederlandse Rode lijst van planten als zeldzaam en sterk afgenomen. De plant komt van nature voor in Midden- en Zuid-Europa en West-Azië. De struik komt voor in heggen, struwelen en op open plekken in loofbossen. De viltroos wordt ook aangeplant.

De struik wordt 0,8-2 m hoog. De stuiken houden van vochtige grond en kunnen zowel in de halfschaduw als in de volle zon groeien.  De aan weerszijden behaarde tot viltige, grijsgroene bladeren hebben aan de onderkant klieren, die na wrijven een harsachtige geur afgeven. De slanke stekels zijn recht of iets gebogen en duidelijk langer dan breed.

De viltroos bloeit van juni tot augustus met licht zoetgeurende, 4 cm grote, roze bloemen. De steel van de bloem is bezet met gesteelde klieren.

De 3-4 cm grote, donkerrode vrucht is een rozenbottel, die eetbaar is. Na de bottelroos  (Rosa rugosa) is dit volgens de Plants for a Future Database de best eetbare wilde rozen soort. De rozebottel kan o.a. tot jam, gelei en chutney worden verwerkt. 

De bladeren kunnen worden gebruikt om thee mee te zetten. 





Meer informatie:http://nl.wikipedia.org/wiki/Viltroos



 

Vlas

Linum usitatissimum
Plant familie: Linaceae (Vlasfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:verwerkt eetbaar, volle zon, groentes, zaden, bijenplant, geneeskrachtig, éénjarig, overig,  
Bloeitijd:juni - juli 
Oogsttijd:augustus - september 
Beschrijving:

Vlas (Linum usitatissimum) is een gewas dat al lang verbouwd wordt, voornamelijk voor de productie van linnen en lijnzaadolie. Er zijn blauwbloeiende en witbloeiende rassen. Daarnaast zijn er rassen met bruine zaden en rassen met gele zaden.

Vlas houdt van vochtige grond en groeit het liefste in de volle zon. 

De zaden zijn ongeveer 5 mm lang. De rassen kunnen naar gebruik als volgt worden ingedeeld:

  * Olievlas: voor lijnzaadolie (eetbaar)
  * Vezelvlas: voor linnen, al meer dan zesduizend jaar geteeld
   
Planten van olievlas zijn korter en meer vertakt dan die van vezelvlas en worden verbouwd voor de zaden waar olie uit gewonnen wordt. De zaden kunnen worden gebruikt voor brood en ontbijtgraan, ook kun je de zaden laten ontkiemen en zijn de ontkiemende plantjes als spruitgroente te eten. Tot slot kan er ook olie worden geperst van de zaden. 

Vezelvlas wordt geteeld om de vezel. De vezel bestaat uit een bundel van cellen, waarvan de celwanden verdikt zijn met cellulose. Om de vezelbundel zitten gelignificeerde cellen, de houtpijp.

Belangrijk is dat de plant tussen de 80 en 120 cm lang is, maar desondanks niet legert en pas zo hoog mogelijk vertakt. Vlas wordt in de eerste helft van april gezaaid. Het bloeit in juni en wordt geoogst in de tweede helft van juli.

De vlasplant wordt met wortel en al uit de grond getrokken om een zo lang mogelijke vezel te behouden. Vroeger gebeurde dit met de hand en werd het vlas in schoven gezet. Dit gaf het typische beeld van de "vlaskapelletjes": kleine bosjes drogend vlas. Tegenwoordig gebeurt het trekken meestal machinaal en wordt het vlas plat op de grond gelegd, een bewerking die in het vakjargon slijten wordt genoemd.

Dat het vlas niet onmiddellijk van het veld wordt verwijderd heeft te maken met het rotingsproces, het roten. Hierdoor wordt de pectine die het lint bindt aan de vezel verwijderd. Dit heet dauwroten. Het vlas wordt dus terug plat op de akker gelegd en moet gekeerd worden, om een egale roting te verkrijgen. Ook hiervoor zijn er aparte machines ter beschikking. Tijdens het zogenaamde keren kan het vlas ook ontzaad worden. Dit is het keerrepelen, waarbij de zaadbollen enkele dagen later bij het keren verwijderd worden. Bij het trekrepelen wordt tegelijkertijd het stro van de zaadbollen ontdaan. Het trekken geeft het al of niet ongerepelde vlas.

In de oude situatie werd het vlas niet op het veld gedauwroot. Het ongerepelde vlas werd opgeslagen in grote vlasschuren. Daarna werd het gerepeld. Bij het repelen wordt de zaadbol van de stengel verwijderd. Voor het verwijderen van de bast moet het vlas daarna geroot worden. Vroeger gebeurde dat in de rivier (daarom werd in België de Leie de "gouden rivier" genoemd). In Nederland gebeurde dit onder andere in de Binnenmaas in de Hoekse Waard en het Waaltje, een dode rivierarm die door en langs de dorpen Heerjansdam en Rijsoord loopt. Ook vennen, waarvan sommigen nog steeds 'Rootven' genoemd worden, werden voor dit doel gebruikt. Later werd het rootproces ook uitgevoerd in grote betonnen bakken met meestal een inhoud van 100 kubieke meter. Daarin werd het vlas 100 uur in water van 100 graden Fahrenheit (37,8 °C) ondergedompeld. In dorpen zoals 's-Gravendeel en Rijsoord stonden tientallen van deze bakken. Dit proces leverde de mooiste kwaliteit linnen op. De vlaswerkers hadden echter nogal eens te kampen met vlaskoorts, veroorzaakt door de boterzuurbacterie die bij het roten vrijkwam. Sinds 1968 is deze wijze van werken snel teruggelopen door de concurrentie uit onder andere Rusland.

Tegenwoordig gebeurt het roten op het veld (dauwroten). Door het gerote vlas te braken en te zwingelen (hout uit de vezel verwijderen) komt de vezel vrij (lange vezel). De stukjes kern (houtpijp) worden scheven genoemd. Deze scheven worden (als toevoeging) gebruikt in meubelplaten, bouwplaten en isolatiemateriaal. Bij het zuiveren van de scheven komt nog wat vlasvezel vrij (kortevezel) dat samen met lompen wordt vermalen tot grondstof voor de papierfabricage. Hier wordt oud-Hollands papier, bankpapier of sigarettenpapier van gemaakt. Ook kan het verwerkt worden in isolatiemateriaal en producten voor vormdelen in auto's.

Na het zwingelen wordt gehekeld. Hierbij worden de vezels tot hekelband gemengd. De lange vlasvezels worden gekaard en gekamd om ze geschikt te maken voor het spinnen van fijne garens. Het vlasgaren wordt geweven tot doek en na bleking geeft dit het gebleekte linnen. De hekelsnuit, de kamresten en de andere korte vezels worden gekaard waarbij alle vezels in dezelfde richting komen te liggen en gesponnen tot lokkengaren, grove draden (vlastouw, werk of etoupe). De korte vezels, heede genaamd, worden ook gebruikt voor de productie van touw dat door twijnen of slaan verkregen wordt.

Op de vlasplant zitten even veel korte als lange vezels, welke tegenwoordig ook droog gesponnen tot middelmatig fijne garens kunnen worden verwerkt of d.m.v. cotonisatie (verder ontbinden van de vezels door chemicaliën) of versnijden op katoenmachines goedkoop kunnen worden gesponnen.

De fijnste lange vezels worden op natspinmachines (de lont loopt hier via warm water) tot uiterst fijne garens gesponnen die door het gebruikte water zoveel cohesie hebben gekregen, dat ze weinig uitstekende vezels hebben en meteen geschikt zijn om als ketting te worden gebruikt(zonder eerst gelijmd (gesterkt) te worden). Dit maakte het vlasgaren lang een ideaal kettinggaren tegenover katoen, dat in enkeldraads steeds gesterkt moet worden.

Tot in de achttiende eeuw was de vlasvezel in Europa naast wol de belangrijkste grondstof voor textiel, maar in de negentiende eeuw is hij als zodanig verdrongen door katoen. De teelt kan zich nu alleen nog staande houden met behulp van subsidies.

In Europa is de vezelvlasteelt voor linnen geconcentreerd in Zuid-Nederland (Zeeuws-Vlaanderen), België en Noord-Frankrijk. Ook Normandië heeft zijn "capitale du lin". In Nederland wordt vlas zowel voor de vezel als voor zaaizaad geteeld. De vlasteelt binnen de drie klassieke productielanden is mede dankzij een gerichte promotie in de laatste 25 jaar bijna verdriedubbeld en omvat meer dan 100.000 hectare. Meer dan 70 % van het linnen heeft bestemming mode. Productie daarvan geschiedt in lage-loonlanden welke zonder verwerking van vezel afkomstig uit West-Europa onmogelijk een product kunnen fabriceren dat aan de kwaliteitseisen voor de rijke wereld voldoet. De expansie van de markt voor vezelvlas heeft bijna geheel op Franse bodem plaatsgevonden, van 25.000 naar 75.000 ha, mede dankzij de ontwikkeling van eigen Franse vlasrassen. De tijd dat Nederland toonaangevend was als exporteur van zaaizaad is inmiddels lang voorbij. Dit is mede oorzaak van het feit dat het vlasareaal in Nederland niet explosief is gestegen.









Meer informatie:http://nl.wikipedia.org/wiki/Vlas



 

Vlier

Sambucus nigra
Plant familie: Adoxaceae (Muskuskruidfamilie) 
Plantenlaag:Lage bomen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, inheems, volle zon, halfzon/halfschaduw, fruit, kruiden, bloemen, windkering, omheining, bijenplant, geneeskrachtig, meerjarig, overig,  
Bloeitijd:mei - juni 
Oogsttijd:september - oktober 
Beschrijving:

De vlier, ook wel bekend als gewone vlier, is een snelgroeiende struik met een kurkachtige schors die tot 10 meter hoog kan groeien. De vlier is inheems in Europa. 

De vlier heeft een voorkeur voor voedselrijke ietwat vochtge grond en groeit van orgine in bosranden en kan zowel in de halfschaduw als volle zon groeien. De vlier kan goed gebruikt worden in een omheining of afscheiding samen met andere struiken en lage bomen. 

De bladeren zijn groot, donkergroen en enigzins getand en staan meestal in groepjes van vijf. Thee van vlierbladeren werkt bloedreinigend, versterkt de afweer en wordt ingezet bij reuma, griep en verkoudheid.

De vlier bloeit met grote witte schermen, de bloemen bevatten zowel de mannelijke als de vrouwelijke delen en wordt bestoven door (zweef)vliegen. De vlier is zelfbestuivend. De jonge knoppen kunnen worden ingelegd of toegevoegd aan salades. De bloemschermen kunnen gebruikt worden voor limonade of mousserende wijn; ook zijn ze gefrituurd te eten.

Zweefvliegen die aangetrokken worden door de vlier leggen eieren en de larven die daaruit komen eten bladluizen. Het aanplanten van één of meerdere vlierstruiken kan daarom goed helpen bij de natuurlijke bestrijding van bladluizen in je permacultuurtuin. 

De rijpe roodzwarte bessen die in trossen groeien zijn geschikt om o.a. sap, wijn, jam en hoestsiroop van te maken. Het is belangrijk om ze goed door te koken. Onrijpe vlierbessen zijn giftig, ze bevatten de toxische stof sambunigrine. 

Daarnaast is de vlier ook te gebruiken voor bepaalde kleurstoffen, en kan een uitgeholde vliertak dienst doen als fluitje. De eetbare paddenstoel judasoor kan regelmatig gevonden worden op de vlier. 

Twee familieleden van de gewone vlier uit Amerika die ook in ons klimaat te groeien zijn en eetbare kwaliteiten hebben zijn: Sambucus caerulea en Sambucus canadensis.







Meer informatie:http://www.plantaardigheden.nl/plant/beschr/wel/vl



 

Vossebes

Vaccinium vitis-idaea
Plant familie: Ericaceae (Heidefamilie) 
Plantenlaag:Struiken 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, inheems, volle zon, halfzon/halfschaduw, fruit, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:mei - juli 
Oogsttijd:augustus - oktober 
Beschrijving:

De vossebes, rode bosbes, hondsbes of airelle komt van nature voor in Noordwest-Europa.

Het is een kleine, groenblijvende struik van 40 cm hoog. De vossebes heeft ietwat vochtige en zure grond nodig (PH 4,5 tot 6) en kan zowel in de halfschaduw als in de zon groeien. Deze plant is zeer geschikt voor vochtige heidetuinen met een dunne, zure bovenlaag. 

De vossebes bloeit met wit/rose bloemetjes en wordt door insecten zoals hommels en bijen bestoven. De meeste rassen zijn zelfbestuivend, maar kruisbestuiving is nuttig voor een hogere productie. Het kan daarom nuttig zijn om meerdere struikjes te planten.  

De rode bessen kunnen tot 6 mm groot worden en bevatten een natuurlijk conserveringsmiddel (benzoezuur) en zijn heel geschikt voor het maken van jam of gelei. Rauw smaken ze, net als cranberry's vrij scherp.

In deze database staan de best eetbare vaccinium soorten die van nature in Europa voorkomen of hier al lange tijd ingeburgerd zijn. In de Plants for a Future Database zijn daarnaast ook nog een flink aantal goed eetbare vaccinium soorten te vinden die in andere delen van de wereld groeien maar die het ook in ons klimaat waarschijnlijk goed zouden doen. Wil je weten welke vaccinium soorten dit zijn kijk dan in de Plants for a Future Database (www.pfaf.org).  







Meer informatie:http://nl.wikipedia.org/wiki/Vossebes



 

Walnoot

Juglans regia
Plant familie: Juglandaceae (Okkernootfamilie) 
Plantenlaag:Hoge bomen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, inheems, volle zon, noten, houtproductie, meerjarig,  
Bloeitijd:mei - juni 
Oogsttijd:oktober - november 
Beschrijving:

De walnoot, ook wel okkernoot genoemd, is een bladverliezende boom die tot 20 meter hoog en tot 20 meter breed kan worden. De walnoot staat het liefst in de volle zon, op een ietwat vochtige goed doorlatende grond en op een plek beschut tegen al te sterke wind.

De walnoot komt van nature voor in Iran, Centraal-Azië en China, maar is ondertussen in West-Europa reeds lang ingeburgerd. De walnoot komt af en toe in het wild voor, vaak met enkele bij elkaar bij een bosrand.

Walnoten passen goed in onze omgeving. Ze geven veel schaduw en het is er dan ook goed toeven als de temperaturen in de zomer hoog oplopen. Door de aromatische bladeren mijden vliegen en muggen de omgeving van de boom. 

Walnoten zijn eenhuizig, ze hebben losstaande mannelijke en vrouwelijke bloemen en beide komen voor op dezelfde plant. De mannelijke katjes verschijnen op de de nieuwe groei van de boom, de vrouwelijke bloemen verschijnen in trosjes op het oudere hout. Walnoten worden door de wind bestoven en zijn over het algemeen zelfbestuivend. Het helpt altijd om meerdere bomen bij elkaar te zetten. Dit kan voor betere bestuiving zorgen en voor meer noten. Maar gezien de ruimte die ze innemen is dat niet voor iedereen mogelijk. Plant je maar 1 walnoot aan, kies dan voor een ras wat goed zelfbestuivend is. Op wikipedia is een lijst te vinden van de verschillende walnoot rassen.  

De vrucht kan 30 tot 40mm groot worden en wordt omgeven door een harde, tweedelige schaal, de dop. Tijdens de groei aan de boom is ze ook nog beschermd door een stevige groene bolster die bij de rijping open barst. De vruchten, de walnoten, zijn op hun best wanneer ze tamelijk rijp en droog zijn, eind oktober en november. Laat de noten in de dop drogen.

Walnoten zijn vers goed te eten en kunnen ook op verschillende manier verwerkt worden. In Zuid-Frankrijk waar ze een boel voorkomen worden ze o.a. verwerkt tot walnotenlikeur en walnotenolie. Om walnoten in te leggen in zuur, moeten groene, jonge walnoten gebruikt worden. 

Tot slot is ook het hout van walnoten bomen zeer bruikbaar. Het kan onder meer gebruikt worden om meubels, kasten en fineerhout van de maken. 









Meer informatie:http://nl.wikipedia.org/wiki/Walnoot_(vrucht)



 

Wapato

Sagittaria cuneata
Plant familie: Alismataceae (Waterweegbreefamilie) 
Plantenlaag:Waterplanten 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, wortels, meerjarig,  
Bloeitijd:juli - augustus 
Oogsttijd:oktobober - november 
Beschrijving:

De Wapato, familie van het inheemse pijlkruid, komt uit het Noorden van Amerika. 

Het is een oeverplant en staat het liefste in zeer vochtige grond of gedeeltelijke in het water. De plant heeft een voorkeur voor een zonnige plek. 

De wortel van de plant is eetbaar. Rauw is deze een beetje bitter. geroosterd smaken ze zoet. De wortels aan het einde van de wortelstokken zijn het beste. Deze kunnen relatief makkelijk geoogst worden door ze in het water af te breken van de wortels, waarna ze boven komen drijven.

Ook is volgens de PFAF een familielid, de Sagittaria trifolia goed te eten.  



Meer informatie:http://pfaf.org/user/Plant.aspx?LatinName=Sagittar



 

Wasnootboom

Sapindus mukorossi
Plant familie: Sapindaceae (Zeepboomfamilie) 
Plantenlaag:Hoge bomen 
Plantenfuncties:volle zon, houtproductie, overig,  
Bloeitijd:juli - augustus 
Oogsttijd:september - oktober 
Beschrijving:

Er is een alternatief voor de meest gebruikte synthetische wasmiddelen die we gebruiken om onze kleren en ander textiel weer schoon te krijgen. Wasnoten! Nooit van gehoord? Dan wordt het tijd om hierover geïnformeerd te worden. In een aantal Aziatische landen worden de vruchten (noten) van de tropische wasnootboom al eeuwenlang gebruikt als wasmiddel en voor de lichaamsverzorging. In de landen van herkomst worden wasnoten gebruikt om waardevolle stoffen van zijde en met veel borduurwerk te wassen zonder dat zij daaronder te lijden hebben.

De wasnootboom groeit in India, Nepal en Pakistan. Helaas is ons klimaat niet geschikt voor de wasnootboom. Zijn vruchten kunnen pas geoogst worden als de boom minstens 10 jaar oud is. Hij wordt biologisch, kleinschalig geteeld en kan 90 tot 100 jaar oud worden. Er kan heel lang van geoogst worden zonder dat een uitgeloogde bodem overblijft. Het verbouwen van wasnoten is namelijk duurzaam en bodembeschermend. In de dop zit saponine, een stof die net zo werkt als zeep. Komt hij met water in contact, dan wordt de saponine opgelost en werkt hij net zo als de ons bekende wasmiddelen.

De zeepboomfamilie omvat meer dan 2000 soorten. Meestal worden de noten van Sapindus mukorossi gebruikt. Het is de ‘grote wasnoot’. Sapindus trifoliatus is de ‘kleine wasnoot’ die in Zuid-India voorkomt. Zijn wasprestatie is wat minder.
Saponine wordt door de boom geproduceerd als afweermiddel tegen schadelijke insecten, schimmels en bacteriën.

De wasnootboom kan 20 m hoog kan worden. Hij heeft een grijze, zachte, afschilferende bast en geveerde bladeren. Hij bloeit met vele mannelijke en vrouwelijke witte bloemen, die in pluimen bij elkaar staan. Zij ontwikkelen zich tot goudkleurige noten met zachte doppen. Na de oogst in september en oktober worden de rijpe, goudkleurige en plakkerige noten gedroogd. Later worden zij opengebroken, zodat de saponine vrij kan komen. De gedroogde doppen worden voor de verkoop (o.a. export) in katoenen zakjes verpakt. De zwarte pit is nergens voor te gebruiken.

De doppen reinigen stof zonder kleur en vezel aan te tasten. Je hebt geen wasverzachter nodig. Vooral voor mensen met een gevoelige huid, die allergisch zijn tegen synthetische was - en bleekmiddelen zijn de wasnoten ideaal. Wasnoten zijn ook te gebruiken als reinigingsmiddel in de huishouding, als haarwasmiddel en huidverzorgingsproduct.

Wanneer wasgoed extreem vies is (b.v. gras, bloed, sap), kan men het het beste met een biologisch vlekkenmiddel voorweken. Als het heel wit moet zijn, kan men een zuurstofbleekmiddel (percarbonaat; zonder chloor) toevoegen.
Je doet 4-6 halve notendoppen in een linnen zakje of dichtgeknoopte sok en plaatst hem in de wastrommel. Je kunt ermee van 30 tot 90 graden wassen. Bij 30 graden kunnen de doppen een tweede keer gebruikt worden. Als je van een lekker geurtje houdt, kun je enkele druppels etherische olie (lavendel, roos, rosmarijn b.v.) in het wasverzachtervakje doen. Wasnoten zijn voor alle textielsoorten geschikt, zelfs voor wol en zijde. Badstofhanddoeken worden weer heel zacht.

Voordelen van de wasnoten
    * Je kleren hebben minder te lijden onder slijtage.
    * Je huid heeft niet te lijden onder optische witmakers.
    * Je was wordt lekker zacht, ook zonder wasverzachter.
    * Wasnoten zijn goedkoper dan synthetisch wasmiddel.
    * De kleuren blijven langer helder.
    * Het oppervlaktewater wordt niet belast.
    * Wasnoten groeien aan bomen die zuurstof produceren.
    * Ze zijn biologisch volledig afbreekbaar.

1 kg wasnootdoppen is genoeg voor een gezin van 4 personen voor ca. één half jaar, en wel bij 2-3 wasgangen per week. kosten: ca.15 euro. Voor een synthetisch wasmiddel geeft men ca.80 euro per half jaar uit.

Recept voor een allesreiniger (ramen, tegels, auto enz.)
Je kookt 10 halve notendoppen een tijdje in ¾ l water. Je kunt ze dan met een mixer pureren en door een theedoek afgieten. Deze vloeistof vul je in een sproeifles. Klaar is de reiniger. Hiermee kun je milieuvriendelijk schoonmaken wat je maar wilt met een verdunning van 200 ml per 5 l water. Ruiten worden minder snel vies en stoffig.
Je kunt er ook goed mee afwassen als je heet water gebruikt. Hierbij moet je even wennen dat het niet schuimt.

Lichaamsverzorging
Haarwasmiddel van een wasnootaftreksel werkt tegen roos en geeft aan het haar glans en vitaliteit. Het haar wordt niet meer zo gauw vet.
Je kunt er zelfs de tanden mee poetsen. Het aftreksel smaakt een beetje bitter, maar niet vies. Het is geschikt voor gevoelige tanden en tandvlees.

Planten
Met een wasnootaftreksel kun je ook planten besproeien tegen bladluizen.

Toepassing als geneesmiddel
Aftreksels van wortels en bast werken slijmoplossend en verzachtend bij verkoudheid en worden ook ingezet bij uierontsteking van runderen.

Auteur: Brigit Kahlert
website: http://www.stemderbomen.nl









Meer informatie:http://www.sapindusmukorossi.com/



 

Waterkers

Nasturtium officinale
Plant familie: Brassicaceae (Kruisbloemenfamilie) 
Plantenlaag:Waterplanten 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, inheems, volle zon, groentes, bloemen, zaden, bijenplant, geneeskrachtig, meerjarig,  
Bloeitijd:mei - oktober 
Oogsttijd:april - oktober 
Beschrijving:

Waterkers is een meerjarige inheemse waterplant. Waterkers groeit goed in en naast stromend water. Het kruipt of drijft en kan 10 tot 50 cm hoog worden. Het houdt van zeer natte grond en kan onder water staan, en staat het liefst in de volle zon.

Waterkers heeft fraaie, zijdeachtige, groene, licht getande blaadjes.

De bloemen bloeien met kleine bosjes witte bloemen. De bloemen trekken insecten aan. 

De jonge planten zijn tamelijk smakeloos, pluk daarom de oudere, robuustere exemplaren, met het donkere blad, dat een lichte glans heeft.

Rauw is waterkers lekker als toevoeging aan salade of gevulde eieren; het heeft een sterke radijssmaak en is rijk aan vitaminen, mineralen en ijzer. Gekookt als soep is het een delicatesse.

De zaden kunnen worden gekiemt en dan worden gegeten als kiemgroente. De smaak van de kiemen doen een beetje aan mosterd denken. 

Waterkers is eetlustopwekkend, stofwisselingsbevorderend, geldt ook als afrodisiacium en wordt o.a. ook toegepast bij diabetes en reuma.

De Plants for a Future Database noemt ook de bruine waterkers, Nasturtium x sterile als eetbare soort die in het Nederlandse klimaat te groeien is. 





Meer informatie:http://wilde-planten.nl/witte%20waterkers.htm



 

Waternoot

Trapa natans
Plant familie: Trapaceae 
Plantenlaag:Waterplanten 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, groentes, meerjarig,  
Bloeitijd:juni - augustus 
Oogsttijd:augustus - september 
Beschrijving:

Waternoot zijn drijvende, éénjarige planten die matig winterhard zijn. Ze overwinteren vooral in de vorm van noten (vruchtjes) die naar de bodem zakken en waar het volgende jaar weer een stengel met een nieuwe plant uit groeit. Waternoot heeft veel licht nodig, anders gaan de planten verslijmen.

Waternoot haalt het benodigde voedsel direct uit het water, dat liefst behoorlijk van temperatuur is. Daardoor remt waternoot de algengroei en werkt het waterzuiverend. De drijvende bladeren zijn ruitvormig, leerachtig, grof gezaagd en lang gesteeld. Onder water zijn de bladeren tegenoverstaand en lijnvormig. Het is dankzij de bladstelen, die zijn opgezwollen, dat de waternoot drijft. Is de vijver minder dan 50 cm diep, dan verankeren de wortels zich in de vijverbodem.

In de zomer van juni tot juli-augustus bloeien ze met witte bloemen die bij zonsopgang open gaan, maar wel slechts voor enkele uurtjes. Uit de uitgebloeide bloemen ontwikkelen zich later dan bruine en gestekelde vruchtjes. Deze vruchtjes zijn eetbaar en hebben de smaak van kastanjenoten. In de herfst verkleuren de bladeren naar mooi roodbruin wat je maar zelden bij waterplanten treft. Waternoot is mooi in kleine vijvers.

Vermeerdering:
De vruchtjes van de waternoot overwinteren in de modder op de bodem van de vijver. In het voorjaar groeien ze weer uit tot nieuwe planten. Dat kan natuurlijk alleen als de bodem vorstvrij blijft.

In de Plants for a Future database wordt ook de Trapa bicornis genoemd als goed eetbaar familielid van de waternoot. 





Meer informatie:https://pfaf.org/user/plant.aspx?latinname=Trapa+n



 

Westerse persimoen

Diospyros virginiana
Plant familie: Ebenaceae 
Plantenlaag:Hoge bomen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, fruit, houtproductie, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:juni 
Oogsttijd:oktober - november 
Beschrijving:

De Westerse of Amerikaanse persimoen komt van origine voor in het oosten van de Verenigde Staten en kan tot 20 meter hoog groeien.

De boom houdt van ietwat vochtige grond en kan zowel in de halfschaduw als in de volle zon staan. De boom is goed winterhard in het Nederlandse klimaat maar staat graag op een beschutte plek. 

Deze boom werdt vroeger door de oorspronkelijke bewoners van de VS al geteeld voor het fruit en hout.

De westerse persimoen bloeit met kleine witte kelkachtige bloemetjes. De plant is tweehuizig, dit houdt in dat de mannelijke en vrouwelijke bloemen op verschillende bomen groeien. Voor bevruchting is het daarom van belang om zowel mannelijke als vrouwelijke bomen aan te planten. De plant wordt zowel via de wind als via insecten bestoven. 

De oranje vruchten kunnen 4 tot 5cm groot worden. De vruchten hebben een goede zomer nodig om goed rijp te worden en smaken dan vers van de boom heerlijk rijk en zoet. Mochten de vruchten niet helemaal rijp worden dan kan het goed zijn om er een nachtvorst overheen te laten gaan, daar gaan ze ook beter van smaken. De vruchten kunnen daarnaast ook verwerkt worden in gebak, taarten en toetjes. 

Het hout is goed te gebruiken om stelen van gereedschap en golfclubs van te maken. 

De Westerse persimoen is familie van de boom waar kaki fruit aan groeit (Diospyros kaki) wat je zo nu en dan in de supermarkten kunt vinden. De boom waar kaki fruit aan groeit is veel minder winterhard dan de Westerse persimoen en daarom minder geschikt voor ons klimaat. 





Meer informatie:http://en.wikipedia.org/wiki/Diospyros_virginiana



 

Wijnhoed stropharia

Stropharia rugosoannulata
Plant familie: Strophariaceae 
Plantenlaag:Paddenstoelen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, paddenstoelen, meerjarig,  
Bloeitijd:n.v.t. 
Oogsttijd:september - december 
Beschrijving:

De wijnhoed stropharia ook wel bekend als bourgondische paddenstoel, koningsstrpharia, tuingigant of Godzilla paddenstoel is een eetbare paddenstoel die zowel in Amerika als in Europa voorkomt.

Lang niet alle paddenstoelen uit het geslacht Stropharia zijn overigens eetbaar, dus hou het bij deze specifieke soort. De paddenstoel kan relatief makkelijk gekweekt worden.

De paddenstoel komt weinig voor in het wild maar kan goed uitgezet worden op plekken waar goed gemulched wordt met houtsnippers of andere houtresten. Op deze plekken heeft de paddenstoel het zeer naar de zin. De plant lijkt een beetje op eekhoorntjesbrood. 

De paddenstoel kan wel 20 cm hoog worden en de hoed kan een straal bereiken van 30 cm. Het is in verhouding een erg grote paddenstoel vandaar de vele bijnamen.

De paddenstoel kan onder andere gegrild worden en staat als zeer smakelijk bekend. Daarnaast kan de paddenstoel worden gebakken en gekookt in soepen worden verwerkt. 

 





Meer informatie:http://en.wikipedia.org/wiki/Stropharia_rugosoannu



 

Wilde cichorei

Cichorium intybus
Plant familie: Asteraceae (Composietenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, inheems, volle zon, groentes, wortels, bijenplant, geneeskrachtig, meerjarig,  
Bloeitijd:juli - oktober 
Oogsttijd:april - november 
Beschrijving:

Wilde cichorei is een familielid/voorouder van de witlof en de andijvie en is inheems in Europa. Deze meerjarige plant kan tot 120cm hoogte groeien. 

Wilde cichorei houdt van vochtige grond en een plaats in de volle zon. 

De wortel kan in stukjes worden gehakt en als pastinaak worden bereid. Het wordt ook gebruikt in koffie of als surrogaat daarvan. Extracten van de wortel werken plasbevorderend, laxerend en hartslagverlagend.

De jonge bladeren kunnen als salade worden gegeten, zowel de jonge als de oudere bladeren kunnen worden gekookt als andijvie. Vaak wordt de plant geblancheerd, het wordt onder een emmer gegroeid zodat het licht er niet bij komt. De bladeren zijn dan minder bitter maar bevatten ook minder mineralen en vitamines. Ook kan het helpen om de vorst over de bladeren te laten gaan, dat maakt ze ook aanzienlijk minder bitter. 

Wilde cichorei bloeit met prachtige blauwe bloemen die worden bestoven door hommels en bijen.

De plant bevat inuline, wat een gunstige werking heeft op de darmflora en de bloedsuikerspiegel.





Meer informatie:http://wilde-planten.nl/wilde%20cichorei.htm



 

Wilde komkommer

Streptopus amplexifolius
Plant familie: Liliaceae (Leliefamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, inheems, halfzon/halfschaduw, schaduwplant, groentes, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:mei - juli 
Oogsttijd:september - oktober 
Beschrijving:

De wilde komkommer komt van origine voor in o.a. Europa.

Deze meerjarige plant kan tot 1 meter hoog worden maar kruipt of klimt niet zoals de echte komkommer.

De wilde komkommer houdt van vochtige grond en groeit goed zowel in de volle schaduw als in de halfschaduw. Het is bijvoorbeeld een goede bodembedekker voor in een meerlagige bostuin.

Jonge scheuten van de plant kunnen rauw worden gegeten of worden gekookt zoals asperges.

De vruchten kunnen tot 15 mm groot worden en kunnen rauw gegeten worden maar ook worden gebruikt in soepen en stoofpotten. De sappige vruchtjes hebben een komkommersmaak. Het kan laxerend werken als de vrucht in grote hoeveelheden wordt gegeten. 

De Plants for a Future Database geeft aan dat het familielid Streptopus roseus ook eetbaar is en in ons klimaat te groeien is. 





Meer informatie:http://pfaf.org/user/Plant.aspx?LatinName=Streptop



 

Wilde rijst

Zizania
Plant familie: Poaceae (Grassenfamilie) 
Plantenlaag:Waterplanten 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, granen, éénjarig,  
Bloeitijd:juli - september 
Oogsttijd:september - oktober 
Beschrijving:

Wilde rijst (Zizania) is een geslacht van vier soorten grassen. Anders dan de naam doet vermoeden, is wilde rijst geen rijst (hoewel het wel nauw verwant is aan het rijstgeslacht Oryza) en het is eigenlijk ook nog nauwelijks wild, want het wordt voornamelijk commercieel geteeld.

Wilde rijst groeit in rustig, ondiep water in kleine meren en langzaam stromende rivieren. De stengels zijn 1 tot 2 meter lang maar vaak is alleen de bloeiende top boven water te zien.

Drie wilde rijstsoorten zijn inheems aan Noord-Amerika, een vierde komt van nature in Azië voor.

-) Zizania palustris L.
Een eenjarige plant die van nature voorkomt in het Grote Merengebied
-) Zizania aquatica L.
Een eenjarige plant die groeit in de Saint Lawrencerivier en langs de kust van de    Atlantische Oceaan en de Golf van Mexico.
-) Zizania texana A.S. Hitchc.
Een vaste plant die wordt gevonden in een klein gebied langs de San Marcos-rivier in Texas
-) Zizania latifolia (Griseb.) Turcz ex Stapf Een vaste plant die inheems is in China en alleen in tropisch klimaat kan worden verbouwd.

Z. latifolia is bijna uit het wild verdwenen in zijn oorspronkelijke verspreidingsgebied in China, maar is per ongeluk geïntroduceerd in Nieuw-Zeeland en wordt daar nu als een invasieve soort beschouwd.

De zaden van wilde rijst, vooral Z. palutris, worden geoogst als graan. Samen met maïs is het de enige graansoort die inheems is aan Noord-Amerika. Indianen oogsten traditioneel wilde rijst door vanuit een kano met houten stokken als een soort dorsvlegel tegen de rijpe graanhoofden aan te slaan, zodat de zaden in de kano belanden. Bij sommige indiaanse volkeren, zoals de Ojibweg (Chipppewa), speelt wilde rijst een belangrijke culturele, religieuze en economische rol. Zij noemen dit gewas dan ook manoomin, wat "heilig graan" betekent.

Wilde rijst wordt op commerciële schaal verbouwd in rijstvelden in Californië en Minnesota. Ook in Canada, Australië en Hongarije wordt wilde rijst verbouwd. Wilde rijst is duurder dan rijst en wordt vaak gemengd met "gewone" rijst verkocht.

Z. latifolia was ooit een belangrijke graansoort in China, maar omdat het moeilijk te domesticeren is, is het geleidelijk aan vervangen door rijst. Wel wordt wilde rijst in China en Zuidoost-Azië geteeld om de stengels. Deze stengels, die zijn opgezwollen door infectie met de brandschimmel Ustilago esculenta, worden als groente gegeten. Import van de stengels is verboden in de Verenigde Staten om de Noord-Amerikaanse wilde rijstsoorten tegen de schimmel te beschermen.

Wilde rijst word tegenwoordig ook gebruikt als sierplant in tuinvijvers.





Meer informatie:http://nl.wikipedia.org/wiki/Wilde_rijst



 

Wilde rucola

Diplotaxis tenuifolia
Plant familie: Brassicaceae (Kruisbloemenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, groentes, meerjarig,  
Bloeitijd:mei - september 
Oogsttijd:april - oktober 
Beschrijving:Een meerjarige soort rucola, ook wel 'wild rocket', 'grote zandkool' en 'raketsla' genoemd. Deze groeit iets langzamer dan de eenjarige variant. Deze smal- en getandbladige wilde rucola wordt door de Italianen al lang zeer gewaardeerd. De pikante mosterdsmaak is een aanwinst in rauwe salades.

Wilde rucola groeit zowel op droge als op vochtige grond en staat het liefste in de volle zon of in de halfschaduw. 

Zaaitijd van februari tot oktober. De plant is zeer productief vanaf het vroege voorjaar tot aan de late herfst.


Meer informatie:https://nl.wikipedia.org/wiki/Grote_zandkool



 

Wilde sarsaparilla

Aralia nudicaulis
Plant familie: Araliaceae (Klimopfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, halfzon/halfschaduw, schaduwplant, fruit, groentes, wortels, meerjarig,  
Bloeitijd:juni 
Oogsttijd:augustus - september 
Beschrijving:

De wilde sarsaparilla komt van origine uit Noord-Amerika en wordt tot 40 cm hoog.

De plant houdt van vochtige grond en groeit zowel in de schaduw als in de halfschaduw.

Het is een goede bodembedekker voor bijvoorbeeld een meerlagig voedselbos systeem. 

De wortels zijn zeer voedselrijk en werden door de indianen gebruikt als ze op jacht waren, ze hebben een zoeten en pittige smaak en een aangename geur. Ze kunnen daarnaast o.a. worden gebruikt voor het maken van in de VS populaire "root beer". 

Jonge scheuten kunnen gekookt worden als groente.

De bessen die tot 6mm groot kunnen worden, kunnen worden gebruikt om jam, sappen en wijn van te maken. 





Meer informatie:http://en.wikipedia.org/wiki/Aralia_nudicaulis



 

Wilde tijm

Thymus serpyllum
Plant familie: Lamiaceae (Lipbloemenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, inheems, volle zon, kruiden, vlinderplant, bijenplant, geneeskrachtig, meerjarig,  
Bloeitijd:juni - augustus 
Oogsttijd:hele jaar door 
Beschrijving:

Wilde tijm, ook wel bekend als kleine tijm, is een bodembedekkende plant die tot 10cm hoogte kan groeien. De plant is inheems in Europa. 

De wilde tijm houdt van droge en ietwat vochtige gronden en groeit het beste in de volle zon. De plant doet het goed in rotstuinen. 

De bladeren zijn zeer klein, ovaal en in tegenover elkaar liggende paren langs de stelen. De bladeren hebben een heerlijke kruidige geur. Wilde tijm is aanmerkelijk zachter dan de gekweekte soort, dus je kunt er best wat van gebruiken. Het is goed te gebruiken om toe te voegen aan salades, of om te gebruiken in omelet of als algemeen kruid te gebruiken. De bladeren kunnen gedroogd worden om later te gebruiken, het is dan verstandig om de bladeren voor de bloei te plukken omdat ze dan beter de geur en smaak vasthouden. Er kan ook een lekkere thee van worden gezet. 

Wilde tijm bloeit met roze tot paarse bloemen (er is ook een ondersoort met witte bloemetjes) in bolvormige trosjes aan het eind van de stengels. De bloemen zijn hermafrodiet, ze bevatten zowel de mannelijke als de vrouwelijke delen en worden bestoven door insecten zoals hommels en bijen. De bloemen staan erom bekend dat ze insecten waaronder vlinders aantrekken. Gedroogde bloemen houden motten weg uit kleding en beddengoed. 

De tijm kan ook goed rond wandelpaden worden aangeplant, de plant blijft laag en wanneer mensen erover heen lopen komt een lekkere tijmgeur vrij. 

Er wordt een essentiele olie gewonnen uit wilde tijm die onder meer gebruikt wordt in ondere andere zeep en parfum.  

Tijmsiroop helpt goed tegen klachten van de luchtwegen en keel.





Meer informatie:http://wilde-planten.nl/kleine%20tijm.htm



 

Wilde ui

Allium ampeloprasum
Plant familie: Alliaceae (Lookfamilie) 
Plantenlaag:Knolgewassen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, groentes, kruiden, bloemen, geneeskrachtig, meerjarig,  
Bloeitijd:juli - augustus 
Oogsttijd:hele jaar door 
Beschrijving:

Allium ampeloprasum, ook wel wilde ui is inheems in Zuid-Europa, Noord-Afrika en Klein-Azië tot in de Kaukasus. De lengte van de bloemstelen is erg variabel, van 0.5 tot 1.2 meter. De wilde ui groeit zowel op droge als op vochtige grond en staat het liefste in de volle zon. 

Tegen de tijd dat de bloei aanvangt, zijn de bladeren goeddeels verdord. Het bloemscherm bestaat uit vele witte, soms roze bloemetjes. De kogelronde bloemschermen zijn gevat in papierige schutbladen die afvallen wanneer de honderden minieme bloempjes opengaan. De meeldraden en de helmknoppen steken uit boven het bloemscherm. Het blad is grijsgroen, tot 45 cm lang, heeft ruwe randen en voelt wasachtig aan.

De bol is rauw en gekookt eetbaar. De kleine bollen kunnen aanzienlijk verschillen in grootte; van 2 tot 6 cm. Ze smaken redelijk sterk naar knoflook en zijn lekker toegevoegd in gekookte maaltijden. De bollen van gecultiveerde pareluien kunnen zeer groot zijn met een milde knofloof smaak. De bladeren kunnen ook rauw of gekookt worden gegeten. Ze zijn beschikbaar van de late herfst tot het voorjaar. De bloemen kunnen ook gegeten worden en hebben net als de bladeren ook een knoflook smaak. De bloemen staan o.a. leuk in salades.

In deze database staan de best eetbare allium soorten die van nature in Europa voorkomen of hier al lange tijd ingeburgerd zijn. In de Plants for a Future Database zijn daarnaast ook nog een flink aantal goed eetbare allium soorten te vinden die in andere delen van de wereld groeien maar die het ook in ons klimaat waarschijnlijk goed zouden doen. Wil je weten welke allium soorten dit zijn kijk dan in de Plants for a Future Database (www.pfaf.org). 





Meer informatie:http://www.pfaf.org/user/Plant.aspx?LatinName=Alli



 

Winterpostelein

Claytonia perfoliata
Plant familie: Portulacaceae (Posteleinfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, schaduwplant, groentes, geneeskrachtig, éénjarig,  
Bloeitijd:mei - juli 
Oogsttijd:hele jaar door 
Beschrijving:

De winterpostelein is een eenjarige plant afkomstig uit Noord-Amerika. Via Cuba is de plant naar West-Europa gekomen. Ze wordt in Engeland, Frankrijk, België, Nederland en Duitsland verbouwd als winterharde postelein, maar komt in al deze landen ook verwilderd voor, want hij zaait zich makkelijk uit. Vanwege de route via welke de plant in Europa arriveerde, wordt de plant in Duitsland o.a. Kubaspinat genoemd. 

Winterpostelein groeit zowel op vochtige als op droge grond. De plant kan groeien in de schaduw in de halfschaduw en in de volle zon. Het kan hierdoor een goede bodembedekker zijn voor moeilijke plekken in de moestuin. 

Wie de plant wil telen kan eind juli-begin augustus zaaien waarbij de zaadhoeveelheid 10 gr/m2 bedraagt. Een onderlinge afstand van 10 centimeter tussen de rijen is gewenst. Voor de teelt onder glas moet in de tweede helft van augustus gezaaid worden, waarbij de eerste oogst in november en de tweede in maart valt.

Reeds jonge planten kunnen in de herfst geoogst worden. Het blad is rauw te gebruiken als salade. Wanneer men het hart laat staan maakt de plant weer nieuwe bladeren. De oogst dient in maart afgesloten te worden voordat de plant gaat bloeien. Winterpostelein bloeit met kleine witte bloemetjes. De plant bevat ook veel vitamine C; in de winter en vroege voorjaar een welkome aanvulling op het dieet. De Indianen aten ook de knolletjes.

Voor de teelt van zaad moet er half maart gezaaid worden. De bloei begint dan in juni tot in de herfst. De zaaddozen moeten voordat ze op de grond vallen geplukt en gedroogd worden.

Een mede eetbaar familielid is de roze winterpostelein: Claytonia sibirica





Meer informatie:http://nl.wikipedia.org/wiki/Winterpostelein



 

Witlof

Cichorium intybus var. foliosum
Plant familie: Asteraceae (Composietenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, groentes, éénjarig,  
Bloeitijd:nvt 
Oogsttijd:hele jaar door 
Beschrijving:

Witlof (Cichorium intybus var. foliosum) behoort, samen met onder meer groenlof, roodlof en andijvie, tot de familie van de cichorei-achtigen. Er zijn 2 types: het loftype (zoals witlof, wordt ook wel het Verona-type genoemd), en het slatype (zoals groenlof, wordt ook wel Chioggia-type genoemd).

De oorsprong van de bijzondere, licht bittere smaak van witlof ligt ook bij deze familie. Zijn mooie witte kleur krijgt witlof door de wortel van de witlofplant in het donker te laten uitlopen. Witlof werd bij toeval ontdekt door onze zuiderburen. In 1873 verscheen de groente op een tentoonstelling, doch het duurde tot 1913 voordat het product werd verkocht. Pas na 1930 werd witlof wat bekender en vanaf 1945 kon men spreken van een zekere populariteit.

De witlofkrop groeit in het donker vanuit de wortel. Tot circa 1975 werd witlof vrijwel volledig onder de grond geteeld. Vanaf eind jaren zeventig werd steeds meer witlof geteeld op stromend water, ook wel 'proceswater' genoemd. Deze teeltmethode vindt nu voor 99% plaats. Bij deze teeltwijze wordt witlof in de open grond gezaaid. Tussen zaai- en oogstperiode van witlofwortels zit gemiddeld 20 weken. De rooiperiode van de witlofwortels is van begin augustus tot eind november.

Het blad van de witlofwortel wordt op het land afgesneden, tot het groeibeginsel. Dit groeibeginsel blijft op de witlofwortel zitten, zodat dit tijdens de trek uit kan lopen tot een witlofkrop. De wortels worden vervolgens in containers vervoerd naar het teeltbedrijf. Hier worden de wortels gesorteerd, in kuubskisten verpakt en in de koelcel opgeslagen bij een temperatuur van -1 °C. Daar worden ze regelmatig besproeid met water waardoor een ijslaagje om de wortels ontstaat. Hierdoor wordt voorkomen dat de wortels uitdrogen en gaan uitlopen.
Onder gecontroleerde klimaatomstandigheden en in het donker kunnen in ongeveer 3 weken de witlofkroppen uit de wortels groeien. Dit heet forceren. Als de witlofkroppen in de trekbakken rijp zijn, wordt de witlofkrop van de wortel afgebroken, de vuile buitenbladeren verwijdert en in de verschillende lengtes en kwaliteiten gesorteerd. 

Vroeger werd witlof wel eens zeer bitter gevonden. Sommige mensen, vooral kinderen, houden niet van deze bittere smaak van witlof. Er zijn tegenwoordig (2005) witlofrassen die niet of bijna niet bitter zijn. Andere mensen houden juist erg van de bittere smaak van witlof. In rauwe witlof komt de bittere smaak niet naar voren.

Witlof kan rauw gegeten worden als salade met stukjes appel en andere rauwkostgroentes en fruit. Andere bereidingsmethoden zijn gekookt, gebakken of gegratineerd met bijvoorbeeld ham en/of kaas of met een sauce Hollandaise als "witlof à la crème". Door witlof te koken met naast water wat melk wordt de bittere smaak verzacht.





Meer informatie:http://nl.wikipedia.org/wiki/Witlof



 

Witte kool

Brassica oleracea alba
Plant familie: Brassicaceae (Kruisbloemenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, groentes, éénjarig,  
Bloeitijd:nvt 
Oogsttijd:juli - november 
Beschrijving:

Witte kool (Brassica oleracea convar. capitata var. alba) is een ronde kool. Het is een zogenaamde sluitkool, wat betekent dat de bladeren niet open staan. De kleur van de wittekool is eerder lichtgroen dan wit.

Witte kool houdt van voedselrijke, vochtige grond en groeit zowel in de volle zon als in de halfschaduw.

Witte kool  wordt vooral voor de verwerking tot zuurkool, maar ook voor de verse markt geteeld. Het is één van de oudste koolsoorten.

Er worden de volgende teeltwijzen onderscheiden:

Zomerteelt: uitplanten in april met oogst in juli en augustus.
Vroege herfstteelt: uitplanten in mei met oogst in september en begin oktober.
Late herfstteelt: uitplanten in juni met oogst in oktober.
Bewaarteelt: uitplanten in juli met oogst in november.

Wittekool is ook de basis voor zuurkool. Zuurkool wordt gemaakt van fijn geschaafde wittekool, die met een weinig zout en een scheut karnemelk in een inmaakpot tot gisting wordt gebracht. Daarbij onttrekt het zout vocht aan de kool en de melkzuurbacteriën kunnen zich in die omstandigheden dusdanig ontplooien dat de bederfsbacteriën geen schijn van kans krijgen. De inwerking van het melkzuur op de wittekool voert tot het eindresultaat: de lichtverteerbare zuurkool die bovendien een zeer hoog vitamine C-gehalte heeft.

Rauwe, in smalle snippers gesneden witte kool vormt een heerlijke salade.




Meer informatie:https://nl.wikipedia.org/wiki/Wittekool



 

Worcesterbes

Ribes divaricatum
Plant familie: Grossulariaceae (Ribesfamilie) 
Plantenlaag:Struiken 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, fruit, omheining, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:mei - juni 
Oogsttijd:juli 
Beschrijving:

De Worcesterbes groeit van nature in het noorden van de VS en is nauw verwant aan de kruisbes. De worcesterbes wordt hoger dan de kruisbes en kan tot twee meter hoog groeien. De struik groeit zowel in de halfschaduw als in de volle zon en heeft een voorkeur voor voedselrijke ietwat vochtige grond.

Een voordeel van de worcesterbes is dat ze resistent is tegen meeldauw. 

De bloemen van de worcesterbes zijn groenpaars en niet erg zichtbaar. De bloemen zijn hermafrodiet, ze bevatten zowel de mannelijke als de vrouwelijke delen. Bestuiving vind plaats door hommels, bijen en andere insecten. De worcesterbes is zelfbestuivend. 

De vruchten van de worcesterbes worden 10 tot 15mm groot met een ronde vorm. De bessen hebben een rood/paarse kleur met zuurzoete smaak. Ze zijn vers van de plant goed te eten en kunnen daarnaast ook goed in de jam gebruikt worden als aanvulling met andere vruchten omdat ze veel pectine bevatten. De bessen kunnen ook verwerkt worden in taart, mousse, saus en mousserende wijn.

En voor de goede orde, worcestersauce wordt voor zover wij weten niet van de worcesterbes gemaakt. ;)

De takken van de struik hebben scherpe stekels en vormt een dichte begroeiing en kan goed gebruikt worden in een omheining.

Voor een overzicht van de best eetbare niet Europese ribes soorten (de Europese soorten staan allemaal in deze database) kun je eens zoeken in de Plants for a Future Database (www.pfaf.org





Meer informatie:https://www.pfaf.org/user/Plant.aspx?LatinName=Rib



 

Wortel

Daucus carota sativus
Plant familie: Apiaceae (Schermbloemenfamilie) 
Plantenlaag:Knolgewassen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, inheems, volle zon, groentes, wortels, bijenplant, geneeskrachtig, éénjarig,  
Bloeitijd:juni - augustus 
Oogsttijd:hele jaar door 
Beschrijving:

Wortels houden van zanderige, ietwat vochtige, goed doorlatende grond. Wortels staan het liefste in de volle zon.

De wortel die wij kennen is het resultaat van het langdurig kweken van de wilde wortel.  Als groente werd hij al verbouwd door Germaanse volkeren. De oude Romeinen en Grieken noemden de wortel al als geneeskrachtige plant: ze kenden de vochtafdrijvend werking, maar voor consumptie vonden ze de nog niet zo ver doorgekweekte vorm waarschijnlijk nog te houtig.

Pas in de 17e eeuw is het de Nederlanders gelukt de ons bekende oranje wortel te kweken die zijn kleur te danken heeft aan het hoge gehalte caroteen (pro-vitamine A). De wortel bevat verder vitamine B1, B2 en C, flavonoïden en etherische olie. 

Er zijn verschillende soorten wortels zoals o.a. bospeen, waspeen en winterwortel.

Wortelen kunnen van februari tot en met augustus worden gezaaid en van juni tot november worden geoogst. Als je de vroege teelt onder glas erbij rekent, is het mogelijk om het hele jaar van zelf geteelde wortelen te genieten. Daarvoor moeten mensen wel op verschillende momenten aan de slag. De wortelteelt kent twee grote groepen:

• de vroege en de zomerteelt leveren wortelen voor direct verbruik.

• de late teelt of winterteelt levert bewaarwortelen. 

Voor details zie verschillende zaaikalenders op het internet

Naast de wortelen zelf is ook het loof van de plant eetbaar. Het heeft een sterke smaak en kan in kleine hoeveelheden worden toegevoegd aan salades of als garnering aan soepen.







Meer informatie:https://www.mijntuin.org/plants/225-wortel



 

Yacon

Polymnia sonchifolia
Plant familie: Asteraceae (Composietenfamilie) 
Plantenlaag:Knolgewassen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, groentes, wortels, meerjarig,  
Bloeitijd:nvt 
Oogsttijd:kort na de eerste nachtvorst 
Beschrijving:

De Yacon, soms ook appelwortel genoemd, is een plant die zijn oorsprong vindt in de Andes, maar inmiddels al op meerdere plekken op de wereld wordt geteeld. Ook in Nederland wordt de Yacon door telkens meer mensen verbouwd in de moestuin.

De plant kan tot één meter hoog en 60cm breed groeien, groeit het liefst op een diepe, voedselrijke ietwat vochtige grond en heeft volle zon nodig. 

De plant vormt twee soorten knollen. Kleine knollen, die zich onder de wortelkroon bevinden, deze worden ook wel broedknollen genoemd. Daarnaast vorm de Yacon zeer grote knollen die als energie opslag knollen fungeren, dit zijn de opslag- of eetknollen.

De knollen en planten vriezen in de winter dood. Je kunt de broed- en eetknollen echter goed opslaan en bewaren door ze vorstvrij te houden. De eetknollen kun je gebruiken voor consumptie en de broedknollen kun je het jaar ernaar opnieuw planten om nieuwe planten te krijgen. 

De yacon geeft in ons klimaat een zeer goede opbrengst. Er zijn al meerdere vermeldingen van opbrengsten van circa 20 kg. per plant. Deze opslag knollen kunnen op veel verschillende manieren bereidt worden.

De smaak van de rauwe knollen is als een frisse verse appel/meloen combinatie, zeer friszoet en zeer sappig. Van frisse fruitsalades tot warme schotels, alles is mogelijk. Hier zijn verschillende recepten te vinden

Verder is er op zeer eenvoudige wijze een siroop van te maken die heerlijk zoet is, maar bovenal zeer veel gezonder is dan andere siropen gemaakt van geraffineerde suikers.

Van de enorme bladeren is een heel speciale thee te zetten waar je de suiker weg kunt laten en die uiterst geschikt is voor diabetici.







Meer informatie:http://www.seedsofchange.com/enewsletter/issue_40/



 

Zeekool

Crambe maritima
Plant familie: Brassicaceae (Kruisbloemenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, inheems, volle zon, halfzon/halfschaduw, groentes, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:mei - juli 
Oogsttijd:april - juni 
Beschrijving:

Zeekool is een meerjarige plant die tot 60cm hoogte kan groeien. De plant kan goed tegen zout, groeit zowel op droge als vochtige grond en groeit zowel in de halfschaduw als in de volle zon.

De doorlevende plant komt voor langs de kusten van Normandië en Bretagne. Zeekool is één van de opvallendste groenteplanten. De plant heeft opvallende, grijze gegolfde bladeren. Deze plant is overal toepasbaar.

In maart kun je zeekool zaaien. Om direct in de tuin te beginnen of beschut onder glas in potjes is een eigen keuze. Er moet goed water gegeven worden, wacht daarna twee weken op een teken van leven. De plant moet voorzichtig verplant worden, aangezien ze heel breekbaar zijn. Het is verstandig om ze diep te planten, zodat ze stevig in de grond zitten. De doorlevende plant heeft behoefte aan voedselrijke groeiomstandigheden. Dit kan door middel van wat extra kalk en zeewiermeel. Wanneer je over een volwassen plant beschikt, kunt je deze eind januari rooien en de vlezige wortels scheuren.

Vanaf het derde jaar is het mogelijk om te oogsten. Dek net boven de grond uitstekende wortelknoppen af met een zeekoolpot in februari. Een zeekoolpot is een omgekeerde bloempot van 35 cm. Het afdekken kan ook met een zwarte plastic emmer. Vervolgens groeit het uit tot je eigenlijke oogst. Als de pot of emmer wordt weggehaald snijd je vlak boven de grond de gebleekte bladstelen af. Na de oogst groeien de planten in de open lucht weer uit voor een hele zomer vol golvend grijs blad.

Teeltschema
Jaar 1: zaaien in maart/april, planten in mei
Jaar 3-10: oogsten in april, mei, juni

De zeekoolscheuten zijn versgesneden, even gewassen en vijf minuten gestoomd of geblancheerd op hun best. Serveer het met toast en een scheutje room; de smaak zit ergens tussen asperges en bloemkool in. 

Zeekool bloeit met kleine witte bloemetjes die bestoven worden door insecten zoals bijen en hommels.  





Meer informatie:http://www.groentenfruit.nl/index_product.asp?pg=1



 

Zijdeplant

Asclepias syriaca
Plant familie: Apocynaceae (maagdenpalmfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, groentes, bloemen, vlinderplant, bijenplant, meerjarig, overig,  
Bloeitijd:juli - augustus 
Oogsttijd:maart - oktober 
Beschrijving:
De soort komt van nature voor in Noord-Amerika en is in Europa een invasieve soort. Op enkele locaties in Nederland handhaaft deze plant zich en staat hier soms ook bekend als parkietjesplant. Er is onder andere een flink bestand in de duinen bij Noordwijk.

De plant groeit zowel op droge als op vochtige grond en heeft een voorkeur voor een plek in de halfschaduw of de volle zon. 

De plant kan heeft vele bruikbare functies. 

De jonge scheuten kunnen in de lente worden gegeten als asperge, later kunnen de groeitopjes als spinazie worden gebruikt. De ongeopende bloemknoppen kunnen als broccoli worden gegeten, ze hebben een erwt-achtige smaak.

In hete, droge zomers kan de nectar in de bloemen kristallizeren tot suikerkristallen die heerlijk smaken. In een minder warme zomer kunnen de bloemen worden gekookt tot een zoete siroop. Als men veel nectar suiker wil kan men het beste Asclepias tuberosa planten. Deze maakt het meeste nectar.

De zaadpeulen kunnen worden gegeten, ze smaken een beetje naar okra en hebben ook dezelfde structuur. De volgroeide delen van de plant kunnen echter giftig zijn dus pas wel een beetje op. 

Er zijn ook veel niet eetbare functies.

Als de planten in de herfst afsterven kan er van de stengels een vezel worden gemaakt wat erg sterk is. Deze kan onder meer worden gebruikt voor het maken van stoffen, papier en touw. Wacht tot de herfst, laat ze een paar weken drogen (kan gewoon door de stengels te laten staan) en dan kan je de vezels er zo afhalen.

Let op voor slakken, deze zullen de plant kaalvreten als ze de kans krijgen.






Meer informatie:http://pfaf.org/user/Plant.aspx?LatinName=Asclepia



 

Zilverbes

Elaeagnus x ebbingei
Plant familie: Elaeagnaceae (Duindoornfamilie) 
Plantenlaag:Struiken 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, schaduwplant, fruit, groenbemester, windkering, omheining, wintergroen, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:oktober - januari 
Oogsttijd:april - juni 
Beschrijving:

De zilverbes of groenblijvende olijfwilg is nauw verwant aan de duindoorn en is een gekweekte soort. Het is een kruising van Elaeagnus macrophylla en Elaeagnus pungens (of misschien Elaeagnus x reflexa). 

De zilverbes groeit als een wintergroene struik die tot 5 meter hoog en 5 meter breed kan groeien. De struik groeit in de schaduw, halfschaduw en volle zon en kan zowel op relatief droge als ietwat vochtige grond groeien.

De soort is winterhard en kan tegen een stevige wind en is uitzonderlijk zouttolerant. Dit maakt dat de struik goed in een windhaag geplant kan worden en ook dicht bij wegen waar regelmatig gestrooid wordt in de winter met zout tegen gladheid.

De zilverbes leeft in symbiose met een bacterie van het geslacht Frankia die in wortelknolletjes stikstof bindt. Dit proces vindt vooral plaats in jonge wortels. Door de stikstoffixatie is er lokaal meer stikstof in de grond aanwezig waar omliggende planten ook hun voordeel mee kunnen doen.  

De zilverbes bloeit in de herfst met witte bloemen die bestoven worden door insecten zoals hommels en bijen. De plant is zelfbestuivend. 

De vruchten komen het volgende voorjaar aan de struik en kunnen tot 20mm lang en 13mm breed worden en dienen goed rijp te zijn als je ze vers wilt eten. Als ze niet goed rijp zijn dan zijn ze wrang van smaak. De bessen dienen diep rood en goed zacht te zijn als je ze vers wilt eten. Daarnaast zijn de vruchten zijn goed te verwerken tot sauzen of jams.

De plants for a future database is een groot fan van deze struik en hebben een uitgebreid artikel gewijd aan deze plant wat zeker de moeite waard is om ook door te lezen

Er zijn daarnaast ook nog verschillende andere eetbare Elaeagnus soorten te vinden in de Plants for a Future Database (www.pfaf.org).







Meer informatie:https://www.pfaf.org/user/cmspage.aspx?pageid=61



 

Zoete kers

Prunus avium
Plant familie: Rosaceae (Rozenfamilie) 
Plantenlaag:Lage bomen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, inheems, volle zon, halfzon/halfschaduw, fruit, houtproductie, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:april - mei 
Oogsttijd:mei - juli 
Beschrijving:

De zoete kers (prunus avium) is de kers zoals wij die kennen van de supermarkt en de lokale boer. Er zijn laagstam, middenstam en hoogstam bomen van te verkrijgen. De zoete kers komt ook van nature in Nederland voor en kan tot 18 meter hoog worden. e kersenboom heeft een voorkeur voor ietwat natte grond en een plek op de volle zon, ze tolereert ook halfschaduw.

De zoete kers bloeit met witte/roze bloemen voordat er blad aan de boom komt en is een prachtige verschijning in het voorjaar. De bloemen zijn hermafrodiet, ze bevatten zowel de mannelijke als vrouwelijke delen. De kers wordt door insecten bestoven. Kruisbestuiving is meestal noodzakelijk, het is verstandig om verschillende soorten kersen aan te planten met een goede stuifmeel kwaliteit. Mocht je weinig ruimte hebben dan is het belangrijk om een zelfbestuivend ras te nemen zodat je aan één boom genoeg hebt.

De vruchten, de kersen kunnen 10 tot 20mm groot worden en afhankelijk van het ras krijgen ze verschillende kleuren. Het meeste bekende zijn de rode en paarse kersen maar er zijn inmiddels ook gele varianten. Een overzicht van de vele verschillende zoete kersenrassen is onder meer op wikipedia te vinden. Kersen zijn heerlijk om vers van de boom te eten en zijn daarnaast ook goed te gebruiken om bijv. vlaaien van te maken. Daarnaast kunnen kersen verwerkt worden tot sap en jam. 

Vogels zijn ook dol op kersen dus het kan nodig zijn om de kersen tegen rijpingstijd met netten te beschermen.  
 
De bomen hebben een glanzende, roodbruine schors , een prachtige bloei in het voorjaar, en een mooie verkleuring van de bladeren in de herfst. Ook het hout is zeer populair en kan worden gebruikt om o.a. instrumenten en meubels van te maken. 

In deze database staan de best eetbare prunus soorten die van nature in Europa voorkomen of hier al lange tijd ingeburgerd zijn. In de Plants for a Future Database zijn daarnaast ook nog een flink aantal goed eetbare prunus soorten te vinden die in andere delen van de wereld groeien maar die het ook in ons klimaat waarschijnlijk goed zouden doen. Wil je weten welke prunus soorten dit zijn kijk dan in de Plants for a Future Database (www.pfaf.org).









Meer informatie:http://nl.wikipedia.org/wiki/Kers



 

Zoete wikke

Hedysarum boreale
Plant familie: Leguminosae (Vlinderbloemenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, groentes, groenbemester, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:juli - augustus 
Oogsttijd:mei - juni 
Beschrijving:

Zoete wikke komt van nature voor in het noorden van Noord-Amerika. 

De plant houdt van vochtige grond en groeit het beste in de volle zon. Zoete wikke is zeer winterhard.

Zoete wikke behoort tot de vlinderbloemigen familie en gaat een symbiotische relatie aan met de stikstoffixerende Rhizobium bacterie in haar wortels. Hierdoor wordt stikstof uit de lucht gefixeerd en krijgt de plant extra bemesting waar omliggende planten ook hun voordeel mee kunnen doen.  

De plant bloeit met roze tot paarse bloemen die door insecten zoals hommels en bijen worden bestoven.

De jonge wortels kunnen rauw en gekookt worden gegeten. Ze kunnen ook worden gebakken of worden toegevoegd aan soepen. De wortel heeft een zoete smaak en volgens sommige mensen een dropachtige smaak.

In de plants for a future database wordt de ondersoort Hedysarum boreale mackenzii ook specifiek genoemd als eetbare plant. Verder wordt ook de verwante Hedysarum occidentale genoemd. 





Meer informatie:http://pfaf.org/user/Plant.aspx?LatinName=Hedysaru



 

Zomereik

Quercus robur
Plant familie: Fagaceae (Napjesdragersfamilie) 
Plantenlaag:Hoge bomen 
Plantenfuncties:verwerkt eetbaar, inheems, volle zon, halfzon/halfschaduw, noten, houtproductie, meerjarig,  
Bloeitijd:mei 
Oogsttijd:oktober - december 
Beschrijving:

De zomereik is een bladverliezende boom met een brede koepelvormige kroon en kan tot 30 meter hoog en 30 meter breed groeien. De eik is historisch een van de dominante soorten in het West-Europese bos. 

De zomereik houdt van vochtige tot natte grond en groeit zowel in de halfschaduw als in de volle zon. Ze kunnen 300 tot 400 jaar oud worden.

De zomereik is vele eeuwen van groot belang voor de mens geweest. Wanneer de zogenoemde mast (de eikels) uit de boom valt, is er veel voedsel aanwezig voor dieren. De eikels (door de tannine zijn deze onbewerkt voor mensen ongenietbaar) zijn zeer voedzaam en bevatten tot 38 % vet. In de Middeleeuwen werden de varkens in de herfst de bossen ingedreven en "vetgemast". In die tijd ontstond ook het gezegde "op eiken groeit het beste spek". Vanwege dit belang mocht de eik niet zomaar gekapt worden. Hij kreeg daardoor een belangrijk aandeel in de bossen. Omdat de zomereik meer en grotere eikels produceert dan de wintereik, werd de eerste veel meer aangeplant.

De eik is eenhuizig, ze heeft losstaande mannelijke en vrouwelijke bloemen maar beiden verschijnen aan dezelfde plant. De eik wordt door de wind bestoven. 

De eikels aan de eikeboom zijn niet vers te eten door het hoge gehalte aan tanine, maar bewerkt zijn de eikels beter geschikt voor consumptie. Door eikers in kleine stukjes te hakken en te koken of te roosteren worden ze beter eetbaar. Geroosterde stukjes eikel vormen een goed alternatief voor amandelen. 

Eikeltjeskoffie: hak het vruchtvlees fijn, rooster het tot het lichtbruin is, maal het en rooster het dan nogmaals.

Het hout is zeer duurzaam, ook onder water. Het hout wordt onder meer gebruikt in de bouw, voor het maken van meubelen en voor het maken van haardhout en houtskool.

De schors bevat stoffen, die gebruikt worden in de leerlooierij.

In de plants for a future database zijn nog verschillende andere eetbare Quercus soorten te vinden.  

Quercus ilex

Quercus aucheri

Quercus bicolor

Quercus prinus

Quercus frainetto







Meer informatie:http://wilde-planten.nl/zomereik.htm



 

Zonnebloem

Helianthus annuus
Plant familie: Asteraceae (Composietenfamilie) 
Plantenlaag:Kruidlaag 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, zaden, bijenplant, geneeskrachtig, éénjarig,  
Bloeitijd:juli - september 
Oogsttijd:september - oktober 
Beschrijving:
De zonnebloem is een eenjarige plant die tot 3 meter hoogte kan groeien.  De plant groeit op vochtige en op droge grond en heeft een plek in de halfschaduw of de volle zon nodig.
 
Zonnebloemen komen oorspronkelijk uit Noord- en Zuid-Amerika en zijn gedomesticeerd rond 1000 v. Chr. De Inca's vereerden de zonnebloemen als beeld van hun zonnegod. In 1530 werd de zonnebloem door Spaanse zeelieden naar Europa gebracht.

De bladeren van de zonnebloem zijn groot en gekartelt. 

De zonnebloem bloeit met een prachtige goudgele bloem met een bruin hart. De bloemen zijn hermafrodiet, ze bevatten zowel de mannelijke als de vrouwelijke delen en worden bestoven door insecten zoals hommels en bijen. De plant is niet zelfbestuivend dus je dient meerdere planten te hebben die elkaar kunnen bestuiven als je zaden wilt krijgen. 

De zaden zijn zwart-wit gestreept en kunnen tot 8mm lang worden. Zonnebloempitten kunnen zowel rauw als verwerkt worden gegeten. Ze zijn lekker als toevoeging bij de sla of een gezonde toevoeging aan een smoothie. Ook de bekende gezonde zonnebloemolie uit geperst worden.

Als je een deel van de zaden bewaart dan kun je het volgende jaar weer nieuwe zonnebloemen uitzaaien. 






Meer informatie:http://nl.wikipedia.org/wiki/Zonnebloem



 

Zure kers

Prunus cerasus
Plant familie: Rosaceae (Rozenfamilie) 
Plantenlaag:Lage bomen 
Plantenfuncties:verwerkt eetbaar, inheems, volle zon, halfzon/halfschaduw, fruit, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:maart - april 
Oogsttijd:juni - juli 
Beschrijving:

Zure kersen, soms ook wel Krieken genoemd, komen van origine uit Zuid-Europa. In Nederland groeien ze uit tot grote struiken of lage bomen die tot 6 meter hoog kunnen worden. Ze hebben een voorkeur voor ietwat natte grond en staan het liefst in de volle zon al tolereren ze ook halfschaduw.

De zure kers bloeit met witte bloemen aan de boom en is een mooie verschijning in het voorjaar. De bloemen zijn hermafrodiet, ze bevatten zowel de mannelijke als vrouwelijke delen. De kers wordt door insecten bestoven. De plant is zelfbestuivend waardoor één boom meestal volstaat. 

De vruchten worden 15 tot 20 mm groot en zijn rood tot dieprood van kleur. Ze smaken vers van de boom zoals de naam al aangeeft behoorlijk zuur. Ze worden daarom het meeste gebruikt in verwerkte vorm. Er is jam van te maken en ze kunnen verwerkt worden in vlaaien en taart. In België worden ze gebruikt om het zogenaamde kriekbier mee te bereiden. 

Vogels zijn ook dol op kersen dus het kan nodig zijn om de kersen tegen rijpingstijd met netten te beschermen.  

In deze database staan de best eetbare prunus soorten die van nature in Europa voorkomen of hier al lange tijd ingeburgerd zijn. In de Plants for a Future Database zijn daarnaast ook nog een flink aantal goed eetbare prunus soorten te vinden die in andere delen van de wereld groeien maar die het ook in ons klimaat waarschijnlijk goed zouden doen. Wil je weten welke prunus soorten dit zijn kijk dan in de Plants for a Future Database (www.pfaf.org).





Meer informatie:http://members.lycos.nl/DKG/vakartikels/1998/kriek



 

Zuurbes

Berberis vulgaris
Plant familie: Berberidaceae (Berberisfamilie) 
Plantenlaag:Struiken 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, inheems, volle zon, halfzon/halfschaduw, fruit, bijenplant, meerjarig,  
Bloeitijd:mei - juni 
Oogsttijd:augustus - oktober 
Beschrijving:

De zuurbes is een struik die behoort tot de berberisfamilie. De struik komt van nature voor in Eurazië. 

De zuurbesstruik gedijt zowel op droge als op vochtige grond en groeit zowel in de volle zon als in de halfschaduw. De struik komt van nature voor op vrij droge en meestal kalkhoudende grond langs struikgewas en in bosranden. 

De struik wordt 1-4 m hoog. De zuurbes bloeit in mei en juni met gele, 4-6 mm grote bloemen in 3-5 cm lange, hangende trossen. De helmhokjes springen aan de top met klepjes open, waardoor het stuifmeel vrijkomt.

De 7-10 x 3-5 mm grote vrucht is een eetbare bes, die rijpt van augustus tot oktober. 

Traditioneel werden in Europa de vitamine C-rijke bessen voor het maken van jam gebruikt. In landen als Iran worden de vruchten bij het koken gebruikt voor het kruiden van rijst, vis en vlees.

De zuurbes is de tussenwaardplant voor zwarte roest (Puccinia graminis). In Frankrijk gaf de bestrijding van de zuurbes vanaf 1660 een heftige strijd tussen boeren en jambereiders, die de boeren van bijgeloof betichtten. Pas in 1865 werd wetenschappelijk vastgesteld dat de zuurbes de tussenwaardplant was. In vele delen van Europa was het verboden om de zuurbes aan te planten. 

De plants for a future database geeft aan dat de volgende Berberis soorten ook goed eetbaar zijn en geschikt zijn voor ons klimaat: Berberis aristata en Berberis buxifolia





Meer informatie:http://nl.wikipedia.org/wiki/Zuurbes



 

Zwarte bes

Ribes nigrum
Plant familie: Grossulariaceae (Ribesfamilie) 
Plantenlaag:Struiken 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, inheems, volle zon, halfzon/halfschaduw, fruit, kruiden, bijenplant, geneeskrachtig,  
Bloeitijd:april - mei 
Oogsttijd:juni - juli 
Beschrijving:

De zwarte bes komt van nature in West-Europa voor. De struik kan tot 1.5 meter hoog groeien, heeft een voorkeur voor voedselrijke vochtige grond en kan zowel in de halfschaduw als in de zon staan. 

De zwarte bes bloeit met kleine groen paarse weinig opvallende bloemetjes. De bloemen zijn hermafrodiet, ze bevatten zowel de mannelijke als vrouwelijke delen, en worden door insecten bestoven. De plant is zelfbestuivend, maar kruisbestuiving kan tot meer en grotere bessen leiden. Het kan daarom handig zijn een paar verschillende varianten aan te planten. 

De vrucht kan tot 10mm groot worden en heeft een typische smaak. De bessen kunnen vers worden gegeten maar niet iedereen vindt ze lekker. De bessen worden onder meer gebruikt om te verwerken tot sap, jam (hoog pectinegehalte), likeur en ook de frisdrank casis wordt van de zwarte bes gemaakt.

De bladeren kunnen als thee gebruikt worden die verzachtend kan werken bij een zere keel en keelontsteking. De bladeren geven daarnaast een lekkere geur af. 

Je kunt relatief gemakkelijk de zwarte bes vermeerderen door zogenaamde afleggers te maken. Om een aflegger te maken graaf je een tak die al laag bij de grond groeit aan het eind van het seizoen in. Dit doe je door een beetje aarde over de tak heen te schuiven. Ook kun je een wat hoger groeiende tak voorzichtig omlaag buigen en met wat aarde ingraven. Als het seizoen weer start (maart) graaf je de tak weer uit. Als alles goed gegaan is heeft de tak op de plaats waar deze was ingegraven wortels gekregen en je kunt dan de verbinding met de moederplant verbreken via snoei bijvoorbeeld. Je hebt zo een mooie nieuwe plant die je elders in de tuin kunt zetten of kunt weggeven. Deze methode werkt prima voor eigenlijk alle ribes soorten. 

Voor een overzicht van de best eetbare niet Europese ribes soorten (de Europese soorten staan allemaal in deze database) kun je eens zoeken in de Plants for a Future Database (www.pfaf.org







Meer informatie:http://nl.wikipedia.org/wiki/Zwarte_bes



 

Zwarte bosbes

Gaylussacia baccata
Plant familie: Ericaceae (Heidefamilie) 
Plantenlaag:Struiken 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, halfzon/halfschaduw, fruit, meerjarig,  
Bloeitijd:mei - juni 
Oogsttijd:juli - augustus 
Beschrijving:De zwarte bosbes wordt tot 1 meter hoog en komt van origine voor in het oosten van Noord-Amerika.

Deze struik houdt van ietwat zure, veenachtige droge of vochtige grond. De zwarte bosbes groeit het beste in de halfschaduw en de volle zon. 

De plant bloeit met rode bloemetjes. De bloemen zijn hermafrodiet, ze bevatten zowel de mannelijke als de vrouwelijke delen en worden bestoven door insecten zoals bijen en hommels. 

De zwarte bessen bevatten worden tot 8mm groot en bevatten behoorlijk wat zaadjes.  De bessen hebben een pittige en lekkere zoete smaak. De bessen kunnen als ze rijp zijn rauw van de struiken worden gegeten en zijn dan heerlijk. Ze kunnen ook worden verwerkt in taarten en toetjes. De bessen kunnen tot slot ook worden gedroogd voor latere consumptie.




Meer informatie:http://www.pfaf.org/user/Plant.aspx?LatinName=Gayl



 

Zwarte truffel

Tuber melanosporum
Plant familie: Tuberaceae 
Plantenlaag:Paddenstoelen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, paddenstoelen, meerjarig,  
Bloeitijd:nvt 
Oogsttijd:nvt 
Beschrijving:

De zwarte truffel is een zwam die onder de grond op wortels van de eikenboom groeit. Deze paddenstoel is zeer kostbaar. Dit komt voornamelijk vanwege het gebruik ervan in de hogere gastronomie, de zeldzaamheid van truffels, en de moeite die ervoor gedaan moet worden om ze te vinden. 

Eekhoorns eten truffels en zijn belangrijk voor de verspreiding ervan. De passage van de sporen door hun maag-darmkanaal verbetert zelfs de kiemkracht. Ook varkens en wilde zwijnen zijn dol op truffels en werden dan ook van oudsher gebruikt bij het zoeken naar truffels.

Tegenwoordig worden er voornamelijk honden voor getraind. Vooral de Lagotto romagnolo is hier erg bedreven in. Bij varkens is het moeilijk te voorkomen dat het varken (een deel van) de truffels zelf opeet, en ook brengen ze schade toe aan de bodem, in het bijzonder aan het mycelium, het ondergrondse schimmelnetwerk, van de truffels zelf. 

De zwarte truffel is de 'originele truffel' maar er zijn inmiddels nog een aantal andere soorten truffels die ook voor hun eetbaarheid worden gezocht.

-) Witte truffel (Tuber magnatum)
-) Zomertruffel (Tuber aestivum)
-) Wintertruffel (Tuber brumale)
-) Chinese truffel (Tuber indicum)

Er wordt druk geprobeerd truffels te kweken wat tot nu toe met matig succes lukt. De Chinese truffel lijkt het meest succesvol gekweekt te kunnen worden tot nu toe, maar deze zou qua kwaliteit onder doen voor de andere in het wild gevonden truffels. 




Meer informatie:http://nl.wikipedia.org/wiki/Truffel



 

Zwarte walnoot

Juglans nigra
Plant familie: Juglandaceae (Okkernootfamilie) 
Plantenlaag:Hoge bomen 
Plantenfuncties:vers eetbaar, verwerkt eetbaar, volle zon, noten, houtproductie, meerjarig,  
Bloeitijd:mei - juni 
Oogsttijd:september 
Beschrijving:

De zwarte walnoot, ook wel zwarte noot kan tot 30 meter hoog en 20 meter breed groeien.

De zwarte noot komt van origine uit het midden van Noord-Amerika. De boom is in 1629 geintroduceerd in Europa voornamelijk voor de goede kwaliteit hout die de boom levert.

De zwarte noot houdt van diepe, voedselrijke, ietwat vochtige grond en staat het liefst op een warme, van de wind beschutte, zonnige plaats.

De boom is goed winterhard maar het kan verstandig zijn de jonge bomen goed af te dekken bij een strenge winter. 

De boom is eenhuizig, ze bevat zowel mannelijke als vrouwelijke bloemen. De mannelijke bloemen vormen lange groene naar beneden hangende slierten (katjes), de vrouwelijke bloemen staan rechtop en bloeien in weinig opvallend groen. De zwarte walnoot wordt door de wind bestoven. De plant is zelfbestuivend.   

De noot groeit in een vrucht die 3 tot 4 cm groot kan worden. De noot is relatief klein in verhouding tot bijvoorbeeld de walnoot en is moeilijk te kraken. De noot heeft echter een lekkere smaak en wordt in vele gerechten gebruikt. De noten zijn rauw te drogen en zo te eten net als walnoten en kunnen worden gebruikt in gebak, taarten en deserts.

Het hout van de zwarte walnoot is van zeer goede kwaliteit en wordt onder andere gebruikt om meubels van te maken, om de binnenkant van huizen mee af te timmeren,  het wordt gebruikt voor de binnenkant van boten en luxe vliegtuigen en tot slot is het ook geschikt om parket van te maken.   

 







Meer informatie:https://en.wikipedia.org/wiki/Juglans_nigra